De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 6 september pagina 11

6 september 1930 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

lEF'EN TL et Nederlandsch Tooneel :>or Henrik Scholte rdammer" door B. van Vlijmen bizonder Marie Hamel niet zuiver uit de verf, die er te dik, te botkluchtig opgesmeerd was; de eerste was teveel Sancho Pancha en te weinig Don Quichot, de laatste kon heelemaal geen houding vinden. En wat de vrouwen betreft, deze, toch reeds weinig persoonlijk, kregen door de eenderheid der opvallende (zij het opzichzelf schoone) costumes en het bijna rythmisch gelijk acteeren meer iets van een revue-Einlage. Als men deze luchtigheid zoo zeer nastreeft, zou ook een uiterlijke aanduiding van het kwartet in hartenvrouw, schoppenvrouw, ruitenvrouw en klavervrouw niet mis staan hebben. Aan Mevrouw Royaards was echter het schoone moment der inkeer gegeven. Dat zij daarna, met den koning, nog welgevallen vindt aan den volksdans in het costuum der seizoenen, inplaats van dit als schrijnend contrast van een door gaand" feest op te vatten, is een regie daad, waarover Saalborn het maar met Shakespeare eens moet worden. Beiden waren hier niet erg gelukkig. Rest de bewerking, anoniem, op haar beurt een bewerking van Burgersdijk, doch veelal zeer gelukkig. Onontwarbare zinnen waren uiteengerafeld, in Tourniaire's rol in het bizonder schenen daagsche uitdrukkingen en kernachtige intermezzi toegevoegd, de verstikkende \oyaards Julia de Gruyter ww, 5*4 hij nu maar eens een jaar lang moet gaan bezoeken, de edelen en hun karakterlooze omgeving zelf meenden te zien. Shakespeare's wraak tegen een jaren later overgeschreven, doch wezenlijk niet te veranderen jeugdstuk ! Julius Bab, wiens boek over Shakespeare (1925) dan toch wellicht het zuiverst de waarde van. Shakespeare voor onzen tijd belicht, noemt dit herdersspel bij uitzondering spannungslos, steif, langweilig, unaufführbar aus innerlichen Grimden". Uiterlijk, als mise-en-scène, werd de opvoering van Saalborn echter een onbetwistbaar succes. Zelden was zijn ensceneering soberder, niettemin kleurrijk en doelmatig, met een breed grastapijt, een in de donkere tinten van Rousseau Ie Douanier gehouden achtergrond, waar de narren als vreemde beesten konden ronddolen, een verstelbare pergola als eenig requisiet. Nooit zag ik hem zelf, als Biron, -franker en begrijpelijker spelen. Ook de Koning van Gobau, die een compromis tusschen verliefdheid en melancholie gevonden had, Tourniaire als verreweg de kostelijkste gek, maar ook van Praag als de pedant Holofernes en Julia de Gruyter,^voor treffelijk uitgedoscht, waren zeer goed. Maar het vreemde" tweetal: de brallende, doch in zijn mallotige grandezza óók tragische Spanjool Armado en zijn vederlichte page Mot, figuren, waaraan Shakespeare wellicht meer liefde gaf dan aan Holofernes en de zijnen, figuren, die dan ook later onder dezelfde of andere namen steeds terugkeeren, kwamen bij Jules Verstraete en in het Magda Janssens Oscar Tourniaire lucht der woordgoocheltoeren en doggrels" Jwas grootendeels weggewerkt. Waarom echter bij dat vele goede tot den zinloozen Duitschen, alleen, maar dan ook allén allitereerenden titel terug gekeerd moest worden, terwijl Burgersdijk's Veel Gemin, geen Gewin" toch wel de beste noodoplossing" was, is een raadsel. Het uiterlijk van het boek Uiterlijk en in nerlijk van Wat niet in Baedeker staat", passen vol maakt bij mekaar aan. In minderwaar digheid nml. Het is gecartonneerd zoo als dat^vroeger ge beurde met onze schoolboeken als ze half versleten wa ren en nog een jaartje mee moes ten, d.w.z.zoo goed koop en banaal mogelijk. De in houd is bedoeld als. amusements-lec- » tuur. Daarom vindt men in het 2e hoofdstuk een graPJe opj[de'begrafe nissen ? en in het laatste een klinken de, blijkbaar goed betaalde aanprij zing, volledige in ven taris van allerhande winkels, die in een St.-Nicolaascou-> rant geen slecht fi guur maken zou. W. M.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl