De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 11 oktober pagina 1

11 oktober 1930 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

s K; 9 \ Amslerd ccfcblad voor Ncderiand Telefoon 37964 Postgiro 72880 Gem. Giro G. 1000 ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: L. J. JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN M. KANN. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 355, AMSTERDAM C. OPGERICHT* IN 1877 No. 2784 ZATERDAG n OCTOBER 1930 Ambtenarenrecht en Socialisatie door Jhr. Mr. G. W. van der Does SOCIALISATIE, een klank welke eenigen tijd geleden op aller lippen was, doch nu reeds 'aandoet als een begrip uit een geschiedenisboek. Toch is het nog geen 10 jaar geleden, dat deze term het slagwoord was in politiek en pers. De S.D.A.P. deed door haar kopstukken een lijvig rapport opstellen, in vergaderingen was, het woord niet van de lucht en de arbeiders schenen er werkehjk door bezield. Ook in het burgerlijk kamp werd de zaak ernstig opgenomen. De re geering benoemde een Staatscommissie (zij het dan ook met z§er vage doelstelling) en vele niet socialistische economen ontwikkelden gedachten, Welke weliswaar niet waren socialisatieplannen, maar waarin toch het denkbeeld niet viel te miskennen, dat de maatschappij zich nu eenmaal in een dergelijke richting ontwikkelde en moest ontwikkelen. Voor zoover men echter thans nog spreekt over socialisatie is het bij de ne groep als over een betreurde doch vergeten doode, bij de overigen als over een mislukt kluchtspel, waarvan men liefst vergeet het zelf een oogenblik voor ernst te hebben genomen. Deze geheele verandering heeft zich in een tiental jaren voltrokken. Wat zijn de redenen, waarom een denkbeeld, dat zich sinds het midden van de vorige eeuw langzaam maar zeker ontwik kelde en dat een tiental jaren geleden met een schok tot vollen bloei kwam, daarna zoo plotseling is afgestorven en verlept? * * * Laten wij voor dit onderzoek onze aandacht eens richten op de thans overzienbare resultaten van het algemeen kiesrecht, een product van den zelfden tijd. Wat hebben de massa's, die toen het kiesrecht kregen, gevraagd? Op vergaderingen heeft men hen zeer zeker socialisatie en aanver wante artikelen doen vragen. Doch wat zij daad werkelijk gewenscht hebben, valt te onderkennen aan datgene, waarvoor hun vertegenwoordigers aich het meest hebben ingespannen. Immers geen barometer is gevoeliger voor het weer, dan de concurreerende politieke partijen voor hetgeen werkelijk de stemmen der massa bepaalt. En dan zien wij, dat de massa gevraagd heeft meer loon, korter arbeidsduur, voorziening bij ziekte en ouderdom, medezeggenschap in het bedrijf, rechtspositie, waarborgen tegen ontslag ? onz. enz. Zij hebben een gedeelte hiervan gekregen en zijn bezig meer te krijgen, behalve meer loon, Want dat is er niet, tenzij dan voor de gemeentewerklieden. Deze werkelijke verlangens der massa hebben op sommige punten banen ingeslagen, welke socia lisatie eerst recht onmogelijk maken. Doctrinaire socialisten hebben wel gewaarschuwd, doch ook intern heeft in het Nederlandsen socialistisch ? kamp een verschuiving der machtsverhoudingen plaats gevonden en zijn de doctrinair-politieke : leiders ^allengs overvleugeld* door dé' Vak-vere i-; gingsmannen, die de 'werkelijke wënschen der '?: massa yertolkten en op. den voorgrond brachten in ruil. voor een theoretisch saluut aan de oude .: dogma's, ; jls concreet ^jjQrheeld, de^ medezeggen schap. In het socialistisch jargon heet elk bedrijf thans slechts gericht op winst voor de leidende kapitalisten en zal het door socialisatie gericht moeten worden op de belangen van de gemeen schap dei- verbruikers. Wanneer nu echter de in het bedrijf werkzame arbeiders door middel van hun organisaties macht krijgen in het bedrijf, zullen zij uit den aard der zaak er naar streven het bedrijf te richten op hun belangen. Nu weten wij wel, dat de macht der arbeiders op de bedrijven, waarin zij werkzaam zijn, in de meeste gevallen nog gering is, doch zij is toch groeiende vooral door wettelijke maatregelen, waardoor in allerlei gevallen overeenstemming met de organisaties noodig is. En naar mate de desiderata der arbeiders-vertegenwoordigers in het parlement verwezenlijkt zullen worden, zal de medezeggenschap ook in de leiding van de bedrijven zich verder ontwikkelen. Men denke bijvoorbeeld aan de kwestie van een vertegen woordiger der arbeiders in het bestuur der spoor wegen. Mocht men vroeger nog hopen den gehaten kapitalist uit de leiding der bedrijven te werpen om deze te richten op de behoeften der gemeen schap, wanneer de kapitalist zich associeert met de arbeiders uit zijn eigen bedrijf en met hen tegen de gemeenschap (alles in de denkwereld der vroegere socialistische dogmatici) dan is de strijd hopeloos. Toch beteekent bedrijfsdemocratie associatie van de arbeiders met den ondernemer. Daarom is het ook begrijpelijk, dat de theore tische Marxisten, die in Kusland het heft in handen hebben, niets voelen voor bedrijfsde mocratie, doch juist bedrijfs-dictatuur noodig achten om het bedrijf te doen marcheeren in de richting niet van de afzonderlijke belangen der betrokkenen, doch van die der gemeenschap. Nu een ander voorbeeld: Bij socialisatie zullen alle bedrijven zijn bedrijven der gemeenschap, dat wil zeggen overheidsbedrijven. Er is ten aanzien van de positie der betrokken arbeiders en beambten vanouds een groot verschil tusschen overheidsbedrijven en gewone particuliere be drijven. Thans zal het verschil nog veel grooter worden. Krachtens de onlangs aangenomen Ambtenaren wet zullen vrijwel alle personen in overheids dienst (Staat, provincie, gemeenten, enz.) een rechtspositie krijgen, d.w.z. er zullen allerlei regels omtrent ontslag, bevordering, straffen, periodieke verhoogingen enz. worden vastgesteld en de ambtenaar of werkman zal vrijwel bij alles wat hem. overkomt beroep hebben op verschillende colleges, die zullen beslissen of de genomen maatregelen terecht zijn genomen. Voorwaar een schoon instituut en men zou er haast over denken het ook over alle particuliere bedrijven uit te breiden. Immers wie zal wënschen dat aan een ander iets ten onrechte overkomt? De medaille heeft echter ook een keerzijde. Ieder, die ooit eenig personeel onder zich heeft gehad, begrijpt dat het geheel wat anders is te weten, wie door gemis aan ijver en plichtsver vulling in het raderwerk een storende factor is, dan dit bewijzen. In de praktijk is het in het overheidsbedrijf Inhoudsopgave staat op pag. 20 reeds veelal zoo, dat er in 9 van de 10 gevallen niets tegen betrokkene gebeurt, omdat het niet te bewijzen is. Thans is deze regel der praktijk ook tot regel des rechts verheven. De macht van de verantwoordelijke bedrijfsleiders, toch reeds veel minder dan die hunner particuliere collega's, is nog verder verminderd. Hoe zullen zulke staatsbedrijven en diensten ooit kunnen concurreeren tegen, de economi sche functie kunnen overnemen van particuliere bedrijven, waarin de leiders bijna geheel vrij zijn. Wie is er nog, speciaal onder de socialis tische leiders, die het feit onder oogen durft zien, dat men niet eiken stap op dien weg de sociali satie verder den nek omdraait? Het is trouwens een merkwaardig feit, dat de vader van de huidige Ambtenarenwet is wijlen de oud-liberale Mr. Dresselhuys, die eenerzijds den ambtenaren een rechtspositie wilde geven, doch dan ook anderzijds het staatsoptreden beperkt zag tot zeer enge grenzen en vooral wars was van elke deelneming der overheid aan de voortbrenging. Socialisatie is steeds verder gaande deelneming van de overheid aan de voortbrenging, hetzij door staatsbedrijven, hetzij door verkapte staats bedrijven, waarin de werknemers steeds na eenigen tijd hetzelfde of ongeveer hetzelfde verkrijgen als in de echte staatsbedrijven. Thans echter maakt men het overheidsbedrijf weer een graad minder geschikt voor concurrentie met en over name van de particuliere bedrijven. In den bestaanden toestand (de nieuwe wet is nog maar zeer gedeeltelijk in werking) heeft niemand den indruk, dat er in do staatsbedrijven tegen individucele ambtenaren veel onrecht vaardigheden worden gepleegd, doch wel dat er in de staatsbedrijven behalve een meerder heid van respectabele en werkzame lieden, ook . een zeker aantal dagdieven en prutsers zijn verborgen, die in elk particulier bedrijf reeds lang bij den kraag zouden zijn gevat. Toch moet de macht der leiders van het over heidsbedrijf nu nog meer worden beknot. De ambtenaren-bonden willen het zoo on de roode politici, onder het devies .,je suis leur chef,- il faut que je les suive" hebben zich aan de spits gesteld. Wie lacht daai' ? Is het soms de schim van Mr. Dresselhuys? Ons intusschen kan het niet -verwonderden, dat de werkelijke Marxisten, die inderdaad de socialisatie najagen' en, daartoe ' in hun heilig Rusland de arbeiders niét bedrijf sdictatuur inplaats van met rechtsposities gelukkig ,maken, de officieele socialisten als, hun, ergste tegen standers beschouwen.-Van hun standpunt térecnt, want onze socialisten en hun aanhang zijn be#ig een orde te scheppen, waarin- «ocialjsatfe r|og ?veel onmogelijker wordt dan ooit tfeAvore"n. t)e aandacht hiervoor te vragen scheen ons 'interes sant. ' ''? ' -?*'*<? j , ?-..:? "??-' ?'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl