De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 13 september pagina 1

13 september 1930 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

t. i, '." H ,t ?'£ mv-.-, <j;t \< \j.\\ T 11 T- -/ ,, -.. r-.ijg»1^ -.' .?<?? \ :i q TS T'/y». l v:'/'i j'.nr- "l f \ J f .: i /i i- ',?_*?* i ^?. . l . .J- ;- ~ . . -^^^^^b'~ ' " - - ' -?--.. ..i.-.. ?. ? . - i .-- . ! - ? Uroen voor jammer Nedcartaid Telefoon 37964 Postgiro 72880 Gem. Giro G. 1000 ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: L. J. JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN M. KANN. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 355, AMSTERDAM C. OPGERICHT IN 1877 No. 2780 ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1930 ROTARY INTERNATIONAL i? V DEZER dagen vindt te 's-Gravenhage een internationale conferentie plaats voor leden van Rotary-clubs uit Europa en Noord-Afrika. Omstreeks 800 personen uit bijna alle Europeesche landen en enkele afgevaardigden uit Noord-Afrika en Amerika zullen deze conferentie bijwonen. Ongetwijfeld zal de pers, die tot alle bijeenkomsten js uitgenoodigd, verslag doen van hetgeen ver handeld is. Er is immers in die besprekingen niets, dat ook maar een eenigszins geheimzinnig karakter draagt. Een vergelijking van Rotary met Vrij metselarij, die zoo dikwijls gemaakt wordt, gaat zelfs in dit opzicht niet op. Aangezien Rotary-clubs gezelschappen zijn met een zeer beperkt lidmaatschap en in elke gemeente, waar een Rotary-club gevestigd is, slechts n vertegenwoordiger van elk beroep wordt toegelaten, weet het groote publiek van het doel der organisatie en van de wijze, waarop men dat doel zoekt te verwezenlijken, weinig af. Eenige maanden geleden heeft Mr. F. Coenen zich in zijn rubriek in de Groene vrij schamper over Rotary uitgelaten. Bovendien hebben het amendement der Nederlandsche bis schoppen, dat het lidmaatschap der Rotary aan Roomsch Katholieken verbiedt en enkele wonder lijke artikelen in Het Volk en de Voorwaarts in den laatsten tijd zooveel onjuiste opvattingen omtrent Rotary post doen vatten, dat het wel nuttig lijkt voor de lezers van de Groene een simpele uiteenzetting te geven van doel en werk wijze van Rotary-International. Er bestaan in de geheele wereld 3355 Rotaryclubs met ongeveer 150.000 leden. In Nederland zijn er 16 clubs met ongeveer 450 leden. In Neder landsen Oost-Indiëbestaan 7 Rotary-clubs. Deze organisatie, die 25 jaar geleden door Paul Harris, een advocaat te Chicago, gesticht werd, heeft dus wel een zeer ruime verspreiding gevonden. Het doel van Rotary pleegt in de volgende O doelstellingen te worden samengevat: 1. Het aankweeken en bevorderen van het Dienstideaal als basis van al wat ondernomen wordt. 2. Het bevorderen der toepassing van hoog staande beginselen in zaken en beroepsleven. 3. Het nastreven van het Dienstideaal door lederen Rotarian in zijn persoonlijk, zakelijk en maatschappelijk leven. 4. Velen te leeren kennen, ten einde beter te kunnen dienen. 5. De erkenning van de waardigheid van eiken nuttigen arbeid en het door lederen Rotarian op hooger peil brengen van zijn werkkring, als middel om de gemeenschap te dienen. 6. De bevordering van internationale waardeering, verdraagzaamheid en vrede door een wereld organisatie van mannen uit verschillende bedrijven en beroepen, vereenigd door het Dienstideaal. De belangstellende lezer, die van deze 6 doel stellingen heeft kennis genomen, zal zich met verbazing af vragen, waarom hiervoor een nieuwe organisatie moet worden opgericht. Liggen deze beginselen niet ten grondslag aan alle godsdiensten en aan bijna alle ethische theorieën? Wat Rotary International karakteriseert is ook niet het doel, dat men wil verwezenlijken, maai de wijze, waarop dat doel wordt nagejaagd. Het is een dwingend voorschrift, dat elke Rotary club eens per week aan een lunch bijeen komt. De leden zijn verplicht die lunches geregeld bij te wonen. Wanneer zij herhaaldelijk zonder geldige reden verzuimen, worden zij van het lid maatschap vervallen verklaard. Alle leden van Rotary International hebben toegang tot de lunches in de plaats, waar zij op reis vertoeven. Deze lunches dragen een zeer eenvoudig karakter. Na een simpelen maaltijd krijgt een der leden het woord om bij voorkeur over zijn eigen beroep te speken. Zijn taak is in de eerste plaats uiteen te zetten, hoe het doel van Rotary in zijn beroep het best gediend wordt en welke moeilijk heden daarbij moeten worden overwonnen. Ge woonlijk ontstaat er over de voordracht een korte discussie, doch omstreeks 2 uur wordt de bijeen komst beëindigd, omdat elk weer naar zijn werk moet gaan. Deze methode maakt het tevens duidelijk, waarom zoo streng de hand wordt gehouden aan het voorschrift, dat van elk beroep slechts n vertegenwoordiger in elke club zitting mag hebben. Hield men daaraan niet vast, de clubs zouden spoedig veel te veel leden tellen, of gezelschappen worden, waar voornamelijk vertegenwoordigers van enkele beroepen bijeen zouden komen. Het doel wordt integendeel het best bereikt, wanneer beoefenaars van zooveel mogelijk verschillende beroepen van dezelfde club deel uitmaken. Wordt het hooge doel, dat Rotary International zich gesteld heeft door deze organisatie inderdaad verwezenlijkt ? Niemand heeft zijn ideaal in de hand, doch waarheen stuurt hij, die het niet voor oogen houdt. De vraag is niet, of het doel geheel en al wordt verwezenlijkt dat is zeker niet het geval maar of men er in slaagt met behulp van deze organisatie het doel dichter te naderen, dan zonder die organisatie mogelijk ware. Op die aldus gestelde vraag geloof ik een be vestigend antwoord te kunnen geven. DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 Cent. Advertentiën ? 0.75 per regel. Postgiro 72880, Gem.-Oiro O 1000. INHOUD: 1. Mr. A. C. Josephus Jitta, Rotary International. 2. Mr. Henrik Scholte, Dram. Kroniek. 3. Johan Braakensiek, A. V.K.O.-meeting. Mr. M. Kann, Theorie en praktijk te Genève. 4. Melis Stoke, Toegepaste Kinderzielkunde, teeken. Harmsen van Beek. Voetlichtjes. 5. A. C. J. J., Mr. Dr. W. F. van Leeuwen. L J. Jordaan, Alla Polacca. 6. Mr. Frans Coenen, Kroniek. 7. Dr, P. van Olst, Het internationale pooljaar. 9. Otto van Tussenbroek, Toegepaste Kunst?Willy Petillon, Te Veel. 10?11. Dr. Jan Romein, Twee Vlaamsche kunstver zamelingen. 12. Dr. C. F. Haje, Taalschut. 13. Lou Lichtveld. Nieuws in de grammofoonjabricatie. Spreektaal. 15. C. A. K'aasse, Zijn er fouten gemaakt.?Beurs spiegel. 16?17. Vacantieprijsvraag: Het vermiste bord. 18. A Plasschaert, Vincent van Gogh. Charivarius, Schopenhauer. 19. Uit het Kladschrift van Jantje. Alida Zevenboom, Croquante croquetjes. ? Charivarius, Chanvaria. 20. Cel 2, Telefoon. Letterraadsel. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Johan Braakensiek, Briand te Genève. De opzet van Rotary schept het gevaar, dat de leden zich als een elite zouden gaan beschouwen, die de pretentie heeft, zooal niet in bekwaamheid, dan toch althans in moraliteit hun medemenschen te overtreffen. Dat is zeker niet het geval. Het is boven iederen twijfel verheven, dat er buiten de Rotary-clubs duizenden zijn, die de beginselen van Rotary in toepassing brengen en daarin misschien beter slagen dan tal van leden van Rotary-chibs. Maar dit is het kenmerk van Rotary Internatio nal: dat deze geregelde bijeenkomsten van gelijk gezinde geesten, die in een plaatselijke, een natio nale en een internationale organisatie zijn opge nomen, aan de deelnemers de gelegenheid ver schaft om elkander, hun beroepen en de wijze, waarop de uitoefening van die beroepen dienst baar kan worden gemaakt aan het algemeen be lang, beter te leeren kennen. Ter bevordering van een betere internationale waardeering, onderlinge verdraagzaamheid en vrede, kan Rotary International heel wat bijdragen. Moge de conferentie, die op dit oogenblik te 's-Gravenhage bijeen is, dat doel nader tot ver wezenlijking brengen. A, C. JOSEPHUS JITTA L

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl