De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 6 september pagina 17

6 september 1930 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

2779 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 6 SEPTEMBER 1930 r l A AN den buitenkant van de stad -^?*- aan de grens van het gouden kwartier, brullen de honderd leeuwen van Herr Direktor Schneider, die een architect was, voor hij den circus koos. Circus cirkel.. .. onze Amsterdamsche architecten hebben den cirkel verlaten voor den kubus.... ik wilde dat n op de tien zijn blok ken doos om ver gooide en ons een circus bouwde, een circus met leeuwen en acrobaten, hoogeschool-rijdsters en clowns. Een Schneider, deze Schneider. Tusschen de heistellingen in, kiest hij zich een zandige plek en zet er een droom neer de droom van honderd duizend kinderen en die het voor de gelegenheid zoo graag weer willen zijn. Als een rare Zeppelin bolt het zeildoek van de groote tent uit en zweeft in de lucht, aan de werkelijkheid verbonden met touw tjes en palen. Het front is afgeplat door een geveltje met Dorische zuil tjes daarachter ligt de kruipende geheimzinnigheid der oerwouden, die men bestellen kan wanneer men er lust in heeft zes mille een olifant en een paar duizend gulden voor een leeuw een echte leeuw, goedkooper dan het bedrag aan burger deugd dat men moet neertellen voor een Neder landschen. En om deze geweldige zwevende worst van wonderen,staat aan eengesloten de wagenburcht de woonwagens en de beestenwagens en de materiaalwa gens en de electriciteitswagens en de keuken wagens alles mobiel en klaar om naar andere nog ongeplunderde horizonten te vertrek ken. Een droom, de circus. Die dezen droom uitspannen, hebben er natuur lijk af en toe even zoo genoeg van als een walvischvaarder van traan. CIRCUS SCHNEIDER Teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door J. Kempen Een leeuw is een dier dat ten slotte in de categorie der huis houdelijke beslommeringen valt, behalve wanneer men hem tegen komt in de Abessynische woestijnen. Doch het is eeuwig en altijd het tragische dilemma ge weest of hij op uw of u op zijn huishoudboekje zou fungeeren een levende leeuw brengt zijn appetit mee, ook naar de woestenijen van plan Zuid, of het nu ook natuurlijkgeformeerd, dan wel opgespoten woes tijnzand is. En daarom kijk ik de ménschen onder deze dieren niet meer met zulke verrukte oogen aan leven van den muilen zand en zaagselbodem te gaan en bij iederen misstap opgevangen te worden door de wattige illusie van den circusbodem op een mondharmonica te bla zen of neuzen te trekken tegen de deftigheid van den meneer met den hoogen hoed geluiden te maken die in den bijwagen van lijn drie nog een paniek zouden verwekken toegejuicht te worden voor alle beentjeslichterij en gemeene streken, die men in het drooge, dagelijksche leven zoo zorgelijk verbergen moet en o, te kunnen lachen met een klokkend dagelijksch contact met den leeuw, d en olifant en het kameel is net zoo ver velend als ambtenaar zijn bij de gemeente-giro en men steekt zoo gemakkelijk zijn penhouder verkeerd in zijn mond als dat men den leeuw per abuis op zijn jicht i ge plekje raakt. En hoe zoo'n leeuw, met de aan stekelijke onverv,?~^^B schilligheid van een t ~~ ff*^^ huispoes, naar zijn l f-- * oppasser kan kij\f ken, als wilde hij zeggen: Zuckermann, laat me vandaag je gezicht niet zoo dikwijls zien ik heb een kater als een olifant.... Neen, ten slotte zou ik geen oppasser bij de leeu- vs wen willen zijn en zelfs geen temmer, al dragen zij soms het pakje van een bizarren generaal. Maar clown, dat is een betrekking van alle werelden. Zoo vroolijk Dalcrozend door het zachte geluid dat onder de ribben vandaan komt en klaterend en kwispelend door de ruimte gaat. Zonder reden vroolijk en verdrietig te kunnen zijn teleurstelling te mogen toonen en leedvermaak.... en dan die handigheid in het vallen altijd maar val len, achterover, op zijde, op den buik onge geneerd vallen en nooit afborstelen en klappen krijgen die geen pijn doen. Wat een métier! Die heele Paljasgeschiedenis is een misverstand, want wat is er wel dadiger dan te lachen wanneer je verdriet hebt en te huilen wanneer er geen wolkje aan de lucht is. terwijl het statistisch genomen toch alles hetzelfde blijft En zoo zitten we dan op de stoeltjes in die mooie; verlichte tent en de muziek draaft achter je hartslag aan en de beesten van de wereld vertoonen zich goed moedig aan ons de laatste paar den van onze naar benzineriekende aarde vervullen hier nog een nobele rol en dragen de menschheid. Geen. sprekende film houdt ons hier weg de nomaden van het fonkelende leven der illusie laten een lichtend spoor achter, al staan overal brandwachten vanwege de ontvlambaar heid der stof felijke dingen. Het lieve pitje in onze zieltjes brandt en me neer Gordijn kan er met zijn asbestdompelingen niets tegen beginnen GEMMK Schilderkunst Bij Wenckebach's nieuwe beeld Er is een rust , die grooter is dan elke gebaar. Het gebaar, dat in de beeldhouwkunst zelden zóó sterk ge spannen is, dat het ons doet ver geten, dat het uitzwaaiend gebaar de geslotenheid van den vorm vernielt, is de felle uitdrukking van n inner lijke roering of van eenaan het inner lijk ontschoten daad. De rust, die ik bedoel en die ge bij Maillol's beelden vindt, is niet de ontkenning van de innerlijkheid, maar het is een rust,waarin vele gevoelens ge borgen liggen, en langzaam bij het bezien en na het zien, er kend worden door den gegre pen geest. Zulke beelden, er zijn ook zulke schil derijen,waar het gezicht haast roerloos ligt als het lichaam zelf, hebben den waarlij ksten kans ter eeuwigheid. Uit hen ontwikkelt zich als op een haast niet merkbaar ont rolden rol veel edels en waars, blijvends en noodzakelyks van het leven. A. PhAHSCHAERT tl-.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl