De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 11 oktober pagina 4

11 oktober 1930 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN u OCTOBER 1930 No. 2784 De B.O.B.O.B.LB. ? s; door Melis Stoke Teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door E. Harmsen van Beek DE wereld aldus las mijne Mathilde mij voor uit Economische Mededeolingen voor Jong en Oud de wereld lijdt aan overproductie en onderconsumptie. Dank zij de welhaast vol maakte productiemethoden wordt de markt over stroomd met waren voor welke geen afzet te vinden is. Dit geldt zoo goed voor fabrikaten als voor rubber, thee, suiker, etc ..... " Hier onder brak zij hare lectuur en staarde mij strak en pein zend aan, zuchtte vervolgens diep en zeide op gestrengen toon: Waarom heb je je kopje nog niet leeggedronken ---- ?" Gunst zeide ik verschrikt anders dring je nooit zoo aan." Met gedecideerde gebaren nam zij mijn kopje, vulde het tot aan den rand niet thee, wierp daarin vier scheppen suiker, en verklaarde toen: Het is de plicht van iedereen om de remmende invloeden van de onderconsumptie op te heffen. De welvaart moet hersteld worden. Ieder moet het zijne daartoe bijdragen. Is je kopje nog niet leeg ---- ?" * * * Sinds dien avond is ons leven in dienst gesteld van de daadwerkelijke bevordering van de volks welvaart. We zijn ook lid geworden van de Bobobib. U weet toch wat de Bobobib is. . . . ? Zoo neen dan vraag ik hierbij uw aandacht voor den Bond tot Onderlinge Bestrijding van Onderconsumptie op Breede Internationale Basis. Mathilde en ik zijn enthousiaste Bobobibbers. Wij doen niet aan holle leuzen, halfslachtige po gingen of vage idealen. Wij, en met ons het wakker en met den dag aangroeiend groepje bondsleden, vatten het economisch vraagstuk bij den wortel aan. Wij zijn consumenten, prikkelaars tot consumeeren, propagandisten van een krachtige con sumptie. Het Centraal Bureau van de Bobobib verstrekt ons geregeld aanwijzingen. Na de eet-meer-suikerweek, welke over de geheele wereld is gehouden, hebben wij deelgenomen aan de slijt-meer-rubberhakken-week. De eerstgenoemde was individueel, dat wil zeggen elk lid verwerkte in eigen kring zooveel mogelijk suiker, wars van elk bezwaar van persoonlijke strekking, zooals bijv. de hand having van de slanke lijn, welke trouwens in de Bobobibbode is aangewezen als een deiminst erkende doch inder daad ernstig ste belemme ringen voor de bloei onzer In dische indu strie. Na de eet-meer-suiH.V.A.'s eenige punten voor het feit, en eene aan een alleraardigste wandeling ker-week, waren onze gedaald, hetgeen een bewijs is dat de Bobobib nog te zwak is sporing tot propaganda. De slijt-meer-rubberhakken-week was gedeeltelijk individueel en voor een ander deel collectief. We maakten een aller aardigste wandeling waarbij alle leden moesten sloffen. Na deze veertien dagen waren ook onze Amster dam Rubbers eenige punten lager. Bovendien kwa men ongeveer gelijktijdig rekeningen van den tandarts en den schoenmaker binnen. Wie let echter op zulke kleinigheden met het heerlijk perspectief van een ,.gebruik-meer-benzineweek". . ? Wij althans niet. We hebben enorm auto gereden. De Bobobibbers die geen autos hebben vereenigxlen zich tot groepen die in sight-sceing-cars zcsdaagsche ritten hebben gehouden. Het weer was afschuwelijk, maar ieder heeft dapper zijn plicht gedaan. Toen we thuiskwamen, na tienmaal ('ro llingen, zestien maal Maastricht t>n veertien maal Sas van Gent te hebben bezocht, zagen wij in de beurscourant dat de Koninklijke vijftien punten met den vuilnisman «JB* da rook-meer-tabak-wzeJc gedaald was. En dat ondanks het feit dat alle leden gedurende de zesdaagsche onophoudelijk hun automatische sigarenaanstekers hadden laten werken. Maar wij hebben den moed niet verloren, en er staat weer een zesdaagsche op het programma zoodra de ,,breek-meer-vaatwerk-week" tot het verleden zal behooren. Daar zijn we namelijk midden in en ik kan u verzekeren dat het personeel, datanders toch zoo moeilijk te spannen is voor liet werkelijk economischwereldbelang,van harte meedoet. Bij emmers vol gaan de schervenmetdenvuilniswagenrnee.endeaschmanheeftal tegen de meid gezegd dat wij zeker van de Bobobib waren. Natuurlijk in andere bewoordingen. Als ik haar wel begrepen heb verklaarde hij dat twee straten verder ook nog zoo'n bende woestelingen woonde. Enfin het vergt geduld en eindeloos beleid om de domme massa op te voeden. Wij onzerzijds hebben daar gaarne schimpscheuten en een nieuw servies voor over. Tegelijk met de ,,breek-meei-vaatwerk-week" is voor de heeren nog een aparte taak ingesteld, n.l. de ..rook-meertabak-week". Op het oogenblik dat ik dit schrijf zijn 5 _ er drie dagen van die week voorbij en ik kan niet zeggen dat ik mij volkomen frisch gevoel. Drie si garen voor het ontbijt is mijn quantum niet. Maa.r ach, wanneer we a.ls we een weekje verder zijn onze Arendsburgjes weer zien optippelen is het leed gauw vergeten. En dan komt de ,,scheur-meer-kunstzijde-week", met haar fleurig vertoon van kleurige lijfgoederen, als inleiding van het rijkvoorziene internationale Bobobib-programma met zijn ,,drink-meer-theeweek", zijn ,,hoor-meer-accoustiek-avonden," ,,slik-meer-kunstboter-dagen", ,,kraak-meer-autoweek-ends" en ,,verniel-meer-koper-fuifjes" .... kortom, het programma dat systematisch het geheele koerslijstje afwerkt en aldus alle pro ducten wier producenten aan de beurs min der gewaardeerd worden een eerlijke beurt geeft. Natuurlijk begrijpen Mathilde en ik volkomen dat wij, door aldus te handelen, baanbrekers zijn. Maar fleurig en blij scharen wij ons in de gelederen van de internationale Bobobibbers, o.... zeker, een klein groepje nog van lieden die de consumptieplicht diep-doorvoelen, maar toch een groepje wakkere, vastbesloten practische economisten, die meer doen ter voorkoming van een wereld oorlog dan heel wat staatslieden die mooie woorden gebruiken doch geen suiker in hun thee doen en zuinig zijn met hun ben zine. Ik moet helaas afbreken. De bel staat niet stil van derekeningloopers. Maar wat zal ik u zeggen? . ..In het huishouden van Kobobib-leden gaat heel wat om, en w<> hebben er van do week. geheel uit eigen beweging en gedrongen dooi internat io naal-moreel besef, een facultatieve ..verniel-mcermeubüair-wfi'k" bij gehouden, waaraan de kinderen, min of meer tot onze verrassing, als goede kleine staatsburger t jes, onvermoeid hebben mee gewerkt .... dc bel staat niet stil JAN VAN HERWIJNEN Nieuwewerkentot260ctober KUNSTZAAL VAN LIER ROKIN 126 AMSTERDAM Nieuwe boeken door J. Drijver (!. van Bi'usekoni, A\ l'. J. Kooymfinx, Af. Kutten en A'. Tinbergen. ,,Het \'oijeleilund" (Uify. A.fr.Sclioondcrbeek. Luren} "Het vogeleiland is eigenlijk geen eiland, doch slechts een deel er van. n.l. de Westpunt van Rozenburg. Daar liggen de Beer en de Hcheurpolder, namen, waai'aan voor vrijwel alle Nederlandsche vogelvrienden de mooiste herinneringen verbonden zijn. In den regel zijn werkzaamheden als het graven van kanalen, het aanleggen van wogen enz. niet bevoidei'lijk aan de natuurhistorische beteekcnis der aangrenzende tetreinen, doch hier heeft het omgekeerde plaats gevonden.. Bij het graven van den Nieuwen Waterwog werd de punt van de vastelandsduinen afgesneden. Deze geïsoleerde gunt, de eigenlijke Hoek van Holland, werd later met Rozenburg vereenigd, doch is steeds moeilijk bereikbaar geweest. Ook al. omdat het terrein tot het Kroondomein behoort en nooit vrij voor het publiek toegankelijk werd gesteld. Vrijgekomen klei en zand werd destijds naar den Zuidkant van den Waterweg vervoerd en die bagger is waarschijnlijk oorzaak van den ongemeen rijken plantengroei. Eigenlijk is die duinstrook tegenwoordig weinig anders dan een ondoordring bare rimboe van duindoorri, vlier en liguster. Achter dat duinwoud liggen brakke weiden, breede stranden en duinformaties in elk stadium van ontwikkeling. Dat gebied is een unieke vogelbroedplaats, zooals nergens anders in West-Europa kan worden aangewezen. Het Vischdiefje broedt er in ongeloof lijk groot aantal, stellig meer dan 20000 paren, de Groote Stern heeft zich er kortelings gevestigd en de kolonie telde dit jaar reeds meer dan 1000 nesten. De klutenbevolking wordt op ongeveer 500 paren geschat en Dwergsterns, Bergeenden, Scholeksters,. Tureluurs, om maar enkele soorten te noemen, zijn er zeer algemeen. Al die vogels kunnen zich er rustig ontwikkelen, dank zij de zorgen van de Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Vogels, die er sinds jaren een bijzonderen bewakings dienst organiseert gedurende den broedtijd. De jeugdige schrijvers hebben jarenlang de Beer en den Scheurpolder bezocht en ook bestu deerd. Dit laatste blijkt wel, als men hun boek leest, dat eigenlijk niets anders is dan een aaneen schakeling van eigen waarnemingen en dat boven dien met vele eigen foto's geïllustreerd is. Een knap' stuk werk ! Op boeiende wijze wordt het intieme vogel leven voor ons ontsluierd : wij lezen van den minnenijd der Bergeenden, van het visschen der Blauwe Reigeis, van de teederheid der Sterns voor hun wijfjes en jongen, van de wandaden der Schol eksters, die jonge sterns rooven om hun eigen kroost op ingewanden te onthalen. Kortom, een boek, dat met evenveel genoegen gelezen zal worden door leeken als door hen, die zich reeds jaren met de vogelstudie inlaten. Ook de plantenliefhebbers zullen er veel van hun gading in vinden. Dit vogelboek kan op n lijn gesteld worden met het beste, wat er tot nu toe verschenen is ook in het buitenland. Het zal de overtuiging veld doen winnen, dat de Heer een waardig natuur monument is en dat ook steeds moet blijven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl