De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 6 september pagina 9

6 september 1930 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Reinheid en Onthouding door Th. H. Schlichting, arts DB geslachtsdrift heeft gelijk de andere in stincten een zekere beheersching en een zekere bevrediging noodig, indien de mensch althans een normale tevredenheid wil genieten. Zoowel de ?foeheersching als de bevrediging zijn tegenwoordig ?gering. Wij leven in een tijd, dat de puriteinsche en kapitalistische idealen niet meer vast staan; niet meer zoo erkend worden als twintig jaar geleden, toen de succesvolle ondernemer, de onversaagde "werker, in het kort de berekenende mensch, die voor wijsbegeerte, natuurgenot en liefde geen tijd ?over had, als de roem van de natie gold. Toen Benjamin Franklin voor het eerst van zijn leven een zonsopgang zag, was zijn eerste gedachte, hoeveel kunstlicht, dus geld, bespaard kon worden ?door een andere etmaal-indeeling. Toen Ludendorff als jong soldaat buiten diensttijd de opgang ?der zon durfde bewonderen, werd hij bestraft; want de moderne organisatie kan dergelijke gevoelens :niet dulden. Dit nu begint te veranderen. Men wil meer leven". Maar intusschen zijn ook de puriteinsche <en kapitalistische remmen weggevallen, terwijl de ?echte godsdienstige en zedelijke idealen reeds in de 19de eeuw verdord waren: zoodat de jeugd thans geen leerschool meer gehad heeft, en de puriteinschkapitalistische beheersching in vele kringen verAcht wordt. De ouderen kenden nauwelijks een -andere moraal dan de laatste; en verachten de ?Christelijke en altruïstische moraal zoo zeer, dat velen hunne kinderen nog liever als mauvais sujet ?zagen, dan als godsdienstigen of ethische socialisten, ?aooals Brusse zeer teekenend mededeelt in zijn .?Botterdamsche zedeprenten". Is nu de beheersching van den geslachtsdrift rgebrekkig, met de bevrediging is het echter ook vrij treurig gesteld. Men denkt hier dadelijk aan de uiterlijke omstandigheid dat het voor velen, vooral intellectueelen, economisch niet mogelijk is, vroeg te trouwen. Er zijn echter ook psychologische factoren, die de normale bevrediging in den weg «taan. De sexueele verhoudingen, of wil men een ver standiger uitdrukking, de liefde tusschen man en vrouw, vraagt een zekere spontaneiteit. En die is :nu juist door het berekenend, rationalistisch ka rakter van onze cultuur vrijwel verdwenen. In uiterste gevallen voert dit tot impotent ie. Een /mijner vrienden, een ingenieur n.b., maar die de :moderne psyche nauwkeurig bestudeerd heeft, .heeft zoo aan verschillende menschen, die wel kinderen wilden hebben, een raad gegeven, die !hierop neerkomt, een zoodanige levenswijze te volgen, waarbij de spontaneiteit tot haar recht komt en de berekening achterwege blijft. Het 'resultaat was als gewenscht. Het gansche leven is thans georganiseerd, maar «de sexueele aandrift heeft zijn eigen rythme en past niet goed in het al te nauwkeurige levens,-schema. De spontaneiteit en daarmee het na tuurlijk rythme zijn verloren gegaan. Sommigen ?«onverseeren er uren lang over, of zij elkaar nu ?«igenlijk wel beminnen of dat zij dat toch eigenlijk niet doen. Bij anderen komt uit dezelfde onna tuurlijkheid een andere hebbelijkheid voort, n.l. ^het snel en systematisch afdoen. Het huiselijk : noenmaal is vervangen door de quick lunch. De sexueele drift heeft niet meer het blij karakter, ?dat daaraan door de vroegere menschheid werd toegeschreven, maar heeft een somberen en tyrannieken trek gekregen. De normale sexueele ge voelens zijn niet alleen verwrongen door de puriMmlviBRIHK CORSETIÈRE KEIZERSGRACHT 112. AMSTERDAM TELEF. 37151 ATELIERS VOOR REPARATIËN IN DEN HAAG ELKEN VRIJDAG HOTEL CENTRAL teinsche en kapitalistische moraal, maar ook door de vermannelijking van de vrouw, die in dat kader past en tot uiting komt in pruderie, sportiviteit en de verrichting van mannenwerk door vrouwen. De bevrediging der sexueele liefde wordt daar door ten zeerste benadeeld. Dit is, al te kort gezegd, de sexueele misstand; en de vraag, hoe die genezen kan worden, is het sexueele probleem. Het oude puriteinsch-kapitalistische antwoord was: onthouding, eventueel na enkele jaren vrij gebruik van de prostitutie: men kan dat de klassieke sexueele ethiek van de negentiende eeuw noemen. De onthouding werd dragelijk gemaakt door intense beoefening van zaken, wetenschap, philanthropie. Tegenwoordig zijn er ettelijken, die in de sexueele vrijheid de oplossing zien. Practisch bestaat die vrijheid; maar daarmee zijn velen niet tevreden. Zij verwachten, wanneer zij van de sexueele vrijheid gebruik maken, ook nog van de ouderen, de solieden, de kerkelijken een opwekkenden glimlach en be wondering voor hun moed. Dat is te veel gevergd. Wat de ongebreidelde sexueele vrijheid betreft, de ervaring van het menschdom spreekt niet ten haren gunste. Maar ook de onthouding tout court is geen inspireerend ideaal, omdat haar motief, de berekenende levenshouding, thans niet meer als de beste geldt. Onthouding is niet hetzelfde als reinheid, maar is louter negatief. Moraal moet niet uitsluitend negatief zijn, maar moet het richtsnoer zijn tot de perfectie van den mensch. Dit is eigenlijk geen Hollandsen idee. Het Hollandsche, Calvinistisch getinte denkbeeld, is dat de moraal dwang, willekeurige dwang is. De oorzaak ligt in de meening, dat er een breuk is tusschen geest en stof. Deze stelling is, gelijk alle primaire stellingen, oeroud; maar men kan zeggen, dat zij in de moderne geschiedenis het eerst werd verkondigd door de spiritualen (Willem van Occam c.s.), die den geest alles, en het lichaam niets von den. Hetzelfde wordt in andere bewoordingen uit gedrukt door de reformatoren, als zij zeggen, dat de wereld door de erfzonde totaal bedorven is. God is dan niet meer de liefderijke vader van een schoonen kosmos, maar een vrij beschikkende tyran, nauwelijks te onderscheiden van het antieke noodlot (predestinatie). Hetzelfde weer anders uitgedrukt vindt men bij Descartes, die de ziel perfect voorstelt, maar het lichaam als een machine. Ten slotte vindt men bij Kant, dat de moraal niet is het richtsnoer naar de menschelijke volmaaktheid, maar de (toch altijd eenigszins willekeurige) stem van het geweten ,,Du solist". Zoo staat de moraal in de gebruikelijke voor stelling thans los van de menschelijke perfectie. Daartegenover begint hier en daar in den laatsten tijd de waarheid door te breken (in overeenstem ming met de katholieke wijsbegeerte) dat de wereld een kosmos is, dat lichaam en ziel n zijn, dat alles van nature in harmonie is, dat de moraalwet dus niet is een willekeurig bevel van God, geweten of staat, maar het richtsnoer is naar de menschelijke perfectie, de sleutel van de harmonie. Het spreekt vanzelf dat de onthouding, die uitsluitend negatief is, geen doel kan zijn. Wanneer men de sexueele sfeer in de algemeene harmonie wil ordenen, moet men over een deugd spreken, die in haar aard bijna vergeten is, n.l. déreinheid. Vraagt men nu naar het wezen en het effect van de reinheid, dan zou het volgende geantwoord kunnen worden. In de Bergrede staat: Zalig de zuiveren van harte, want zij zullen God zien." Wie met reine menschen kennis gemaakt heeft, weet, dat dit waar is. Het is waar dat zij God overal zien; dat de wereld voor hen niet is een conglomeraat van gebruiksvoorwerpen, zooals voor den kapitalistischen mensch, maar een bezielde en schoone schepping. Want voor de reinen is alles rein. Nu is weliswaar elke beheerschende hartstocht in staat het oog van den mensch daarvoor te verduisteren, maar de overheersching door de sexueele hartstocht doet dit op een bijzondere manier. De oorzaak, dat deze hartstocht zulk een *""1 apart karakter aan iemand geeft, ligt daarin, dat. de sexueele impuls veel dieper ligt in den bodem. < van de ziel, dat daarmee de geheele mensch mee gaat, dat deze impuls in het centrum van de vitale sfeer ligt; terwijl b.v. haat, afgunst, hebzucht veel meer in de periferie liggen, dus niet een zoo voort durend karakter 'aan het zieleleven meedeelen. Daarom is ook de beheersching en de harmonische ontwikkeling van den sexueelen hartstocht, is dus de reinheid van zulk een overheerschende beteekenis voor de integriteit van de waarneming van menschen en natuur. De reinheid hangt ten nauwste samen met de eerbied, en is ook bijna niets anders dan eerbied voor de vitale sfeer en het sexueele leven van anderen en zichzelf. Daarom vinden wij ook iemand, die niet kan nalaten op onkiesche wijze in zijn eigen en ons zieleleven te wroeten, eenigszins vies. Huizinga noemt de auteurs van de histoires romanciées, die in de psyche van beroemde mannen zitten te snuffelen: plebejisch. Iemand, die rein is, zal zooveel eerbied voor zijn eigen sexueel leven hebben, dat hij dat niet wenscht te deelen dan met iemand, voor wie hij zelf grooten eerbied heeft; het natuurlijk schaamtegevoel, d.i. de eerbied voor zichzelf, wordt slechts opgeheven door een nog grooter liefde en eerbied voor een ander mensch. De juiste waardeering van de katholieke leer en voorschriften is onmogelijk, wanneer men daarin slechts ziet een wettenverzameling voor beperking van het geslachtelijk instinct, en daarbij vergeet, dat de positieve deugd van reinheid de noodzakelijke premissie is van de verschillende verboden en ook, dat zonder deugd de geestelijke perfectie in katholieken zin onmogelijk is. In dezen tijd, nu het zoowel met de beheersching als met de bevrediging van den sexueelen aandrift zoo treurig gesteld is en gemis aan bevrediging maakt den hartstocht in 't begin nog grooter ? zal men dus verstandig handelen, de beheersching te leeren en daarvoor de bekende asketische mid delen aan te wenden nl. arbeid, vooral geestelijke arbeid, sport en beheersching der fantasie. Dit is het aloude stoicijnsch overleg. Maar wijs zou men handelen, door de reinheid te beoefenen, omdat die een geheel aparte saveur en sereniteit aan het leven geeft. Daardoor wordt ook de geslachtelijke liefde ontdaan van de haast en de koortsachtigheid, die men thans zoo roemt, en wordt zij tot een edel spel. BOEKBESPEKING Hannie Heimer" door Paul Bromberg, J. M. Meuelenhoff, Uitgever. Een man, die een meisjesboek schrijft l Je moest geen vrouw zijn, als er geen spottrekje om je mond kwam. Zooiets van: schoenmaker, houd je bij je leest! Ik ga lezen. Ik blijf lezen. Ik houd niet op eer het boek uit is, en als ik het dichtsla, het boek, dat n brok stemming is, dan zeg ik tegen mezelf: Tja, deze man kan meisjesboeken schrijven, want hij heeft gekeken, diep en ernstig in de binnenkamer van de meisjes ziel." Zijn meisjes zijn kinderen van den modernen tijd. Ze staan frank en vrij tegenover hun ouders, zijn zelfstandig en voelen gelukkig evenveel voor pretjes en de liefde als iedere gezonde bakvisch. Maar er is een ernstig willen in hen, een drang om zich op te werken en het ideaal te bereiken, dat ze zich voor oogen hebben gesteld. En de moeilijke problemen, die er zijn in ieder meisjesleven worden langs gezonden, eerlijken weg in dit uitnemende meisjesboek besproken en opgelost. Er gaat een invloed van uit, die niet te onderschatten is en het verdient gelezen te worden door ieder meisje. EMMY BELINFANTE?BELINFANTE OUD-BUSSEM opent een tweede filiaal te Amsterdam WarmondstraathoekWeissenbrucbstraat

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl