De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 23 augustus pagina 2

23 augustus 1930 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 AUGUSTUS 1930 No. 2777Tableau de la Troupe door Henrik Scholte Makelaar J. D. R.Nienaber fc ir t. t *? Fortechritt es gilt nicht wohin - seadern: fort wovon! (GeorgKaiser) DE Amsterdammer weet van de nood een deugd te maken l Toen Arpad Weiss, Amsterdammer , jjbo niet par droit de naissance dan toch par droit de bnquête, op dien enerveerenden avond in het Prinsenhof de eerste was, die zei: Laat ze er toch .allebei inkomen", zal hij wel geenszins vermoed hebben, dat zijn raillêerende oplossing ook de door de nood aangewezene zou worden. Eenheid der tegendeelen: de gangbare meening der buiten partijtwist staanden, dat feitelijk geen der aaneenlijmsels ministrabel was, werd door het lot zoozeer gesteund, dat er geen andere kans overbleef, dan <fe schouwburg, later de schouwburgen, maar te hjalveeren. En welke ook de artistieke consequenties Van deze tragicomedie voor de toekomst mogen zijn, de eerste stap is in het voordeel van alle par tijen en van het tooneellievend publiek wel het meest. De concurrentie, die in het afgeloopen jaar in zijn scherpen vorm reeds voor een iets (o maar tieel weinig!) levendiger seizoen had gezorgd, schijnt bij het zuurzoet" hand in hand gaan vruch ten in concreto te zullen afwerpen. | Niet omdat men zich in den eersten roes" zij M} vreugde, zij 't woede ? op de schouwburgen *aslf gestort heeft en dat wie thans hier binnengaat, djen Stadsschouwburg in een soort Fransche danCjng'veranderd zal vinden, terwijl de Hollandsche, blijkens de officieele en ietwat kermisachtig gere digeerde mededeelmg totaal veranderd en schieroiherkenbaar (?) geworden" is en de bonbonnière van Rika Hopper eensklaps tot Kammerspiele" gepromoveerd werd, die men een jaar geleden nog ergens anders wou gaan bouwen. ' Maar wat van meer artistiek belang is, het kan nu eenvoudig niet meer het oude liedje worden, dat Verkade maar zijn gang gaat met partis-pris van 1910 en ons hoogstens elk jaar blij maakt met dédoode musch van Loenatsjarski, en dat Saalbbrn elk jaar op zich nam om zoo ongeveer het geheele klassieke wereldrepertoire te spelen alsmede het moderne en het alsnog te vervaardigen. Het feit, dat zij in hun contract-bridge" gedoubleerd zijn, dwingt ze thans om de troeven te tellen en scherp téspelen. In de laatste jaren was iedereen, die althans niet naar den schouwburg ging om er te digereeren of te slapen, maar om te zien, wel gedwongen om het Nederlandsch tooneel met twee maten te meten. Een relatieve, wanneer het stuk meer of minder slecht was dan het onmiddellijk daaraan voorafge gane, en een absolute, zoodra hij weer eens kans had om zijn neus buiten de deur te steken en in het buitenland te zien, dat wij hier niet alleen een too neel hadden, dat ook naar de verhouding van ons land tot andere landen beschamend was, maar dat wij zelfs formeel van een repertoire, dat op actueel interesse aanspraak mocht maken, verstoken bleven. Dat dit kijken naar het buitenland fnuikend is voor de liefde voor het eigen tooneel, spreek ik niet tegen. Dat er hier slechts onder voorbehoud gewaar deerd kon worden, acht ik echter veel erger. Men maakte zich hier druk of een voorstelling tot de kunst of wel tot het amusement behoorde, terwijl het meestal geen van beiden was. Men maakte zich "druk over de publieke smaak en tracht die uit de statistieken van het schouwburgbezoek af te leiden. Maar sinds er (ja sinds Royaards !) geen uitgespro ken schouwburgpubliek meer is, omdat de regen tenfamilies al jaar en dag van den schouwburg vervreemd zijn, terwijl de arbeider er door de ge ringe artificieele pogingen der partijen nog geens zins voor gewonnen is, bestaat de massa uit den heterogenen middenstand, waarvan men niets anders kan zeggen, dan dat zij afwisseling wil: n kunst, n amusement, n informatie. Informatie in dezen zin, dat op n land zonder eigen tooneel-initiatief en zonder nationaal reper toire de plicht rust, experimenten en nieuw reper toire van de omliggende landen te weerspiegelen ?anti fcHAKEL HEIUGEWEG 11-17*AMSTEQDAM Kleermakerij Bi] OM verkrflgbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN zoo goed als de provincie ter zijner tijd de première van de hoofdstad mag verwachten. Dat nu ge beurde hier als regel alleen wanneer een buitenlandsche voorstelling op dergelijke wijze in op spraak kwam, dat wo alles liebt, Karl allein nicht hassen kann". Dat dit echter uit een oogpunt van nieuw, oorspronkelijk tooneel lang niet altijd de beste stukken waren, hoeft geen betoog. Evenmin dat nieuwe stukken daarom reeds de moeite waard zijn, integendeel. Maar een tooneel. dat geen actu eele waarde heeft, heeft bij het ephémère leven der vertolking geen reden van bestaan. En men heeft eenvoudig niet het recht om jaar in jaar uit maar weer met Ibsen of een gezapige klassieke, of zelfs godbeter 't met Wilde of een Shaw van dertig jaar geleden te komen! Het tooneel is geen academische instelling en een krant van eergisteren is waardeloozer dan het nieuws van heden, 't en ware het ook, dat men er ons echter nog geen bevestiging van geven kon." Het is niet aan te nemen, dat dit alles van van daag op morgen veranderen zal, maar het is ook niet te ontkennen, dat de huidige constellatie van onze tooneelwereld, ondanks of juist door de tragicomische wijze, waarop zij tot stand kwam, andere perspectieven opent. Er zijn in de eerste plaats de tooneelspelers, en daarbij heb ik niet alleen het oog op de Amsterdamsche gezelschappen. Men heeft gejammerd over de homogeniteit, die op zoovele plaatsen ver stoord werd. Waartoe echter die z.g. homogene gezelschappen ons gebracht hebben, vergeet men. Men hoeft niet op de, trouwens uit menig oogpunt onwelkome, geboorte van een eersterangs ster te wrachten om niettemin met vreugde te kunnen constateeren, dat het gros der Nederlandsche ac teurs talent heeft, al moge door de omstandigheden, waaronder zij speelden, voor enkelen dan ook dat talent een geleibrief uit het verleden of een wissel op de toekomst gebleven zijn. En dat het" tooneel door dilettanten verdrongen zou worden, is door niets bewezen, temeer niet, waar als men b.v. aan den laatsten opbloei van het tooneel. onder Verkade's ..Haghespelers" denkt het beste juist op die ondefinieerbare marge gepresteerd wordt, waar de z.g. dilettant in den z.g. beroeps speler overgaat. Om dezelfde reden mag men op dit oogenblik meer verwachten van gezelschappen. die eens goed door elkaar geschud zijn, dan van die, waar het publiek van te voren wist wie de rollen zou spelen en hoe die gespeeld zouden worden. Of de opvoering van het stuk ook werkelijk een verrassing voor den geregelden schouwburgbezoe ker kan blijven, of andere acteurs, dan van wie men het verwacht, nu ook werkelijk hun kansen zullen krijgen, is iets wat natuurlijk van de steeds in de nevelen van den Olympus gehulde leiding afhangt. Wat die leiding te Amsterdam betreft, mag men echter op het moment niet vreugde constateeren, dat Verkade althans drie jonge regisseurs naast zich heeft, van wie men nieuw tooneel verwachten mag, en dat men bij Saalborn vooral na het laatste jaar niet de hoop hoeft op te geven, dat hij eens dien inhoud vindt, waarvan hij reeds den vorm anticipeerde. Wat dan de zoo belangrijke factor van het reper toire betreft, ook hier schijnt de nieuwe competitie basis vruchten te zullen afwerpen. Juist de informatorische taak, het actueele tooneel, is immers belangrijk minder dan vroeger verwaarloosd, bij de leidende Amsterdamsche gezelschappen n bij de overigen, die hun plannen publiceerden. Het hindert niet of wij den prachtigen Patriot" van Xeurnann of Capek's toch altijd zeer speelbaar R.U.B.",of de beide eerste, ietwat problematische Feuchtwangers (?Jud Süss" en Kalkutta, 4 Mai", dat intusschen al van '15 is al werd het later ge publiceerd), nu jaren na date.) krijgen, als wij het dan nu ook maar krijgen. Dat echter niets zekerder is dan een naam en niets onzekerder dan de datum van dien, weten wij ook maar al te wel uit het ver leden. Enkele data zijn echter reeds gepubliceerd, en daarop juist kan men, zonder op de stukken zelf vooruit te willen loopen. zijn optimisme baseeren. Het geestig-moralistische Amphitryon IJS", van Giraudoux, wiens Siegfried" een der weinige artistieke successen van het seizoen w.as, dito het sterke stuk van het Duitsche actueele en polemische theater: Rehfisch' ..Affaire Dreyfus"/dito het half-Nederlandsche stuk, dat het vorige jaar, zoowel in het Fransch als in het Vlaamsch het paradepaardje vanBelgiëwerd: Janssen's Wonderdoktoor", dito Hasenclever's Napoleon greiftein". waarvan de geestige en lichte kwaliteiten al uit een studentenopvoering bekend werden, dito Molnèr's ,,Eins-zwei-drei", dat wel het noodige aan uithou dingsvermogen en karakter van den hoofdpersoon vergt. . . . alles stukken uit het laatste seizoen en alles actueel, belangrijk tooiieel. Dat daarnaast de Xederlandsche stukken een grootere kans schijnen te krijgen, afgaande althans op de gepubliceerde namen van van. Schendel. Timmermans, SimonsMees (?Levensstroomingen"), Canter, Verhoog en den katholieken schrijver Willem Nieuwenhuis, geeft reden tot voldoening, temeer waar deze lijst ook twee stukken telt, die reeds in den gedrukteii tc-.xt boven het gros uitstaken: Victor van Viiesland's j,Verloren Zoon", reeds vijf ja.ar geleden niet Georg Kaiser's steun in Frankfurt opgevoerd, en G erversman's ethisch-merkwaardige Bouwmeester". Dat er verder onder de nieuwe namen niet ook nog de noodige verrassingen zullen schuilen, régezien de kwaliteit der litteraire adviezen, die de diverse gezelschappen zich dit keer blijkbaar en bloc''" aangeschaft hebben, eveneens te verwachten.... * * * Zoo staat ons tooneel, aangekomen op het vrij wel absolute laagtepunt. wellicht voor een mede door omstandigheden geforceerde verbetering. En misschien kan dan ook de ernstige tooneelliefhebber. die zich in de zaak van ons tooneel zoo dikwijls naar de tafel van het Openbaar Ministerie gedre ven voelt, zich weer komen te scharen aan die zijde, waar hij naar rechte thuis hoort en zou icilten hooren: die van de verdediging. Pro deo. J. B. BENNER & ZOON | PTANOHANnFT GEVE8TIGD 1881 ? rlf\LV\jnt\LVLJLjl-l HOFLEVEEANC1EK8 ? HAAG 97 NOORDEINDE | ? DEN ?«i NOG EKKELE DflCEH Een goede Advertentie *? Buitengewoon geslaagd is deze advertentie van ..De Bijenkorf." Eerstens al door den cirkel vorm, die haar terstond in 't oog springen doet. Maar bovenal omdat ze zoo uitnemend de atmosfeer van een opruiming uitdrukt. Door het schots en scheef dooreen werpen der woorden wer den een onrust en een romme ligheid verkre gen die men in een ..gewone" advertentie zou moeten afkeuren, maar die hier juist ophun plaats zijn. omdat ze zoo volkomen de roezemoes van zoo'n coupon-restantendag weergeven. Een zwak punt is de onduidelijke leesbaarheid. van den firmanaam. Maar dit euvel wordt wat minder schadelijk nu men het overige tegen wil en dank lezen moet en daarbij vanzelf ook den naam ontcijferen gaat. W. M. Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER 6 Co. ?????? DEN HAAG *?*??* AMSTERDAM - ARNHEM Bewaarplaatsen voor Inboedels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl