De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 4 oktober pagina 10

4 oktober 1930 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

8 * Jupiter (Paul Huf) Het fAmsterdamsch Tooneel: Giraudoux' Amphitryon.". Hollaudsche Schouwburg; r7EV7ENENDERTIG maal sinds Plautus hebben *-J de comedie-schrijvers zich veroorloofd om den draak te steken met den edelen, al te edelen Amphitryon, die n nacht zijn even schoone als trouwe Alcmène aan Jupiter moest afstaan, juist omdat zij zoo schoon en juist omdat zij zoo ti'ouw wa,s. Jupiter kwam tot de vrouwen zijner aardsche begeerten zooals zij hem het liefste zagen: tot Leda f.ls een zwaan, tot Europa als een stier, tot Alcmène als Amphitryon. Zevenen dertig maal hebben de comedie-schrijvers Jupiter gered ten koste van den gehoornden Amphitryon. De achtendertigste Amphitryon" legde het zwaartepunt op de vrouw, de schuldelooze, ver standige, kuische Alcmène en maakte haar mach tiger dan den machtigen Amphitryon, machtiger dan den oppermachtigen Jupiter. De Alcmène van Giraudoux heeft Jupiter niet noodig om de gevol gen van haar avontuur in het reine te brengen, dat van den jongen Hercules, die eens als vrucht van deze nacht geboren zal worden, is voor Girau doux van latere zorg. (Naar uit de mythologie bekend, werden het gelukkig tweelingen.) Dit ideaal aller huisvrouwen en aller huwelijksche liefde weet van aanpakken en van een han delen naar bevind van omstandigheden. Men volgt haar met genoegen in hare perikelen. Zag zij werkelijk Jupiter als minnaar gaarne, zij had het voor Amphitryon niet beter kunnen verbergen. Was zij werkelijk Amphitryon trouw gebleven, zij had het Jupiter niet beter kunnen openbaren. Jupiter en Amphitryon beteekenen beiden niets tegen haar doorzicht en slag vaardigheid, hun handen staan verkeerd" en dat zij beiden, Alcmène echter zeker niet, de nederlaag lijden, is overduidelijk. Met de wonderlijkste middelen is Giraudoux dit klassiek geval van force majeure" gelukt. Het schijnt wel, dat het vak voor Giraudoux, die twee jaar geleden toch aog wat onwennig tegen het voetlicht stond te knipperen, geen geheimen meer heelt. Er is hier weliswaar een woorden vloed, waaraan de quantiteit en vooral de qualiteit der daden onevenredig is, een verrukkelijk zorge loos divageeren in de onderwerpen van den dag en Giraudiaansche stokpaardjes, er is hier in dit zwevende stuk ook wel het een en ander, dat HET AMSÏR Giraudoux9 Amphitryon" in Ecclisse (Anna Sablairolles) men alleen onder den ban van het geestige bonmot en de weergaloos handige compositie aanvaardt. Maar niettemin, al laat dit stuk dan ook meer aphorismen dan werkelijke indrukken achter, is hier toch tooneel, comedie, met zoovele trouvailles en finesses geschreven, dat men zich gewonnen geven moet. Giraudoux, de novellist, schrijft tooneel. Zijn Siegfried" was nog wat stroever, langdradiger, hoewel boeiender en groot er van ge durfde conceptie. Zijn Amphitryon" is echter in zijn kleiner formaat een sierwerk, gecompliceerd en in zichzelf besloten als een sonnet. Het kan zijn, dat voor een derde comedie de gekunstelde perfectie van Giraudoux een gevaar blijkt. Reeds thans blijft er een onberedeneerbaar gevoel achter, dat Giraudoux aan het vrouwen ideaal, dat hij met zooveel speelsche overtuiging verdedigt, niet werkelijk gelot ft. Wat zij in de latere jaren van dit bijna belachelijk volmaakte huwelijk zal doen, Amphitryon, als een komisch geziene Othello, wordt reeds grijs aan de slapen en Alcmène heeft zoo haar eigen gedachten over zijn fraseeren over eer, paarden en oorlog,?dat ware stof voor een nieuwe comedie, waarbij Jupiter's kus der vergetelheid, die hij thans aan het slot niet al te zedig op haar schoone lippen drukt, wel eens anderen invloed zou kunnen hebben. Alcméno is vóór alles een vrouw, die partij weet te trekken van de omstandigheden en niet voor niets valt in den scherpen dialoog eenige malen het woord chantage" en die omstandigheden waren haar gunstig. Als zoodanig, Dramatische Kroniek Teekening voor de Groene Amstc n in opzet n in menig détail, het.ft dit stuk een opvallend pendant in de eveneens op anticlimax gebouwde, modern-archaïseerende heldencomedic van Krskinne The Private Life of Helen of Troje", dat een moralitélégendaire" in novellevorm in Amerika een succes de scandale" had, tegenover het succes de snobisme" van Giraudoux in Parijs. Toch geloof ik, dat men Giraudoux onrecht doet door in het midden te brengen, dat ook de conjunctuur voor dergelijke comedies gunstig is. Ongetwijfeld is Giraudoux een kind en kenj ner van zijn tijd en zal er wie weet hoe spoedig reeds wel iets van zijn glorie tanen als de schijnwerpers elders gericht worden en het decor ontluisterd" is. Maar anderzijds, hoeveel ware humor ligt er toch in de duizend psychologisch geraffineerde détails, zoowel in Siegfried" als in Amphitryon" (om bij de tooneelstukken te blijven), een soort psychologie, die ver boven de personages uitgaat en hem die hedendaagsche allegorieën doet schrijven, welke haar waarde ontleenen aan den dubbelen zin en de bij gedachte" bij wat door zooveel anderen zws,arwichtiger, eindeutiger", maar daarom geenszins minder belangrijk en scherp gezegd wordt. Hoe knap is dat balanceeren op de scherpte van een mes tusschen een klassiek thema, waarbij alle zinnebeelden tenslotte mythologisch ver antwoord zijn, en moderne levensbeschouwing, die venijnig bepaald is door de pointe van zijn door en door Joodschen humor. En wel vér zijn wij hier af van het goedkoope contrast tusschen hedendaagsch en antiek leven, parodieën in den trant van de Bonne Helene" van Jules Lemaitre. of zelfs de Belle Helene" van Meilhac?Halévy! Giraudoux tast niet het eene ten koste van het andere aan. Hij sublimeert beiden in het almenschelijke, tijdeloos in een synthese van beider tijdelijke herkomst. Zelden b.v. is een Am phitryon, met zijn eigen argumenten en in zijn eigen sfeer, belachelijker geschil derd dan in de mannelijke" taal, waarmee hier een krijgsman" ten voeten uit geheeld wordt, terwijl men toch tegelijkertijd met hem afrekent. Molière's Amphi tryon" die trouwens zijn hoofdwaarde ontleent aan de figuur van den bediende Sosias, die bij Giraudoux een vrij onbelangrijke episode wordt doet hier, met zijn om de drie woor den uitbrallen van honneur" en imposteur", bijna vaal ap.n. Hoe zorgvuldig is ook die vermenschelijking, die Jupiter zoo moeilijk valt en het altijd Olympische, traanlooze oogen zonder nuance en een baby-huid, dat hem blijft aankleven, hoe kostelijk daarnaast die diviene zwakheden, in het tweede bedrijf, als Jupiter een weinig verstrooid, ingebeeld en naar de clou" der manifestatie hunkerend, die ochtend lijke uren met de reeds weer volijverige en huis houdelijke Altmère zoek brengt. In het derde bedrijf, als hij, Jupiter Tonans opnieuw, Arr:ihiMerc, (Cruys V

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl