De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 13 september pagina 16

13 september 1930 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

HET Een Huiveringwekkende Geschiedenis uit een Pension te Nepe HOOFDSTUK I. Jaantje wordt lid van de Ned. Reisvereeniying. HOEWEL haar vriendinnetje s het niet vermoedden, was Jaantje's jeugd lang niet onbekommerd geweest. Zij bewoonde weliswaar een aardig ?F M: Zij bewoonde een aardig buitenhuis... buitenhuis, maar de ouderlijke liefde en toegenegenheid, die de kinderziel tot zoo hoogen bloei kunnen brengen, waren haar geheel vreemd gebleven. Jaantje's vader was een man, die i &. i/* " 'TtS. Jaantjes vader zette veelal gelagen veelal gelagen zette met zijn vrienden. Hij was eigenlijk erfelijk belast, eri men kon het hem feitelijk niet eens kwalijk nemen, dat hij dronk, als men beReeds zijn grootvader.. . . dacht, dat reeds zijn grootvader een oude pimpelaar was van de echte soort, zoo van het genre, dat ongeveer den geheelen dag op zijn eentje met de bitterflesch verkeert. Door het wangedrag van haar men werd Jaantje's moeder min .of meer Wij publiceeren hieronder het eerste verhaal van onze vacantie-prijsvraag. Deze inzending ontvingen wij onder het motto: Het kan nog iets dwazer". Volgende week verschijnt het tweede prijsvraagverhaal niet worden medegedeeld: het blad komt in de huiskamer. Maar lezers, Ze werd uithmzig Vroeger icas ze een knappe verschijning die het wenschen te weten, kunnen uithuizig; zij was veel op stap met dit persoonlijk aan de redactie van allerlei vreemde mannen en zoo het blad te weten komen. (Aanmelden kwam het, dat het er in de huiskamer aan 1<lket 6>^Mfc, Met J's moeder liep het niet veel het zag er rechtlijnig uit. van Jaantje's ouders altijd erg recht lijnig uitzag. Daardoor dwaalde Jaan tje eenzaam door het ouderlijk park en vermaakte zich met de uitheemsche dieren, die in de familievijver ronddartelden, of zij zat stil voor haar venuitheemsche ster en liet haar g dieren gaan over het uitge strekte park. het harte vol weemoed en dan keek ze maarnaar een zonsondergang. Maar ook een zonsondergang dit laatste werd tamelijk eentonig en Jaantje besloot een reis te gaan ondernemen. Zoo werd ze lid van de N.R.V. lYsSCHENHOOFDSTUK Wat er met J's vader en Moeder gebeurde. Wat er met .Taantje's vader ge beurde, kan in een blad als De Groene Haar oude schoonheid g ing te loor. beter af. Vroeger was ze een knappe verschijning, rnaar door haar ellendig leven vol uitspat tingen, was haar oude schoon heid reeds spoedigte loor ge gaan t n. na haar dood stond zo als Azia tisch an tiek in de etalage, van meneer Aaron A'echt op het Kokin. HOOFDSTUK II. JtKiitfjc komt 'm Xejie en /ntnifj, kt'iinïx niet de neger*, ^ij kijkt iKii'i' de ireni>e>t eitzoovoort. Een van do eoistt: plaatsen, die Aziatisch antiek Jaantje nu ging bezoeken, was na tuurlijk Nepe. Eerstens had ze heel haar leven gedroomd, dat ze toch, nog eens in Nepe zijn mocht, en dan was daar vervolgens de teekenaar Jo Spier, den lezers van De Groene toen reeds bekend. Maar eveneens en dat wist Jaantje niet te voren was er kermis en op de Nepesche kermis was een negerdorp, vol aan trekkelijkheden. Dit negerdorp nu zou op Jaantje's verder leven zijn onuitwischbare kenteekenen nalaten. Had Jaantje dit te voren geweten, dan was zij waarschijnlijk toch niet naar Nepe gegaan, maar had liever pension genomen in ^elp of in Apel doorn, ook lieve dorpen met hél nette menschen. Maar men kan nu eenmaal niet alles te voren weten ! In het pension, waar Jaantje lo geerde, was ook 'n zekere meneer Sasman uit Enschede, een vrijgezel met een onmetelijk fortuin en een man met een onbluschbare hartstocht wanneer het vrouwelijk schoon be trof. Deze Sasman nu was zér verliefd op Jaantje en beminde haar zóó terdege, dat hij alles voor haar had willen opofferen. Dat zulks later geschiedde, kon hij toen nog niet vermoeden en het was bovendien tegen zijn zin. Maar laat ons niet op ons eigen verhaal vooruit loopen ! Jaantje nu had in haar jeugd gezien, dat geld niet gelukkig maakt en zoodoende had zij geen oogen voor den rijken Sasman uit Enschede, maar verkeerde liever te midden van de eenvoudige negers van liet neger dorp. Het kon niet uitblijven of de ontvankelijke natuur van Jaantje bleef op den duur niet bestand tegen de verleidingen, die ook van een voudige negers uit een kermis-negerdorp uitgaan en zoo kreeg Jaantje verkeer ing met een der nikkers, een robusten kerel, die altijd sigaren rookte en gewoon wég was, als Jaantje 's avonds langs de tent kwam. Na niet al te langen tijd. kwam de neger ook in het pension, waar Jaantje verblijf hield. Het was een warme zomer en er waren, zooals meer in pensions pleegt voor te komen, ook veel wespen. Uit werd Jaantje's onder een roliuste kerel ) * ' 1 L

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl