Historisch Archief 1877-1940
? Grieksche Beeldhouwer
B LUNS
arop de copieïsten in dien tijd in
iliëte werk gingen om de klassieke
orbeelden te herhalen. Want dit zou
or u licht werpen op de verhouding
»>??
If'.f
il*
ylades
isa del Citarista te Pompeji
?n het Italiaansche werk tot het
^feksche uit de 4de eeuw v. Ohr., en
n zou ook de Grieksche
schilderinst van Klein-Azie, en die van
_exandriëter sprake moeten komen.
Rizzo wijdt een hoofdstuk aan de
fthen, de historie en het Komeinsche
/en zooals ze zich uiten in de
Pomjaansche schilderingen ....
Maar wij willen zien, gretig kijken
ir de figuur-schilderingen in een
^thisch-idyllischen stijl die ons
waard bleven,?wij willen de
landlappen bewonderen, de stil
levens met aandacht bezien, por
tretten en caricaturen, genrestukken
uit de menschenwereld en uit het
dierenrijk, langzaam aan ons voorbij
laten gaan.
Er zijn ongemeen schoone land
schappen tot ons gekomen. Tot de
meest beroemde behooren die in het
Vaticaan, de z.g.
Odysseuslandschappen die in dezelfde zaal als de
Aldobrandinïsche bruiloft" bewaard wor
den.
Er zijn er ook waarvan de impres
sionistische penseelvoering en de
barokke beweeglijkheid der
stoffeerende figuurtjes verrassend zijn en
die luchtig en geestig geschreven"
zijn als 18de eeuwsche fransche land
schappen.
Maar 't is toch vooral het idillische
karakter van weer anderen dat ons
bekoort. Verbonden met figuren weet
de Hellenistische schilder de lachende
gratie van luchtig geboomte te ver
binden met de bekoorlijke ernst der
gestalten en het geheel een sereen
arkadisch aspect te geven als op de
schilderingen in de Casa del Amore
Punito" uit Pompeji te Napels.
Oneindig veelzijdig toont zich de
Hellenistische schilder en zijn gevoel
voor de schoone werkelijkheid weet
hij ook in eenvoudige stillevens voor
ons te bewijzen. Of doet het de vorige
maal gereproduceerde stilleven gra
naatappelen en glazen vaas" ons niet
denken aan de eerste meesters in dit
genre uit de beste tijden der schilder
kunst.
Beschouwen wij ten slotte in het
Museum te Napels het meisje dat
bloemen plukt". Hoe licht en vol
gratie maakt zij zich los van de fijn
groenen fond waarop de schilder haar
luchtig en lichtend neerschreef. Met
sierlijk gebaar plukt zij bloemen van
een hoog? bloeiende struik maar
ze is reeds voorbij.
Als uit bloemenstuifmeel werd haar
wezen opgebouwd, een lentezucht zal
haar aan ons oog onttrekken. En toch
heeft de Grieksche schilder haar niet
groote beeldende kracht voor ons neer
gezet en haar naakt met onnavolgbare
takt en schoonheid omhangen met
Nereïde en de Zeetijger
fijne drapeering, 't bleef 'n droom
't bleef omfloerste werkelijkheid.
Zij is de zuster van de schoone
vrouwen op Botticelli's lente". Maar
wie zou haar natuurlijkheid niet ver
kiezen boven de precieusheid der
15de eeuwsche gratieën. Hoe een
voudig vloeiend is het werk van den
Hellenistischen schilder, vlinderlicht
is zijn arbeid en hoe waardeeren wij
die boven dat wat door de meer cere
braal gestuwde hand van den wel
verfijnden, maar al te litterairen
Sandro werd geteekend. Den al te
nadrukkelijken stijl van den
Florentijnschen poëet-schilder vergeten wij
gaarne voor de off handed way"
van dezen waarachtigen decorateur
hier te Napels. Diens werk ademt
vrede en ontspanning waar
Botteelli's arbeid spanning en worsteling'
/
te zien geeft.
* *
*
Het figuurtje van het ons afge
keerde bloemenplukkende meisje
straalt een zachte melancholie uit, als.
voor een afscheid, als voor eene
lange scheiding. En zoo bezien is zij
als het symbool voor heel die kunst
der Hellenisten die ons in dit figuurtje
voor lang vaarwel zegt. Vijftien
eeuwen zal 't immers duren voor dit
schoone vrouwtje als een der Muzen
op Rafael's Parnassus zal herboren
worden en verblijven onder de be
koring van Apollo's viool, in die
schoone en gelukkige ruimte die
Julius II in het Vaticaan door den
meest sereenen en harmonieuzen kun
stenaar van zijn tijd liet sieren.
Het meisje dat bloemen plukt. Museum te Napels
f v