De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 18 oktober pagina 12

18 oktober 1930 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 OCTOBER 1930 No. 2785 BIOSCOPY door L. J. Jordaan De film als draai-tooneel <S. W. Pabst. ,,Een schandaal om.... Eva." Tnschinsky R. Oswald. ,,Dreyfus." Bembrandt -4 LS oen insect, door een ruwe hand op den rug .Ji\. geworpen, zoo krabbelt en draait en wringt zich de klankfilm om weer op de been te komen en JJ, toeschouwers, zien het geval met een voorl:>opig matige en gereserveerde belangstelling aan. N* enkele ietwat wilde, maar bijwijlen interessante en verrassende experimenten op het gobied der gecombineerde beeld- en klankmontage, schijnen wij thans vrij definitief beland te zijn in de periode der tooueel-mechanisatie. Op de onvermijdelijke muzikale einlagen na, houdt men zich sinds eenigen tjjd vast aan het verfilmde tooneelstuk en het is niet onbjlangwekkend, na te gatn, hoe wij in drie achtereenvolgende etappen, steeds dieper naar dit 'bedenkelijke peil afzakken. 'Met j,Westfront 1918" het is hier de vorige woek in den breede aangetoond was de waarlijk filmische interpretatie, dat wil zeggen: het regelen der emoties door rythmische onderbreking en contrastwerking der beeld- en klankcomplexen, ?fcot een minimum beperkt. De vrijwel monotoon na elkaar af-?gespeelde" scène's lieten van de zuiver filmische middelen als montage, camera-instelling «U détail-opname al bitter weinig over. Maar hoe dan. ook er waren nog wel zooveel momenten V»n onvertroebelde, cinegrafische expressie over, (ik denk b.v. aan het imposante afdonkeren van den close-up, waarmee de film eindigt !) dat het bewustzijn met oen film te doen te hebben, ons niet geheel en al verliet. De Henny Porten-film Een schandaal om. . .. Eva !" is reeds een volslagen gefotografeerde en gesynchroniseerde comedie. In de geheele lange, maar overigens amusante film, heb ik welgeteld slechts n enkel filmisch effect ontdekt: de opname der (wat opzettelijk gegroepeerde) menigte in het Kur-park, wanneer de kleine jongen Eva als zijn moeder ae,nroept. Buiten dit moment komen de acteurs op en gaan zij af als op een tooneel de camera, dat prachtige, wonderlijke instrument is teruggewezen naar de nuchtere rol van observeerenden toeschouwer en het kost moeite te gelooven, dat zij slechts eenige jaren geleden als een levend, worstelend wezen zich in den strijd aan boord van den Pantserkruiser Potemkin wierp. In. Het proces-Dreyfus" is het begrip film" ten eenenmale losgelaten. Men heeft de cinegra fische vormgeving benut, om het draai-tooneel te vervangen: een duizelingwekkende afwisseling van tooneel-scene's, prompt en zonder stagnatie op elkaar volgend. Hier is de tooneeltechniek in al haar glorie zonder eenige gêne hersteld. Zelfs de kostelijke les en moeizaam verkregen wetenschap, dftt spelen" voor de film iets totaal anders is, dan spelen op het tooneel, werd volkomen genegeerd. Wanneer de overste Piquart het vertrek verlaat, waarin hij zich met zijn vijand, kolonel Henry, bevindt, dan geschiedt zulks volgens de tradities der geijkte tooneelmanier. Vroeger stonden wij bij zulk een gelegenheid als het ware tusschen de twee mannen in de camera leidde ons oog naar een eaamgeknepen vuist, naar een langen fonkelenden blik, naar een saamgekrampten mond. Wij zagen een deur dicht slaan, wij zagen nerveuze voeten haastig een trap afdalen en wij stonden een oogenblik oog-in-oog, boi'st-aan-borst met den achter blijver voelden zijn angst, zijn schuldgevoel, zijn berouw wellicht, als een lijfelijke beklemming op ons'drukken. En tusschen al die flitsend aangeduide details, verdichtte zich als een tastbaar fluïdum de atmosfeer, die ons mede insloot in een fatale, schrikwekkende intimiteit. Van dit alles is niets meer over. Wij zijn terug gedrongen naar onze plaats in de stalles wij zijn weer geïntrigeerd toeschouwer geworden, die nieuwsgierig is hoe het afloopt". De fijne, indrin gende psychologische ontrafeling der gemoedsJ. B. BENNER & ZOON | ? PIANOHANDEL £££%£ ? ? DEN HAAG 97 NOORDBINDB l bewegingen, werd vervangen door het grovp, deco ratieve tooneelgebaar: de knappe acteur Basserman schrijdt" (let wel, hoe men het ,Joopen" op de film reeds verleert!) op zijn tegenstander toe, maakt de traditioneele toonoelmatige hik-beweging, staat een oogenblik stokstijf, werpt" gelijk dat heet, het hoofd in den nek" (welk normaal ster felijk wezen, doet dit nog aan deze zijde van het voetlicht ?) en gaat af met dreunenden pas.... een.... twee.... drie.... vier.... vijf.... zes.... zeven.... acht schreden. Nog eenmaal het effectvolle tooneel-omzien en Bassermann af door zijdeur." Aldus werd de rijke, gedifferentieerde en ge nuanceerde filmtaal vervangen, door het holle pathos van het toonoelgebaar en als troost krijgen wij de harde, bulkende en veelszins onverstaanbare klanken uit den loudspeaker.... het kostbare levende woord" dat velen zoo noode in de wel sprekende zwijgende film misten. Wij hebben er vrede mee, wanneer men deze beschouwing onder wil brengen bij de artistieke muggenzifterijen. ... er zijn lieden, wien men de eenvoudigste en klaarblijkelijkste amg^ _°;t aan het verstand kan brengen zift" ging het voor vijf jaar met de zwijgende film zoo gaat het thans met de talkie. Maar het kan ons wel eens; angstig te moede worden niet terwille van de film, die zonder twijfel haar evenwicht wel terug zal vinden, maar terwille van het tooneel, dat zoovelen met wel behagen in deze mechanische reproductie her kennen. Kan het u ook soms zoo overvallen, lezer dat kille, huiverige gevoel, wanneer gij u, midden in de vertelling" plotseling als bij toeval bewust wordt, dat gij eigenlijk naar sprekende schaduwen kijkt? Dat gevoel, hetwelk u met weerzin terug doet treden, wanneer gij in het Panopticum ontdekt, dat de heer met wien gij arm aan arm staat, een wassen pop is? Men heeft de zwijgende film, die een eigen taal een eigen uitdrukkingsvorm zocht, ad absurdum verweten, dat zij een mechanische reproductie der natuur zou zijn. Men heeft van het wezenlijke mechanisatie-proces, dat de tnlkie doormaakt, blijkbaar geen benul. Het publiek, dat aanvankelijk een natuurlijken tegenzin toonde tegenover dezen vorm van geïmiteerd tooneel, begint aan de zaak gewend te raken. Het heeft zich mot de pratende schimmen verzoend, als met een monster-paring en de vraag rijst ,hoe lang het zal duren, voor datzelfde publiek de levende interpretatie, de geladenheid en bewogen heid der menschelijke stem zal prijsgeven terwille van het mechanisch tooneel. Want de snelle en bonte afwisseling, de grootere rijkdom aan uiterlijke middelen, die de talkie boven het tooneel kan bieden, moet vroeg of laat de oppervlakkige massa bekoren en meeslepen. En het kan een vrr.ag van le ven en dood zijn, of en ftoe het tooneel deze gevaar lijke crisis doorstaat. Het is immers een bekend feit, dat een zoo krachtig looneolleven als het Berlijnsche, reeds volkomen ondermijnd is door de concurrentie der sprekende film. Zoo zijn het mirabilo dictu de vrienden van het fraaie spel", die zich in waarheid bezorgd dienen te maken over de huidige richting der sound-film. Met het horste] van de talkie tot auto nome filmische vormgeving, schijnt hot behoud van het tooneel ten nauwste verbonden. * * * Van de beide laatste spreok-films is verder weinig bijzonders te zeggen. De acteurs verstaan hun vak en hun prestaties op het projectiedoek hebben de betrekkelijke en twijfelachtige ver dienste van slechte reproducties op krantenpapier naar beroemde schilderijen. Wij herkennen dui delijk Bassermann en zijn daar kinderlijk verheugd over wij hooren Kortner zijn Ich bin unschuldig !" uitschreeuwen en dat kunstje lapte 'm de zwijgende film toch maar niet, moenen wij. De pleidooien van Zola-George en Labori-Kampers vormen boeiende puzzles, die wij uit de enkele verstaanbare woorden trachten te ontraadselen. En dan zijn er nog de keurige uniformen.... kortom wij vervelen ons volstrekt niet. Overigens hebben wij den tijd na deze grillige zijsprongen, zal de klankfilm haar weg weten te vinden, zooals da zwijgende film dat gedaan heeft zij is jong en sterk en meester van de toekomst. Maar het tooneel, mijne heeren.... het tooneel ! GENBBAAL AGENTEN VOOB FOTO-SCHAAP & Co. ? PUI 9 AM8TBBDAM Tentoonstellingen Amersfoortsche Kunstkring. Poppen van Harry van Tussenbroek. Tot 20 October. Koloniaal Instituut, Amsterdam. Werk uit Noord-Afrika en Ned. Oost-Indiëvan Is. van Mens. Tot 20 October. Rotterdamsche Kunstkring, Rotterdam. Werk van Johan van Heil, J. J. Moolhuizen, W. Oepts en Wout Schram. Tot 26 October. Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Werken van Jan van Herwijnen. Tot 27 October. D. G. Santee Landweer, Amsterdam. Teekeningen van Fransche en Hollandsche Meesters. Tot 27 October. Kunsthandel Aalderink, Amsterdam. Werken van Willy van Schoonhoven van Beurden. Tot l November. Kunstzaal Willem Brok, Hilversum. Werk van P. Cornelis de Moor Tot l November. Toonkamers Bij den Dom, Utrecht, Grafisch werk van Kees van Urk en Aardewerk van Nel Houtman. Tot l November. Kunst en Antiekhandel Sena", Amsterdam. Werk van Ooen van Oven. Tot l November. Rijksprentenkabinet, Amsterdam. Etsen van Rembrandt. Tot l November. Huize van Hasselt, Rotterdam. Werken van leden van de schildersvereeniging De Brug". Tot 2 November. Kunstzaal Vecht, Rokin, Amsterdam. Schilde rijen en beeldhouwwerken van hedendaagsche kunstenaars. Kunsthandel Jac. Niekerk, Amsterdam. Schil derijen en aquarellen van Johan Kuypers. Tot 2 November. J. H. de Bois, Haarlem. Herfsttentoonstelling van moderne schilderijen. BOEKBESPREKING ,,Harlekijntje in Zwitserland." Een vroolijke geschiedenis. Nederlandsche beicerkitig van A. van Kampen, geïllustreerd door E. M. Harmsen van der Beek, uitgave van Holkema's V. Mij. Amsterdam. Wie de Harlekijntje's serio waarvan dit boek het vierde is kent, die zal dezen nieuweling in de serie /.eker met vreugde begroeten. Want de humor en de fantasie vieren er weder hoogtij in. De belevenissen van Mr. Stopps en Harlekijntje op hun reizen blijven voortdurend de aandacht gespannen houden, waaraan de geestige illustraties geen gering aandeel hebben. Met blijdschap begroeten we dan ook de aan kondiging op de inhoudsopgave, nml. No. 5 uit deze bizonder amusante serie: Harlekijntje op het Jan Klaasseneiland." Het succes, dat deze boeken hebben, is welver diend. De fleurige bandteekening van Harlekijntje in Zwitserland maakt het boek tot een geheel dat af is. EMMY B. B. NV ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK .. DIRECTIE M? 5.J.VANZlJ5T-M? J.F. VERSTEEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl