Historisch Archief 1877-1940
'ÖN E?L
Hollandschen Schouwburg
oor Henrik Scholte
vimer" door B. van Vlijmen
'on voor de eerste maal begroet: Aha, Ie
jiqueur de la grande bataille de Corinthe?"
Mercurius dezen Serinissimus moet aanstooten
toefluisteren, dat hij goddelijkerwijze
anti>eert en dit wapenfeit eerst vijf jaar later
: gebeuren. En aan het slot, dat piachtig
'oelige debat over de vriendschap, qui
jouple les créatures les plus dissemblables et
rend gales" een door Alcmène zoo
vrouwe; geraffineerd en zoo overtuigend gevoerd
oat, dat woorden alleen hier levende menschen,
n bloedelooze sophismen scheppen.
* *
*
3et is geen wonder, dat de bekoorlijke gesprek
i van dezen avond den naam Lucianus te binnen
ngen, Lucianus, die in zijn loflied op de liefde
ermalen zeide, dat de beste manier op tot de
ictijk der minne te geraken, alsmede om er
xrna weer af te raken, is om er samen een
>m over op te zetten. En als een uitermate
?istige vermenging van zijn Dialogen der Goden
der Schoone Vrouwen doet deze brillant
gevreven Ars Amatoria" van: modern
ciseleerrk op een oud patroon, menschen op den grens
a twee werelden.
Ms zoodanig trof ook de regie en de ensceneering
i Johan do Meester: op zijn beste oogenblikken
want ook hier bleef veel in de befaamde
inten" steken en de grootere gaafheid van
,.8ieg?d" werd niet bereikt gaven zij een zeer
ever en gevoelig evenwicht tusschen de handeling
het kleed, waarin deze handeling was gestoken.
en neiging tot paiodie en niettemin geen reëele
erduidelijkheid, waarbij dit stuk als een
zeepl uit elkaar gespat zou zijn. Het decor van het
rste bedrijf, met zijn lichten toon, zijn schoone
en oorspronkelijke oplossing
van huis, plein en stad,
was een voortreffelijk staal
van doelmatigen
tooneelbouw, die het spel niet hin
derde en niette min sterk
onderlijnde. De costumes
(van Rie Ciamer) hadden
dienzelfden toon van
tijdeloosheid op altijd Helleensch
gebleven motieven. Zoo
waren er prachtige dingen te
bereiken, Alcmène's heerlijke
balconscène" aan het begin
deed het beste verwachten.
Jammer, dat het decor
van het tweede bedrijf die
sfeer miste, leeg en gefor
ceerd aandeed, meer een
sanatorium dan een boudoir,
zoodat mendeopgetogenheid
van Jupiter, zittend in een
der stalen meubelen, wier
plotselinge ontdekking"
voor het tooneel nog steeds
parten schijnt te spelen,
over quelle belle charnbre !"
moeilijk kon deelen. Ook
het kunst-en-vliegwerk en
de heele tooneelmachinerie,
als het nachtelijk gordijn
achter den wakenden
Meri-ius en de ietwat al te .kinderlijk dalende
jmpus aan het slot hadden wel andere
oplosgen kunnen vinden. In dit heele slotbedrijf
mde de regie trouwens weinig lijn en zakte
\oors.telling bedenkelijk.
Als Alcmène speelde Elge Mauhs een van die
len, waarvan men niet weet wat men meer
Alcmène
(Else Mauhs)
bewonderen moet: de feil!oo/e opvatting of de
meesterlijke techniek. Haar Alcmène wes een dei
teerste en in al haar gecompliceerd raffinement
toch een der eenvoudigst aansprekende vrouwen
rollen, die er in lang op e>ns tooneel te bewonderen
vielen. Eerens als Amphitryon had de emphase
en de kloekheid, die deze rol op gelukkige wijze
voor een teveel aan mannelijkheid" behoedden.
Huf wist dunkt mij met Jupiter geen raad, bij
scheidde zijn Jupiter-als-Oppergod en
Jupiter-alsAmphitryon zoo ongeveer als Faust voor-en-na
de verjonging en miste in beide gevallen de
diviniteit, die niet alleen met declamatie bereikt kan
worden. Als Mercurius had Crur's Voorberg
vooral het vooreleel van zijn zuivere plastiek,
terwijl zijn stem steeds buigzamer en voller begint
te worden.
De epise>de van I.eda, die Giraudoux eenigszins
met de haren er bij sleepte en waardoor er een
overigens zeer dwaze, doch ook voor parodistische
vergroving zeer gevaarlijke knoop mér in de
handeling gelegd wordt, vond in Noll Knoop een
zwakke vertolkster. Een eveneens wat ..van
buiten af" en kennelijk met
Shakespeare-analogieën ingebracht clownstrio was vooral van
aankleeding alleraardigst. De Trompetter (van
Jo Sternheim) zag er uit als ec-n Albanees uit een
operette, de Krijgsman (van Caipentier Alting)
was alleen maar decoratief, en ele rol van Sosias
(van Bob van lersel) had geen ander lot dan wat
Molièn'e's Sosias-als-hoofdpe>rse>on zoo bescheiden
lijk van zichzelf zegt: .,d'être homme et de parier".
Hij had noch verband met het stuk noch met zijn
T
Amphitryon
(Henri Erens)
meester en mocht alleen de dwaze proclamaties
voorlezen. Mevrouw Anna Sablairolles speelde
gemoedelijk en levendig, in het costuum van een
ouderwetsche baker, de rol van de voedster
Ecclisse, waaraan door Giraudoux meer zorg
was besteed.
Dat echter al deze bijfiguren, ja alle rollen
behalve Else Mauhs, wat zwaar aandeden en het
snelvnur van den dialoog vertraagden, lag wel in
de eerste plaats aan het stuk, dat zooveel esprit"
heeft, aan onzen landaard en ons temperament
vreemd, en dat ook ondanks de zeer ver
dienstelijke vertaling van Victor van Vriesland,
dat zekere wetten der nationale zwaartekracht
haar tegenwerkten. Het zal trouwens de vraag
blijven of ons publiek op den duur stuk en ver
tooning accepteert. Voorloopig zal een mooi
gerestaureerde Hollandsche Schouwburg echter
wel een goede trekpleister zijn.
De wintertijd gaat in
We krijgen hedennacht een extra uur
op onzen levenstijd. Da's meegenomen.
Een uur van vreugd, verdriet of avontuur,
een uur van waken of een uur van droomen,
en, bovenal: een uur van gratis-huur. .
De bakvisch heeft haar plannen al gereed.
Haar clubje zal dien avond profileeren.
Het extra uur wordt aan ge-jazz besleed.
Dat is tien dansen meer dan andere keeren ;
tien partners meer dan tiet gewoon dieet,
De dicltter zoo hij theoretiseert
zal 't nachtelijk feestuur aan zijn muze vrijden,
of zoo hij ook de liefde practisch eert
zijn uitverkorene een leest bereiden
dat zelfs den loop der sterren fier trotseert.
De brei- en naaikrans kan den extra tijd
voor haar gezellig praatje best gebruiken,
en onder 't mom van de liefdadigheid
drie reputalies meer dan anders fnuiken,
tot meerder eer van de gezelligheid. .
En ik. . ii'at doe ik met den extra stond
dien 'k heden van mijn levensboom mag schrapen . . ?
Zoek ik het feest. . het glas. . een roode mond,
de liefde en de dans. . 'i Och. . nee. . 'k ga slapen. .
Ze zeggen altijd: slapen ?',< gezond. .
MELIS STOKE
IK
'i: