Historisch Archief 1877-1940
No. 2786
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 OCTOBER 1930
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
Croquante Croquetjes
door Alida Zevenboom
T K heb weer mijn hoofdpijn, vooral
al; de wind Noordwest is. Laat ze
maar zeggen dat de mensch niet
door het weer geregeerd wordt en ik
heb al meer opgemerkt dat als ik
misère heb over het een of ander, er
altijd een kring om de maan is. En
alles komt natuurlijk tegelijk. Mijn
neef uit de Commelinstraat heeft zijn
groente-affaire moeten sluiten en na
zijn dubbele hit, heeft hij nu zijn
tweedehandsch Fordje moeten
verkoopen en het is een schande wat ze
een mensch er voor durven bieden.
En wij zijn er van den zomer nog zoo
lijn mee uit rijden geweest. En nu
spreken ze mij voor de huur aan en
voor de betaling van den inventaris.
Je moet maar goed zijn voor je fa
milie !. . . . En dat komt allemaal,
heeft meneer Stanislafski me uitge
legd, omdat de een of andere groote
meneer in Amerika kiespijn of onaan
genaamheden thuis heeft. Dat is het
mooie van de economie, zei hij, maar
ik vind dat wij het dan maar zonder
economie moesten doen. Ik voor mij
geloof, dat de wereld er dan vrij beter
aan toe was. Het is ook de schuld
van de economie dat het acteurtje
vier maanden achter is met zijn
pension en ik durf zij n boekje niet eens
op te tellen, zoo veel staat er op. En
kan ik van vrijkaart j es voor den
schouwburg leven? Ik spaar wel een
avond vuur en licht als ik er zit, maar
als ik nu nog vrij-consumptie had,
zooals vroeger bij meneer van Haar
lem of in de Flora" waar je een glaasje
bier toe kreeg bij de kunst, dan
zou je nog eens extra gaan. Ze willen
nu, net als op de
Kruideiiierstentoonstelling, in den 8tads-schouwburg,
iederen tienden bezoeker een halve
biefstuk cadeau geven en elke;
vijfen twintigste een kruikje bitter en de
honderdste mag een van de dames
actrices naar huis geleiden, zoo be
weert het acteurtje, maai- die is nooit
te vertrouwen, liet als in geldzaken.
En het is heelemaal niet goed voor
mijn hoofdpijn als je zooveel hoort
praten over stakingen. Ik gun ieder
graag het zijne, maar wie geeft ons.
pensionhoudsters, het onze ? Zal het
er van moeten komen dat ook wij
gaan staken? Ik moet u zeggen, dat
ik er veel voor voel en hoe zou de
wereld dat opnemen? Als wij eens
voor onze paying guests" geen eten
kookten en de bedden niet opmaakten
en lum brieven lieten slingeren, dacht
u dat dat veel minder dan een revo
lutie zou zijn? En onze huisvrouwen?
Wie denkt aan die slooven? Nicht
uit de Commelinstraat heeft bloed
armoede drie kleine kinderen en
vijf jaar getrouwd en als er be
hoefte is aan een arbeidscontract,
waar de kranten over vol staan, dan
vraag ik maar waarom hebben wij,
huisvrouwen, niet zoo'n contract?
Ik heb eens opgeteld hoeveel uur
per week ik werk en ik ben gekomen
tot nhonderd en vijf uur en betaalt
mij iemand voor mijn overuren of voor
nachtarbeid? Ik ben lid van den
Bond van Huisvrouwen, maar ik loop
er uit als die niet eens met zijn allen
de straat op gaan om te betoogen.
Waar zouden oir/e stakkerds van
mannen blijven als wij de
sehuimspaari en de stot'doek er bij neer
gooiden? U moet niet gelooveii dat
de mannen, als er Weer eens feil
oorlog uitbreekt, een hand zullen
uitsteken om hem te beletten en
daarom zou ik nu al de vrouwen willen
organiseeren om, zoodra er de mobi
lisatie afgekondigd wordt, de boel er
bij neer te gooien. Laat de heeren
dan maar eens gaan vechten ! Als al
onze politieke! dames da;i!' eens over
dachten ! Maar die hebben het te
druk met de partijen om aan zoo iets
voor-de-hand-]iggeiids te denken. Ik
ben eens een blauwen Maandag bij
een generaal in betrekking geweest
en ik herinner het me nog a's den dag
van gisteren dat er parade was in de
Plantage en mevrouw zijn rijlaarzeii
had weggestopt en daar stond hij dien
morgen in groot-tenue op zijn kousen
voeten, ik zal het nooit vergeten.
want zijn groote teen stak door zijn
kousen en hij schreeuwde om zijn
rijlaarzen en mevrouw hield zich van
den domme en ik wist me geen raad,
want ik had net den gootsteen niet zijn
degen doorgestoken en kon hem van
den schrik ei'n iet uit krijgen en ik had
het gevoel dat het vaderland te
gronde zou gaan. maar als alle vrouwen
zoo op den dag van de mobilisatie
zouden doen, waar bleef dan de hel
denmoed van den man? Kan u zieh
een held voorstellen op sokken? En
nu ga ik maar weer aan den gang. Ik
heb vandaag nog geen knie gebogen
en mijn zestienurige werkdag is nog
We komen in de krant l
ISitincn -iiiet te latnjen lijd
zult u /iet beleren
dut over u eti uw ijKiti
vrienden L'it familie, in
kranten wordt (/('schreven.
Lacht maar niet. Het feit slaat rast.
Vader, moeder, tante.
oma, neef, nicht, oom en maat,
zoons eti dochters, allen staat
strak jcs in de kranten.
Zonder onderscheid ra n rang,
titel, aanzien, /jeld wordt
ieder in de krant r/ez/t.
Kn om duizend (/uiden tred
ik dat -u vermeld wordt. . . .
Niet dal u een lin/jc krijt/t.
of alft held (/e-eei'd wordt.
of verafschuwd of beroemd.
'k /ter/ alleen dat K i/enoitnd,
dat u ijenoteerd iconlt. . . .
\ l 'eet u lioe 'k Jn t zi'L'ei' weet. . . .
(lat u stral.-s rirmeld wordt. . . . ?
Omdat straks een (/root t/ctal
u ett mij vermelden zal:
als ons folk. . . .r/cletd iconlt. . . .
Strak» iraniieer liet resultaat
in de krant i/cdi'itkt is.
juicht de Slri'óer: .,'/,? ben il'r bij !. . /''
na zijn lanf/c i/of/en blij
dat 't nu toch (//'lukt is. . . .
M K LI S STOK E
lang niet om. En de dames in de
Tweede Kamer hebben een werkdag
van nog geen zeven en twintig minuten
heb ik pas gelezen !. . . .