Historisch Archief 1877-1940
WANDELINGE
Vogelvlucht der Sta
DOOR Jhr. Mr. G. DE MA
Teekeningen voor De Groene A
VTT AT is aardiger als men een
vreernT T de stad eens een beetje nader
wil leeren kennen, dan zich aan te
sluiten bij een groepje provincialen,
dat het een of ander boodschapje
in de groote stad' benut vóór en uit
buit tot een zwerftocht door die
straten en stegen, waar men uit zich
zelf meestal achteloos aan voorbij
gaat?
.... Het was een zonnige dag, dat
ik kennis maakte met de menschen, in
wier gezelschap ik uren en uren door
het oude deel van »Sofia zwierf, en
het warme, het koesterende ging
van henzelven uit. Het waren oude
menschen die uit een nabij gelegen
dorpje dien morgen naar Sofia waren
ergens
buiten hadden laten staan, en toen,
te Voet, al dat nieuwe en wonderbare
met oogen-gróót van verbazing en
meermalen ook van verrukking
gadesloegen. Zij werden geleid en
deskundig voorgelicht door een jeugdig
soldaat, die de eenige zoon des huizes
bleek te zijn, en die in den dienst een
wijsheid en een menschenkennis had
weten te verzamelen die deze
brave ouden eenvoudig met
verbazing sloeg. Drommel,
hoe kwam die jongen
toch aan al die bijzon
derheden? De moeder
in het kleurige kleed
der bulgaarsche boer
innen schuifelde
een beetje menschenschuw achter den
breedgeschouderden,door wind en weer
verbruinden boer, die in zijn houding
geen oogenblik verheelde dat het
hem belangrijk gemakkelijker afging
achter den ploeg te loopen, dan door
zoo een groote stad een pleizierreisje
te ondernemen. Het was een aller
aardigste optocht, deze twee oude
menschen, wijs in hun dorpje, maar
een beetje angstig en hopeloos on
wennig in de stad, en voorop de zoon
trotsch en schneidig" als een officier,
en zich het overwicht, dat hij bij deze
zér speciale gelegenheid op zijn
ouders bezat, welbewust. Af en toe
haalde de oude moeder van onder den
kleurigen omslagdoek de gerimpelde
hand te voorschijn en hield die be
schuttend boven de in het felle zon
licht knipperende oogen. als om zoo
doende nog destebeter en des te inten
ser al dit haar volkomen vreemde te
kunnen benieesteren en verwerken.
Want de zoon beschikte over een
woorden vloed en een lokale kennis,
ten eenenmale vreemd voor een
bulgaarschen : boerenjongen....
Wij kwamen o.a. voorbii het be^f^^iJf.
mótT9St"S!;-'v1an den Kussischen CV.aar
Alexander den Tweeden, de
Bevrijdersczaar geheeten, en de, soldaat comman
deerde hier een oogenblik: op de
plaats rus t
,,Let nou 's even op dit-monument"
on dat scheen hem verreweg het
belangrijkste toe te zijn
,,dit m mum i
weegt liefst
miaieventjes
" 10.000
ocques" ....(K.(i.). Klaarblijkelijk
wilde hij met deze bijzonderheid te
kennen geven dat de finantiën van
de stad er zoo slecht nog niet
voorstonden, doch dit verhinderde
niet, dat deze mededeeling het gezel
schap geenszins onverinengd impo
neerde. D'r zullen d'r nog wel
zwaardere zijn," merkte de oude
nuchtertjes op. Maar de moeder
voelde de innerlijke waarde en het ge
wicht dezer opmerking beter, en
klakte veelbeteekenend met de tong
tegen het gehemelte: Zoo, zoo,
zóó'nzwaar-ding-en hoe hebben ze dat in
vredes naam dan wel hierheen
gesleept?". . . .
Wij hervatten onzen tocht, en be
halve het koninklijke paleis dat in
een zér fraai onderhouden park
gelegen is, scheen het ouderpaar maar
bitter weinig te interesseeren. Maar
dit was dan ook het hoogtepunt.
Want. . . . hier woonde de Koning.
En nauwelijks voor het paleis ge
komen, zei de jongen niet stralende
oogen:
Voor dit paleis heb ik op wacht
gestaan"
De opmerking f i-of. .Man en \roiiw
kek«'ii elkander aan. Knikten dan even,
probeerden dit t>roote te realiseeren.
En. . . . heb jij den. C'zar ook
gezien?"
De 7,0011 knikte even met het hoofd,
er zijn oogenblikken in
het leven dat zwijgen
welsprekender dan
woor]?-, maar ei' glom
in zijn oogen een zeld
zame 11 gloed....
Kn (oen alïherin
nerde hij zich plotseling
«?n met scliük hoe het
hem in de kazerne was
j.;vleei-il - -'(ft fen on
miskenbare verec-ring i-n
bewondering:
De Czar der Bulga
ren". . . .
Maar de vader, die tot
dusver het paleis zwij
gend van onder naar bo
ven en van boven naar
onder had opgenomen,
den koninklijken stan
daard,die in de blauw'ende
zo inelucht zijn
wit-groenrood breeduit wapperen liet eer
biedig had gegroet, scheen op het
hooren dezer woorden, als met een
ruk tot werkelijk leven te worden
gewekt.
En streng klonk het uit den groeven
omtrokken, tandeloo/.eri mond:
Neen, den Czar aller Bulgaren". .
En van dat oogenblik a£ nam de
oude vastbesloten do teugels wederom
in handen, en voerde het troepje. dat
nu onder zijn vaderlijk commando
stond, naar het woelige centrum,
met het doel de clroomon van het
verleden om te zetten in reëele daden
van koophandel, een doel. waarvoor
ze dan toch ook eigenlijk gekomen
waren....
* *
*
De mooie winkels op de boulevards
lieten hen koud, ijskoud zelfs, en meer
dan eens kreeg ik den indruk, dat zij
tegenover al deze sehooiie zaken meer
of minder vijandig stonden. Vijandig
en een tikkeltje wantrouwend.