Historisch Archief 1877-1940
Reinheid en Onthouding
door Th. H. Schlichting, arts
DB geslachtsdrift heeft gelijk de andere in
stincten een zekere beheersching en een zekere
bevrediging noodig, indien de mensch althans een
normale tevredenheid wil genieten. Zoowel de
?foeheersching als de bevrediging zijn tegenwoordig
?gering.
Wij leven in een tijd, dat de puriteinsche en
kapitalistische idealen niet meer vast staan; niet
meer zoo erkend worden als twintig jaar geleden,
toen de succesvolle ondernemer, de onversaagde
"werker, in het kort de berekenende mensch, die
voor wijsbegeerte, natuurgenot en liefde geen tijd
?over had, als de roem van de natie gold. Toen
Benjamin Franklin voor het eerst van zijn leven
een zonsopgang zag, was zijn eerste gedachte,
hoeveel kunstlicht, dus geld, bespaard kon worden
?door een andere etmaal-indeeling. Toen Ludendorff
als jong soldaat buiten diensttijd de opgang
?der zon durfde bewonderen, werd hij bestraft; want
de moderne organisatie kan dergelijke gevoelens
:niet dulden.
Dit nu begint te veranderen. Men wil meer
leven". Maar intusschen zijn ook de puriteinsche
<en kapitalistische remmen weggevallen, terwijl de
?echte godsdienstige en zedelijke idealen reeds in de
19de eeuw verdord waren: zoodat de jeugd thans
geen leerschool meer gehad heeft, en de
puriteinschkapitalistische beheersching in vele kringen
verAcht wordt. De ouderen kenden nauwelijks een
-andere moraal dan de laatste; en verachten de
?Christelijke en altruïstische moraal zoo zeer, dat
velen hunne kinderen nog liever als mauvais sujet
?zagen, dan als godsdienstigen of ethische socialisten,
?aooals Brusse zeer teekenend mededeelt in zijn
.?Botterdamsche zedeprenten".
Is nu de beheersching van den geslachtsdrift
rgebrekkig, met de bevrediging is het echter ook
vrij treurig gesteld. Men denkt hier dadelijk aan de
uiterlijke omstandigheid dat het voor velen, vooral
intellectueelen, economisch niet mogelijk is, vroeg
te trouwen. Er zijn echter ook psychologische
factoren, die de normale bevrediging in den weg
«taan.
De sexueele verhoudingen, of wil men een ver
standiger uitdrukking, de liefde tusschen man en
vrouw, vraagt een zekere spontaneiteit. En die is
:nu juist door het berekenend, rationalistisch ka
rakter van onze cultuur vrijwel verdwenen. In
uiterste gevallen voert dit tot impotent ie. Een
/mijner vrienden, een ingenieur n.b., maar die de
:moderne psyche nauwkeurig bestudeerd heeft,
.heeft zoo aan verschillende menschen, die wel
kinderen wilden hebben, een raad gegeven, die
!hierop neerkomt, een zoodanige levenswijze te
volgen, waarbij de spontaneiteit tot haar recht
komt en de berekening achterwege blijft. Het
'resultaat was als gewenscht.
Het gansche leven is thans georganiseerd, maar
«de sexueele aandrift heeft zijn eigen rythme en
past niet goed in het al te nauwkeurige
levens,-schema. De spontaneiteit en daarmee het na
tuurlijk rythme zijn verloren gegaan. Sommigen
?«onverseeren er uren lang over, of zij elkaar nu
?«igenlijk wel beminnen of dat zij dat toch eigenlijk
niet doen. Bij anderen komt uit dezelfde onna
tuurlijkheid een andere hebbelijkheid voort, n.l.
^het snel en systematisch afdoen. Het huiselijk
: noenmaal is vervangen door de quick lunch.
De sexueele drift heeft niet meer het blij karakter,
?dat daaraan door de vroegere menschheid werd
toegeschreven, maar heeft een somberen en
tyrannieken trek gekregen. De normale sexueele ge
voelens zijn niet alleen verwrongen door de
puriMmlviBRIHK
CORSETIÈRE
KEIZERSGRACHT 112. AMSTERDAM
TELEF. 37151
ATELIERS VOOR REPARATIËN
IN DEN HAAG ELKEN VRIJDAG HOTEL CENTRAL
teinsche en kapitalistische moraal, maar ook door
de vermannelijking van de vrouw, die in dat kader
past en tot uiting komt in pruderie, sportiviteit
en de verrichting van mannenwerk door vrouwen.
De bevrediging der sexueele liefde wordt daar
door ten zeerste benadeeld.
Dit is, al te kort gezegd, de sexueele misstand;
en de vraag, hoe die genezen kan worden, is het
sexueele probleem. Het oude
puriteinsch-kapitalistische antwoord was: onthouding, eventueel
na enkele jaren vrij gebruik van de prostitutie:
men kan dat de klassieke sexueele ethiek van de
negentiende eeuw noemen. De onthouding werd
dragelijk gemaakt door intense beoefening van
zaken, wetenschap, philanthropie.
Tegenwoordig zijn er ettelijken, die in de sexueele
vrijheid de oplossing zien. Practisch bestaat die
vrijheid; maar daarmee zijn velen niet tevreden.
Zij verwachten, wanneer zij van de sexueele vrijheid
gebruik maken, ook nog van de ouderen, de solieden,
de kerkelijken een opwekkenden glimlach en be
wondering voor hun moed. Dat is te veel gevergd.
Wat de ongebreidelde sexueele vrijheid betreft,
de ervaring van het menschdom spreekt niet ten
haren gunste. Maar ook de onthouding tout court
is geen inspireerend ideaal, omdat haar motief,
de berekenende levenshouding, thans niet meer
als de beste geldt.
Onthouding is niet hetzelfde als reinheid, maar
is louter negatief.
Moraal moet niet uitsluitend negatief zijn, maar
moet het richtsnoer zijn tot de perfectie van den
mensch. Dit is eigenlijk geen Hollandsen idee. Het
Hollandsche, Calvinistisch getinte denkbeeld, is
dat de moraal dwang, willekeurige dwang is.
De oorzaak ligt in de meening, dat er een breuk
is tusschen geest en stof. Deze stelling is, gelijk alle
primaire stellingen, oeroud; maar men kan zeggen,
dat zij in de moderne geschiedenis het eerst werd
verkondigd door de spiritualen (Willem van Occam
c.s.), die den geest alles, en het lichaam niets von
den. Hetzelfde wordt in andere bewoordingen uit
gedrukt door de reformatoren, als zij zeggen, dat
de wereld door de erfzonde totaal bedorven is. God
is dan niet meer de liefderijke vader van een
schoonen kosmos, maar een vrij beschikkende
tyran, nauwelijks te onderscheiden van het
antieke noodlot (predestinatie). Hetzelfde weer
anders uitgedrukt vindt men bij Descartes, die de
ziel perfect voorstelt, maar het lichaam als een
machine. Ten slotte vindt men bij Kant, dat de
moraal niet is het richtsnoer naar de menschelijke
volmaaktheid, maar de (toch altijd eenigszins
willekeurige) stem van het geweten ,,Du solist".
Zoo staat de moraal in de gebruikelijke voor
stelling thans los van de menschelijke perfectie.
Daartegenover begint hier en daar in den laatsten
tijd de waarheid door te breken (in overeenstem
ming met de katholieke wijsbegeerte) dat de wereld
een kosmos is, dat lichaam en ziel n zijn, dat alles
van nature in harmonie is, dat de moraalwet dus
niet is een willekeurig bevel van God, geweten of
staat, maar het richtsnoer is naar de menschelijke
perfectie, de sleutel van de harmonie.
Het spreekt vanzelf dat de onthouding, die
uitsluitend negatief is, geen doel kan zijn. Wanneer
men de sexueele sfeer in de algemeene harmonie
wil ordenen, moet men over een deugd spreken, die
in haar aard bijna vergeten is, n.l. déreinheid.
Vraagt men nu naar het wezen en het effect
van de reinheid, dan zou het volgende geantwoord
kunnen worden. In de Bergrede staat: Zalig de
zuiveren van harte, want zij zullen God zien."
Wie met reine menschen kennis gemaakt heeft,
weet, dat dit waar is. Het is waar dat zij God
overal zien; dat de wereld voor hen niet is een
conglomeraat van gebruiksvoorwerpen, zooals voor
den kapitalistischen mensch, maar een bezielde en
schoone schepping. Want voor de reinen is alles rein.
Nu is weliswaar elke beheerschende hartstocht
in staat het oog van den mensch daarvoor te
verduisteren, maar de overheersching door de
sexueele hartstocht doet dit op een bijzondere
manier. De oorzaak, dat deze hartstocht zulk een *""1
apart karakter aan iemand geeft, ligt daarin, dat.
de sexueele impuls veel dieper ligt in den bodem. <
van de ziel, dat daarmee de geheele mensch mee
gaat, dat deze impuls in het centrum van de vitale
sfeer ligt; terwijl b.v. haat, afgunst, hebzucht veel
meer in de periferie liggen, dus niet een zoo voort
durend karakter 'aan het zieleleven meedeelen.
Daarom is ook de beheersching en de harmonische
ontwikkeling van den sexueelen hartstocht, is dus
de reinheid van zulk een overheerschende
beteekenis voor de integriteit van de waarneming van
menschen en natuur.
De reinheid hangt ten nauwste samen met de
eerbied, en is ook bijna niets anders dan eerbied
voor de vitale sfeer en het sexueele leven van
anderen en zichzelf. Daarom vinden wij ook iemand,
die niet kan nalaten op onkiesche wijze in zijn eigen
en ons zieleleven te wroeten, eenigszins vies.
Huizinga noemt de auteurs van de histoires
romanciées, die in de psyche van beroemde mannen
zitten te snuffelen: plebejisch.
Iemand, die rein is, zal zooveel eerbied voor zijn
eigen sexueel leven hebben, dat hij dat niet wenscht
te deelen dan met iemand, voor wie hij zelf grooten
eerbied heeft; het natuurlijk schaamtegevoel, d.i.
de eerbied voor zichzelf, wordt slechts opgeheven
door een nog grooter liefde en eerbied voor een
ander mensch.
De juiste waardeering van de katholieke leer
en voorschriften is onmogelijk, wanneer men
daarin slechts ziet een wettenverzameling voor
beperking van het geslachtelijk instinct, en daarbij
vergeet, dat de positieve deugd van reinheid de
noodzakelijke premissie is van de verschillende
verboden en ook, dat zonder deugd de geestelijke
perfectie in katholieken zin onmogelijk is.
In dezen tijd, nu het zoowel met de beheersching
als met de bevrediging van den sexueelen aandrift
zoo treurig gesteld is en gemis aan bevrediging
maakt den hartstocht in 't begin nog grooter ?
zal men dus verstandig handelen, de beheersching
te leeren en daarvoor de bekende asketische mid
delen aan te wenden nl. arbeid, vooral geestelijke
arbeid, sport en beheersching der fantasie. Dit is
het aloude stoicijnsch overleg. Maar wijs zou men
handelen, door de reinheid te beoefenen, omdat die
een geheel aparte saveur en sereniteit aan het
leven geeft. Daardoor wordt ook de geslachtelijke
liefde ontdaan van de haast en de koortsachtigheid,
die men thans zoo roemt, en wordt zij tot een
edel spel.
BOEKBESPEKING
Hannie Heimer" door Paul Bromberg,
J. M. Meuelenhoff, Uitgever.
Een man, die een meisjesboek schrijft l
Je moest geen vrouw zijn, als er geen spottrekje
om je mond kwam. Zooiets van: schoenmaker,
houd je bij je leest! Ik ga lezen. Ik blijf lezen. Ik
houd niet op eer het boek uit is, en als ik het
dichtsla, het boek, dat n brok stemming is,
dan zeg ik tegen mezelf: Tja, deze man kan
meisjesboeken schrijven, want hij heeft gekeken,
diep en ernstig in de binnenkamer van de meisjes
ziel."
Zijn meisjes zijn kinderen van den modernen
tijd. Ze staan frank en vrij tegenover hun ouders,
zijn zelfstandig en voelen gelukkig evenveel voor
pretjes en de liefde als iedere gezonde bakvisch.
Maar er is een ernstig willen in hen, een drang
om zich op te werken en het ideaal te bereiken,
dat ze zich voor oogen hebben gesteld.
En de moeilijke problemen, die er zijn in ieder
meisjesleven worden langs gezonden, eerlijken
weg in dit uitnemende meisjesboek besproken en
opgelost. Er gaat een invloed van uit, die niet
te onderschatten is en het verdient gelezen te
worden door ieder meisje.
EMMY BELINFANTE?BELINFANTE
OUD-BUSSEM
opent een tweede
filiaal te Amsterdam
WarmondstraathoekWeissenbrucbstraat