Historisch Archief 1877-1940
GROENE 4M^^£^4^^ f^
i?
tUit de \Natuur:
Texel, Ornithologisch^ Station
Dr. Jac. P. Thijsse
DE dagbladen hebben melding gemaakt van
de plannen, die er bestaan, om op Texel
een Ornithologisch Station te vestigen. Hoogst
waarschijnlijk is er in heel Europa geen gunstiger
plaats te vinden.
Op het oogenblik kennen wij in Europa vooral
twee dergelijke stations: Rossitten, waar
Thienemann gewerkt heeft en Helgoland, dat zijn oor
sprong te danken heeft aan en beroemd geworden
is door Heinrich Gatke.
De vogelkunde is een wetenschap, die bij tijd
en wijle belangrijk is bevorderd, wakker geschud,
gestimuleerd door leeken-liefhebbers.
Duitschland, Engeland, Amerika verschaffen ons daarvoor
treffende voorbeelden en als ik maar twee namen
te JWemen had, daa zouden dat zijn die van den
dorpspredikaut Gilbert White van Selborne en van
? den Duifcschen zeeschilder Heinrich Gatke van
Helgoland. Beiden hebben gewerkt binnen zeer
engen kring. Gilbert White beperkt zich vrijwel
tot zijn parochie, Gatke komt niet verder dan
Helgoland -en de nabije zandbank Düne.. Maar
wie zich met de vogels bezig houdt, komt toch
noodzakelijkerwijs in contact met minstens de
halve wereld.
Gathe's werk vooral. Veel van wat hij beweerd
heeft, is later in twijfel getrokken, maar dat doet
aan de betaekenis van zijn werk geen afbreuk.
Hij was op Helgoland gekomen, om te schilderen
en heeft dat ook behoorlijk gedaan. Doch al
heel spoedig werd hij geboeid door de indruk
wekkende manifestaties van vogeltrek, die het
'eiland bijna onafgebroken het heele jaar door te
aanschouwen geeft en die gemaakt halden, dat een
groot deel vaa de bevolking zich bezig hiald met
vogel vangst en vogel ja 3ht. Ook Gatke was een
vlijtig schutter en nu zal het zijn onsterfelijke
verdienste blijven, dat hij die jacht dienstbaar
POL ROGER&C-E
LE CHAMPAGNE EN VOGUE
JAGER-GERLINGS HAARLEM
Potloodgroeten uit den vreemde
Ach.. wist ik toch van iedere prentbriefkaart
die 'k in mijn brievenbusje heb gevonden
wie haar met vlotten potloodgroet bekrast
en met een minimum aan port belast
van uit den vreemde mij heeft toegezonden.
Ik span mij in om uit het haastig schrift
de signatuur van vrienden op te visschen.
Zij krabbelen op knie of tafelrand
hun potloodgroeten met een losse hand,
doch laten inderhaast hun namen gissen. ...
De zegel scheef of omgekeerd geplakt,
verried der groeten massa-fabricage.
En 't potlood bleek zoo vaardig gehanteerd
dat 't meer dan illustraties illustreert
de boeiendheid der vreemde entourage.
Ach.... hoe het zij en wie een oogenblik
zijn reis voor zulk een groet heeft onderbroken,
en inderhaast en zonder commentaar
mij met een hartelijk, anoniem gebaar
van ver de vriendschapshand heeft toegestoken,
. .ik dank ze allen zeer.... al mocht dan ook
d'ontcijfering der namen niet gelukken....
Wars van een flauw soort reciprociteit
heb ik dit antwoord ??? voor de duidelijkheid
niet opgekrabbeld, maar correct doen drukken.. ..
MELIS S TOK E
heeft weten te maken aan de wetenschap en bovenal
aan het aankweeken van liefde en bewondering
voor de vogelwereld. Daarbij verzekerde hij zich
de medewerking van eenige Helgolanders, voge
laars in hart en nieren van geslacht op geslacht,
en geoefend in het gebruik van allerlei vernuf
tige vangwerktuigen. Ook de vuurtoren was na
tuurlijk een voortreffelijk hulpmiddel.
Na jaren van waarnemingen bij dag en nacht
schreef Gatke zijn beroemd boek: Die
Vogelwarte Helgoland," een schilderachtig samen
weefsel van wetenschap, epos en idylle, de dich
terlijke openbaring van Gathe's merkwaardige
persoonlijkheid en de heerlijke wereld, waarin
hij verkeerde. Na Gatke's dood is Helgoland
mettertijd officieel een Vogelwarte geworden met
directeuren en alles en die hebben ook wel inte
ressante rapporten uitgebracht.
Meer en meer heeft zich intusschen de over
tuiging gevestigd, dat er meer van die
Ornithologische Stations moeten bestaan, om tot betrouw
bare uitkomsten te geraken en dat wij het liever
niet aan het toeval moeten overlaten of er soms
ergens weer eens een Gatke opstaat. Texel is
een noodzakelijke aanvulling voor Rossitten
en Helgoland. De trekbeweging is er minstens
even druk en bovendisn heeft het een zeer rijke
eigen bevolking van broedvogels, overwinteraars
en overzomeraars, wat met Helgoland lang niet
in die mate het geval is. Verschillende waar
nemers hebben al op Texel gewerkt, maar altijd
slechts voor korten tijd en met beperkte hulp
middelen. Het meerendeel der Texelsche broed
vogels is in beeld gebracht in de onovertreffelijke
films van Burdet en bij die gelegenheid zijn
weer manieren van de vogels aan den dag gekomen,
die nadere studie vereischen. Het feit zelf van het
aankomen en vertrekken van die broedvogels
moet ook nog nader worden onderzocht. Van het
voedsel voor oud en jong is ons ook nog lang niet
alles bekend. Er is dus werk genoeg aan den
winkel.
Wij denken ons dat Ornithologisch Station
gevestigd in het Noorden van het eiland in de
nabijheid van den vuurtoren en van de Slikken
van de Eendracht, een belangrijk punt van aan
komst en verblijf voor haast alle trekvogels, die
Texel bezoeken. Voortreffelijke wegen stellen ons
in staat, om geregeld en vlug de broedplaatsen
over het geheele eiland te bezoeken en ook de
geïsoleerde boschjes, die al van ouds
aanvliegplaatsen zijn voor sommige trekvogels en die
gemakkelijk tot vangboschjes kunnen worden
ingericht. Als het noodig is, zal het
Staatsboschbeheer zeker met het meeste genoegen nog vang- en
voederboschjes aanplanten. En ongetwijfeld zal
het werk de welwillende belangstelling genieten
van alle Texelaars. De meesten hunner hebben
als jongens gedaan aan de lijstervangst, die thans
verboden is. Ongetwijfeld zullen ze met groote
spanning zien, hoe wij thans weer allerlei vogels
gaan vangen, niet om ze te'dooden, maar om ze
te voorzien van het ringetje van aluminium,
waaraan ze nu voortaan in de wijde wereld zijn te
herkennen. Men meene echter niet, dat dit ringen"
het eenige werk zal zijn voor ons station.
Als alles goed gaat, dan komt er een directeur
met een paar assistenten. Ook twijfel ik er niet
aan, of er zal nooit gebrek zijn aan volontairs,
betalende logé's, die korter of langer tijd komen
werken en genieten, of eens een mooie dissertatie
uitwerken. Als het lijden kan, publiceeren wij ook
mooie Mededeelingen van het Ornithologisch
Station op Texel. Ongetwijfeld zullen ook Vlieland,
Terschelling, Griend in de werkingssfeer worden
opgenomen en ieder millionnair is welkom, om nu
alvast een zeewaardig motorbootje aan het Sta
tion te offreeren. ;.
Ja, wie zal alles betalen? Natuurlijk de goede
vrienden. Officieel zal de stichting^ wel uitgaan
van de Ornithologische Vereeniging, de Club van
Nederlandsche Vogelkundigen, de ^Vereeniging
tot Bescherming van Vogels en de Vereeniging tot
Behoud van Natuurmonumenten. Er is alle reden
voor de Gemeente Texel om ook mee te doen en
ten slotte de Staat der Nederlanden zelve, die er wel
wat voor over mag hebben, om vogelkundig het
meest bevoorrechte plekje van Europa te zijn.
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 6OC'
Laxeer-Tabletten.. 60ct
Zenuw-Tabletten. 75ct
Staal-Tabletten..9O«
Maag-Tabletten 75ct
Bij Apoth. en Drogisten
KRONIEK
Reizen
WIE tegenwoordig op reis gaat, ziet toch wel
andere dingen dan vroeger. Om te beginnen
ziet hij, vanwege de democratie, een ander soort
menschen. Die van vroeger komt men in de treinen
niet meer tegen. Zij reizen per auto en het gemeen
ziet hen niet meer, al zijn ze lang niet allen on
gemeen, die per auto reizen. Ter concurrentie
met die auto worden de treinen al sneller en weel
deriger en dragen fraaie suggestieve namen.
Doch het merkwaardigste is, dat de reiziger niet
meer, als voorheen, naar het vreemde oord trekt
om de plaats zelf, om daar te blijven, te wandelen,
de omstreken te exploreeren en zich er tijdelijk
thuis te gevoelen. Vervolgens trok hij of weer
naar huis, of, als de reis groot was opgezet, naar
een andere plaats, om die op haar beurt te leeren
kennen en zoo verder. Tegenwoordig echter trekt
men naar een, liefst bekende, plaats, om er dage
lijks per auto weer ^uit te gaan en er alleen te
komen slapen. Centrum van excursies" heet
zoo'n plaats, van waar men de halve wereld kan
rondrijden, eiken dag een anderen kant uit,
zes, zeven uur ver in het vreemde land. Dat biedt
dan onderscheidene voordeelen. Primo is het niet
al te duur om zulke tochten te maken. Dan is het
bijzonder afwisselend in weinige uren zoo'n groot
stuk van de wereld te zien. Ten derde kost het
nauwlijks even zooveel dagen als het vroeger
weken nam om zoover te gaan en zooveel te zien.
En ten vierde kan men, met eenige waarheid,
beweren in al die verschillende plaatsen geweest
te zijn. Dit laatste vooral is aantrekkelijk, wijl het
immers de kern. van het geval, het essentieele
van de gansche reisonderneming is. Voor de
meesten in deze democratische stoeten is het
reizen op zich zelf nog maar een matig pleiziertje
en meer een eisch destijds" dan een directe wensch
van henzelven. Zij kennen de taal niet van het
vreemde land, de menschen en dingen zijn hun
akelig ongemeenzaam, afstootend vreemd en,
hoewel zij graag willen leeren, komen er toch te
veel indrukken ineens om niet oververmoeid te
worden. Terwijl de bezienswaardigheden" hen
vooralsnog ijselijk vervelen. Indien er dan niet was,
naderhand, dat streelend besef, de triomfante ver
zekering er geweest-te-zijn, die van welstand,
beschaving en wereldkennis getuigt, hoe zou men
dan al die reisellende kunnen verdragen? En
daarom zijn er deze auto-excursies, die in den
kortsten tijd het meest te zien geven in een veilig en
knus onder-onsje. Zij komen hartelijk tegemoet
aan de begeerte van den democratischen mensch
nu op zijn beurt te genieten van dingen, waar hij
eigenlijk nog niet aan toe is. Zij bezuinigen op tijd,
geld en geestvermogens en geven wat voorloopig
verlangd wordt: den schijn voor het wezen, surro
gaat voor echt. Tot de tijd komt, dat ook de
democratische mensch heeft geleerd te onder
scheiden en zich te beperken.
P. C.