Historisch Archief 1877-1940
«i
«t,
K
v*
I&-.
J* «?
M'
F 12
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 SEPTEMBER 1930
No. 2781
De Koude en de Platte Radiolamp
door L. J. van Looi
O
Telefunken
P de Berlijnsche radiotentoonstelling waren
'twee nieuwe radiolampen te zien. De eene is
thans ook in de winkels te koop en de andere
bestaat nog slechts in enkele exemplaren in het
laboratorium. Het zijn de Telefunken-staaflamp en
de" foto-electrische lamp.
Beide lampen zij a zeer interessant. Zij veranderen
?weliswaar niets principieels aan de radio-ontvangst,
maar de staaflamp b.v. kan wel iets anders ver
anderen. De lampenfabrikatie wordt namelijk in
het volgend jaar vrij gemaakt van de patenten,
die dan afloopen. Daardoor zou het mogelijk zijn,
dat iedereen radiolampen maakte, al zijn natuurlijk
de principieele patenten nog eens vastgelegd door
gepatenteerde arbeidsmethoden. De band tusschen
de verschillende fabrieken, die er thans bestaat,
doordat zij eikaars patenten noodig hebben, wordt
dan wat losser. De mogelijkheid komt, dat zij niet
meer op eikaars prijsafspraken behoeven in te gaan
en dat er een konkurrentiestrijd komt. Daardoor
hebben de groote fabrieken tegen dien tijd een
ander bindmiddel noodig of zij moeten er voor
zorgen, dat de oude patenten niet veel meer waard
z\jn. B.v. door het op de markt brengen van een
geheel nieuwe lamp, die vél beter is dan de tegen
woordige modellen. De nieuwe staaflamp is niet
veel beter wel gemakkelijker en in sommig
opzicht ook wel beter dan de bestaande soorten.
Maar wat de nieuwe lamp tot een wapen Rooster
maakt, is, dat zij veel goedkooper gefabri
ceerd kan worden dan een gewone lamp en
dus kan dienen om eventueele
konkurrentieneiging bij een buiten de afspraken
staande fabriek snel te onderdrukken.
Zoo goedkoop kan namelijk de oude lamp
niet worden gemaakt of de nieuwe staaf
lamp zal goedkooper gefabriceerd kunnen
worden. Zelfs nu is de staaflamp al goed
kooper dan de bestaande modellen.
Dat is de eene kant van de
staaflampkwestie.
die verandering van stroomsterkte geeft de kop
telefoon of de luidspreker geluid op elke
stroomverandering spreekt" de luidspreker aan".
Nu is het eigenaardige van dien
electronenstroom, dat zij even sterk blijft zoolang de
gloeidraad even warm blijft. De grootte van den
electrischen stroom, die van den gloeidraad naar de plaat
gaat, is afhankelijk van de warmte van den gloei
draad. Wordt die gloeidraad nu verhit met een
gelijkstroom van constante sterkte, dan zal de
warmte van den draad zeer gelijkmatig zijn en
dientengevolge zal een zeer gelijkmatigen stroom
van den gloeidraad naar den plaat gaan. Men
dient even in het oog te houden, dat die
electronenstroom gaat door de luchtledige ruimte tusschen
den gloeidraad en de plaat de lamp is namelijk
leeg gepompt.
Vervolgens treedt het rooster in werking. Dat
rooster staat in direkte verbinding met de antenne
en de spanningen, die in de antenne worden ver
oorzaakt door de ontvangen golven van het zend
station, komen dus ook op het rooster. Dat rooster
krijgt daardoor telkens andere spanningen. Wan
neer men zich nu even voorstelt, dat het rooster
een oogenblik negatief geladen is, dan zal men be
grijpen, dat daardoor een remmende werking wordt
uitgeoefend op de electronen, die door de openingen
van het rooster naar de plaat toe wiJen. Ik her
inner daarbij aan de natuurkundige wet, dat
De ontwikkeling der staaflamp. De eerste teekening stelt de eerste poging
voor om het rooster van buitenaf te beïnvloeden. Teekening II laat den
uitbouw aan de lamp zien, waarbij het buitenrooster zijn intrede deed.
Teekening III (jeeft de oplossing aan: platte vorm, de clectroncnstroorn
wordt over den geheelen weg beïnvloed.
De andere zijde, de technische bijzonderheden,
zijn nog wel zoo interessant. De geschiedenis van de
staaflamp is eigenlijk zoo oud als de radiolamp
zelve. Want reeds Lee de Porest, de uitvinder van
de radiolamp, heeft direkt tij zijn eerste proef
nemingen geprobeerd om den electronenstroom,
die in de radiolamp tusschen gloeidraad en plaat
vloeit, van buitenaf te beïnvloeden. Voor wie niet
precies weet, wat dat beteekent, zal ik even kort
uiteenzetten, wat er aan de hand is. In een radio
lamp zitten drie dingen: een gloeidraad, een z.g.
rooster en een plaat. De gloeidraad is een gewoon
gestrekt stukje draad, dat door den stroom uit
een accu of door middel van een transformator uit
het lichtnet tot gloeien wordt gebracht. Om dien
gloeidraad heen zit een spiraaltje, dat bij de aller
eerste lampen een stukje metaalgaas was en daar
om den naam rooster" behouden heeft. Om dat
rooster zit weer een blikken buisje, dat wij plaat"
noemen. Die drie dingen hebben met elkaar geen
kontakt. Als nu de gloeidraad gaat branden,
treedt uit dien draad een zeer zwakke electrische
stroom er worden deeltjes electriciteit, z.g.
electronen, van den gloeidraad afgeslingerd, en die
electronen vliegen door de openingen van het
rooster op de plaat. Daar veroorzaken zij een
teveel aan electriciteit, welke electriciteit afvloeit
van die plaat door den koptelefoon of over de
versterkingsapparaten naar den luidspreker. Op
BOOTMOTOREN
P A R S O N S
FAY & BOWEN
Prijsc. Gratis en Franco opaanvr.
BINGHAM & LUGT
Pand NIEUraVEH 136 hoek Koestraat l - ROTTERDAM.
*
gelijknamige polen elkaar afstooten. Negatieve
electriciteit werkt terugstootend op negatieve
electriciteit. Op het oogenblik dus, dat de nega
tieve spanning op het rooster optreedt, wordt do
electronenstroom minder, de stroom van de plaat
naar den luidspreker natuurlijk dientengevolge ook
en de luidspreker zal een tikje laten hooven. De
spanningen in de antenne en op het rooster wisselen
met zér groote snelheid, zoo snel. dat zij volkomen
het electrisch equivalent van de geluidsgolven zijn.
die voor den microfoon werden gemaakt. Met
dezelfde snelheid wordt dus in de radiolamp de
stroom veranderd in sterkte, en die veranderende
stroom veroorzaakt in den luidspreker weer de
muziek.
*
* *
?
Aan deze uitlegging is een groot voordeel: zij
is zér oppervlakkig, maar zij geeft toch weer. wat
er zoo in het algemeen in een radiolamp gebeurt.
Men kan er ook uit afleiden, dat de konstruktie
van de radiolamp een ingewikkelde geschiedenis
is en dat men er op uit was om de konstruktie te
vereenvoudigen. Men heeft b.v. geprobeerd om
het rooster buiten de lamp aan te brengen, wat
een zeer groote vereenvoudiging zou zijn. Dat
stuitte op groote bezwaren. De eerste lampen, die
men volgens dit systeem maakte, bewezen wel.
dat er wat van te maken zou zijn, maar het buiten
op het glas aangebracht rooster had veel te weinig
invloed op den electronenstroom. liet zat te ver
van dien stroom verwijderd. Toen vond men er
het volgende op: men bouwde aan de lamp een
soort uitwas, zooals in het tweede gedeelte vai
het teekeningetje te zien is. en zette daarin den
gloeidraad. Kr om heen werd op het glas een
metaallaagje gebracht, dat als rooster dienst deed.
De spanningen van dr antenne werden op dat
metaallaagje gebracht en beïnvloedden zoo. door
het glas heen, den electronenstroom. Het resultaat
was beter, maar nog onvoldoende. Totdat een
Telefunken-ingenieur de reddende idee kreeg:
waarom houden wij toch zoo vast aan den ronden
vorm der lamp? Waarom maken wij dien uit
bouw" niet grooter, of eigenlijk, waarom laten wij
het overbodige stuk van de lamp niet vervallen
en maken haar heelemaal plat? Dan zitten wij
met het rooster vlak op den electronenstroom en
beïnvloeden dien over een veel langeren weg.
Zóó ontstond de staaflamp. Het voordeel is twee
ledig. De fabrikatie is uitermate eenvoudig. De
lamp bevat niets anders dan een vertikalen gloei
draad en aan den anderen kant een vertikaal
plaatje. Het rooster is er buitenop gespoten.
Het tweede voordeel is, dat de lamp ongevoelig
blijkt voor gebrom uit het net, voor zoover dat
direkt op het rooster terecht komt, hetgeen de
lastigste vorm van storing is, omdat de
muziekgolf er direkt mee gemoduleerd wordt. In het alge
meen is de staafdetectorlamp voor storingen van
zeer lage frequentie zeer ongevoelig. Dat wil niet
zeggen, dat zij niet gestoord wordt, maar zij laat
deze storingen niet door. Voor een luchtstoring b.v.,
veroorzaakt door een bliksemstraal, staakt zij ge
woon haar werk en hoort men dus, in plaats van het
onaangename geroffel en geknetter van
de luchtstoring, een oogenblik niets.
Doordat de lamp voor laag-frequent gebrom
uit het lichtnet ongevoelig is, kan zij ook
direkt verhit worden. D.w.z. dat de gloei
draad niet met gelijkstroom, maar met
wisselstroom tot gloeien wordt gebracht
en dat daarbij niet de eigenlijk
electronen-uitzendende oppervlakte is gescheiden
van den gloeidraad, zooals bij de indirekt
verhitte lampen, maar het de gloei
draad zelf is, die de electronen uitzendt.
De staaflamp is dus een direkt verhitte
wisselstroomlamp van kleine afmetingen,
die goedkooper dan andere lampen kan
zijn. Hoe de lampen het op den duur doen, zal
moeten blijken. Maar het moeilijkste deel van het
probleem is opgelost en de rest zal wel volgen.
Ken veel lastiger probleem is de z.g. koude lamp,
waarbij geen accu of geen wisselstroom noodig is
om den gloeidraad te verhitten, aangezien die er
niet is. Voor deze week is echter mijn artikel
alweer lang genoeg !
Plaat
Nieuwe Uitgaven
Dierkunde-album door I. Nauta en dr. J. J.
Prins. Ken voortreffelijke verzameling uitstekende
foto's en gekleurde platen (met omslagteekening van
Machiel Wilmink.
Allerlei voor orgel (harmonium) bijeengebracht
door J. A. de Zwaan en K. Veldkamp. Doel III
eenvoudige oorspronkelijke 2-, 3- en 4-stemmige
zettingen, orgelwerken van oude meesters (voor
gangers en tijdgenooten van J. S. Bach); bewer
kingen voor orgel van bekende instrumentale
composltiën, van vocale compositiën met
toege voegden tekst, en bijdragen van Nederlandsche
componisten.
l'itgaven P. Noordhoff en Co., Groningen.
Smalfilm-Amateur-Kinematografie
onder Kino-technische
leiding van Joris Ivens
Vraagt brochures
en demonstraties
CAPI
115 KALVERSTRAAT
Amsterdam C.
BQ CAPI vakkundig» raad «n voorlichting.