Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 OCTOBER 1930
No. 278?
S' f
e,.
k ? ,
O
l
M*
*** ,
Geprejudicieerde Historie
door Melis Stoke
Teekeningen voor }>de Groene Amsterdammer" door E. Harmsen van Beek
Adverteert!
soort van heldenvereering
HET oogenblik is thans aangebroken om,
met een gestrenge vinger, te wijzen op een
Kekeren overmoed, welke bezig is te ontstaan en
die zich uit in een rotsvaste overtuiging in de macht
der menschen
om de wetten
der natuur en
der economie te
dwingen, als
mede in een ei
genaardige soort
van helden ver
eering.
Met andere
woorden zouden
wij willen zog
gen: Kalm 'an
een beetje...- l" Daar heeft men in de eerste
plaats de laatste bladzijde van het gulden boek
der Historie, waarop met groote letters geschre
ven staat: Beymer de Bruggenbouwer, (verge
lijk: Karel de Groote, Alexander id., Willem de
Zwijger, Karel de Kale, Philips de .Schoone....
etc.)
Reeds thans wordt in felle reactie op de jongste
begrootingsvoorstellen vastgesteld dat de heer
Reymei voor het nageslacht bekend zal blijven als
Beymer de Bruggenbouwer. We hebben er niets
op tegen, mit:i dit geen uitzonderingsgeval is en
mits dan ook reeds thans voor de overige leden
van het kabinet nageslachts-aanduidingen worden
vastgesteld zooals bijv. De Geer de Kale, Terpstra
de Schoone, Deckers de Verschrikkelijke, De Giaaff
de Zwijger, Donner de Rechtvaardige, Beelae-rts
de Dikke en Ruys de Stoute.
Een simpele verwijzing naar de door bovenge
noemde bewindsnianneti ingediende begrotings
voorstellen zal vol
doende zijn ter moti
veering van deze aan
duidingen.
Maar om ons
vejorloopig te houden aan
Reyrner den Bruggen
bouwer en diens reeds
vastgestelde reputatie,
stellen wij de vraag of
het simpele feit van
liet voorstellen van
uitgaven tot het over
bruggen van onze
groote rivieren op
zichRcymer de Bruggenbouwer zelf voldoende is voor
een plaats in ons bud
getair Pantheon. En dan antwoorden wij met een
hartgrondig: neen.
Er is meer. er is grootscher werk.
En dan hebben wij nog niet eens het oog op de
drooglegging van de Zuiderzee of de verdeeling
van den zendtijd. Neen. wij denken aan de dag
bladartikelen, welke ons verzekeren, dat het
grootsche verleden van Dordrecht is hersteld. Het is
geon kleinigheid een grootsch verleden zoo maar
ineens te herstellen. Het feit intusschen dat zulks
mogelijk is door het bouwen van eenige
hijschtoes'tellen en een paar honderd meter kademuur
slaat ons met eerbied voor de macht van
menschenhanden.
In afwachting van het volledig herstel van het
grootsch verleden is intusschen reeds een feest
maal gehouden, en de oude toren, gewekt uiteen.
droom van eeuwen, heeft feestelijk gebeierd
omdat alles nu weer in orde is. Romantische
geesten zouden wellicht gewild hebben dat de
toren uit zichzelf ware gaan beieren en dat
dedroomende patriciërshuizen uit een gouden tijdperk
plotseling waren gaan stralen v?n licht op het
oogenblik z^lf waarop de handle werd
over
cHAKCL
'Geo/ES 11-17 «AMSTERDAM
Kleermakerij
nog te wijzen op Ot en Sien
de va.ele-1'landsehe1
Hf-t laatste zelfs
op di n man aan
Bii ons verkri'gbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN
gehaald die de moderne havenoutillage in beweging
moest stellen.
Dit hebben zij helaas verzuimd. Ze zijn niet
met hun tijd meegegaan en hebben niet geleerd
te gehoen'zamen aan de beschikkingen van de opper
machtige menschelijke bestiering.
We hebben dus als winst te noteeren: Reymer
den Bruggenbouwer en Dordrecht de machtige
zeehaven.
Maar er is meer.
Professen1 Oasimh, die het weten kan, heeft
eene redevoering
gehouden bij de
onthulling van
het
jongsteHaagschemonu
ment.
Naast Willem
den Zwijger,
Johan de Witt,
Juliana van
Stolberg en Wil
lem I hebben wij
thans den
vreemdeling nog te wijzen op Ot en Sien.
Ot en Sien zijn ongeveer gelijktijdig voor de
nageslachten vereeuwigd als Reymer de Bruggen
bouwer. Oe>k zij zijn bestemd e>m doe>r de eeuwen
te getuigen van de grootheid van deze Ge>uden
Eeuw.
Wat men het huidige geslacht eieik te verwijten
me>ge hebben, niet dat het nalaat bij voorbaat
zijn reputatie» voor een verre toekomst vast te'
leggen.
Wij nemen onze kindskinderen als het ware
het werk uit de handen r,m te; bepalen wat de
waarde van dezen tijd is geweest en welke de'
groote mannen zijn, die uit e>ns midden zijn
voortgekomen.
Wij beheersehen de natuur,
geschiedenis e-n de eceineimie.
in internat ie ma.al verband.
Het wachten is nog slechts
wiens naam de onvergankelijke glorie- zal worden
verbonden van: ele' Tariivendwinge'r.
Kn waarom niet....:" Wij hebben reeds ten
Stedendwingei' voortgebracht.
Waarom zeiu dan niet ele man e>pstaa,n, die.
in plaats van walleen, tariefniuren ten val zal
brengen? Dit is maar nk-t ze>e> ete-n le)sse veron
derstelling. Talrijke kleine aanwijzing* n gaan
altijd vooraf aan een groote gebe-urtenis. En
die kan. het gewapende enig reeds onderscheiden
in onze activiteit op het gebied van
preiductieregeling en handelspolitiek.
Het eiog van onze gedachte waait langs de
figuren aan welke zich deze' roem ze>u kunnen
vasthechten. Het dwaalt af naar Genève. keert
terug naar het torentje aan de Hofvijver, knip
pert eens in de richting van het Plein en staart
dan peinzend en strak in een ne>g nevelig ver
schiet. . . . De Tarievendwinger. . . . waar is hij. . 'i
Wanneer kunnen we hem noteeron in het boek
der onvergetelijkheden. . . . ?
Zullen wij hem neig eenmaal, in marmer ge
houwen, naast Ot en Sie>n en tegenover elen Zwijger
en den Bruggenbouwer meigen ontwaren....;'
. . . .als sluitstuk in ele drievuldigheid van
beheersching van geest, natuurkracht e'n mate-rk-elo
wel vaart. . . . ?
De consequentie gebiedt ons hier een krachtig
driewerf: Ja
te el'ienheieii'e'H.
en aangezien
we- nu toch al
bezig zijn nii't
het invullen
van ele- blad
zijde 1SI7 l van
einze'
Historiekan ele> uit
eindelijke
aanWij jitirlie» hem b\j roorbu.'it toe. wi-)'/-inS "'*'*?
mce-r wachten.
Geen elag <>ii geen uur.
Waar b ij f t do pre ineitoi- ? Wij juiche-n h t.-m bij
vemrbaat teie-.
Adverteert in een Weekblad l
Adverteert in
DE GROENE AMSTERDAMMER
SPREEKZAAL
Het eeuwige spoorboekje
TOEN het vorig spoorboekje verscheen, was
er in menig opzicht verbetering te bespeuren
in onze alom bekende onpractisch ingerichte dienst
regeling. De typografische uitvoering en het sy
steem der gedrukte dienstregeling w&reii in over
eenstemming gebracht met de internationale
usanties. Een vreemdeling kon het
tenminstegebruiken.
Verder had hot nog gebreken genoeg en de critick
bleef niet uit.
Uit de nu gepubliseerde winterdienstregelirig,
blijkt dat de N.S. zich van de critick niets aan
trekken en halsstarrig blijven volharden bij
zoobekrompen mogelijk uitgevoerde spoorboekjes.
Op do lijn A'dam?R'dam?Roosendaal is de
dienst alleen aangegeven tot Esschen. Wie ook
mag/v n station verder wil neuzen moet het ,,dure'~
spoorboekje koopen. Ditzelfde slaat op alle
grensverbindingen: Arnhem?Emniei-ik, etc., etc. De
zelfde provinciale geborneerdheid spreekt uit
dienstregeling No. IS Budel?Roermond?Vlodrop.
waarover de internationale treinen Antwerpen
Duitschland loopen, snelverbindingen. die ook
voor onze zuidelijke industrieelen van belang
zijn.
Nog erger is het gesteld met het gebrek aan
publiciteit betreffende- de Zeeuwscho
verbindingenAchter Terneuzen loopt een spoorlijn die gewoon
verdonkeremaand is. en niet in de dienstregeling;
is opgenomen. Maar die behoort dan ook aan d<^
Waal sche opstandelingen !
Apropos van ons wingewest: hoe men van
..Holland" naar Terneuzen komt. of naar
Breskenslaa.t staan Zieiikzee dat kan men zelfs in het
Internationale Spoorboekje niet vinden. Deze
dienstregeling zwijgt e>e>k volkomen over het
vraagstuk hoe men van de groote verbindingen
van uit Vlissinsren kan overgaan op de internatio
nale eliensten naar bet Zuiden.
Kortom: de- kruisverbinding tusschen ..de
provincie" en het ..Buitenland'' wordt
voorzichtiglijk verzwegen. Het zou e>ok te gevaarlijk zijn
ele horre-tjesmentaliteit zoo maar in
verbindingte brengen met ..ele zemde" !
1'. VAN ZUIDKN.
HET
MEUBEL
DAT
B EL IJ V E N D
BEKOREN
SPECIAAL NAAR UW
WENSCH ONTWURPEN IS
£ JONEN