De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 23 augustus pagina 13

23 augustus 1930 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 AUGUSTUS 1930 6 th d Pt< - o' et b. C. h. IX b. n? VI Vt 01 g< in o, Joseph von Sternberg en Mariene Dietrich BIOSCOPY door L. J. Jordaan Josef von Sternberg ,,De Blauwe Engel." Be inbrand t HET laatste commando" De dokken van New-York"! Het verachtelijke en het su blieme. Ziedaar de twee uitersten, waartusschen iet oeuvre van Sternberg heen en weer pendelt. Het eerste: de serviele onderdanigheid van den hoffotograaf tegenover Z.M. de Acteur de leege ijdele show van alles, wat in het mode-woord su per " besloten ligt de verrukking van Zaterdagavondsche kunsf'-recensies, die beginnen met Ik weet niet, wat een kunstfilm is...." ? de onbegrijpelijke miskenning van het essentieele ?wezen der film t Het laatste: de geniale greep naar het evenwichtige cinegrafische kunstwerk de meesterlijke beheersching van sujetten, licht en beweging door een sterke, zelfbewuste wil de superieure verachting voor het amusements publiek ! Ik ken geen metteur-en-scene van een dergelijke krasse dualistiek, van een dusdanige innerlijke tweespalt. Noch von Strohheim, zijn landgenoot, die met The merry Widow" in ieder geval zijn ,,Greed" kocht noch Fritz Lang, wiens fatum duidelijk en pompeus: Thea von Harbou heet, vertoonen de volkomen onverklaarbare oneven wichtigheid, die ons bij Josef von Sternberg ver baast. Het geval-Sternberg" zou een film kunnen zijn, den auteur van The Dragnet" waardig ! De carrière van von Sternberg mist de sensationeele ontdekking" het plotselinge, met n slag beroemd worden, dat den magazine-lezers zoo uitermate behaagt. Zijn levensloop vertoont veeleer een bijna monotone afwisseling van succes en mislukking, die slechts door de ongelijkmatige waarde van zijn films geëvenaard wordt. In 1894 als Oostenrijker geboren, komt deze Austro-Amerikaan reeds jong naar de States, keert naar Weenen terug om zijn studie te vol tooien, landt in 1914 opnieuw te New-York en werpt zijn bestaan als inzet op de groote roulette tafel, die film" heet. Hij verliest keer op keer en slechts een fanatiek geloof in eigen toekomst doet hem volharden. Hij is beurtelings bankwerker, figurant, kantoorbediende, electricien, acquisiteur, oostumier, operateur en assistent-regisseur. Zijn leven is een aaneenschakeling van hongerlijden en schraal eten, maar niets vermag hem uit den lichtkring der schijnwerpers te verdrijven. Zijn handen vereelten in kruiersarbeid zijn geest dreigt te verstompen bij het moordendste routinewerk. Maar deze universitair gegradueerde pakt alles aan maakt alles door, terwille van de <,groote kans", die hij hardnekkig blijft verwach ten. Alleen het spelers-emplooi blijft hem ontzegd: zijn gedépraveerd misanthropen-type met den kouden, loerenden blik, den tegelijk slappen en wreeden mond, is zelfs voor een marqué-rol te Afstootend.. .. Hij heeft het geduld dus komt de kans. In «BBIBBAAJL AGENTEN VOOB AMATBU tt-MINO-UITBCSTINe FOTO-SCHAAP & Co. ? PCI 8 AM8TEBDAM 1924 ontmoet hij George K. Arthur, den vroolijken, kinderlijken partner van Karl Dane. Het zonder linge en ongelijke paar besluit samen een film te maken, naar de ideeën van Sternberg en met het beetje geld, waarover Arthur te beschikken heeft. Het is niet veel meer dan een wanhoopsdaad, met honderd kansen tegen en n vóór en zooals later alle desperate ondernemingen van Sternberg, slaagt zij brillant. Het resultaat is de film Salvation Hunters" en niemand minder dan Chaplin oordeelt het een meesterwerk. United Artists" koopt het voor 20.000 dollars, vijfmaal den kost prijs en draagt hem onverwijld nieuw werk op. Bij lederen respectabelen regisseur zou hiermee de spannende avonturen-roman teneinde zijn en het burgerlijke, gelijkmatige succes aanvangen. Bij Sternberg begint de ongewisheid eerst recht. * * * Alles wat United Artists" en later MetroGoldwyn hem dank zij Chaplin's protectie op dragen, mislukt jammerlijk. Een film met Mary Pickford loopt.op een echec uit een ander werk: The Exquisite Sinner, laat hij onvoltooid liggen een derde, met Edna Purveyance durft hij zelfs niet te vertoonen. Intusschen zwerft hij bij tussehenpoozen in Duitschland rond, werkeloos, doel loos, maar met ongebroken zelfvertrouwen. Dan komt de tweede desperate kans. De gril van een filmmagnaat wenscht een werk samen te stellen uit louter mislukte elementen. Men scharrelt uit de achterste rijen der filmspelers een gestrande acteur op, die nog slechts deugt voor het kaaiwerkers-emplooi zijn naam is George Bancroft. Evelyn Brent, een juffertje, na een kortstondige glorie volkomen aan lager wal geraakt, krijgt de vrouwelijke hoofdrol. De derde hoofdfiguur is een vergeten komiek, Clive Brook ".'geheeten. En wie zou men voor dit zonderlinge gezelschap van mislukten beter als leider kunnen kiezen dan den mislukten regisseur von Sternberg ? De kans was weer 100 tegen l en dus werd de wereld verrast door een meesterwerk. Underworid" is de tweede succesvolle extravagantie in een serie mislukkingen. Dan volgt The Last Command," lakeienwerk ten behoeve van Jannings, ,,cet ordure" gelijk Louis Chavance het noemt een terugval, waaruit schier geen herstel mogelijk is. The Dragnet" strandt op een ordinair detective scenario, dat noch door de figuur van Bancroft, noch door de onmiskenbare technische kwaliteiten gered kan worden. Wanneer men Sternberg ten tweeden male als verloren beschouwt komt een nieuwe verrassing: The Docks of New York," dat al zijn vorige werk in de schaduw stelt. Na dit alles zou niets ons minder verwonderen, dan wanneer het ongunstig buitenlandsch oordeel over zijn laatste films: The Case of Lena Smith" en .,Thunderbolt" volkomen verdiend bleek. En nu staan wij tegenover het nieuwste werk van den zonderlingen cineast: De Blauwe Engel" een talkie met Emil Jannings in de hoofdrol. Men wrijft zich de oogen uit, wanneer men leest, dat Sternberg ra zijn Last Command" niet alleen nog eet s met Jennings voor den dag durft komen, maar zelfs dezen larmoyanten Vader" opnieuw den "platgetreden Way of all Flesh" doet gaan. Is dit stupiditeit of bravoure ? Of is het eenvoudig de roulette-tactiek, die zwart blijft zetten, omdat zwart reeds eenmaal verloren heeft? In ieder geval is het succes ditmaal eens niet omgekeerd evenredig aan de slechte kans. Hoewel de film in haar geheel al het bewonderenswaar dige vakmanschap, al de morbide suggestie van Underworld" en The Docks" vertoont, is zij tegen een obstakel als Jannings niet opgewassen. In het begin gaat alles goed en blijkt hij te stevig in den greep van den regisseur, om eenige schade aan te richten. Tot aan de scène met het hanengekraai domineert de regie en is de extravagante speler ondergeschikt gehouden aan de filmische compositie. Opmerkelijk is hierbij het feit, dat in de spannendste momenten, wanneer Jannings aan de schmincktafel zit, de regisseur hem met den rug naar het publiek heeft geplaatst. Dan echter loopt het mis. Wanneer de vernietigde en verne derde Professor Bath na de aangrijpende scène in het cabaret naar de school terugkeert, om daar te sterven, laat Sternberg in een moment van onverklaarbare zwakte de teugels glippen en wie nog niet weet wat het werkwoord janningsen" beteekent, ga dit vette, melodramatische, zelfingenomen spel zien. Als een aangeschoten landlooper zwaait de groote man over het projectiedoek iedere halte, iedere straathoek, wordt benut om hem, technisch gesproken, van katoen te geven en al de narigheid van den Vader"-moord, Mariene Dietrich in De Blauwe Engel wordt hier met verbijsterende onbeschaamdheid nog eens dunnetjes overgedaan. Het spel is ver loren, de eind-indruk vernield en het sublieme slot, met de wijkende camera verma g de film niet te redden.. Buiten de Jannings-tragedie om heb ik de film onverdeeld bewonderd. De harde practijk heeft ons, ten opzichte van de sound-speelfilm nu eenmaal een andere oriëntatie opgedrongen. De schoone evenmaat en de dramatische geslotenheid der zwijgende film dienen wij voorloopig op te geven en van dit standpunt beschouwd is De Blauwe Engel," meen ik, een uiterst knap, gevoelig en consciëntieus werk te noemen. Voor alles treft in deze, als in andere films van Sternberg, de verwonderlijk suggestieve atmosfeer. De hierbij gereproduceerde still" geeft een tref fend voorbeeld van hetgeen deze toovenaar met licht en donker door den schijnwerper weet te bereiken. Hetzelfde atmosferische clair-obscur beheerscht de Blauwe Engel" men vergelijke bijv. de klare, sereene belichting van het schoollokaal (het verloren paradijs), het flakkerende, grelle licht der cabaret-scene en de zware, omineuse schaduwen van het tragische slot-deel. De filmische phraseering als ik deze term mag invoeren, voor het overgaan van de eene scène in de andere geschiedt met de weloverwogen interpunctie van voortreffelijk proza. In het eerste, beschrijvende deel,vloeien de zinnen door buiten gewoon lange fade-out's (afzwakken van het eene beeld, terwijl het andere reeds opkomt) rustig en geleidelijk in elkaar over en de film heeft het zacht-deinende rythme van een genoegelijke vertelling. Met het toenemen der dramatische spanning wordt de phraseering moeilijker, stootender, bij het optreden van den clown-pro fessor, botsen beelden (en geluiden !) hef tig op elkaar terwijl aan het eind de film in het zacht wegstervend slot-accoord (de langzaam achteruit wijkende camera) een onverwacht, treffend be sluit vindt. Wie in waarheid van de schoonheid der film wil genieten, lette eens op deze, voor ieder waar neembare kwaliteiten. Men kan zich later dan nog altijd opwinden over de onwaarschijnlijkheden van het scenario en het spel" van diverse star's. Tenslotte nog een enkel woord over de nieuwe verschijning, die Mariene Dietrich heet. Haar creatie van de Lola-figuur is van een buitengewone gaafheid en soberheid. Wij weten voldoende uit de geschiedenis van een Evelyn Brent, een Betty Compson, een Esther Ralston, een Fay Wray, die alle buiten Sternberg's films volslagen onbeduidendheden zijn, welk aandeel de regisseur in het succes der hoofdfiguur van De Blauwe Engel" mag worden toegeschreven. Met spanning zien wij de (hier nog niet vertoonde films) The case of Lena Smith" en Thunderbolt" tegemoet. De merkwaardige en grillige figuur van Josef von Sternberg, wiens wisselvallig verleden hit r als een mogelijken sleutel op zijn ongelijk werk is opgenomen, geeft daartoe alle aanleiding. Smalfilm-Amateur-Kinematografie onder Kino-technische leiding van Joris Iven» Vraagt brochures en demonstraties CAPI 115 KALVERSTRAAT Amsterdam C. BQ CAPI vakkundige raad en voorlichting. r ??? '?k'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl