Historisch Archief 1877-1940
GROENE AMSTERDAMMER VAK 13 SEPTEMBER 1930
Theorie en Praktijk
te Genève
door Mr. M. Kann
De A.V.R.O.-betooging
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Johan Braakensiek ?
BRIAND laat zich zoo maar niet afschepen !
Nog voordat de gedelegeerden der diverse
mogendheden en leden van den Volkenbond
officieel begonnen te vergaderen, trommelde de
kwieke, oude Franschman de delegaties tijeen van
die landen, wier opinie hij gevraagd had inzake
zijn manifest over een Europeesche Federatie.
Het feit, dat hij bijna zonder uitzondering van
al deze landen nul op het rekwest gekregen had
zij het dan een zeer beleefde nul dat feit heeft
hem hélemaal niet afgeschrikt. De oude heer gaat
kalm door. Jullie hebben nou allemaal gezegd
wat je er van denkt. Erg vriendelijk. Laten we er
dan nu eens allemaal te samen over praten." En
in de vergadering van heden stelde hij dan ook
zelf zijn plan voor, zij het vaag blijvend en
'teere kwesties uit den weg gaand. De moed
«n de volharding waarmee hij zijn ideaal blijft
nastreven verdienen waardeering.
Intusschen waar gaat het eigenlijk om?
Een Europeesche Federatie.... dat is wel een
heel vaag begrip. Een soort Europeesche
Superstaat? Geen mensch, die daaraan gelooft. Alleen
«en groot tolverbond, een nieuw ,,continentaal
stelsel" wellicht? Dat zweeft althans sommigen
voor den geest, maar eenerzijds ligt in dit idee een
bedenkelijke aggressie opgesloten tegenover het
protectionistische Amerika, anderzijds houdt het
geen rekening met het feit dat er, gelukkig, nog
traditioneele vrijhandelslanden zijn. Om nog maar
niet te spreken van de weinige geneigdheid die
koloniale mogendheden zullen vertoonen om zich
bij een dergelijk tolverbond aan te sluiten. Dat
alles niet maar wat dan wel?
Men overdrijft wel eenigszins door te zeggen
?dat dit in Genève duidelijk geworden is !
Er is hard-op genoeg gezegd waarom men voor
een werkelijke federatie niet veel voelde. Verder
is er veel gepraat over de wenschelijkheid voor
?de Europeesche Staten om in Europeesche zaken
overleg met elkaar te plegen, daarvoor een orga
nisatie in het leven te roepen, en zoo meer.
Om niet hélemaal vaag te blijven, is nog eens naar
voren gebracht, dat het in hoofdzaak economische
aangelegenheden zouden zijn, waarmee men zich
zou bezighouden. En verder is de zaak niet ge
komen. Men heeft haar toen maar naar den Volken
bond verwezen, wat overigens Briand's bedoeling
was, en niemand was erg enthousiast. Dat Briand
veel steun heeft gekregen, kan men ook niet
beweren. De meeste waardeering kwam van
Duitsche zijde. Maar was dat wel oprecht?
Men hoort denlaatsten tijd vaak de oppervlakkige
meening verkondigen: Duitschland is een voor
stander van het plan-Briand, omdat het alles
te winnen en niets te verliezen heeft bij een ko
mende federatie. Deze redeneering zou misschien
opgaan, wanneer de ,,Vereenigde Staten van
Europa" op het punt zouden staan geboren te
-worden. Misschien. ... en misschien ook niet.
Wat in zulke Vereenigde Staten" is er precies
evenveel plaats voor den een als voor den ander.
En het staat te bezien of de Duitscher steeds den
ander zijn plaats gunt.
Op dit oogenblik tenminste, doet de Duitsche
regeering haar best overal weer het vroegere
wantrouwen tegen Duitschland wakker te roepen.
Wanneer wij onze geschillen buiten beschouwing
laten, dan zien wij nog een leerrijk voorbeeld in
het lawaai over de Poolsche grensregeling. Wel is
waar heeft minister Curtius getracht de woorden
van den gevaarlijken heer Treviranus te verzachten,
maar het kwaad is eenmaal geschied: belangrijke
Duitsche groepen hebben te kennen gegeven, dat
zij het Poolsche grens- en doorgangsgebied op
tisch en.
Het zij mij vergund hier even dieper op deze
Jkwestie door te gaan, die juist zoo aardig die
kwesties illustreert, die op dit oogenblik te Genève
behandeld worden en waaruit wellicht toch een
?duidelijk antwoord voortvloeit op de vraag: wat
wil Briand?
Smeenge (de laatste der liberalen): En nou zeggen ze nog, dat 't allemaal
liberalen zijn! Was dat maar zcaar!"
Dus, om op Duitschland terug te komen: hebben
de heeren te Berlijn wel hélemaal ongelijk?
Volstrekt niet. Althans daar niet, waar het be
treft de klachten over verstoorde verbindingen niet
Oost-Pruisen, het afsterven van de scheepvaart
op den Weichsel en dergelijke uiterst gewichtige
zaken van handel en verkeer. Deze rampzalige
toestanden wijten de Duitschers natuurlijk aan
het Verdrag van Versailles, hetgeen al weer minder
juist is, en ze willen hierin verbetering brengen
door het verdrag van Versailles te wijzigen en de
aangevochten gebieden weer onder Duitsche soe
vereiniteit te stellen. Wat hélemaal onjuist
is. En wel omdat het niet gaat over een kwestie
van soevereiniteit (de Poolsche rechten zijn hier
duidelijk genoeg), maar over een kwestie van handel
en verkeer. Men kan zich in Duitschland echter
nog niet voorstellen, dat het mogelijk is de vrijheid
der verkeerswegen werkelijk goed gewaarborgd
te zien, wanneer men niet tevens de volle soeve
reiniteit daarover uitoefent.
Men heeft wel zijn best gedaan dit a]lcs in het
verdrag van Versailles te regelen maar de
praktijk is anders geloopen. In het
DuitschPoolsche grensgebied zijn de chicanes niet van
de lucht en liet is onbegonnen werk zich te ver
diepen iri de vraag bij wien de schuld ligt.
Men behoeft slechts te denken aan het feit dat
ten onzent het recht, aan Belgiëtoe te kennen, op
een vrije verbinding met den Kijn door ons gebied,
ook door menigeen voor een inbreuk op onze soeve
reiniteit wordt versleten, om te begrijpen dat de
logische fout, die de Duitschers maken: ..geen
doorgang zonder bijb hoorende «Soevereiniteit."
voortkomt uit hun gebrekkige politieke ontwikke
ling. Maar daaruit niet allén.
Zeer zeker speelt hierin nóg een factor mee.
Het ontbreken, namelijk, van een organisatie,
die in staat is zulke vraagstukken bij den kop te
vatten. De tallooze regelingen, die weer op het
verdrag van Versailles gebouwd zijn, brachten
geen uitkomst in de zooeven aangehaalde kwestie.
En het voorstel om het Verdrag kalmpjes in het
voordeel van n der partijen te schrappen, joeg
Europa op stelten.
Zou het dan niet nuttig zijn, wanneer er een
,,Europeesche organisatie" in het leven geroepen
werd, die niet zou zijn een continentale doublure
van den Volkenbond en die zich niet met het
herscheppen van wereld verdragen zou bezighouden,
maar een handzaam orgaan, waar men overleg
kon plegen en voor zulke zaken van verkeer en
economie een geschikte regeling kon treffen?
Natuurlijk is dat alles niet de bedoeling van
die Duitschers. die uit verbittering over den
tegenwoordigen toestand. Briand een hartelijk hallo
toeroepen. De praktijk zal hun de wijsheid
welbijbrengen. En wanneer de Volkenbond zich werkelijk
ernstiger met het Plan Briand zal gaan bezighou
den en wellicht een ..Europeesche Kamer" gaat
instellen, zal aan meer lieden de praktijk de wijsheid
bijbrengen.
Van lieverlede zal men dan. a-propos van handel
en verkeer, de douane-vraagstukken ook wel eens
bespreken. En wanneer men er dan in slaagt de
kleinzielige burennaijver te doen plaats maken
voor breeder economisch inzicht, lijkt een eer
herstel van den vrijhandel waarschijnlijker dan
een Europeesch tolfront. Zoo zal dan de praktijk
de leermeester kunnen zijn van de theorie.
Genève 11 Sept. 1930
AFGEPAST
1.50 x 3.00 METER
PER PAAR
f v ,
t s