De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 23 augustus pagina 3

23 augustus 1930 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 AUGUSTUS 1930 Wetenschappelijke Varia Zijn wij ontstaan door een elektronen bombardement ? De Dagelijksche Oogst Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Johan Braakensiek door Dr. P. van Olst* SINDS Hugo de Vries aan het begin der twin tigste eeuw de wetenschappelijke wereld (en -wat sterker is: zelf s de leekenwereld) verraste met aqn mutatietheorie, waarin hij, op grond zijner -proeven, als zijn meening uitte dat nieuwe soorten niet geleidelijk ontstaan door accumulatie van 'kleine verschillen, maar door een sprongsgewijze verandesjng, is er in dertig jaren een overwel«digende literatuur ontstaan op het gebied van deze theorie, zoo omvangrijk, dat alleen een zeer ge specialiseerde vakman er nog eenigermate den weg in kan vinden. Verschillende publicaties der laatste jaren hou den zich bezig met de oorzaken waardoor een mu"tatie op kan treden. In het begin was men reeds ?zeer voldaan dat het probleem van het ontstaan ?der soorten uit de vage theorie en onafzienbare gjroote tijdvakken door de Vries was overgebiacht natu- de praktijk van den proeftuin en binnen de grenzen van het korte menschenleven, wat zeggen ?wil, dat men het ontstaan van soorten kon bijwonen. Maar terwijl de Vries in zijn Mutatieleer zich nog -niet uitliet over de redenen, die het optreden van ?een nieuwe soort konden veroorzaken, is men langzamerhand gaan vragen waarom treedt een nieuwe soort op. Men is nog'zeer ver van de be antwoording af, maar er zijn thans eenige merk waardige gegevens-bekend geworden. De erfelijke eigenschappen zijn ongetwijfeld gebonden aan stoffelijke dragers, wat wil zeggen, ?«iat alleswat op geestelijk of lichamelijk gebied over kan gaan van ouders op kinderen alleen zoo kan overgebracht worden, doordat deze eigenschappen xiitingên zijn van bepaalde stofdeeltjes in de cel ?of de cellen waaruit een wezen zich ontwikkelt. Deze stofdeeltjes, die men genen noemt, zitten in ?den aanvangscel in de zoogenaamde chromatine," ?een kleurstof bindend bestanddeel van de cel-kern. Deze chromatine, verdeeld over de zoogenaamde -?chromosomen" wordt bij de celdeeling nauw keurig gehalveerd, zoodat iedere dochtercel een ?compleet stel erfelijke eigenschappen krijgt (ik zie ulier af van bepaalde afwijkingen, die o.a. zich voor doen bij het overerven van het mannelijk of vrou welijk geslacht). Dank zij uitvoerige, jarenlang ?durende proefnemingen vooral met een vruchten vliegje (Drosophilamelanogaster) is men er achter gekomen dat de genen regelmatig gerangschikt lig gen in een vaste volgorde in deze chromosomen, ?zoodat men er uitvoerige schematische platte gronden" van heeft kunnen aanleggen. Terwijl gewoonlijk deze genen zeer stabiel zijn en onver?anderd overgaan van ouder op kind, moet men zich toch voorstellen dat tusschenbeiden zoo'n ,,gen" ?een plotselinge verandering ondergaat, zoodat ?de afstammeling niet precies dezelfde eigenschap?pen ontwikkelt als de ouders, maar een of meer .nieuwe eigenschappen, d.w.z. dat een mutatie ?optreedt oftewel een nieuwe soort ontstaan is. Bij het kweeken der genoemde vliegen treden "ongetwijfeld ook deze mutaties op, maar helaas -.zeer zelden. Men heeft twintig millioen individuen tuoeten kweeken in de laboratoria om te bereiken ?dat men ruim vierhonderd mutaties verkreeg, wat iog een hoog aantal is vergeleken met andere onderzochte organismen. Verschillende biologen vonden dit een ernstig bezwaar tegen het verklaren ?der geheele organische evolutie op aarde door -middel van mutaties, o.a. ook nog omdat vele ?dezer mutaties niet levensvatbaar waren, d.w.z. ?dat de eigenschappen, die door het nieuwe gen MUTOR-uZEILJACHTEN Lijsten van aanbiedingen gratis en franco op aanvrage BIHSUIMSLUGT-JfiScbpszab 136 hoek Koestraat 1 - ROTTERDAM. voor den dag kwamen, schadelijk waren voor het in leven blijven van het nieuwe individu, of dit tenminste minder lever svatbaar maakten dan de oorspronkelijke soort. Proeven, die men nam om door uitwen dige invloeden mutaties te doen ontstaan mis lukten of gaven zeer twijfelachtige en aan vechtbare uitkomsten. H. J. Muller heeft op het erfelijkheidscongres te Berlijn nauwkeurige mededeelingen gedaan over het verwekken van talrijke mutaties bij Drosophila door middel van bestraling met Röntgen stralen. Percentsgewijs traden de mutaties veel talrijker op dan bij de vroegere kweek-proeven en verschillende dezer, door Röntgenstralen ver oorzaakte mutaties wa ren volkomen gelijk aan de reeds vroeger waar genomen en langs na tuurlijken weg ontstane mutaties! Men heeft hieruit de meening ge trokken dat vermoede lijk de natuurlijke muta ties door eenzelfde mid del als de Röntgen stralen of iets g lijksoortigs in het leven geroe pen zouden worden. Bij ? verschillende andere die ren en plantensoorten hebben latere onderzoekers dergelijke resultaten bereikt. , Wanneer de Röntgenstralen zoo toegepast worden dat zij of alleen de kop, of alleen het borst stuk of alleen het achterlijf van Drosophila treffen, heeft alleen de laatste bestraling succes. Het is dus waarschijnlijk noodig dat de stralen de ge slachtscellen zelf bereiken om effect te kunnen hebben. Sfc Verder is het de vraag hoe de Röntgenstralen werken. Deze stralen immers zijn electromagnetische trillingen evenals het zichtbare licht, maar met veel vlugger trillingstempo. Nu kan het zijn dat deze trillingen de genen aantasten, maar het is ook mogelijk dat de werking anders is, want Röntgenstralen die een stof treffen, doen daar vrije elektronen optreden, die als kogels voortvliegen. Dergelijke voortvliegonde elektronen zijn de zoogenaamde ,.p-stralen" die ook door radium en andere radio-actieve stoffen worden uitgezonden. Door bestraling met radium, waarbij men al of niet de,. P-stralen mede liet inwerken, kreeg men als resultaat dat de P-stralen percentsgewijs meer mutaties deden ontstaan. Het vermoeden ligt dus voor de hand dat de P-stralen, dus de voortvliegende vrije elektronen, de oorzaak zijn der mutaties, vermoedelijk doordat zij de genen weliswaar niet vernietigen bij een treffer", maar alleen wijzigen in meerdere of mindere mate. Dat de genen niet vernietigd zijn (zoodat alloen verlies-mutaties" zouden optreden, gekenmerkt door het verloren gaan van een bestaande eigen schap) bleek uit de proeven, waarbij na bestraling de eerst verdwenen eigenschap ook weer voor den dag kwam. In de natuur komen weliswaar geen Röntgen stralen voor, maar wel in groote hoeveelheid (meerdan in het laboratorium) andere zeer snelle electromagnetische trillingen, de zoogenaamde X-stralen en de veel besproken kosmische stralen, die beide de bedoelde P-stralen kunnen doen opDe eenige, die geen vacantie neemt! VAN DER HELST SIGAREN OOEDI SIQARER II KEI BESCHAAFDE VERPAKKING treden, terwijl de p-stralen zelf ook voor komen. Daar bovendien ieder organisme het radio-actieve element kalium bevat, is het denkbaar dat inde natuur de p-stralen de verwekkers zijn van mutaties, dus van nieuwe soorten. Deze elektronen-bescMeting is echter niet het eenige middel, want waarschijnlijk z.ijn er ook nog andere invloeden (o.a. hooge temperatuur) die hetzelfde kunnen doen bereiken. Door een welgemikt elektronen schot zou dus o.a. plotseling Xietzsche's L'ebeimengch" kurmen ontstaan, om ons onwaardig monschemas van de aarde te verdringen. DEN HAAG A M R O S T E T T E R O A R D A KLEURECKTE EFFENVELOURS 130 BREED PER METER

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl