Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 OCTOBER 1930
No. 278?
Lion Feuchtwanger's nieuwste boek
door Victor E. van Vriesland
Succes als onderwerp en doel
EEN vooruitstrevend kunstgeleerde in staats
dienst wordt, door politieke invloeden,
betiokken in een proces wegens meineed en, ondanks
een omvangrijke, door zijn geliefde tot zijn redding
op touw gezette actie, onschuldig tot drie jaren
gevangenisstraf veroordeeld. Hij sterft in zijn cel,
en zijn geliefde, die zich overigens getroost heeft,
maakt een klankfilm over het geval, om waarheid en
gerechtigheid achteraf nog eenigszins te doen zege
vieren.
Wie op deze wijze den. inhoud van Feuchtwan
ger's nieuwsten romanl) zou samenvatten, zou niets,
maar dan ook niets omtrent zijn werkelijke
beteekenis gezegd hebben. Want deze hoofdlijn in het
verhaal, nauwelijks uit de algemeene
fceekening naar voren komend, is
slechts het motief, -waarop en waar
overheen zich de veel gecompliceerder
schildering van drie jaren geschie
denis eener provincie" ontwikkelt. De
jaren zijn 1920-?'23, en de provincie ?
is Beieren, waar de geest, die richting
geeft, het achterlijke en primitief ge
westelijke vertoont, dat den schrijver
de benaming land" of staat" in zijn
ondertitel doet verwerpen. Het hoofd
motief wordt alleen maar als aanlei
ding gebruikt tot deze meer algemeene
historische kroniekschrijving. Daarin
wordt een zeer groote verscheidenheid
van gebeurtenissen, figuren, proble
men behandeld: de beide deelen van
het werk vormen tesamen een boek van bijna 1000
"bladzijden.
Met ontstellende knapheid heeft Feuchtwanger
het tijdsdocument geschreven van de hierboven
genoemde periode, die nog maar zoo kort achter
ons ligt. In de gansche moderne litteratuur kunnen
wij ons niemand anders denken, die zoo volslagen
onlyrisch, met zoo indringend vernuft, een zoo
pathetisch gegeven had kunnen projecteeren.
Koel overzichtelijk en als spelenderwijs belicht
Feuchtwanger uitsluitend de hoofdzaken. Datgene
namelijk, dat karakteristiek voor die jaren en
dat land, doch tevens voor alle tijden en landen
in. dieperen zin geldend is. Uit de enorme veelheid
der politieke, geschiedkundige, cultureele gegevens
heeft hij juist zulke verwerkt, die in hun kern als
algemeenzaam menschelijk probleem geldigheid
behouden, ook afgezien van hun belangwekkende
actueele en anecdotische waarde. Door een volmaak
te beheersching der chaotische stof, heeft hij in
dit boek een tegelijk zooveel omvattend en zoo
scherp beeldend werk tot stand gebracht, dat het
zijn vroegere romans gemakkelijk overtreft.
Uit die vroegere publicaties tot hier, is zijn
ontwikkeling overigens zonder moeite aan te wijzen.
Wij vinden duidelijk dezelfde karaktertrekken
van vroeger terug; alleen lijkt het, of zij eerst
thans de materie gevonden hebben, waarin zij
zich ten volle ontplooien konden. Uit Feucht
wanger's voorliefde voor den historischen roman
.Week reeds zijne neiging, om vooral een in zijn
universeelheid organisch beschouwden groei uit
te beelden. De, naar zijn oorzaken gemeten, traag
werkende, maar op momenten van crisis plotse
ling tot snelle bewegelijkheid en hevigheid verzicht
baarde gang van het leven interesseerde hem in
de eerste plaats. De onontkoombare noodlottigheid
daarvan, door tallooze, vaak verborgen factoien
.bepaald,dit was het, wat Inj in die romans steeds,
«n van zoo algemeen mogelijk standpunt, achter
de eigenlijke fabel wilde laten zien en gevoelen.
Slechts schijnbaar stonden zij buiten het tempo
en de bekommernissen van dezen tijd. Het ge
schiedkundig karakter van zijn werk moest hem
echter dienen, om den afstand te bewaren tot de
gevoelens, die hem. het naast aan het hart lagen.
Als zoodanig kan men er een voorschool in zien tot
. Erfolg". In meer regelrecht verband met den eigen
tijdschreef hij zijn, Amerika parodieerend e
Pep"gedichten, die niet boven een weinig oorspronkelijke
1) Lion Feugktwanger, Erfolg. Drei
JdhreGeachichte einer Provinz. (Gust. Kiepenheucr, Berlin).
aanpassing aan het oeuvre van bepaalde
tijdgenooten uitkwamen. Uit Drei Angelsachsische
Stücke", waarvan het in samenwerking met
Brecht geschreven Calcutta 4 Mai" het gaafste is,
bleek, hoe weinig zijn historisch werk hem uit zijn
eigen tijd geïsoleerd had. Daarin immers kwam een
volkomen vertrouwdheid tot uiting, niet alleen met
de techniek, maar ook met het beste van den geest
van het Duitsche expressionisme.
Erfolg" daarentegen bewaart min of meer de
werkwijze der historische romans, doordat de
gebeurtenissen beschreven worden als waren ze door
een kroniekschrijver uit een verren, toekomstigen
tijd gezien. Het maakt een curieuien indruk, in
zoo historiographische-n stijl overSuzanneLenglen,
de Potemkin-film, Oberammergau,
Freud, Stresemann etc. te hooren
spreken, en dan nog wel als in een
roman a clef" onder eenigszins ver
anderde namen. Van het
simultanéisme" der moderne Franschen, en
van de moderne film, heeft de
auteur den snellen Qeurschnitt" door
de meest diverse beelden geleerd. Tel
kens leidt hij de nieuw optredende
menschengrpepen of evenementen in
met een algemeen overzicht, vaak vol
statistiek en in reporters-stijl, maar
nimmer een dioge opsomming wor
dend. Dat overzicht resumeert dan de
toestanden en werkingen, waardoor
de meer bizondere geschiedenis
omraamd wordt. Geen maatschappelijke,
economische, zede-, rassen-, rechts-, staatkun
dige, biologische gegevens worden den lezer
dan bespaard. Dit alles in een toon, alsof
een encyclopaedie over een onbekend land en
volk uit de verre oudheid bericht. Zonder eenig
commentaar, doch zeer levendig door de sprekende
groepeering der feiten. De nauwe samenhang met
het verhaal maakt, dat men dergelijke
intermezzi niet als een onderbreking van de, zeer
dramatische, handeling ge\oelt. Deze wordt inte
gendeel, in een geheel van tijdsverschijnselen
opgenomen, sterker als noodzakelijkheid beseit.
In dit aan onzen eigen tijd aanknoopende,
uiterst spannende werk vindt men natuurgevoel
en behagen aan zintuigelijke waarnemingen in
veel geringer mate dan in?Süsz",waarhet visueele,
het plastische toch vaak nog doel op zichzelf was.
Daar werd ten slotte, niettegenstaande den
psychologischen grondtoon van het Look, toch zooveel aan
het schilderachtige geofferd, dat de kern van het
Joodsche vraagstuk en de Joodsche ziel, ondanks
al het aanwenden van diepzinnig kaballistische
elementen en de prachtige beginbladzijden van
het Vijfde Boek, slechts zeer onvoldoende gepeild
werd. Erfolg" daarentegen is volkomen
anthropocentrisch geworden.
Den auteur van Süsz" vindt men echter
terug in zijn machtige massa-schilderingen. Nimmer
zondert hij een individu af uit zijn omgeving, zonder
die omgeving, in al wijder kringen, als groep, als
milieu, als klasse, als volk, als ras, en in haar ont
staan, beweging, streven, verandering, met onver
getelijke helderheid weergegeven te hebben. Als
een eigen, bezielde persoonlijkheid, dynamisch
gezien en synthetisch begrepen, heeft de massa
niet minder zijn aandacht dan de enkeling. En
door haar steeds opnieuw in haar historisch verband
te plaatsen, doet hij haar op onvergelijkelijke wijze
leven.
Dit is een van de kenmerkende eigenschappen,
die dezen roman een zoo uitgesproken modern
karakter geven. Een andere is de aard van
Peuchtwanger's psychologie. Ik zeide reeds dat de ziel
kundige beschrijving van menschen het voornaam
ste onderworp van zijn boek uitmaakt. Men ver
wachte echter goen ontledende schrijfwijze, zooals
bij den vroogeren psychologischen roman.
Hij houdt zijn figuren schematisch: het zijn geen
menschen maar typen. Hij generaliseert. Abstracte
bedenksels worden het evenwel nooit: de schrijver
weet huil genoeg leven te verleenen om hen, on
danks deze vereenvoudiging, geloofwaardig te
maken. Hij geeft hun omtrekken scherp aan, met
een neiging tot het excessieve. Toch vermag hij
deze neiging voldoende te beheerschen, om zijn
personen voor het caricaturale te bewaren. Men
denkt aan een wemeling van over oen groot doek
verspreide Breughelfiguurtjcs; die van het tweede
plan zijn tot in onderdeelen even nauwgezet
geteekend als die van het eerste, zonder dat het pers
pectief ontbreekt. Alleen de centrale vrouwtfiguur
vertoont een teederdei, ietwat ge-idealiseerden
toets, evenals dit bij de vrouwen in Jud Süsz"
het geval was. Deze gansche, hoogst merkwaardige
portretgalerij beteekent overigens een intensifkering
van het leven, die ons het recht geeft den auteur
typisch romantisch te noemen. Hij teekent met
vollen inzet van zijn temperament, en veelal niet
zonder een flinke dosis haat. Maar in zoover is zijn
romantiek toch weder modern, als hier voldoende
afstand tusschen den schepper en zijn emoties in
acht genomen is. Een overdrijving in de richtingen
goed" en kwaad", als bij de historische roman
tiek, komt niet voor, en het temperament is omge
vormd tot koel wreede, maar eerlijke en onpartij
dige waarneming. Het naar aanleiding van Die
haszliche Herzogin" en Jud Süsz" vaak ten on
rechte gebruikte woord visioenair" zou ik dan
ook evenzeer voor Erfolg" willen vermijden:
daarvoor werkt Feuchtwanger met te bewuste en
overwogen middelen.
Een spoor van deze vinden we in sommige vaste
en eigenaardige stijlwendingen, die we ook in
Süsz" aantreffen, en die duiden op wat men het
episch decoratieve karakter van dit in groote
trekken geschilderde, zonder litteraire preoccu
patie ontstane tijdsbeeld zou kunnen noemen.
Ik noem slechts eenige voorbeelden. Op de eerste
twee pagina's van Süsz" vinden we een opsomming
van al diegenen, die het kiuisnet van landwegen
van het hertogdom Wurtemberg plachten te be
reizen. Dit geschiedt met het zelfde
zinsbeginvijftien tot twintig maal herhaald. Dezelfde store,.
otiepe herhaling vindt men in den zinsbouw van
Erfolg" I 13, vijf bladzijden lang. Een vaste
stijlfiguur van Feuchtwanger dus.
Een tweede aanwijzing voor het episch karakter
van dit werk ligt in het veelvuldig gebruik van
epitheia ornaniiu in Homerischen zin. Heeft
deauteur eenmaal een bevredigende karakteristiek
voor een bepaalden persoon gevonden, dan neemt
hij, in de vaart van de vertelling, noch de moeite,
noch den tijd, om bij de volgende gelegenheid, dat
diezelfde persoon optreedt, nieuwe, weer anders
genuanceerde adjectieven te zoeken om hem te
kenschetsen. Het geheele, omvangrijke boek door,
blijft dezelfde persoon zoodoende met de nu ?
eenmaal voor hem vastgestelde, onveranderlijke
bijvoeglijke naamwoorden gedoodverfd. Een hoogst
eigenaardig proci'd<;, dat in een naturalistisch werk
storen zou, maar hier aanvaardbaar is, waar men
het overigens minder frequent dan in .,Jud Süsz"
aantreft. Behalve bij de schrijvers der oudheid eri
hun directe navolgers, zag ik het nooit door f enig
ander auteur toegepast.
Als laatste, voor Feuchtwanger kenmeikende,
stijlwending, zoowel in Süsz" als in ..Ei-folg",
noem ik de aan het Fransch ontleende, hier ietwat
geaffecteerd aandoende zinsconstructie waarin
na een bepaling, onderwerp en werkwoord omgezet
zijn. In dezen trant: Irn Hauptsal dor M
fcelhandler schlief nicht gut". In München die
\Yahrhaft Doutschen triumphicrten."
Tegenover deze technische overeenkomstigheden
bleven hier echter achterwege de in hun werkingen
buiten de kunst liggende, occultische motieven van
Jud Süsz". Hier geen angst voor gebruikelijke, geen
hang naar ongebruikelijke gevoelens. Verwonderlijk
is Feuchtwanger's vermogen tot het aanschouwelijk
groepeeren van een uitgebreid feitenmateriaal.
(Slot op par/. 3)
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER 6 Co.
?«?«?« DEN HAAG ?«*??<»
AMSTERDAM - ARNHEM
Verhuizingen per Auto-Trein