Historisch Archief 1877-1940
Nó. 2781
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 SEPTEMBER 1930
HALT FIETSERS!"
door Mr. E. van Bolhuis
DE ingang van het nieuwe rijwielbelastingjaar
ligt nog niet lang achter ons. Daarom zullen
de zeer vele fietsers in ons land zich zeker voor het
volgende interesseeren, nu zij de kleine ergernis
vanwege den fiscus waarschijnlijk nog niet geheel
te boven zijn gekomen !
Gelijk men weet, moet ieder rijwiel, dat op den
openbaren weg wordt bereden, voorzien zijn van
een voor het loopende jaar geldig belasting?merk",
dat volgens de voorschriften van den Minister van
Financiën zichtbaar aan het rijwiel moet zijn beves
tigd. Op de naleving van dit voorschrift wordt van
zelfsprekend controle uitgeoefend. Met het opsporen
van de overtredingen van de rijwielbelasting wet
zijn belast de ambtenaren der invoerrechten en
accijnzen en de ambtenaren van rijks- en gemeente
politie. Deze zijn bevoegd ieder rijwiel, dat zij
op den openbaren weg aantreffen, te onderzoekin.
Wordt het bereden, dan zijn zij bevoegd daartoe
den berijder te doen stilhouden en hem desnoods
met geweld tot stilhouden te dwingen. Bij ont
dekking eener overtreding der wet zijn zij bevoegd
het rijwiel in beslag te nemen en op te brengen
naar het naastbij gelegen ontvangkantoor der
accijnzen. De ontvanger heft, desverlangd, het
beslag op tegen zekerheidsstelling van het maxi
mum der geldboete (? 25 of ? 10.?).
Deze voorschriften zijn niet malsch. Bij
niotopvolging van het bevel tot stilhouden zullen de
ambtenaren den weerspannige daartoe mogen
dwingen. Volgens de memorie van toelichting op de
wet is de bevoegdheid tot in beslag nemen verleend,
ten einde het verbod om zonder belasting,,merk" te
rijden met kracht te kunnen handhaven. Inzon
derheid," zoo kan men lezen, is deze bevoegdheid
noodig bij het instellen van bekeuring tegen onbe
kende personen."
Een en ander lijkt duidelijk, maar is blijkbaar
nog niet duidelijk genoeg dan dat de hooge raad
geroepen werd daarover, over art. 7 der wet, een
oordeel te vellen.
Wat was het geval? Te Doornspijk zat laatst
iemand op een rijwiel, dat niet voorzien was van
een belastingplaatje. Dat zag de rijksveldwachter.
De man behoefde het rijwiel dus niet meer te
onderzoeken en den bestuurder daarvoor niet,
desnoods niet geweld, te doen stilhouden; maar
toch riep hij den wielrijder, ten einde het rijwiel
in beslag te nemen, om halt te houden en door het
opsteken van een zijner handen beduidde hij hem
zulks ook. Edoch, de onverlaat voldeed niet aan
deze vordering en reed snel door.... opzettelijk
.... Maar hij kwam met den strafrechter in
aanraking!
De rechtbank te Zwolle oordeelde bewezen
hetgeen aan den man ten laste werd gelegd, in het
kort hierop neerkomende: het opzettelijk niet
aan de krachtens de bepalingen van art. 7 der
rijwielbelastingwet gedane vordering van genoem
den ambtenaar voldoen. Echter. ..., let wel, er
volgde een ontslag van alle rechtsvervolging.
Het hof te Arnhem bevestigde het vonnis in
hooger beroep. Volgens dit college had de rijks
veldwachter noch krachtens wettelijk voorschrift,
noch stilzwijgend het recht tot het doen der vor
dering gekregen. De enkele bevoegdheid om een
rijwiel in beslag te nemen sluit naar zijn oordeel
niet in het recht tot het doen eener vordering om
tot dien maatregel in de gelegenheid te worden
gesteld. En daarom was de wielrijder niet ver
plicht om aan de gedane vordering gevolg te geven.
De procureur-generaal bij het Arnhemsche hof was
het met het gevallen arrest niet eens en ging in
cassatie; hij zag n.l. in het aanroepen om halt te
houden een vordering krachtens wettelijk voor
schrift. Doch ziet, ons hoogste rechtscollege
TE MAGER
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
E:VADERLAHDSCHE:PE
VAM KNOUL6N(vo*
Ga maar cfoor met je beest.... naar den vilder!"
schaarde zich aan de zijde van rechtbank en hof.
lïet overwoog, dat, wanneer, gelijk hier het geval
is, de ambtenaar, met het opsporen der overtre
dingen belast, een verdachte, ten einde het rijtciel
in beslag te nemen, beveelt halt te houden, er geen
sprake kan zijn van een vordering, krachtens de
bepalingen van art. 7 der rijwielbelastingwet ge
daan. En ook bracht volgens den hoogeri raad de
bevoegdheid tot inbeslagneming geenszins de be
voegdheid tot het doen stilhouden van den be
rijder mede, al bestaat die bevoegdheid wel
voor het onderzoek van het rijwiel voor het vaststellen
der overtreding.
Men voelt het verschil? De bevoegdheid om
den fietser, desnoods met geweld, te doen stil
houden, is slechts verleend om een eventueele
overtreding vast te stellen. Is die overtreding reeds
vastgesteld, gelijk in het Doornspijksche geval,
dan bestaat die bevoegdheid niet, al is de opspo
ringsambtenaar wel bevoegd krachtens art. 52
van het wetboek van strafvordering om den
verdachte naar zijn naam, voornamen eri
wooiiof verblijfplaats te vragen en hem daartoe staande
te houden. Hij ontdekking der overtreding mag
het rijwiel iri beslag genomen worden, maar de
opsporingsambtenaar heeft niet de macht gekregen
om daartoe alleen den wierrijder te doen stilhouden,
terwijl dit juist volgens de telasteleg'ging -/?elve
door den verbalisant was beoogd, liet sluit dus als
een bus. Het feit, dat de rijksveldwachter den
fietser (waarschijnlijk) kende, zal hem parten
hebben gespeeld, want anders had hij wel gebruik
gemaakt van de hem bij art. 52 van het wetboek
van strafvordering verleende bevoegdheid ! En
in dat geval zou er waarschijnlijk geen haan naar
gekraaid hebben, dat de rijksveldwachter dit middel
aangreep mede voor een ander doel. Trouwens
al zou hij zich zeil verraden, dan zou zich dit
waarschijnlijk naar anologie van deze zaak eerst
wreken, wanneer hij van art. 52 van het wetboek
van strafvordering gebruik maakte bij het doen
staande houden van een hem bekend persoon
alleen om een rijwiel in beslag te nemen na het
vaststellen der overtreding.
Deze questie toont, dunkt ons, wel aan, dat de
strafwetgeving vol voetangels en klemmen zit
zelfs voor de liandhavers der wet zelve. Niet alleen
de ..overtreders" van strafbepalingen hebben
daarvan den last. Misschien zijn er wel fietsers
die deswege een weinig leedvermaak niet kunnen
onderdrukken, vooral nu, kort na het offeren
van hun belastingpenningen !
LE CHAMPAGNE EN VOGUE
JAGER-GERLINGS HAARLEM