Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 SEPTEMBER 1930
No. 2780
DRAMATISCHE KRONIEK
door Henrik Scholte
'C'
r.
£
l
i
De zin der klassleken
- "171 ENIG punt van werkelijk belang op het
-EJ dezen zomer gehouden Theatercongres te
Hamburg vormde een debat tusschen den
voormaligen intendant van het Berlijnsche Staatsthe
ater Leopold Jessner en den leider van het Théatre
de Montparnasse, Gaston Baty, over den zin der
-klassieken." Jessner ontwikkelde daarbij eenige
stellingen over de noodzakelijkheid van actueele
bewerkingen, en Baty, samen met Gemier, opge
voed in de categorische klassieken-vereering der
Comédie Francaise, verdedigde integrale, reine"
vertooning. Frankrijk, waar Racine en Comeille's
helden nog weinig anders beschouwd worden
dan als heroïsche voorbeelden zonder nadere
ethische betrekking tot het huidige leven, kan
faier buiten beschouwing blijven. Jessnèr's stand
punt, verscherpt door zijn conflict met de regeering,
duidt echter op moeilijkheden, niet in het Duitsche
.tooneel alleen, die ook hier wellicht eens onder
óogen gezien mogen worden.
Jessnèr's val", aan het begin van dit jaar,
ftl mocht dan ook de feitelijke aanleiding tot zijn
abdicatie de ongelukkige finantieele toestand van
"het Staatstheater zijn, tenslotte was deze een
4fceot gevolg van zijn artistiek credo is
daarom zoo tragisch, omdat er voor hem, den
ethisch gerichten, doch niet politiek eenzijdigen
Volksman geen ander compromis overbleef dan
wat hij als richtsnoer koos. Hij nam tien jaar
geleden een van zijn oorsprong af
wilhelmi!- nisch" geleid Staatstheater over, een vacuüm in
een elders door Reinhardt en Barnowsky reeds
hoog opgevoerd Berlijnsch theaterleven. Men gaf
er klassieken uit zelfbewuste pose, uit een tot
leegen vorm geworden bezitswellust: Wir haben
sa eo herrlich weit gebracht, unser Goethe".
Klassieken, au fond revolutionair en tegen hun tijd
ontstaan, als literarischer Naturschutzpark," (het
woord is van Ihering), waarbinnen de voldane
burger zich veroorloven kon, ideëel en romantisch
,*groote" woorden als vrijheid" en tyrannie"
aan te hooren. Hypocriete traditie in de pathetische
geste van den acteur. Zondagskunst, na afloop
van den arbeid en zonder verband daarmee.
Jessner daarentegen erkende de klassieken
slechts voor zoover zij weerklank vonden in den
tijd: niet allen, niet in den traditioneelen vorm.
Niet als een illusie, niet als een schoone melodie.
Doch actueel bewerkt, vereenvoudigd en in hun
conflicten open voor den toeschouwer van heden.
Aannemende, dat ook de klassieken in hun formeele
gedaante aan den tijd van hun ontstaan gebonden
waren, vond hij vrijheid, die formeele gedaante
te veranderen, en te vervangen door een van
grootere actualiteit. Immers, de eeuwigheids
waarde der klassieken was juist hun eeuwige actu
aliteit. De speler moet entsentimentalisiert"
worden, het stuk entkathechisiert."
Jaren van praktijk, met "een spartaansch-strak
trappen-tooneel, dat in wezen bij Craig aansloot, en
episch-gebonden spel der acteurs, gaven hem echter
inzicht, dat de adaptatie der klassieken noch
met het regisseurspotlood, noch met veranderde
intonaties der spelers te bereiken viel. Hij schoof
de schuld op de dichters van dezen tijd, die on
machtig bleken, de klassieken te transponeeren,
nu de volbloed-romantische bewerkingen van von
Hoffmannsthal en zelfs van Werfel geen echo
vonden in de behoefte der toeschouwers. Dieper
was echter het gemis bij Jessner zelf van een
beslissend, fanatiek standpunt, de durf, de een
zijdigheid eener politieke overtuiging, die bijv.
Piscator's ensceneering van Schiller's Rauber"
tot een renoveerende daad maakte.
Piscator zag en vertoonde in Schiller's Karl
Moor slechts den burgerlijken pseudo-revolutionair,
ia den fantast Spiegelberg, met Trotzki's masker
en, als de geheele opvoering, in tijdeloos" costuum
gespeeld, daarentegen den waren held. Piscator's
standpunt, dat een klassiek werk in zijn ontstaan
strijdwerJc is, dat het accent van den strijd verlegd
kan worden, omdat een idool alleen aan den
voortgang van den tijd zijn inhoud ontleent, was aanvecht
baar. Voor Schiller's Rauber" was zij dat echter
minder dan Jessnèr's gelijktijdige Hamlet", als
antimilitaristische en negatieve held,en zijn Faust"
waar het inderdaad, gelijk destijds een krant schreef,
uitzag alsof er een deurwaarder over de vloer
geweest was en waar de eenige winst bestond in een
onzichtbaar liëeren van den ouden aan den jongen
Faust, als objectieve constructie. Inderdaad blijken
een individualistisch bepaalde, .Hamlet'' en, ,Faust''
als tooneel, met den tijd hachelijker te staan dan
Schiller's geschiedschrijving of Shakespeare's
toedrachf'-schilderingen in Julius Caesar",
Macbeth" en Coriolanus". Deze laatsten hebben
in hun eeuwige actualiteit" den kans om de
massa der schouwburgbezoekers, niet den lettre,
iets te zeggen," hun tooneelvisie is derhalve
een [onmisbare consequentie van den text als
geschreven stuk. Zij vragen naar een actueele
vertolking om den zin van het stuk, die niet
met een moderniseeriag van den vorm kan
worden afgedaan. Integendeel, Hamlet-in-rok,
Faust met chapeau-claque waren evenzeer het
onnutte spel van een leeghoofdige en doellooze
tooneelverarming, als Ferdinand Bonn's ensce
neering van Richard III" in een circus met rij
paarden, alleen omdat er ergens in het stuk van
een paard gesproken wordt, waarvoor men een
koninklijk zou willen geven !
Verzet, zoowel tegen Piscator's als Jessnèr's
zinrijke" klassieken kwam natuurlijk ambtshalve
van Max Reinhardt, vooi1 wien een klassiek drama
als wezentlijk dramatisch conflict, als om zijn
ethisch probleem beslissende keuze, nauwelijks
in betracht komt tegenover het puur sceniscli effect
van een geperfectioneerd draaitooneel en geniale
détail-vondsten. Verder van allen, die in adaptatie
der klassieken slechts stijF'-veranderingen zagen
en in de suprematie eener zoo juist onfeilbaar
verklaarde regie geloofden, nog daargelaten de
groote groep van Germaansche philologen en
goede burgers, die (met de Franschen op het
theatercongres) de klassieken als onaanrandbare,
afgesloten cellen bleven beschouwen, lieu de
repos" gelijk Baty zei, Friedhof" gelijk de
Duitschers het ironisch vertaalden.
Verzet kwam verder van den uituemenden
criticus Bernhard Diebold, in een uitvoerig
feuilleton Tod der Klassiker" in de Frank. Zt.,
die meende dat een tijd, welke zelf geen klassieken
produceerde, niet het recht had op het schenden
van klassieken uit een grooteren tijd, die derhalve
alle klassieke opvoeringen althans voor vijf jaren
kort en goed wilde verbieden (?daunlechzten wil
nach Klassikern !") en die vau Piscator in tusschen
actueel en strijdbaar Hausgemachtes" eischte,
en daarnaast, in zijn boek Anarchie im Drama,"
Kaiser en von Unruh als neo-klassieken trachtte
te pousseeren.
Verzet tenslotte ook van de linkerzijde, bij den "
scherpsten aller Duitsche tooneelcritici, Herbert
Ihering, in een '29 verschenen brochure
Klassikertod?",waarin dit sterke betoog gehouden wordt:
elke opvoering van een klassiek werk moet, mér
dan een gesloten geheel of een tijdelijk geniale
vondst, een doorgang tot de toekomst zijn. Alleen
dat is nog speelbaar wat uit een eeuw met vaste
overtuigingen stamt, geen privaatkunst is. In een
crisis van het subjectivisme kan men een klassiek
drama alleen langs den weg der objectiveering
benaderen. Distantie van den toeschouwer derhalve,
geen persoonlijke gevoelsuitstorting, geen
hineininterpretiert" vergankelijk stijlbewustzijn, doch
bevriezing" (het woord is van Cocteau-Strawinsky)
alleen redt. den zin van het werk. Want het wezen
der klassieke text is: Klarheit und Mass;
Weltgefühl, gekaltet zur Form; Weltbewusztsein,
gegossen in Gleichnisse."
Al deze tegenstrijdige en door elkaar
heenloopende opinies verbindt slechts n negatieve
tendenz: weg van de wilhelminische museum
houding tegenover de klasieken. Doch wie in
dezen, door Polgar Windstill-undDrangperiode"
gedoopten tijd, Duitsche opvoeringen van klas
sieken ziet, en dat kan practisch gesproken
alleen in het voor- en naseizoen, omdat men 's
winteis voor klassieken geen tijd" heeft, m.a.w.
zijn zalen anders vol krijgt, en ook dat is een be
langrijk symptoom ! zal in de vele experimenten,
waarin deze pennenstrijd weerklank vindt, nog
weinig positief resultaat ontmoeten.
Mijn eigen lijst van het laatste seizoen is uiter
aard door toevallige factoren bepaald, terwijl ik
hier ter plaatse niet uitvoerig kan -zijn. Ik consta
teer slechts, dat een geobjectiveerde Julius
Caesar" (van Karlheinz Martin, in wien men toch
nog steeds den Reinhardt bedreigenden Fortinbras
ziet) bij het z.g. arbeiderspubliek der pompeuze
Volksbühne en op een technisch perfect draaitoo
neel, door gemis aan eenigen prominenten speler
geen diepe indrukken achterliet, terwijl datzelfde
draaitooneel-als-doel, als stijlvorm en technische
vondst, een nieuw succes boekte in het boeiende
jubileumstuk van Reinhardt: Phaea," juist van
den neo"-classicus von Unruh. Dat daarnaast
minder modern gepreoccupeerde opvoeringen als
Schiller's Maria Stuart" (van Röbbeling, in
Hamburg, met een voortreffelijke hoofdrol van
Maria Eis) en Goethe's Iphigenie" (van den ro
manticus Beer-Hoffmann n. b., met Helene Thimig,
in Reinhardt 's Kammerspiele) eenvoudige, doch
sterke indrukken naar den traditioneelen trant
achterlieten. Waartegenover echter Barnowsky's
derde Wie es euch gefallf'-ensceneering (meteen
behaaglijk egocentrische Bergner in Moissi-allure)
een oppositie tegen verburgerlijkte klassieken in
het leven geroepen zou hebben, ook zonder dat
men van eenig probleem dienaangaande kennis
droeg.
Het spijt mij oprecht, dat ik den aard van dit
vraagstuk, zoowel als zijn weerslag in de theater
praktijk aan Duitsche voorbeelden had te toetsen,
terwijl het probleem der klassieken, evenmin als
de klassieken zelf, tot Duitschland beperkt is.
De zeldzame indifferentie, zoowel van ons publiek
tegenover het vertoonde stuk als van den theater
leider tegenover het te vertoonen stuk, is echter
de vicieuze cirkel, waarbinnen zich ons tooneel
beweegt en waarbinnen het al dieper valt. De
opvoering van een klassiek stuk ten onzent is een
artistieke concessie, zoowel van den speler als van
den schouwburgbezoeker: zij is óf in haar opvoe
ring schoolsch, een geste aan den naam, of die
Shakespeare of Vondel luidt, of zij mist als
experrimenteele vernieuwing de voorbereiding en de
overga\e van den speler, en kweekt daardoor een
froisseerende houding van het publiek. De ver
tooning van Lucifer" in het afgeloopen seizoen,
als leege illustratie van den text, die van Shakes
peare's Storm", als een belachelijk dilettantisch
resultaat, waarbij eenige nieuwe intentie in de ensce
neering door gemis aan medewerking en consequen
tie steriel bleef, staan daar als laatste, voor den
aigeloos in den schouwburg gekomen toeschouwer
afschrikwekkende voorbeelden van klassieken."
De inzet, dit jaar, met een Shakespeare, die ons
niets meer te zeggen had of liever, nooit wat zou
kunnen zeggen, dreef op slechts uiterlijk hooger
geklasseerd spel. Zoolang ons tooneel doorgaat
met de weinige klassieken, die dan terwille van
het seizoenrhytme ter opvoering komen, te be
schouwen als tradities uit het verleden en niet, in
keuze n in opvoering, in verband met het inte
resse en de vraag van den tijd waarin wij leven,
zal de toeschouwer voor deze stukken nooit meer
kunnen voelen dan een geborneerd succes d'estime
voor een naam, die hij alleen als naam heeft leeren
vereeren. Doch de werkelijk diepe indrukken van
een niet-geletterd man, nml. een, die niet in zijn
studeerkamer een der deelen van Shakespeare of
Vondel uit den kast neemt om informatieve voor
studies te maken, zullen bepaald worden door het
stuk van vergankelijke waarde, doch met het
accent van den tijd. Terwijl die zoogenaamde
diepe indrukken der klassieken van de happy
few" niets anders zijn dan het snobistisch terug
vinden van (bij familieplechtigheden en
tafelspeechen bij voorkeur aangewende) citaten op
het tooneel, het vage identificeeren van classiciteit
met traditioneele grootheid, of een onbewust
pratgaan op de bevoorrechting van een gymnasium
opleiding, met om redenen van schijn-eruditie in
hun tegendeel verkeerde jeugdherinneringen aan
duldeloos-saaie schooluitgaven en philologisch
commenteerende leeraren.
GARDE-MEUBLES DEN HAAG
BATENBURG &
HUIJGENSPARK 22,
FOLMER
TEL. II O 3 O
Billijke Tarieven-Verzorging Garantie