Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 OCTOBER 1930
No. 2783
Schilderkunst
door A. Plasschaert
Vincent
Na Nuenen is Vincent den winter
85?86 in Antwerpen; in Februari
1886 gaat de schilder naar Parijs
<86?88). Parijs is in het werk van
Vincent uiterst merkwaardig. Het is
?zeker het tijdperk van de invloeden.
Wij kunnen daar Monet, Jongkind,
Raffaëlli noemen; Dela-jroix, Milist
-en Daumier erbij voegen en niet ver
geten Pisarro, Keurat en de Japanners.
We kunnen, onterecht, aannemen, dat
bij hem in het landschap iets
..figuur-achtigs" blijft maar P&rijs is nog
meer dai de plas.ts waar zijn kleur
zich wijzigde" (zij veranderde !). Er
is een andere verschuiving: het land
schap (natuurlijk gekarakteriseerd door
Jhet werk der rnenschen) en het stads
gezicht komen naar voren, en hot
?stilleven vermeerdert. De menschgaat
niet uit het werk; in Parijs maakte
2iij toch het zelfportret voor den ezel,
maar de belangstelling van Vincent is
"toch daar anders verdeeld dan vroeger.
Hij schildert er het portret van Le
père Tanguy, dat nu zoo zedig-rijp
van kleur is, hij schildert er nog meer
menschen, maar het aantal stillevens
is in vergelijking met vroegere p
rio?den, belangrijk vermeerderd. Is dat,
omdat het stilleven voor hem de
gemakkelijkste aanleiding was om te
studeeren; is het landschap, zonder
menschen bijna, door hem meer
gezocht, omdat hij zijn kleur ver
anderde en zijn schilderstrant, omdat
hij daar oen school volgde, die het
licht bestudeerde in zijn natuurlijke
verschijningen, en die verschijningen
"het meest zocht buiten, in het land
schap, of in het stadsgezicht, dat
een landschap voor haar was? Het
is mogelijk dit alles aan te nemen;
zeker is dat sterkbepaalde verande
ringen, in Parijs ontstaan, te
constateeren blijven. Het was daar misschien
geen opluchting voor hem, maar wel
een nieuw verlichten. Niet plotseling,
hoe wel snel.Bij Vincent zijn o vergangen
duidelijk. Dat is zoo zeker als dat er
invloeden op hem in werkten. Niets
-ontstaat en zeker niet in de
schilderkun«t, waarvan het ambacht zoo'n
rijk deel is, als een bliksemschicht. We
willen dit in de jonkheid onzer jaren
jgaarne gelooven en gaarne bewijzen
r(onstuimigheid bij onstuimigheid !)
maa,r het is niet waar in den zin: het
is niet gebeurd. Elke wijziging, elke
verandering is, verhoudingsgewijs, een
product van een lang, soms verborgen
voor-spel.
En wat was do invloed van de
Japanners op Vincent? Natuurlijk
was er de invloed, die de Japanners
toen op de nieuweren hadden, maar
er was in hun teekenen een kracht, die
Vincent, den teekenaar, moest treffen.
Ik bedoel, dat niot alleen het werk
Vincent bepaalde picturale vrijheden
moest geven, maar wij mogen, naar
mij schijnt, nooit vergeten dat Vincent
zeker een schilder, toch zou ik zoggen
bij voorkeur een teekenend
schilderwas. Dat wordt uitgemaakt door de
manier waarop hij zijn verf op het
doek brengt en op welke wijze door
deze opdracht het voorgestelde mede
wordt gefigureerd. Do techniek, hoe
wel die der nieuweren, houdt steeds
een sterk-teekenend element in. om
niet te zeggen een lineair element.
En ook dat is belangrijker, dan ge
denkt. Dit lineair element. de
omlijning van den vorm. brengt,
later sterker, een eigenschap bij
Vincent, die wij tegenwoordig het
-decoratieve te gemakkelijk lieeteri en
die daarin bestaat dat wij de grooter
genomen kleurvlekken omgeven door
een lijn. Dat is, het spreekt vanzelf
niet de eenig'e wijs om decoratief te
zijn, maar de lijn, ook als lijn alleen
gedacht, is een gaarn-gezocht hulp
middel om duidelijker en grooter
verdeeling aan te geven in een
ruimversierd oppervlak? In dit opzicht
zou Vincent voor de lateren ook
gemakkelijker te verstaan blijken
lijkst aanvaardbaar, steeds voor dien
leek, die (hoe kan het anders?) er ook
de poëzie van de lente in erkent, die
geen mensch laat onberoerd. Maar
moeilijker moesten dien goedwilligen
leek stillevens zijn als ,.de koffiekan
en (ook een stilleven) de barken op
het strand. In zulke schilderijen is de
kleur op een andere wijs ondervonden,
en dus neergezet. Decoratiever ! Ik
zal niet zeggen, dat ik deze stillevens
tot Vincent's beste werken reken.
Ik doe dat niet, maar ik versta,
waar hun moeilijkheid is voor de
goedwilligen leek. en waar deze over
Vincent gaat aan het meepraten en
napraten (wij hebben in Holland zoo'n
kwceker van mee- en napraters !)
V. E. van Uytvanck
(Tentoonntellint/ ..De Kring" ie Amsterdam)
Portret
dan voor zijn tijdgenooton; hij was
daa.r zelfs van een andere periode.
In Parijs kon Vincent haast zacht
zinnig wezen in zijn pogingen naar hot
nieuwe, zou hij dat feitelijk zijn te
A rlev, waarheen hij in Februari 88
gaat (?Mai S!)), (ie zult zeggen: in
zijn bloeiende boomgaarden ! Er is
daar zeker een teederheid. die niet
ten eerste een klaarheid is. Er is
daPii' een vondst, een i/croiidcn voor
stelling, dat hooft de tijd wol uitge
maakt voor wie het indertijd niet
zag. (!c zoudt zeggen: Vincent is.
anderszins, daar in zijn werk het
moest handzaam; het meest gemak
kelijk te haiiteoroii voor den leek:
hij is daar in zijn kleur het
gernakkeEr is hier een klaarte, die voor dien
naprater niet meer van de poëzie is.
Verkoordolijk meent hij dat, maar h.ij
meent hot. En wat moet hij wol vinden
van de portretten als de
Postbode, van do
Berceuse. va.11 het zelfportret
met hot verwonde oor.
dat in zijn tragisch woy.en
(och. in kleur (schijnbaar)
yoii klaar bleef; van Ueri
Zntiaa.f met hot stout
moedigst gosohildord tuks
muur or acht er ("en «tuk
muur. dat -/.achtzinniger
Mat thieu Wiegman bij zijn
.lob zou schilderen) Of
schoon ook in d ozon tijd
in Arles de portretten ver in de minder
heid zijn tegenover de andere onder
werpen, zijn de genoemde koppen in het
werk van Vincent, toch van de belang
rijkste. Meer voor mij dan de
Arlesienne; meer dan het in zwartgekleede
figuurtje uit Parijs, dat aan Rtnoir
toch doet denken. In al deze wer
ken is de kleurklaarte ongerept,
ik bedoel die uit Arles, gezien
tegenover zijn brabantsche periode,
waar het moeilijke leven van Vincent
zich in grijzen en in donkerten open
baarde. Er is nog een verrassing in
het werk te Arles voor hem, die met
anderen om de zege van Vincent vocht.
Dat zijn niet de zonnebloemen (zij
staan in het algemeene teeken van
Vincent's aard) maar dat zijn enkele
landschappen, waar de storm, die
ons Vincent eens was, zich voor hem
gelukkiy te rusten lei, waar het werk
met andere woorden, een geluk ver
toont, een rust.
Maar de storm, al lei hij zich
in schoonheid wel eens neder (een
bedriegelijk poozen!) was niet over.
In Saint Remy vondt ge daaivan het
bittere getuigenis al zijn ook daar
rustpoozen; al is daar een sterk deco
ratief element in sommig werk (wat
een rustpoos beduidt !) In Saint Remy
wordt Vincent s onrust bitterlijk open
baar. En in overeenstemming met
wat hier herhaaldelijk werd beweerd,
dat onrustige openbaart zich weer in
de lijn. In Saint Remy is de
,,stroomende" periode. In de golvende, met
sprongen zich voortbewegende lijn,
wordt Vincent's wankel ovenwicht
picturaal bewezen. Ge vindt die lijn
in do olijvengaarden, maar ook in
het toch teeder-gekleurd portret van
den Ziekcnoppasser, in het Ravijn
(is ze al niet in de
gejapaniseerde zee van Arles). Zij is zeer
bizar nog daarbij in ..het
raadhuis'tc Auvers ('00). Daar staat op schrij'
nend-dwaze wijze eigentlijk dit huis
ergens op de aarde, die een onmogelijke
aaj'de was geworden, en dit schilderij
is voor mij schriller dan het laatste
werk, dat het meest bij zulken staat
genoemd wordt, het korenveld met
de kraaien. Het schilderij, van het
stadhuis doet soms aan werk van
Ensor denken ! Naar den geest !. . . .
In Auvers stierf plotseling Vincent.
Zijn werk kende een ommekeer, die,
door mij verwacht, toch verwonderlijk
nu en dan nog lijkt. Maar die ommekeer
was noodzakelijk. Dat bewijst ten
volle, do/.e tentoonstelling.
Morgengedachten in een
keurig kleed
Een drukwerk van Nyprls
Dr. P. C. Boutens' Morgengedach
ten op den vijftigsten geboortedag
van Wilhelmina van Oranje Nassau.
Koningin der Nederlanden (zooals de
onversneden titel luidt), die tot
avondlijk radio-geweber aanleiding zijn
geweest, verschenen onvernünkt, mét
de aangevochten passages, bij de
drukkerij en uitgeverij Leiter-Nijpel.s
te Maastricht. De Erasmus-Mediaeval
van S. H. de Roos komt prachtig uit
op het ivorenpapier dat in
oblongfoirnaat werd gesneden. De typo
grafische uitvoering is een voortref
felijk staal van go t d vakmanschap.
Smalfilm-Amateur-Kinematografie
onder Kino-technische
leiding van Joris Ivens
Vraagt brochures
en demonstraties
C&PI
115 KALVERSTRAAT
Amsterdam C.
BQ CAPI vakkundige raad on voorlichting.