De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 23 augustus pagina 4

23 augustus 1930 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DS GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 AUGUSTUS 1930 -* No.277?. Het Vredeskamp door Melis Stoke Teekeningen voor De Groene Amsterdammer" door E. Harmsen van Beek t.« -i p Geruststellend knikte Monseigneur Nolens ons toe "\J TT het kampleven zulk een enorme vlucht heeft -i^l genomen dat schier geen beweging of streven denkbaar is waarvan de aanhangers en stuwers zich niet, in het geschikte seizoen, in tenten onder den blooten hemel vereenigen, zal het zeker geen opzien of verbazing wekken dat ook onze politici hun zomervacantie gebruikt hebben om, in een kamp, tot eene nauwere samenwerking te komen dan mogelijk is in de stad en de knellende banden van conventie en partijpolitiek. Ben groot toeval bracht ons op het spoor van dit merkwaardigste en jongste van al onze jaarHjksche kampen. Op een fietstocht door de dichte wouden van de centrale Veluwe, op verren afstand van liet gewoel van pensiongasten, antroposophen en theosofen, werd onze aandacht getrokken door een licht geritsel in het lage loofhout. Verdacht wij herkenden de heeren.... ^ op de verschijning van een ree of eekhoorn, stegen wij af en verborgen ons achter een zware stam.Twee, drie minuten wachtten wij in ademlooze spanning en toen klonken opeens menschelijke stemmen vlak hij ons. Vrijwel op hetzelfde oogenblik betraden twee menschelijke figuren het boschpad. De eene was lang en schraal, gekleed in plus fours, een hemd met open hals en een groen jagershoedje. De CORN VAN DER ÓLUYó. DEN MAAG MOOPDEINDC 162 WIJ MAKEN OOI\ EENVOUDIGE Z.G. NORMAAL?SERIE?MEUBELó. Ó.M. I-IUI5K.AMEPÓ 241 G" SLAAPKAMER ander was gezet van postuur, eigenaardiglijk gekleed in pijama met daaroverheen losjes geworpen een militaire overjas. Aanstonds her kenden wij de heeren Marchant en Duymaer van Twist die, aldus zich onbespied wanend, hand in hand en in druk gesprek het pad overstaken en in het diepst van het woud verdwenen. Door begrijpelijke nieuwsgierigheid geprikkeld volgden wij, na eenige aarzeling, hun spoor. In de weeke bodem waren de afdruk van de sandaal van Mr. Marchant en de forsche voetomlijiiing van den Generaal duidelijk te herkennen. Langs allerlei kronkelingen leidde het spoor door het bosch, maar inmiddels was de schemering gaan vallen en reeds vreesden wij dat wij de achtervolging moesten opgeven, toen een rosse schijn tusschen de boomen zichtbaar werd en een prikkelende brandlucht tot onze reukorganen doordrong. En jawel, in de verte opende zich een ruimte onder het geboomte. Een wonderlijk schouwspel deed zich voor aan ons oog. Rondom een hooge houtstapel, die knapperend brandde, lag een eigenaardig gezelschap, in allerlei houdingen, deels op den grond, deels tegen rustieke boomstammen geleund in een wijden kring. Naast het houtvuur was een podium van ruwe planken waarop een spreker met eerbiedwaardige grijze lokken en gehuld in een soort pij van grauwe stof op zachten toon stond te spreken. In zijn stemge luid lag iets van milde menschenmin en hoewel wij de woorden niet konden verstaan moesten zo uit drukking geven aan gevoelens van deemoed en diepen ernst. Toen een oogenblik de vlammen een ros schijnsel wierpen op dos redenaars gelaat her kenden wij Mr. Jan Duys. Een aandachtige be schouwing van het gezelschap, voor zooverre het naar ons was toegewend deed ons achtereenvolgens nog herkennen Mr. Boon in een eenvoudig sportcostuum echter zonder boord, den heer Korten horst die, naast den heer Lou de Visser en beiden in licht-rose overalls tegen een pijnboom leunde, mevrouw van Itallio van Embden in rijbroek en groenfluweelen jachtvest en Ir. Albarda in witflanellen tennisbroek en geele sweater. Telkens ruischte een algemeen goedkeurend gemompel als een zachte windzucht door het bosch en toen de spreker tenslotte zweeg zagen wij alle hierboven genoemde personen, naar het podium gaan en hem omhelzen. Daarop volgden weer eigenaardige ceremonieën waarbij o. a. allen. een handvol twijgen op het vuur wierpen en ten slotte zette het gansche gezelschap een zacht en welluidend, eenigszins eentonig lied in. Ietwat beschaamd over onze spionnage wilden wij ons juist bevreemd doch discreet terugtrokken toen plotseling, ditmaal vlak achter ons, gerucht Hetel-Pensions/TVELT-HUYS" Tel. 17. HATTEM. Tel. 17. met eigen dennenbosch van 5 H.A. Tennisbaan, Garage, kamers m. str. water, centrale verwarming, enz. Geïll. prosp. op aanvrage. Vóór en naseizoen redactie. klonk. Het was te laat om onbemerkt te vluchtenReeds stonden wij van aangezicht tot aangezicht. met een breede gestalte, omhangen met een langezwarte cape waaronder bloote voeten, slechts be schermd door lichte sandalen, zichtbaar waren. Geruststellend knikte Monseigneur Molens ons, toe. Een toeval zeide hij bracht u op het spoor van ons zomerkamp der verbroederingNa afloop van het kampvuur moogt u het in oogen-schouw nemen. ..." ,,Pssst. . . . David. . . .!" riep hij op gedempter»; toon. . David wees zoo goed en vertel mijnheerhet een en ander. ..." Eerst nu zagen wij vlak naast ons een eenvoudige tent, uit wier plooien zich de heer Wijnkoop los maakte. Hij droeg kaplaarzen, een tricot broekje en een gestreept pijama-jasje en in zijn baard waren de resten bespeurbaar van den eenvoudigen vegetarischen maaltijd waarin hij blijkbaar gestoord wasMaar natuurlijk. . , . gaarne...." zeide hij, eenig wortelloof wegwerpend. Wat wilt u zien.. . . ? Onze hygiënische veldkoffiekamer en gemakken. ... de simpele doch» waterdichte slaaptenten. . . . ?" Wij verklaarden de ceremoniën niet te wille» verstoren en verzochten slechts om eene uiteen zetting omtrent het kamp. m ; JR-' Wat de heer Wijnkoop ons vertelde kwam hierop neer dat de leden van de Tweede Kamer, getroffen door de gebruikelijke methode om zich des zomer» onder de bloote hemel te verzamelen tot het be spreken van ernstige vraagstukken in een sfeer van rust en wijding, besloten hadden tot deze geheel informeele zittingen. Duys sprak een har telijk woord voor de vlootwet, zeide hij, en straks op een boomstronk bepleit Monseigneur de goede rechten van de A.V.R.O. Daarna komt als extra nog een elfen dans van onze kampzusters en tenslotte gezang. Zooals u ziet is het geheel anders dan in den Haag, Het kamp is de uitkomst van deze verbrokkelde samenleving. Hier vinden wij elkander in algimeene waardeering ....pardon een oogenblik. . . . On/e leidsman was verdwenen en werd even later zichtbaar met den heer Reymcr, dr. Max Juda en Willem Vogt, die aanstonds plaatsnamen op een boomstronk. Even later keerde Wijnkoop tot ons terug. Hij mompelde iets van onverwachte introducés en van terugkomen op een geschikter tijdstip, hetgeen wij beloofden .... doch waaraan wij geen gevolg konden geven doordat wij ondanks de grootste moeite het ideale plekje niet konden terugvinden. ..

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl