De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 23 augustus pagina 7

23 augustus 1930 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

GROENE 4M^^£^4^^ f^ i? tUit de \Natuur: Texel, Ornithologisch^ Station Dr. Jac. P. Thijsse DE dagbladen hebben melding gemaakt van de plannen, die er bestaan, om op Texel een Ornithologisch Station te vestigen. Hoogst waarschijnlijk is er in heel Europa geen gunstiger plaats te vinden. Op het oogenblik kennen wij in Europa vooral twee dergelijke stations: Rossitten, waar Thienemann gewerkt heeft en Helgoland, dat zijn oor sprong te danken heeft aan en beroemd geworden is door Heinrich Gatke. De vogelkunde is een wetenschap, die bij tijd en wijle belangrijk is bevorderd, wakker geschud, gestimuleerd door leeken-liefhebbers. Duitschland, Engeland, Amerika verschaffen ons daarvoor treffende voorbeelden en als ik maar twee namen te JWemen had, daa zouden dat zijn die van den dorpspredikaut Gilbert White van Selborne en van ? den Duifcschen zeeschilder Heinrich Gatke van Helgoland. Beiden hebben gewerkt binnen zeer engen kring. Gilbert White beperkt zich vrijwel tot zijn parochie, Gatke komt niet verder dan Helgoland -en de nabije zandbank Düne.. Maar wie zich met de vogels bezig houdt, komt toch noodzakelijkerwijs in contact met minstens de halve wereld. Gathe's werk vooral. Veel van wat hij beweerd heeft, is later in twijfel getrokken, maar dat doet aan de betaekenis van zijn werk geen afbreuk. Hij was op Helgoland gekomen, om te schilderen en heeft dat ook behoorlijk gedaan. Doch al heel spoedig werd hij geboeid door de indruk wekkende manifestaties van vogeltrek, die het 'eiland bijna onafgebroken het heele jaar door te aanschouwen geeft en die gemaakt halden, dat een groot deel vaa de bevolking zich bezig hiald met vogel vangst en vogel ja 3ht. Ook Gatke was een vlijtig schutter en nu zal het zijn onsterfelijke verdienste blijven, dat hij die jacht dienstbaar POL ROGER&C-E LE CHAMPAGNE EN VOGUE JAGER-GERLINGS HAARLEM Potloodgroeten uit den vreemde Ach.. wist ik toch van iedere prentbriefkaart die 'k in mijn brievenbusje heb gevonden wie haar met vlotten potloodgroet bekrast en met een minimum aan port belast van uit den vreemde mij heeft toegezonden. Ik span mij in om uit het haastig schrift de signatuur van vrienden op te visschen. Zij krabbelen op knie of tafelrand hun potloodgroeten met een losse hand, doch laten inderhaast hun namen gissen. ... De zegel scheef of omgekeerd geplakt, verried der groeten massa-fabricage. En 't potlood bleek zoo vaardig gehanteerd dat 't meer dan illustraties illustreert de boeiendheid der vreemde entourage. Ach.... hoe het zij en wie een oogenblik zijn reis voor zulk een groet heeft onderbroken, en inderhaast en zonder commentaar mij met een hartelijk, anoniem gebaar van ver de vriendschapshand heeft toegestoken, . .ik dank ze allen zeer.... al mocht dan ook d'ontcijfering der namen niet gelukken.... Wars van een flauw soort reciprociteit heb ik dit antwoord ??? voor de duidelijkheid niet opgekrabbeld, maar correct doen drukken.. .. MELIS S TOK E heeft weten te maken aan de wetenschap en bovenal aan het aankweeken van liefde en bewondering voor de vogelwereld. Daarbij verzekerde hij zich de medewerking van eenige Helgolanders, voge laars in hart en nieren van geslacht op geslacht, en geoefend in het gebruik van allerlei vernuf tige vangwerktuigen. Ook de vuurtoren was na tuurlijk een voortreffelijk hulpmiddel. Na jaren van waarnemingen bij dag en nacht schreef Gatke zijn beroemd boek: Die Vogelwarte Helgoland," een schilderachtig samen weefsel van wetenschap, epos en idylle, de dich terlijke openbaring van Gathe's merkwaardige persoonlijkheid en de heerlijke wereld, waarin hij verkeerde. Na Gatke's dood is Helgoland mettertijd officieel een Vogelwarte geworden met directeuren en alles en die hebben ook wel inte ressante rapporten uitgebracht. Meer en meer heeft zich intusschen de over tuiging gevestigd, dat er meer van die Ornithologische Stations moeten bestaan, om tot betrouw bare uitkomsten te geraken en dat wij het liever niet aan het toeval moeten overlaten of er soms ergens weer eens een Gatke opstaat. Texel is een noodzakelijke aanvulling voor Rossitten en Helgoland. De trekbeweging is er minstens even druk en bovendisn heeft het een zeer rijke eigen bevolking van broedvogels, overwinteraars en overzomeraars, wat met Helgoland lang niet in die mate het geval is. Verschillende waar nemers hebben al op Texel gewerkt, maar altijd slechts voor korten tijd en met beperkte hulp middelen. Het meerendeel der Texelsche broed vogels is in beeld gebracht in de onovertreffelijke films van Burdet en bij die gelegenheid zijn weer manieren van de vogels aan den dag gekomen, die nadere studie vereischen. Het feit zelf van het aankomen en vertrekken van die broedvogels moet ook nog nader worden onderzocht. Van het voedsel voor oud en jong is ons ook nog lang niet alles bekend. Er is dus werk genoeg aan den winkel. Wij denken ons dat Ornithologisch Station gevestigd in het Noorden van het eiland in de nabijheid van den vuurtoren en van de Slikken van de Eendracht, een belangrijk punt van aan komst en verblijf voor haast alle trekvogels, die Texel bezoeken. Voortreffelijke wegen stellen ons in staat, om geregeld en vlug de broedplaatsen over het geheele eiland te bezoeken en ook de geïsoleerde boschjes, die al van ouds aanvliegplaatsen zijn voor sommige trekvogels en die gemakkelijk tot vangboschjes kunnen worden ingericht. Als het noodig is, zal het Staatsboschbeheer zeker met het meeste genoegen nog vang- en voederboschjes aanplanten. En ongetwijfeld zal het werk de welwillende belangstelling genieten van alle Texelaars. De meesten hunner hebben als jongens gedaan aan de lijstervangst, die thans verboden is. Ongetwijfeld zullen ze met groote spanning zien, hoe wij thans weer allerlei vogels gaan vangen, niet om ze te'dooden, maar om ze te voorzien van het ringetje van aluminium, waaraan ze nu voortaan in de wijde wereld zijn te herkennen. Men meene echter niet, dat dit ringen" het eenige werk zal zijn voor ons station. Als alles goed gaat, dan komt er een directeur met een paar assistenten. Ook twijfel ik er niet aan, of er zal nooit gebrek zijn aan volontairs, betalende logé's, die korter of langer tijd komen werken en genieten, of eens een mooie dissertatie uitwerken. Als het lijden kan, publiceeren wij ook mooie Mededeelingen van het Ornithologisch Station op Texel. Ongetwijfeld zullen ook Vlieland, Terschelling, Griend in de werkingssfeer worden opgenomen en ieder millionnair is welkom, om nu alvast een zeewaardig motorbootje aan het Sta tion te offreeren. ;. Ja, wie zal alles betalen? Natuurlijk de goede vrienden. Officieel zal de stichting^ wel uitgaan van de Ornithologische Vereeniging, de Club van Nederlandsche Vogelkundigen, de ^Vereeniging tot Bescherming van Vogels en de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten. Er is alle reden voor de Gemeente Texel om ook mee te doen en ten slotte de Staat der Nederlanden zelve, die er wel wat voor over mag hebben, om vogelkundig het meest bevoorrechte plekje van Europa te zijn. MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 6OC' Laxeer-Tabletten.. 60ct Zenuw-Tabletten. 75ct Staal-Tabletten..9O« Maag-Tabletten 75ct Bij Apoth. en Drogisten KRONIEK Reizen WIE tegenwoordig op reis gaat, ziet toch wel andere dingen dan vroeger. Om te beginnen ziet hij, vanwege de democratie, een ander soort menschen. Die van vroeger komt men in de treinen niet meer tegen. Zij reizen per auto en het gemeen ziet hen niet meer, al zijn ze lang niet allen on gemeen, die per auto reizen. Ter concurrentie met die auto worden de treinen al sneller en weel deriger en dragen fraaie suggestieve namen. Doch het merkwaardigste is, dat de reiziger niet meer, als voorheen, naar het vreemde oord trekt om de plaats zelf, om daar te blijven, te wandelen, de omstreken te exploreeren en zich er tijdelijk thuis te gevoelen. Vervolgens trok hij of weer naar huis, of, als de reis groot was opgezet, naar een andere plaats, om die op haar beurt te leeren kennen en zoo verder. Tegenwoordig echter trekt men naar een, liefst bekende, plaats, om er dage lijks per auto weer ^uit te gaan en er alleen te komen slapen. Centrum van excursies" heet zoo'n plaats, van waar men de halve wereld kan rondrijden, eiken dag een anderen kant uit, zes, zeven uur ver in het vreemde land. Dat biedt dan onderscheidene voordeelen. Primo is het niet al te duur om zulke tochten te maken. Dan is het bijzonder afwisselend in weinige uren zoo'n groot stuk van de wereld te zien. Ten derde kost het nauwlijks even zooveel dagen als het vroeger weken nam om zoover te gaan en zooveel te zien. En ten vierde kan men, met eenige waarheid, beweren in al die verschillende plaatsen geweest te zijn. Dit laatste vooral is aantrekkelijk, wijl het immers de kern. van het geval, het essentieele van de gansche reisonderneming is. Voor de meesten in deze democratische stoeten is het reizen op zich zelf nog maar een matig pleiziertje en meer een eisch destijds" dan een directe wensch van henzelven. Zij kennen de taal niet van het vreemde land, de menschen en dingen zijn hun akelig ongemeenzaam, afstootend vreemd en, hoewel zij graag willen leeren, komen er toch te veel indrukken ineens om niet oververmoeid te worden. Terwijl de bezienswaardigheden" hen vooralsnog ijselijk vervelen. Indien er dan niet was, naderhand, dat streelend besef, de triomfante ver zekering er geweest-te-zijn, die van welstand, beschaving en wereldkennis getuigt, hoe zou men dan al die reisellende kunnen verdragen? En daarom zijn er deze auto-excursies, die in den kortsten tijd het meest te zien geven in een veilig en knus onder-onsje. Zij komen hartelijk tegemoet aan de begeerte van den democratischen mensch nu op zijn beurt te genieten van dingen, waar hij eigenlijk nog niet aan toe is. Zij bezuinigen op tijd, geld en geestvermogens en geven wat voorloopig verlangd wordt: den schijn voor het wezen, surro gaat voor echt. Tot de tijd komt, dat ook de democratische mensch heeft geleerd te onder scheiden en zich te beperken. P. C.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl