De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 30 augustus pagina 15

30 augustus 1930 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

r GROENE AMSTERDAMMER VAN & AUGUSTUS 1930 v FORD'S VACANTIE door G. A. Klaasse FORD is ? nadat hij met zijn loonsverh ogingsschema al heel weinig volgelingen heeft geregen opnieuw tevoorschijn gekomen met een lecept voor anti-depressie-druppels. De huidige .malaise is hem een doorn in het oog. Een van zijn met overtuiging verkondigde theorieën is altijd geweest: er is maar n ramp die de menschheid kan overkomen, namelijk dat de aarde niet vol doende meer oplevert om hem te voeden en te kleeien. Daarom heeft hij er altijd voor gestreden ?zoo voorzichtig en zuinig mogelijk omtegaan met ?de natuurgaven, elke verspilling te vermijden, en het geheele productieproces met zoo weinig mogelijk ?wrijving tot stand te brengen. Was Taylor er niet geweest dan zou ongetwijfeld Ford de man van de arbeidsbesparing geworden zijn. Geen wonder dat hij zijn idealen bedreigd ziet nu de welvaart dreigt te verstikken niet omdat de aarde, ?de natuur versaagt, maar omdat onze arbeids besparende methodes er te veel goede gaven aan weten, te ontlokken. Benige maanden geleden deed hij een eerste oplossing aan de hand om uit de malaise te raken. Verhoog de loonen, aldus luidde zijn advies, en .alles zal reg kom. Grondslag van die leer was nog steeds zijn oude overtuiging dat de welvaart .slechts bedreigd kan worden door een tekort, nimmer door een teveel. En het was dan ook typeerend voor zijn. opvatting dat hij zich niet .schaarde aan den kant van hen, die heil zochten in de beperking der productie, maar dat hij veeleer ?op middelen aasde om het verbruik te prikkelen. Maar toen nu Ford zeer onlangs nog eens zijn meening omtrent de heerschende depressie en de mogelijke geneeswijzen heeft geuit, bleek hij van gedachten veranderd te zijn. Destijds kwam de vermindering van de productie al even om den hoek iijken. Om namelijk de arbeiders in de gelegenheid te stellen hun inkomen al dan niet verhoogd te kunnen verteren wilde hij het vrije week eind verlengen. Heelemaal van eigenbelang ont bloot was dat plan natuurlijk niet. Want wanneer <Ie Amerikaansche arbeider een vrijen dag meer lieeft zal hij niet meer suiker, meer koffie, of meerbrood gebruiken, maar wel in zijn Fordje rond tuinen. Maar al was dan die short-labour in de ?eerste plaats bedoeld om den afzet te vergrooten iet valt niet te ontkennen dat een vermindering van de productie er eveneens het noodzakelijke gevolg van was. Was nu destijds de verkorting van den werktijd bijzaak en was zij hoogstens een stoot je om het j>lan beter te doen gelukken, nu is zij hoofdzaak .geworden. Vanwaar die plotselinge ommekeer? Om dat te kunnen beoordeelen is het noodig eerst ?eens na te gaan welke de grondgedachte is waarop <ie beide geneeswijzen onderscheidenlijk zijn gei>aseerd. Wanneer men voor de industrie (dit in den uit.gebreidsten zin van het woord bedoeld, dus ook ?omvattend de agrarische nijverheid) de nadeelige .gevolgen wil opheffen van een overschot van voort brenging boven verbruik door de loonen te ver-hoogen dan moet men uitgaan van twee veronder stellingen. Eenerzijds moet men overtuigd zijn, dat de industrie (na het herstel uit de depressie) hooger loonen kan betalen. En anderzijds moet jnen van meening zijn dat het meerdere aldus uit te betalen loon op een dusdanige wijze besteed wordt dat de klove tusschen productie en verbruik in de getroffen bedrijfstakken verdwijnt, althans zooveel geringer wordt dat de industrie weer op rendabele basis komt. En de eerste overtuiging, dat de industrie hooger loonen kan betalen kan men weer gronden op twee uitgangspunten: of ?dat reeds jaar en dag de loonen lager zijn, dan mogelijk en in het licht van deze leer ook wen.schelijk is; of dat door de jongste ontwikkeling, speciaal de verbetering der techniek en der arbeidsmethodes 'de productiviteit van den arbeid ?dermate is vermeerderd dat het tijdstip voor verJiooging der loonen is aangebroken. Het is die laatste meening, welke bij Ford eer tijds heeft voorgezeten. De redeneering was in korte trekken als volgt: door machinisatie, kunst mest, verbeterde arbeidsmethoden enz. is de productiviteit in landbouw en nijverheid opge voerd. Aanvankelijk heeft men en dat geldt voornamelijk voor de industrie de winsten die daaruit resulteerden aangewend om fabrieken uittebreiden. Maar doordat de productie steeds toenam en de consumptie niet, althans bij lange na niet evenredig steeg (en ook niet kon stijgen, omdat immers de inkomens die voor verbruik, en niet voor verdere kapitaalvorming worden aange wend, ook niet omhoog gingen) moest dat proces spaak loopen. Er is maar n middel om blijvend het evenwicht te handhaven, nml. het verbruik te vermeerderen en de kapitaalvorming te ver minderen. Dat doel bereikt men het beste door verhooging van de inkomens van hen die de stijging niet zullen aanwenden om te kapitaliseeren maar om meer te consumeeren. Verhoog dus de loonen; dat kan ook, want het uitgangspunt was juist dat de depressie veroorzaakt werd door verhooging van de productiviteit van den arbeid, die tot nu toe nog niet gepaard is gegaan aan loonsstijging. En nu de tweede theorie: beperking van den arbeidstijd, twee maanden vacantie in een jaar, en dus inkrimping van de productie. Deze leer gaat uit van dezelfde gedachte: de productiviteit van den arbeid is in de laatste jaren aanmerkelijk verbeterd. Maar hier denkt men niet zoo zeer aan een relatief teveel van verbruiksgoederen dat op geheven kan worden door de consumptiekracht te vergrooten. Doch veeleer aan een absolute over productie. Zoodat de malaise alleen maar kan worden bestreden, wanneer men nieuwe verbruiksmogelijkheden kan vinden voor de overbodige arbeidskracht. De menschheid zit vol met brood, koffie, suiker, automobielen. En zoolang men nu die nieuwe verbruiksmogelijkheid nog niet ont dekt heeft is er maar n middel zegt Ford: minder werken. Wij hebben zooveel veroveringen op de natuur behaald dat wij ons geen raad meer weten. En nu onze maatschappelijke organisatie meebrengt dat zulk een toestand voor allen verlies beteekent doen wij maar het beste om wat te gaan luieren. Het is niet gemakkelijk om uittemaken, welke van beide opvattingen het bij hetrechteeindhebben. Wat de grondslag van beide theorieën betreft: de oorzaak van de malaise te zoeken in de vergroote productiviteit, die is tot op zekere hoogte waarschijnlijk juist. Niet zoozeer voor de industrieele depressie, die zooals vroeger wel een uit vloeisel is van een overdrijving in bepaalde richting (auto's, radio), maar wel in landbouw en mis schien olie-nijverheid. Maar de stelling, dat er absoluut te veel is, dat zelfs bij betere besteding der inkomens niet ver werkt zou kunnen worden lijkt toch wel wat boud. Daarvoor is de inkomstenverdeeling nog te weinig ideaal. Een voordeel van de invoering van Ford's vacantie zou in elk geval zijn dat de werkvermindering niet tenlaste zou komen van een groep werkeloozen maar verdeeld zou worden over de heele bevolking. En tenslotte is er ook wel iets voor te zeggen om liever dan te zoeken naar steeds maar nieuwe genietingen en in afwachting daar van honger te lijden meer vrijen tijd te nemen. Maar voorloopig zal dit alles nog wel theorie blijven. Omdat n het loonplan n de vacantieideeën van Ford algemeen doorgevoerd (inter nationaal en in alle takken van nijverheid) zouden moeten worden om niet dood te loopen. Als Rus land zich in een zelfden toestand van overvloed bevond als wij zou men deze oplossingen kunnen kiezen. Maar vooralsnog zijn wij op andere midde len aangewezen om de depressie te bestrijden. En helaas is er nog maar n middel ontdekt, dat nauwelijks een middel is: afwachten en hopen op beterschap. BEURSSPIEGEL Donderdag 28 Augustus, voor-Beurs EB zijn drie factoren, die onze voornaamste aandeelen in de afgeloopen week weer op flinke koersverliezen zijn komen te staan: het koersver loop in Amerika, de daardoor aangemoedigde contramine, en gedwongen liquidaties. Het schijnt dat zoowel in Amerika als ten onzent nog steeds posities loopen die juist gedekt zijn of al iets onder liggen, maar die zoodra op een kwaden dag de koersen weer eens inzakken tot liquidaties voeren. Men moet hierbij niet in de eerste plaats denken aan executies, die zijn van betrekkelijk onderge schikte beteekenis. Maar de vrijwillige" verkoop opdrachten van op een oor na gevilde speculanten zijn voor een markt als deze, waarin de koopers zeer terughoudend zijn, funest. En juist de weten schap van het bestaan van zulke zwakke posities maakt begrijpelijkerwijze de contramine brutaal; men kan daardoor vermoeden dat, indien het gelukt een daling door te drijven, deze automatisch nog verscherpt zal worden door gedwongen verkoopen van de hierbovenbedoelde slachtoffers. En in zoo'n markt waar de contramine hoogtij viert moet men ook voorbereid zijn op plotselinge koerssprongen naar boven, zooals wij die gisteren hebben waargenomen. Weliswaar begint er meer en meer vraag los te komen van beleggers die van het lage koerspeil willen profiteeren een ver blijdend verschijnsel dat een niet te onderschatten steun voor de markt vormt maar uit dien hoofde kan niet een plotseling koersavans van 20 punten en meer in de voornaamste aandeelen verklaard worden. Daar moeten geforceerde contraminedekkingen in het spel zijn. En op zulk een dag doet men maar beter met niet te koopen. Wij .kunnen. nog voor verrassingen komen te staan: wat van daag de executies zullen brengen valt nog af te wachten. Een debacle van een commissionnairshuis heeft toch altijd weer invloed op de koersen, al staan zij nog zoo laag. Alleen is er een kans dat reeds een belangrijk deel van de posten vóór de officieele executie, ingevolge vrijwillige" opdracht, is geliquideerd. Maar dit zijn factoren die speculaties op korten termijn betreffen, die blijven nog steeds gevaarlijk, misschien a la hausse nog het meest. Maar voor den belegger en long-run-speculaties geldt onver anderd en met steeds meer klem, naarmate het koerspeil weer wat lager is: koopen ! C. K. Nieuwe Uitgaven Annie Salomons. Verhalen uit het verre Oosten. Amsterdam 1930. N.V. Mij. voor goede en goedkoope lectuur. Annie Salomons heeft zich, als prozaschrijfster, allengs ontworsteld aan de subjectiviteit, die eiken geboren dichter van nature eigen is. Haar proza is klaar, rustig en evenwichtig geworden, met den bundel verhalen uit het verre Oosten" heeft zij een overwinning op zichzelf behaald. Ik weet volstrekt niet, of de schrijfster-dichteres dit zelf ook zoo zal opvatten. De kunstenaar zelf beoordeelt zijn werk bijna altijd anders dan de eerste criticus de beste, en wanneer beiden in de beoordeeling van hun werk overeenstemmen, dan ligt dat gewoonlijk aan toevallige coïncidenties. Ik bewonder de dichteres Annie Salomons zeer, en heb van die bewondering herhaaldelijk getuigd; in haar proza heeft mij vaak de subjectiviteit gehinderd, die haar pogingen in den weg stonden om episch werk te geven. In dit boek heeft de schrijfster de moeilijkheden om de zuiverheid der epiek te bereiken overwonnen. Het werk is nog klein, van opzet zoowel als van uitbeelding, maar het is in zijn soort goed. Het is uitmuntend van waarnemen en weergeven, het is geestig gezien, het is verhalende kunst van zeer goede kwaliteit. Het geeft, in talrijke facetten, Indië, zooals het wordt waargenomen en doorleefd, door een Westerling, eenvoudig en reëel, zonder dat de auteur haar toevlucht neemt tot de cliché's van de geheimzinnigdoenerij sirih-gespuw, steenen-gooien, krokodillen-bezweren en andere hokus-pokus van de vermaarde stille kracht allemaal factoren, die langzamerhand afgedaan hebben om het roman-lezende Westen nog een behoorlijke rilling over den rug te kunnen jagen. Neen, Annie Salomons heeft deze hulpmiddelen versmaad, en daar heeft zij goed aan gedaan. In haar werk geeft zij, ook naar binnen, geleerde werkelijkheid. HERMAN MIDDENDORP ??

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl