De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 27 september pagina 17

27 september 1930 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2782 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 27 SEPTEMBER 1930 t» J * -* t<«S* Lloyd George; Also vorwarts die fTerren Israeliten aus Polen, wer will noch eine Konzession haben Die Polen kennen ja vor Hunger verrecken, nur ciaG ihr satt werdet. Die aan de touwtjes trekken .... Een Internationaal Politiek Prentenboek WAT ook de uitwerking moge zijn van het brouwsel dat Adolf Hitler c.s. thans in den Duitschen heksenketel stoken, zeker niet dat het een einde maakt aan dien specifiek Duitschen hobby voor het leveren van omvangrijke bespie gelingen over allerlei onderwerpen, die bij andere naties hoogstens in een dikke brochure weerklank zouden vinden. Wel is er in den laatsten tijd een kentering in die neiging te bespeuren: de omvang van menig boek werd minder groot dan ze eenige jaren geleden geweest zou zijn.Dat is het aangeboren aanpassings-vermogen van den (intell jctueel-creatieven) Duitscher dat hem geenszins immuun deed zijn voor den geest der tijden. De moderne, nerveus gejaagde mensen vindt geen bevrediging in uit voerige beschouwingen. Hij verlangt voldoening zijner geestelijke behoeften in zoo beknopt mogelijken, snel overzichtclijken vorm; hij wil de aan prijzing zijner zakelijke belangen liever in een slag zin dan in een advertentie. Boven het lezen van een roman of het zien van een tooneelstuk ver kiest hij den inhoud daarvan in de gecomprimeerde gedaante van de film. Een karakteristiek product van dezen nieviwen tijdgeest was Tucholsky's foto-boek, een overgangs vorm tusschen voorheen en thans is het boek van Günther Thaer: Manner die am Globus drehen," een verzameling van internationale caricaturen van politieke kopstukken. 1) Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en het kan wel niet anders of het zien der caricaturen van vijandelijke politici moest oude wonden op nieuw open rijten reeds bekoelde gevoelens van wrevel bij Thaer weer wat aanwakkeren en hem bij de keuze der illustraties beïnvloeden, hem met onderbewuste voorkeur de figuren der buitenlanders zooveel mogelijk doen plaatsen in het felle licht van den haat die der Duitschers in den zachten schijn der spot. Het sterven van Streseman trof hem ongetwijfeld diep, maar het was hem, strevend naar objectiviteit en volledig heid geen beletsel om diens figuur in zijn boek op te nemen. Maar het moet hem tevens een maar al te gaarne aangewend argument geweest zijn om den zachtzinnigen aard der gekozen spotprenten op dien staatsman te verontschuldigen. Ook Rathenau, Ludendorff en Marx komen er genadig af de prenten uit Kladderadatsch en Simplicissimus hoonen hen wel, en geeselen zelfs, maar achter hun hoon voelt men toch steeds een zekere bonhommie die wel een lach van amusement vermag te ontlokken maar geen getuigenis aflegt van een uitgesproken vijandige stemming. Met kenbaar opzet ontleende Thaer hier zijn illustraties alleen aan Duitsche bladen en vermeed hij de, natuurlijk zooveel venijniger gestemde, Fransche en Engelsche. Voor Frankrijk, maar dan ook speciaal voor Frankrijk was er in het hart der Duitsche caricaturisten geen plaats voor ook maar een zweem van milder stemming. De prenten, door dien blinden haat gevoed, missen daardoor elk element van spot, zelfs de tamste ervan zijn niet onschuldig genoeg om caricatuur te kunnen heeten. Zij behooren thuis op het terrein der bijtende, nieedoogenlooze, kwetsende satire. Sterker treft deze gemoedsstemming bij verge lijking van de anti-Fransche prenten met de antiEngelsche. Engeland was met Frankrijk stellig Duitschland's meest gehate vijand. Maar deze vijandigheid was van jongeren datum, zij werd niet als die tegen Frankrijk den caricaturisten reeds in de wieg ingeplant. En de schimpscheuten op zijn leidende politici, hoe fel bijtend ook menigmaal, ademen niettemin een ondertoon van zekere goed moedigheid; boven de vijandigheid uit davert dikwijls de gulle lach. Een prent bijv. als die waar Lloyd George en Chamberlain samen een liedje van volkeren-vrede zingen hoont weliswaar, maar op een wijze, die slechts amusant en geenszins Evviva il Ré! Der König von Italien feiert sein 25jahriges Regierungpjubilaum. L'Entente terrible. Wcr ist di Demaskierung. John Bul] und Onkel Kam: Also das ist das wahre Gesicht der schonen Marianne, für die wir die ganze Zeche bezahlt haben! -MflgdcliiirelBCht Zdtung." kwetsend is. Ken y.cker satanisch genoegen moet Thaer gesmaakt hebben bij het overnemen uit ..Le Hire." van een spotprent op Kamsay Mac Donald. a!s gekroond koning op den troon gezeten. Niets kan toch immers iemand inniger doen. gnuiven dan te constateeren hoe zijn gezamenlijke vijanden elkaar onderling gaan hoonen ! Slechts nu en dan flitst de haat even wat hooger op. Zooals in de spotprent <>]) den ..scherpen blik''ViUi den geblinddoekten Lloyd (ieorge, maar nergens bereikt hij de Die Drei: Wenn der Ker] so weiter macht, schaukelt er uns mitsamt dem Boot urn f KladdlTadauch." hoogte van den doodshaat, zooals die zich jegens Frankrijk vertoont. * * * Italië, Rusland en Amerika beslaan tesamen maar J deel van het boek. ook hier is over 't geheel de toon gematigd, hoewel Thaer vooral tegen d'Annunzio en Mussolini nogal zijn gal uitspuwt doet hij dit meer tegen hen individueel dan in politiek ver band. Mussolini hekelt hij a!s een gelukzoeker, die zijn optreden wijzigt al naar het hem in zijn kraam te pas komt. hij smaalt hem a!s zijnde d'Annunzio's ,,impressario." En beiden te samen worden gehoond in een voortreffelijke satire op koning Victor Emmanuel's 25-jarig regeerings-jubileum. waarop zij aan weers kanten staan van den troon, terwijl de jubilaris zelf in zoeten dut verzonken erop zit. /e werpen elkaar woedende blikken toe, zeggende: IVie is nou eigenlijk de jubilaris? Bij Rusland is er een sublieme prent van Ileine: de Tsaar en Leiiin naast elkaar op den volkeritroon des Hemels, vanwaar uit zij ridderorden op het Sovjet-volk strooien. Bij Amerika wordt president ('oolidge afgebeeld als Janus met de twee aange zichten, naar Duitsche zijde met den vredespalm, naar Amerikaansche met liet zwaard gest iculee rend. In zijn commentaar bepaalt de schrijver zich tot wat algemeene liatelijkheden zonder dieperen zin of bijzondere vinnigheid. Afgezien van de kortswijl die het dan ver schaft, vraagt men zich af welk nut de publicatie van Thaer's boek. nu nog heeft. Het mist elke paedagogische kracht, die het boek van Tucholsky in zoo hooge mate bezit, het slaat niet, het kerft niet, het ontleedt niet, het is niets meer dan de zichtbare vertolking van in Duitschen boezem levende gevoelens, wier aanwezigheid ons reeds lang bekend was. Het is in zijn belichting veel te nzijdig om als ,.document-humain" uit de na-oorlogsjaren voor den cultuur-historicus eenig belang te kunnen hebben. Voor den tijdgenoot is het niet meer dan, om met den schrijver zelf te spreken: ,,Tm Grunde nur eine Projektion des tragisch oder lacherlich Altaglichen au t' etwas grössere Flache." En het mag dus genoegelijk worden gesignaleerd a.ls een overbodig product van Duitsche commentaarzucht. WYBüMETER, 1) (iiiitthcr Timer. Marnier die tnn Globits drehen. Karikaturen-a Kslene der \Velt-politik. Otto Franke. Verttitjs-yeselschaft. lierlin. 1930.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl