De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 6 september pagina 3

6 september 1930 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

ATo. 2779 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 6 SEPTEMBER 1930 «J" Prof. Mr. D. Simons door Prof. Dr. J. A. van Hamel HET kost geen moeite, zich terug te denken in een vroegeren tijd, van veelzijdigen aangenamen collegialen omgang met den nu overleden strafrechtsgeleerde. Simons was een sterk uitgesproken persoonlijkheid, duidelijk en niet gecompliceerd, maar puntig en indrukwek kend. Zijn denkwijze was buitengemeen klaar en af. Zijn spreektrant ononderbroken keurig, en klemmend. Zijn karakter gaaf en loyaal. Zijn per soon bescheiden, maar zeker van zichzelve. En dit zijn dan ook de indrukken, welke de omgang met Simons onverwelkbaar nagelaten heeft op hem die nader met hem in aanraking kwam. " Opgetreden als hoogleeraar in het strafrecht te Utrecht, heeft hij de taak van advocaat, welke hij voor dien in de hoofdstad niet veel succes uitgeoefend had, in zijn hart nimmer vaarwel gezegd. Hij heeft die veeleer, om zoo te zeggen, in de idee voortgezet, verheven en vervolmaakt. Niet meer geroepen om als pleiter de belangen van bijzondere beklaagden te verdedigen, verde digde Simons als geleerde steeds den beklaagde, ?en bleef hij gehecht aan het ambt, de rechten, de plichten van den verdediger. Professoren in het strafrecht zullen uitteraard bij de uitoefening van hun ambt eenigermate gekenmerkt worden door den weg, die hen daarlieen heeft gevoerd. De een komt voort uit het Openbaar Ministerie, of uit de rechtersfunctie, de ander uit het bestuur van 't gevangeniswezen; weer een uit de philosophie. Geen vak heeft misschien zoo verscheiden kanten en aspecten Als dit. Geen vak kan daarom ook met zoo ver schillende geestesgesteldheid worden uitgeoefend. In Simons leefde de geïdaliseerde verdediger verder. Hij bezag de wetenschap van het strafrecht en sterker nog, die der strafvordering, vóór alles als een waarborg tegen individueel onrecht. De maatschappij weet zichzelve wel te beschermen. De vervolgde verdachte moet worden niet: be voordeeld, niet: begunstigd, maar wel: door rechtmatigheid beschermd. Want in hem be schermt men de Vrijheid. Deze gedachten bleven Simons bezielen, als ?docent, als geleerde, als schrijver, als debater, als journalist. Dit laatste was hij, als Hoofdredacteur van het weekblad voor het Recht. Het zou te ver voeren, de vruchten op te «ommen van al zijn werkzaamheid in de l-Pensioiu'TVELT-HUYS" Tel. 17. HATTEM. Tel. 17. met eigen dennenbosch van 5 H.A. Tennisbaan, Garage, kamers m. str. water, centrale verwarming, enz. Geïll. prosp. op aanvrage. Vóór en naseizoen reductie. SEPTEMBER, - KERMISMAAND Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Johan Braakensiek PoincaréTreviranus Briand Oneerlijke concurrentie! verschillende andere zooeven genoemde qualiteiten: zijn Wetboek van Strafvordering," zijn ,,Leerboek," zijn optreden op de Juristenvereeniging, enz. Ook in het genootschap tot Zedelijke Verbetering der gevangenen vervulde hij gelijke rol. En e venzoo in zijn veelvuldige cassatie-ad viezen. Sommigen schudden wel eens het hoofd, meenden dat Simons te weinig de staatsautoriteit deed gelden, teveel individualist was; te weinig de maatschappelijke bescherming tegenover den mis dadiger gelden liet. Maar hij was nu eenmaal sterk individualist, en zoo kon hij niet anders. Doch hij was individualist in den zuiversten en edelsten zin van het woord. Trok hij soms met de justitie, of de politie, in een bepaalde zaak streng in 't ge recht, nimmer was dit uit zucht tot sensatie, of uit vitterij, steeds uit ernstige overtuiging dat de rechte weg gehandhaafd worden moest. En zoo heeft Simons zijn sterksten invloed gehad in het Weekblad van het Hecht, waar hij telkens al datgene aanstipte wat hem voor een zuivere rechtspleging, een onaantastbaar politiewezen, een menschwaardig strafstelsel noodig scheen. Ook in de moderne strafrechtsbeweging was dit zijn standpunt. Hij ging er mee mede. modern man als hij was. Maar kwam dan ook telkens op, waar het belang van 't individu en van do individueele vrijheid in 't gedrang te komen scheen. En hij hield vast aan strafra-M, naast strafrecht spolitiek. Een zoo klaar uitgebeelde! individualist van ver stand en van hart, brengt de latere tijd niet meer voort. Alles wordt opportunistische!' en op de compromissen der werkelijkheid gericht. Do vraag stukken, die de gemeenschap opwerpt, zijn zoo turbulent ! In des te meer eerbiedwekkende en sympathieke herinnering leeft een man als David Simons voort. Nieuwe Uitgaven Pol de Mont. De (jouden distel. Let/enden en Kronijken. Houtsneden van Jan F. Cantré. Zeist z.j. N.V. G'. .?. A. Kun's' Uity. Mij. Pol de Mont voert ons in deze verhalen naar de schemering van de middeleeuwsche legende. Het is een droomwereld, waarin hij ons binnenleidt, een wondere omgeving, waar blanke gestalten rondwaren en geuren zweven van heiligheid. Onze tijd is bij uitstek een tijd van geluid, van daverend, dreunend bulderend geluid, en wel heel zeldzaam zijn de oorden, waar de stilte haar domein nog onaangetast vindt. En bij dit boek voegt de stilte, de aandacht, de toegewijde overgave. Daarom zal hot voor menigeen niet zoo gemakkelijk zijn, zich zoo maar te zetten tot de lezing van deze verhalen. Het is zoo moeilijk, de wereld der werkelijkheid, dat is de wereld van het alles-o verheerschende geluid te ontvlieden, en zelfs als men de stilte gevonden Kunstzaal Rokin 126 van Lier Amsterdam* Oostersche & Europeesche antiquiteiten Oude en Modarne schilderijen en plastieken - Negerkunst & Ethnographlca heeft, werkt de wanhoop van onzen tijd. het geluid, nog zoo na, dat men tijd noodig heeft om te accomodeeren, om zich bereid te maken, tot men vol komen in staat is om zich mee Ie laten wiegen op de zachte cadansen van dit lieflijke proza. Maar als men daar in slaagt, dan ondergaat men. ook een heel bijzondere; gewaarwording. Want deze vertellingen, zonder dat ze nu juist een groote epische waarde hebben, onderscheiden zich door een teedere, innige, atmosfeer: men voelt, dat men aangedaan wordt door een vorm van schoonheid, die in onzen tijd al te zelden gevonden wordt. Vol van poëzie is dit merkwaardige proza. Ik zoek naar een beeld en vind als het beste dit: als ik op een schemerachtigen avond een kerk binnen ga, en ik hoor geen ander geluid dan het gedempte gerucht van mijn schreden, en het late licht valt door de gekleurde vensters, en ik voel deu wee moed van de eenzaamheid, omdat de schoonhod van wat wij omringt, voor mij toch niet kan zijn dan ondervind ik. wat uit deze bladzijden nsar mij opdroomde. Het laatste verhaal, ..Het eiland," verplaatst ons plotseling in de heidensehe mythologie. Den geloovigen Christus zal deze abrupte overgang wellicht hinderen, objectief gezien is deze vertelling een van de beste. HERMAX MIDDENDORP INDANTHREN TAFELKLEEDJES CRETONNES SPREIEN XHDER £ZOMCH Si-.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl