Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 OCTOBER 1930
D.
G. SANTEE LANDWEER
KUNSTHANDEL Heerengracht 396, AMSTERDAM C.
Vun 87 Sept «7 Oct.
TEBiTOOMSTEI/LIXG TEEKKXHVGF.% van
Nederlandsche en Fransche meesters
Geopend 1O?12 en l'fe-5 uur
Crisistijden
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
!v
t.
t,
C,
MUZIEK
door Constant van Wessem
Edith Lorand en haar orkest.
HET applaus van het publiek was een warm
temeter voor het enthousiasme, waarmee
de prestaties van Bdith Lorand en haar orkest
werden opgenomen. Eerst klapte men maar zoowat,
na die salonmuziekachtige bewerkingen van dansen
van Rameau, e.a. en men voelde de bonzen der
critiek het voorhoofd fronsen. Edith Lorand
dacht, dat wanneer ze maar vervaarlijk snel ge
speeld werden, en zij daarbij maar luidruchtig haar
strijkstok zwaaide, men niet zou bemerken hoe
onecht deze bewerkingen klonken. Maar bij de
Landler van Beethoven, met twee violen en een
bas-bas-bas" gespeeld, werd het beter en toen met
een ,,marche caractéristique" van Schubert het
Oostenrijksche element op weeke golvingen de zaal
indanste en het Hongaarsche bloed van Edith
Lorand ook in haar viool scheen te vliegen, be
gonnen de eerste losbarstingen van opgetogenheid
uit de ryen der toeschouwers op te stygen. Hiermee
was het klassieke" nummer, de conventioneele
tol, betaald aan een cht concert, afgeloopen en de
Nationaltanze" kregen vrij baan. Eerst Grieg
met een noorschen dans, dan Dvorak, met een
Slavischen dans, en vervolgens, en .dit werd eerst
recht goed, een oud-Hongaarsche dans, waarin
alle zigeuners, die Liszt aan den roem van zijn Hon
gaarsche rhapsodieën, Bavel aan diens Tzigane"
en de roode Hongaarsche kapellen aan hun vurigen
aanvoerder, die het zoete heimwee in de oogen der
dames speelt, hadden geholpen, nu met onstuimige
wendingen en tirelantijnen.te keer gingen. En de
primitieve wals kwam ook opdagen, die wals, die
nog een soort tot drie gevarieerde tweekwartsmaat
Igkt, en toen de eerste werkelijke groote opzwaai:
de Boheemsche polka van Jaromir Weinberger,
gespeeld op een electriseerende wijze, die alle
harten en alle oogen aan den strijkstok van Edith
Iiorand bracht en waarna het gejuich van het
publiek haar niet los liet voordat zij het stuk, zoo
mogelijk nog electriseerender herhaald had. Weg
waren nu alle klassiekerigheden" vaa het begin,
de dansmouwen zwierden en fladderden, dat het
een aard had en wat er maar aan hartstochtelijk
bloed in muziek uitgedrukt kon worden drukte
zich uit in dit spel, dat ook in het kleine orkest
tot een brandende zee scheen geworden.
Toen kwamen de Weensche walsen. Men kon
al bij voorbaat er op gespannen zijn wat dit ging
worden. Alle teleurstelling, die inderdaad de ver
tolking door het Johan Strauss-orkest, nog wel
aangevoerd door een echten Strauss maar niet
alle Straussen zijn Strauss" l ons bezorgde,
werd door het Edith Lorand-orktst ruimschoots
vergoed. Zoo fel, zoo hartstochtelijk, zoo griOg
en zoo lyrisch willen wij deze walsen hooren, los
van de altijd wat binnen de perken van het
ceremonieele gehouden hofbals ! Edith Lorand schrok
voor geen enkel effect terug. Bij de Jockey-polka
hoorden wij net-echte zweepen knallen en tegen
dat het eindpunt naderde zetten de paardjes
van het orkest er meer spurt" in. Wie won, weten
wij niet: alle kwamen tegelijk aan, En toen alles
rondtolde van wilden danslust, van bevrijde uit
gelatenheid, kwam aan het slot de Boheemsche
polka van Weinberger nog eens binnenstormen..
zooals de vroolijke jongeman, die alle leege glazen
van tafel komt maaien. En toen wij op straal
stonden, glimlachten wij tegen elkaar, omdat wij
ieder van elkaar ontdekten dat wij de Boheem
sche polka liepen te neuriën.
Nederlandsche Munt i
Holland's beste 10 cents sigaar
De methode van Cou
..The King of Jazz" bij Tuschinsky
Van het moment, dat, zoo?,ls men vertelt, het
eerste jazz-orkest van Paul Whiteman wegens
gebrek aan waardeering na een week weer op
straat werd gezet tot aan deze apotheose van
Whiteman en de jazz in de film The King of
Jazz", die thans bij Tuschinsky gaat, is een heele
weg. Maar het eerst genoemde feit dateert van
1912 en het laatst genoemde van 1930, en
daartusschen is de oorlog geweest, die ons aan het
geratel der mitrailleuses, het bommen van de
Dikke Bertha's en het formidabele rythmisch geweld
van het trommelvuur heeft gewend en het oor kan
wat hartverscheurende geluiden en een
obsedeerend rythme verdragen. En in 1930 stond het
met jazz ook al lang niet zoo erg meer als in
1918 b.v. toen men alle levenmakende toeters en
ratels in het orkest had geïnstalleerd om het voor
de dolle beenen maar ophitsend genoeg te maken.
Neen, het jazz-orkest van Paul Whiteman heeft
niets meer van doen met den lawaai-jazzband, die
een gekkenhuis geleek. Ook de jazz is aan ,.hooge
muziek" gaan doen, en Amerika, de smeltkroes
der volken", heeft heel wat bij anderen opgediept
om zijn jazz-rythmen weer kleur en fleur te geven.
En zoo stormen ook in het eind van de film
King of Jazz" alle noties op het tooneel om in
Whiteman's brouwsel te verdampen tot. ... de
Kapsody in blue" van Gerswhin. Dat is waarlijk
heel wat !
Maar in Tuschinsky is Paul Whiteman met zijn
orkest een revue. En een revue moet wat te zien
geven. Welnu, men ziet genoeg. Allerlei ..songs"
worden verbeeld en allerlei slangenmenscheri met
beenen, buigzaam als heete lak dansen op het
rythme tot men er van duizelt. Ook de teekenfilm
kreeg een goede beurt en hield een geslaagd pleidooi
voor een synchroniseeving van geluid en beeld.
Een aardig moment is eveneens de in scène zetting
van de ,,Uapsodie in blue." Maar ik kon het niet
helpen, ik vond het niet zoo erg verbluffend als het
was aangekondigd, ook muzikaal niet. De geluids
opname maakt van de zoo gevarieerde
jazzgeluiden iets, wat vaak verdoezelt in een grauwen
GIDDING
ITUYNENBURG MUYSI
ISCHILDFDSI
klank en de instrumenten, die men ons stuk voor
stuk laat zien met de virtuozen er achter of er voor,
klinken in werkelijkheid heel wat karakteristieker.
Men zou er zoo niet bijster veel van gelooven, dat
een der grootste attracties van Whiteman's
orkest juist die gevarieerde klark was. Wij namen
het maar goed op en vermaakten ons met het
grootscheepsche schouwspel, dat wel ergens in
dollarteekens zal gesignaleerd zijn geweest, maar
dat is mij ontgaan. Paul Whiteman is behalve een
dik man ook een groot man en de jazz is in zijn
hand gebenedijd. Maar ik hoor hem toch liever in
de werkelijkheid, dan geloof ik meer in zijn koning
schap van de jazz.
Lion Feuchtzvanger's Erfolg.
Lion Ftuchtwawgir's nieuwste boek Erfolg,
dat in ons nummer van 4 October door Victor
E. van Vriesland uitvoerig is besproken, ver
scheen in een Hollandsche vertaling bij Em.
Querido's Uitgevers Mij. te Amsterdam onder
den titel Succes. Anthonie Donker verzorgde de
vertaling.
Adverteert!
Adverteert in een Weekblad !
Adverteert in
DE GROENE AMSTERDAMMER