Historisch Archief 1877-1940
No. 2784
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN u OCTOBER 1930
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
«£?:
m
,tv-j!,
tëfe;
r
Croquante Croquetjes
door Alida Zevenboom
POES had den heelen morgen als
een gek door de kamers gehold,
een kostbaar vaasje van mevrouw
van de tweede-suite omgerend, de
haring voor meneer Stanislafski ge
stolen en hij zou net op het bed van
het acteurtje springen toen ik hem
te pakken kreeg. Maar het arme beest
kon het ook niet helpen, want als
het hard gaat waaien, is hij net als de
kinderen dan heeft hij den wind
in. zijn hoofd. En net stond ik met
poes in mijn armen toen er gescheld
werd en een net uitziend heer mij te
spreken vroeg.
Nu heb ik altijd wantrouwen tegen
net gekleede menschen sinds de in
wendige zendeling nooit verscheen
dan keurig in de kleeren en altijd met
een schoon gummi-boordje om waar
je op kon schrijven, zoo wit was het
altijd. En nog voor dat ik poes had
kunnen neerzetten, was de heer met
den hoed al boven en stelde zich aan
me, voor als de vertegenwoordiger van
een uitgevers-firma, die mij dringend
moest spreken, zei hij, over een be
langrijke zaak.
Nu heb ik een neef bij de uitgeverij
gehad die net zoolang het geld van
z,jjn aandeelhouders had uitgegeven,
tot zij hem verzocht hadden naar
Amerika te gaan, waar hij het erg
ver gebracht moet hebben, volgens
de familie, maar ik bemoei er mij liever
niet mee en omdat ik zoo weinig er
van weet wat een uitgever is, liet ik
meneer voorzichtig boven en hield
hem in de gaten, wat men noemt,
want de wereld is tegenwoordig vol
met vermomde bedelaars die je, als
ze eenmaal bij je binnen zijn, niet
weg krijgt.
Maar het was een alleraardigste
man en praten dat hij kon. Hij maakte
mij allerlei complimentjes,waar ik niets
om gaf en die mij nog meer op mijn
qui-vive" deden zijn en eindelijk
kwam hij met zijn belangrijke zaak
voor den dag: zijn firma wilde mijn
mémoires" uitgeven. Ik schrok er
van, want menschen die hun mémoires
uitgeven, zijn gewoonlijk al afge
storven en mijn eerste woord, dat er
uit was, voor ik het wist, was: maar
ik ben toch nog niet dood?"
Dan zou het te laat zijn," zei hij
en hij lachte erg vriendelijk, dat moet
ik zeggen en hij had zulke prachtige
witte tanden net als Simba, de leeuw
in Artis, dat ik hem bijna gevraagd had
welk merk tandpasta hij gebruikte.
En hij maakte me wel erg lekker,"
om het zoo eens te zeggen want hij zei
mij dat ik, als ik op zijn voorstel
inging, onmiddellijk tot de bescherm
de auteurs" zou behooren I Nu heb
ik wel een abonnement bij den parti
culieren nachtveiligheidsdienst maar
kan een eenzame, ongetrouwde vrouw
wel genoeg beschermd worden in deze
onveilige wereld waar ze je deurmat
stelen als de deur maar een seconde
open staat, wat mij van de week ook
al gebeurd is.
??Wat is dat lief van de heeren
uitgevers, zei ik, om de auteurs zoo
maar te beschermen. Ik ben lid van
een vereeniging tot bescherming van
gevallen jonge dochters en van een
tot bescherming van den trekhond
maar van beschermde schrijvers had
ik nog nooit gehoord.
Dat is juist het mooie, zei de
heer niet de mooie tanden, de schrij
vers staan aan allerlei gevaren bloot
en ik kan het u wel in vertrouwen
zeggen dat er heel wat auteurs, omdat
zij niet beschermd waren, den ver
keerden weg zijn opgegaan en er heel
wat onder hen zijn die nooit zijn te
recht gekomen. Maar nu zullen wij ze
beschermen, vooral tegen zich zelf,
want u kan niet weten hoe onvoor
zichtig sommige schrijvers zich soms
binden aan firma's met wie zij beter
gedaan hadden zich niet in te laten.
Dat ken ik, zei ik, want ik ben
eens in betrekking geweest met een
meisje dat later beschermd" werd
door een heer op leeftijd en ik sprak
haar dan nog wel eens en als ik dan
vroeg hoe het haar beviel, zuchtte zij
want die heer op leeftijd bescherm
de" haar zoo dat zij geen voet ver
zetten kon of hij was achter haar aan
om haar te beschermen".
Zoo is het natuurlijk niet be
doeld, zei de heer, maar als wij uw
mémoires" uitgeven en het zal een
groot succes zijn, dat verzeker ik u,
dan zullen wij u beschermen tegen de
verlokkelijke aanbiedingen van onze
concurrenten bij wie altijd een adder
in het gras schuilt en daarom. . ..
En nu ben ik een beschermde
auteur" en het heeft al geholpen ook
want als die verkeersagent met zijn
zwarte snorren mij niet net gegrepen
had, had ik zoo onder een auto gelegen
op het Koningsplein.
Wat een menschenreddera.
zija-uitgevers toch l
Een opwekking
Het Van Gogh-gedenkteeken
te
Bij meerderheid van stemmen en
doordat een Brabander Brabant ver
dedigde tegenover sommiger
skepticisme in deze, werd besloten Nuenen,
als plaats van het Van
Gogh-gedenkteeken te handhaven. Maar nu begint
pas de zaak voor de Brabanders.
Het is Brabantsche plicht den ver
dediger gelijk te geven, en dat A'«n
alleen door bijdragen. En die bijdragen
kunnen in Brabant gevonden worden
al komen zij voornamentlijk (vermoe
delijk) van de in Brabant wonenden,
maar niet van geboren Brabanders. De
fabriekssteden met hun getal van
belangrijke fabrikanten konden alleen
een voldoend bedrag bijeen brengen,
zoo zij ten minste iets om Vincent
geven. Philips kan dat zeker twee
keer; n keer door Philips zelf, en
n keer door bijdragen van den staf
der fabrieken en van enkele arbeiders.
En zoo zijn er in deze industrie
provincie meer bedrijven in staat te
doen wat ik schreef dat Philips alleen
al kon. Een bedrag van tenminste
achtduizend gulden is noodig dat
is toch niet wonderlijk veel, als ge
ziet wat laatst nog een Rotterdammer
alleen voor Rotterdam deed. De ver
wachting der commissie na het opti
mistisch betoog van den Brabander
moet dus vervuld worden voor de eer
van het gewest.
Maar is die vervulling er eenmaal,
op Amsterdam, de Stad, rust eveneens
de verplichting Vincent te eeren.
Het is een wekkende opgaaf, dat
is zeker, voor zijn Beeldhouwers.
A. P.