De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 4 oktober pagina 5

4 oktober 1930 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

tfo. 2783 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 OCTOBER 1930 ;<"?> . ^ i . GAUCHO'S door J. Slauerhoff Een uitstervend ras. ZOOALS de Markervisscher, de nationale figuur van Holland heet, is de gaucho het van Argentinië. Er bestaat veel overeenkomst: beiden dragen een wijde broek, beiden hebben een bizondere gang op de begane grond die hen van de gewone stervelingen onderscheidt. Beiden gaan ze ook met lange touwen om; bij deze lasso, bij gene botwant geheeten, en beiden vangen ze er hun buit mede, al is de buit dan grondverschillend". Verder dan het uitei'lijke giat de ove: eenkomst niet; de echte Marker is eea nuchtere spaarzame Hollander. De gaucho neigt naar het heroike en waagt zijn geld liefst zoo gauw mogelijk iii hanegevechten en wedrennen, raakt het dan kwijt en voelt zich opgelucht; en heeft dus veel meer van een zeeman, al zit hij in de binnenlanden van Argentinië, dan de Marker visscher die de onstui mige Zuiderzee bevaart. De gaucho is een van de gelukkigste schepselen op aarde: hij heeft alles wat hij begeert en wat hij bezit is zoo weinig, dat niemand het hem benijdt en hij dus weinig kans heeft, het kwijt te raken, zij het dan door zijn eigen schuld, wanneer hij bij het spel als, zijn geld op is, zijn paarden als zijn grootste schat opzet (zooals de Batavieren onze voorvaderen hun vrouwen bij het dobbelen) en verliest. Zijn verdere bezittingen zijn: de ruimte die ook niemand hem benijd, omdat Argentiniëdaar nog genoeg of te veel van heeft, zijn zadeltuig, dat hem meestal tevens voor bed dient,en de mate" de drank die de gringo, d. w. z. de vei'sch geïmpor teerde Europeaan, slechts met afgrijzen onder den dwang van beleefdheid inzuigt, maar die voor do gaucho de drank vervangt en ook het voedsel als het moet. Men schrijft een overwinning van het kleine Paraguay, dat toentertijd in oorlof? was met Braziliëen Argentiniëtegelijk, aan de mate" toe, die het van voedselvoorziening afge sneden legertje vijf dagen op de been of liever te paard hield. De mate" is voor hem ook datgene wat hem 's avonds in de eenzaamheid gezelschap houdt: dus theelicht, avondblad en schemerlamp vervangt, men ziet hoe uiterst praktisch en in welk een klein bestek; een holle kalebas niet grooter dan een peer, een bombilla en een zak gedroogde Yerbakruiden. Zijn voedsel loopt om hem heen. hij heeft het maai- voor 't slachten, een stuk vleesch 's avonds in een houtvuur geroosterd en een paar maiskolven zijn meer dan genoeg. Zijn werk bestaat voornamelijk in het temmen van wilde paarden en het bijeendrijven van losloopende kudden. Het inrijden van een paard is een strijd op leven en dood. Een gaucho brengt misschien de grootste tijd van zijn leven te paard door; wekenlang achtereen rijdt hij met de kudden door de pampa, des nachts half slapend in het zadel. Maar een nooit bereden paard is als een bom die van alle kanten kan explodeeren. Zijn korte zweep, zijn lange haksporen en zijn wil zijn de eenige wape nen in de strijd, maar wat baten deze tegen het wilde dier dat er alles op zet met zijn vier pooten in de lucht en met zijn rug op de grond te komen liggen, de eenige houding waarin de gaucho er niet op kan blijven zitten. Toch lukt het hem .bijna altijd, het paard gehoorzaamt en zijn heksendans eindigt in een kalme draf. De rodeo, het bijeendrijven van een bandelooze kudde van duizenden beesten door een tiental gaucho's, is nog gevaarlijker. Deze is te vergelijken met een veelvoudig stierengevecht, waarbij geen banderillo's en picadores de dolle stieren op de gevaarlijke momenten van hun vijand die zij willen doorboren afleiden. Integendeel, soms vallen rneev stieren tegelijk de ruiter aan, die de een ontwijkt, de ander in zijn vaart aanrijdt, hij moet de kolos dan op een be paalde plek ter hoogte van de schouder treffen, zoodat deze in zijn vaart het evenwicht verliest en op de grond ploft. Dan wendt de gaucho. zonder de ovaties van een publiek dat er toch niet is af te wachten, zich tot een nieuwe vijand. Het schijnt ongelooflijk, maar in n dag slaagt de kleine groep ruiters er in dit leger van runderen, stieren en kalveren, dat eerst naar alk; lieinclstreken verspreid liep, bijeen te drijven, y.oodat het een gedweeëkudde wordt die zich brullend en stampend nog wel beweegt, maa.r steeds in een cirkel. Dan is 't werk volbracht, er is een kudde gevormd die gehoorzaamt aan de wil van de drij vers. Een onwelriekend zaakje Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan Dit zijn de hoofd bezigheden van de gaucho. Daarbij komen nog enkele andere, als 't behandelen van wonden, wat op vrij primitieve manier gaat. Ook moeten zij dikwijls als chirurg optre den, wanneer een hoorn abnormaal groeit en het eigen oog dreigt te door boren. Het liefst is de gaucho onderweg met kudden van de eene cstancia naar de ander. Dan heeft hij wat hij 't meeste verlangt: de ruim te, het voorttrek ken bij dag en bij nacht, bij regen en zon. Een pampero, de wervelwind die soms plotseling met verwoestende kracht opsteekt, zal hem niet af schrikken, alleen een onvoorziene holle weg of een waterplas, door een te dorstige kudde van verre geroken, kunnen een ramp worden; in beide ge vallen vertrappen de beesten elkaar. Heeft hij een kudde naar de plaats van bestem ming overgebracht dan is hij een wel kome gast, die zoo- = lang kan blijven als hij wil en door de vrouwen van de plaats ver wend wordt met zoete mate." Maar lang blijft hij nooit, zoodra hij weer een kudde krijgen kan of er wee»1 ergens anders een paar wilde paarden te temmen zijn, gaat hij verder. De gastvrije gallina'.s (francaises) dio om onver klaarbare redenen hun ateliers hebben ook in plaatsen in de diepste binnenlanden, waar de invloed van de Parijsche mode uiterst gering is, bezoekt hij zelden. Hij is niet vaak in de stad. De enkele keer dat hij er is bedrinkt hij zich ook wel. Overigens zijn de meeste gaucho's sober. De spiritualiën zijn ook slecht in Argentinië. het ongelukkige land dat zoover van Schiedam afligt. Ook de gaucho's zijn een uitstervend ras, al zijn ze nog niet zoover heen als de Indianen. In de. Noordelijke staten van ArgentiniëSalta Jujuy, en Tucuman leven nog velen. In Paraguay vormen ze nog een voornaam bestanddeel van de bevolking. Maar meer en meer worden de estancia's modelhoeven, worden de kudden per ti'eiu en veeboot naar de frigorifico's gebracht waar ze wetenschappelijk worden ge slacht en bevroren o.n in daarvoor ingerichte schepen naar Kuropa vervoerd. Ken zeker teeken voor het naderend einde is de literatuur die den laatston tijd in Argentiniëom deze figuren ontstaat. Dit is een y.eki-r bt-wijs van versterf. Ik eindig dan ook met enkele werken te noemen. Zogoibi van Lavreta geeft vele karakteristieke passages maar is vrij breedsprakig en rhetorisch. Oh'o Hayo schreef een droog maar exact boekje ,,Indios pampas gaucho s y collas". Justitia: Een, twee, drie. ... in godsnaam!" Het boek van Guirahles eindelijk zou mei om in literaire stijl te blijven, het epos van hot gaucholeven moeten noemen. Dit boek is eenigen tijd geleden bekroond met c e gran premio nacional van Argentinië, die een hoi dei'dvoud is van de prijzen waarmee men in. Europa de literatuur pleegt te eeren. Dit boek is in groote stijl geschreven, het heeft niet het onboholpene in compositie, het traditioneele in karaktc en natuurbeschrijving dat nog zoovele in Amerika beroemde boeken kenmerkt. Don Segundo Sombra. de held, verdient een onsterflijk type te worden evenals Don Quichote. als Carmen. Zijn eenvoud, zijn rustige spot met alles wr.,t naar beschaving en luidruchtige bravour zweemt, zijn ruiterkunst, alles maakt hemden DostojewskiUide-moeden lezer sympathiek. liet boek eindigt met het verdwijnen van deze gaucho in de pamp;-j. Hij heeft een tijd op een estancia geleefd, te weelderig naar zijn zin. terwille van een rijkgeworden pupil. die alles wil geven om hem te behouden. Vergeefs; op een avond gaat Do:i Segundo heen, zijn beschermeling staart hem nr,. Hij gaat zooals hij is gekomen in een grov<: poncho met een oude varkensieeren gordel om, op zijn groot p;vwd. Op een heuvelrug staat. hij stil. De ondergaande zon werpt ern ontzaggelijke schaduw over de duist e: wordende pampa. Dan gaat hij. Dit is de apotheose van. 't verdwijnen de:,1 gaucho's. De meeste gaucho's zullen wel het onzekere voor het onzekere nemen en knecht wo.'deii of kleingrotid bezitter. Kn misschien zt'.l er voo:1 de weinigen die dil, met willen nog \v< l c, u jachtgebied overblijven zoolang de (Iran ('luien <>ii sommige delen van Paraguay door niemand begeerde gebieden blijven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl