Historisch Archief 1877-1940
No. 2783
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 OCTOBER 1930
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
Radio en Grammofoon
^
s>.
Rt~L
t',i
fiDe koude Radiolamp
door L. J. van Looi
Toekomstmuziek
O E radio heeft ons van veel dingen, die wij als
vaststaand aannamen, afgebracht. In den
beginne was een radiolamp inderdaad een lamp.
Je kon er de radioprogramma's bij lezen en er bij
schemeren. Heel lang duurde het niet of de radio
lamp gaf geen licht meer, want de z.g. oxyddraden,
die in de plaats van de helgloeiende draden waren
gekomen, gaven geen licht meer, en zij zaten
bovendien in een glazen omhulsel, dat van binnen
een spiegelaanslag had. Als je door een gaatje in
den spiegelaanslag keek, zag je nog een
zwakgloeiend draadje, dus met eenige fantasie was er
nog een lamp van te maken. Toen kwamen de
,,lampen", die met wisselstroom werden verhit, en
daar was heelemaal niets
vorlichtends meer aan te bespeuren. Want
daar zat de gloeiende draad bin
nen in een porceleinen buisje. Een
lamp zonder licht!
En nu? Het wordt nog erger.
Hebben we al een lamp zonder
licht, nu krijgen wij er nog oen
zonder warmte, de z.g. koude lamp.
Het wordt tijd, dat wij een andere
benaming gaan gebruiken voor
de radiolampen, want reeds thans
deugt de benaming op geen stuk
ken na meer.
De koude lamp werkt tamelijk
eenvoudig. Zij is eigenlijk het ei van
Columbus. Maar zooals Oolumbus,
(die het kunststukje met het ei
overigens heelemaal niet moet hebben uitgehaald, al
schrijven de geschiedenisboekjes het hem ook toe)
daarvoor minstens een ei en een tafel noodig had, zoo
waren er voor, de koude lamp eenige dingen noodig,
die men bij het ontstaan der radio nog niet kende
en voor een deel ook thans nog niet onder den knie
heeft. De trouwe lezers van mijn artikelen weten nu
wel, dat het geheim van de radiolamp zit in de
eigenschap om van den gloeidraad naar de plaat, die
met den gloeidraad niet in electrisch contact staat,
een stroom van de allerkleinste electriciteitsdeeltjes,
Rooster
Kathode
Volts
lampje
Zeist als Woonplaats»
BOUWTERREIN TE KOOP In bet centrum
van Zeist, aan den verkeersweg Utrecht
Arnhem, in de onmiddellijke nabijheid van
net Raadhuis, de Hotels Hermitage en Figl
en het Slot van Zeist. Prachtig opgaand
geboomte, stofvrije wegen, voorzien van
rloleering, ga», water en electriciteit.
Kadere gegevens worden verstrekt door de
K.T. PARK KERSBEBetEN,
Montanban?traat 4, Zeist.
de z.g. electroiien te laten vloeien. De olectronen
ontsnappen uit den gloeidraad, wanneer die wordt
verhit door middel van electrischen stroom. Bij
een bepaalden hittegraad behoort een bepaalde
hoeveelheid electronen, die uit den draad treden en
op de plaat, die rond den gloeidraad zit, terecht
komen. Die electronen vloeien weer van do plaat
af naar den gloeidraad terug, maar zij moeten
daarvoor den luidspreker of den transformator van
den versterker passeeren, waardoor zij geluid
kunnen veroorzaken. Die electronenstroom wordt
nu verminderd of gewoon doorgelaten, al naarmate
de spanningen in do antenne zijn, die door het
zendstation in onze ontvangantenne worden ver
oorzaakt. De noodzakelijke eigenschap van oen
radiolamp is dus, dat er oen
electronenstroom in moet kunnen
ontstaan. Het komt er daarbij
niets op aan, of die electronen
stroom door 0011 gloeidraad wordt
veroorzaakt of door iets anders.
Als wij oen electronenrosorvoir
konden maken on daaruit oen
stroom laten ontsnappen was het
ook goed.
Wij bezitten inderdaad zulk een
electronenreservoir,waaruit wij naar
willekeur electronen kunnen losla
ten. Reeds lang geleden heeft men
namelijk de eigenschap van verschil
lende aardmetalen, zooals Cadmium.
Kalium ook hot bekende Zink
ontdekt om onder don invloed van
licht electronen uit te zenden, liever gezegd: vrij te
maken, los te laten. Van die eigenschap maakt men
gebruik bij do televisie. Daarbij gebruikt men immers
het electrischo oog", wetenschappelijker gezegd:
een foto-electrischo cel. Zulk oen foto-eleotrische col
bestaat uit een plaatje, waarop oen laagje van een
aardmetaal is aangebracht, waartegenover een
gaasje staat, dat de uit do oude radiolamp bekende
,,plaat" is. Die plaat krijgt door-middel van een
batterij een positieve spanning on als er nu licht
op de kathode" (hot plaatje mot kal'ium) valt, dan
ontstaat er oon stroom van electronen van do
kathode naar do plaat. Hoe moor licht er op valt,
des te sterker is de stroom.
Zulk een i'eto-electrische col past men nu
voorloop ig nog in hot laboratorium -- toe bij do
radio-ontvangst. Ik geloof niet, dat ik over do
werking bij radio-ontvangst nog veel behoef te
verklaren. Het lijkt mij nogal duidelijk. Wij hebben
bij de foto-electrische cel oen voorwerp, dat voor
een electrononstroom kan zorgen, precies zooals
een normale radiolamp. Het eenige wat wij nu te
doen hebben, is: te zorgen dat de electrononstroom
vloeit en er dan, zooals bij elke andere radiolamp,
oen zgn. rooster in te brengen, tusschoii do katbode
Plaat
en de plaat, opdat de antennespanningen den
ilectronenstroom kunnen beïnvloeden. 1
Die electronenstroom veroorzaken wij door een
zaklantarenbatterijtje te laten branden op wissel
stroom op het lichtnet. Het is bij
laboratovium,proeven gebleken, dat dit voldoende is om de
foto-cel, waarmede men daar werkte, voldoende
te belichten. Men heeft dus ongeveer de opstelling
gekregen, die in het teekeningetje wordt geschetst.
Hot voordeel van zulk een lamp is de bijna
onk&grensde levensduur. Want voordat de lamp zijm
electrononuitzending staakt, kan een enkel jaartje
verstrijken. Van doorbranden van gloeidraden of
breken heef t'men geen last. Of het moest dan zijn
in het zaklantarenlampje, dat buiten de eigenlijke
radiolamp is opgesteld, en dat voor een paar
dubbeltjes kan worden vervangen. De constructie
van de lamp kan veel goedkooper worden dan die
van de tegenwoordige lampen. ..
Voorloopig is men echter met de koude lamp
nog niet klaar. Een groote moeilijkheid is nog het
feit, dat de electronenstroom vél zwakker is, dan
die van een normale lamp, wat een groot nadeel is.
Kri verder: de industrie heeft aan de koude lamp
nog geen behoefte ! Het zal dus nog wel even duren,
voordat wij met koude lampen gaan ontvangen.
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID
Nieuwe Uitgaven
Voor Vrij?, . . . Contact" van de
Soesterbergsclte vlie</hei, door Li. Vlieger A.
\'inily, uüijave Andries lilitz, Amsterdam.
Dit boek ia wat men noemt een bondel novellen,
maar een bundel heel frissche novellen. Er waalt
iets van vrijheid en frissche lucht door heen, die
weldadig aandoet. En daarbij is het onderwerp van
al deze schetsen nieuw, want het gaat allemaal
over het vliegen. De luitenant schrijft vlot on hier
en daal- bepaald zeer onderhoudend. De eerste
blinde passagier" is kostelijk. Maar waarom
moest dit boek zoo gewichtig de wereld in? Hét
begint met een inleiding van Hans Martin, dan
komt een inleidend hoofdstuk en dan volgen de
novellen, ieder als ..Hoofstuk" aangediend. Be
penteckeningetjes zijn aardig on passend, maar
vorder hooft hot boek tal van overigens zeer goede
luchtfoto's, die eigenlijk met den inhoud niots te
maken hebben on hot geheel een zwaarwichtig
voorkomen geven. Aardige, luchtige kost dus,
die door een te zware saus bedorven wordt.
v. II.;
VAM HELLES
TABAK
l'