Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 OCTOÈER 1930
».KRONIEK
Slachtoffers der vuurtorens (Eyerland 26/27 Sept. 1930)
Vuurtorens en Vogels
door J. Drijver
JAREN achtereen reeds zoekt men naar
middelen om het doodvliegen van vogels
tegen de kustlichten tegen te gaan of althans te
beperken en hoewel men daarbij wel op den
goeden weg is, kunnen wij toch nog niet zeggen,
dat het kwaad afdoende bestreden wordt. Her
haaldelijk komen wij tot de conclusie een heel eind
gevorderd te zijn, om'er dan weer eens plotseling
aan herinnerd te worden, dat de vuurtorens, en
niet minder de lichtschepen, nog steeds een ge
ducht gevaar voor de des nachts trekkende vogels
zijn. Nu meene men niet, dat slechts enkele soorten
tot de nachtelijke reizigers behooren; integendeel,
in herfst en lente passeeren ons tienduizenden
vogels tusschen zonsondergang en zonsopkomst
en van zeer uiteenloopende soorten, van goud
haantjes en fitisjes af, tot meeuwen en ganzen toe.
Aangelokt door de verblindend felle
stralenbundels fladderen die vogels in donkeren nacht
om het licht rond, uren en uren aaneen. Geen
wonder, dat er vele in aanraking komen met de
kap of met den romp der vuurtorens of wel met de
masten en het tuig der lichtschepen en iedere
botsing brengt den dood. Hst is een spookachtig
gezicht de schalen vogels door het licht gevangen
te zien, in en uit de stralen, doch steeds in de
nabijheid van de lichtbron. Een woeste rondedans,
een doodendans is het en die gaat vergezeld van een
stroom van angstkreten in allerlei toonaard. Aan
de geluiden alleen zijn de vogels te herkennen;
alle soorten, tot zelfs de donkere spreeuwen toe,
lijken zilverachtig wit in hst felle licht.
De spreeuwen verstaan nog het best de kunst
zich aan hat gevaar te onttrekken; in dichte
drommen komen zij rusten op alle uitstekende
punten, op de stangen van den omloop, op de
vlaggelijn en op wat zij maar meer kunnen vinden.
Zoo groot is het aantal rustende spreeuwen soms,
dat geen plekje van het want der lichtschepen
onbezet is, en dat het schip na zulk een invasie
van onder tot boven gereinigd moet worden. De
bemanning spreekt dan wel van een bezoeking."
In vroegere jaren waren de kustlichten veel
minder gevaarlijk; de vaste of langzaam draaiende
lampen van betrekkelijk geringe sterkte konden
maar weinig invloed op de trekkende vogels uit
oefenen. In de laatste twintig jaar werden de
meeste vuurtorens geëlectrificeerd en terdege
versterkt en sinds dien tijd eischt het vuurtoren
vraagstuk onze volle aandacht.
Aanvankelijk ' heeft men getracht de
rustgelegenheid te vergrooten door het aanbrengen van
Koninki. Boomkweekerij H iHielmina,"
Charles van Qinneken & Zoon, Zondert, N.Br:
Het van ouds gunstig bekende adres voor
Dennen, ter bebossching(»itsluitendlnheemsch zaad)
Exotische Dennen- en Sparrensoorten,
Bosch- en Haagplantsoen,
Boomen en Heesters.
Cataiogi op aanvraag gratis en franco.
Te), Interc. No. 1. Telegr.-Adr.: WiJhelmina, Zundert
zgn. rekken of ladders; in ons land werden daarmee
de eerste proeven genomen en thans vindt men die
rekken op Terschelling en Westschouwen, aange
bracht door het Departement van Landbouw.
Spoedig bleek het evenwel, dat met deze wijze
van bescherming eigenlijk slechts n soort gebaat
was, de spreeuw. Sommige Engelsche vuurtorens
zijn ook van rekken voorzien en volgens
mededeelingen van de Royal Society for the Protection
of Birds komen er daar aanmerkelijk meer soorten
op rusten dan aan deze zijde van de Noordzee.
Het bleek al spoedig, dat de vogelsterfte aan
den eenen vuurtoren veel grooter was dan aan den
anderen; Huisduinen, IJmuiden en Scheveningen
bijv. zijn vrij ongevaarlijk. Bovendien ontdekte
men, dat de weersomstandigheden een niet te
onderschatten factor vormden. Een hoog sterfte
cijfer komt alleen voor in maan- en sterrenlooze
nachten; bij lichte maan of bij onbewolkten hemel
trekken de vogels zich Van de lichtstralen weinig
aan. Ja, zelfs indien er vele vogels rondfladderen,
vervolgen deze rustig hun weg, zoodra er maar
enkele sterren zichtbaar worden. Alles wijst er
op, dat zelfs zeer zwak licht het doodvliegen van
vogels kan voorkomen; zoo is het ook te verklaren,
dat de drie genoemde vuurtorens, staande in een
min of meer verlichte omgeving, zoo weinig slacht
offers maken.
Op Helgoland nam Dr. Weigold proeven met
het belichten van het bovendeel van den vuurtoren
en direct konden gunstige resultaten geboekt
worden. Nederland bezit zulke
beschermingslampen tegenwoordig aan de vuurtorens van
Hollum (Ameland), Terschelling, Eyerland (Texel)
en Westkapello. De aanleg en het onderhoud zijn
voor rekening van de Nederlandsche Vereeniging
tot Bescherming van Vogels, de eleetrische stroom
wordt door het Departement van Defensie
(Loodswezen) gratis geleverd. Ook op het lichtschip
Haaks worden proeven genomen om de trekvogels
te beschermen en ook daar zijn déresultaten be
moedigend. Nergens anders ter wereld nog heeft
men de lichtschepen in de beweging voor vogel
bescherming betrokken.
Eenstemmig zijn de'Opzichters der
Kustverlichting en de Gezagvoeiders der lichtschepen van
oordeel, dat het aanvliegen van vogels sterk af
neemt, zoodra er voor gezorgd wordt,: dat de vogels
de hindernissen op hun weg kunnen zien. Was het
technisch mogelijk van sterke lichtwerpers
gebiuik te maken, het euvel zou waarschijnlijk zoo
goed als geheel tot het verleden behooren. De
noodigc stroom kan jammer genoeg nog niet
beschikbaar worden gesteld!
Teneinde een overzicht te kunnen krijgen van
het aantal en van de soorten der aangevlogen
vogels, ontvang ik sinds enkele jaren alles, wat bij
den vuurtoren te Eyerland doodgevonden wordt.
In den regel blijven de zendingen onder de tien
vogels; twintig behoort al tot de uitzonderingen.
Maar in de laatste dagen van September ontving
ik in n zending niet minder dan 194 vogels,
waaronder 173 leeuweriken, doodgevlogen in den
nacht van den 26sten op den 27sten. De^overige
Een auti-dienstplicht-manifest
DE Joint Peace Council of wel Vereenigde
Vredesraad heeft dezer dagen weer een
Manifest" verspreid, met de mededeeling dat
hot millioenen over de gehoele wereld" bereikte.
Het manifest was onderteekend door eenige der
beste namen van de wereld, als Einstein, Freud,
Mann, Wells, Tagore, Upton Sinclair. En wat ons
land betreft o.a. door Berlage, Henri Roland Holst
en De Ligt. Wat het bevatte? Ach, dat weten wij
nu wel: een protest tegen militaire afriehting en
dienstdwang. Sedert de groote Napoleon, te
kwader ure, den dienstplicht voor zijn landen in
voerde, is die nieuwe vorm van slavernij over de
gansche wereld verspreid. De Staat neemt het
lichaam zijner jonge burgers, eischt hsn op voor
leven en dood terwille van steeds zeer verdachte
idealen, die, wel beschouwd, echter zeer concrete
bedoelingen dekken. Men kan zeer wel zeggen, dat
het in laatste instantie broodnijd" is, die de
naties tegen elkaar drijft, concurrentiehaat, di
bang is voor het eigen standje. En een leger is daarbij
wat het mes of de vuist voor de enkelingen is}
Daarom zijn zulke manifesten, en al die Vredesy
vereenigingen, ook zoo machteloos en onvrucht
baar. De regeeringspersonen der verschillend^
staten liegen lang niet altijd, als zij beweren vredef
lievend te zijn en den oorlog te haten. Waaroni
zouden zij ook? Particuliere menschen slaan elkaar
toch niet bij voorkeur op het gezicht en wij zijn
geen wilden meer. Doch de geweldige ,,domme«
kracht", die van de machtige groepsbelangen uit*
gaat en indruischt tegen vreemde groepsbelangen
maakt hen bij gelegenheid tot willooze werktuigen,
van massa-instinkten en impulsen. Want ieder
doet daar naar de mate van zijn egoïstische be
geerten aan mee; kapitalisten zoowel als arbeiders,
burgers zoo goed als proletaren. Het eensgezind
oorlogszuchtig Duitschland van vóór den oorlog
bijv. gaf daarvan een duidelijk bewijs. Zij zagen
nog mér rijkdom en welvaart in 't zicht en sloegeii
allen te zamen toe om die te verkrijgen.
Misschien wordt op den duur het middel gevon
den om door loven en bieden de markt te verdeeleni
en de diverse hebzuchten practiseh in den band tq'
houden. En zal men den oorlog, als te kostbaar of
te algeheel ruïneerend, trachten te vermijdenj
Vooral indien de welvaart weer toeneemt, worden
de oorlogskansen minder, omdat alleen de munitie'
en wapenindustrieën, onvoorwaardelijk en direkt
bij een oorlog geïnteresseerd zijn. Voor de
rest van het menschdom echter zijn er aan het
oorlogvoeren te veel nadeelen verbonden, dan dat
het, zonder meer, daarop belust KOU zijn.
Maar ik geloof nooit, dat enkel humanitaire
leuzen en idealistische vredesvertoogen, als dit
manifest, iets hoegenaamd uitwerken zullen, als
het er op aankomt, d.w.z. als onze plaats aan den
algemeenen trog te zeer in 't gedrang raakt. F. C.
21 vogels behoorden tot 14 soorten. In de beide
daarop volgende nachten vlogen 18 en 9 voge's
dood ; de leeuweriken bleven toen in de minderheid.
De omstandigheden waren in den nacht van
26/27 September wel zeer ongunstig; den 22ste.n
was het nieuwe maan geweest en den 26sten
ging de maansehijf om ruim 7 uur reeds onder.
De lucht was geheel bewolkt en later op den
avond en in den nacht viel er herhaaldelijk regen.
Ook de windrichting, Zuidoost tot Oost, was een
factor van beteekenis, omdat die wind den trek
gunstig beïnvloedt. Het aantal vogels om den
toren werd op duizenden geschat en zonder de
beschermingslampen zou het aantal doodgevonden
vogels vermoedelijk veel grooter zijn geweest. Zod
lang het droog bleef, zwermde de vogelmassa
boven de kap, doch tijdens de regenbuien kwamen
de dieren lager en toen kon het doodvliegen niet
meer voorkomen worden. . . ,., :i
De leeuwerikentrek aan onze kust is in, de-laatste
dagen van September zeer di-uk geweest; de
Brandaris rapporteerde in n nacht 60 gedoode
exemplaren, het lichtschip Haaks ongeveer 200
stuks en het lichtschip Noord-ITinder, aan- '&$
Zeeuwsche kust, 208 doodgevonden leeuweriken,
terwijl er daar bovendien nog honderden buiten
boord zijn gevallen. Bij de andere vuurtorens on
lichtschepen was de leeuwerikentrek veel zwakker.
Zulk een vogelslachting doet wel zien, dat het
vuurtorengevaar nog steeds bestaat en dat wij
er allerminst onze oogen voor mogen sluiten.
Maar veel is er gelukkig reeds bereikt en ieder
jaar wordt onze ervaring groott-r. ^_