De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 1 november pagina 13

1 november 1930 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

DÉGROENE AMSTERDAMMER VAN i NOVEMBER 1930 for E ban l BIOSCOPY door L. J. Jordaan FILM EN RECLAME J. de Haas: Btjenkorf-f 11 m ,,Polygoon" T EDBRB bioscoopvoorstelling wordt vooraf1. gegaan door een soort vagevuur-kwartiertje een smartelijke loutering, waaraan wij ons hebben te onderwerpen, alvorens de paradij sgeneuchten van het officieele programma deelachtig te mogen worden. In een saaie, kakelbonte opeenvolging verschijnen tientallen reclames" op het doek, die het heele maatschappelijke leven bestrijken van oude jenever tot helderziendheid, van schoonheidsmassage tot weldadigheidsloterijen, van sigarenmerken tot Perzische tapijten. Het is een buitengewoon pijnlijk en vervelend experiment, dat een in medelijden bibberend orgel tevergeefs zoekt te lenigen. De meeste theaterdirecties laten wellicht teneinde protestmanifestaties te voor komen ! het licht in de zaal half" branden en het publiek verdiept zich tijdens de operatie in Jkrant of programma, of pleegt een demonstratieve conversatie. Behalve tenaanzien van de theaterkas en de naïve belangstelling van een enkelen provinciaal kan men den "invloed dezer reclame«ampagne dan ook veilig gelijk nul stellen. Dan echter gaat het licht geheel uit de publieke belangstelling wordt definitief naar het magische verlichte venster in den projectiewand gedirigeerd: de film vertooning is begonnen. Het ?effect is eenigszins verbijsterend. In het felle, gloriende licht van een maagdelijk wit veld, ver schijnt een gruwelijk misteekend mannetje, dat met rare, houterige stuntel-bewegirigkjes over het filmdoek scharrelt. Het geval is ontworpen en uitgevoerd met de esprit van een imbeciel en de «apaciteiten van een schooljongen en, naar het schijnt komisch bedoeld. Een close-up van het gedrochtje geeft van deze wanhopige tendenz blijk, door een pijnlijk misvormd hoofdje te vertoonen, dat tegen alle regelen eener redelijke anatomie in, op de schoudertjes rondtolt met vreemde, spookachtige oogjes knipt en zonderlinge lipjes n een duizelingwekkend tempo opent en sluit, ?om vervolgens in een cascade van cursieflettertjes zijn voornemen te kennen te geven, een costuumnaar-maat, of een rijwiel of een reep chocolade te gaan koopen. Ergens lacht de een of andere zwak zinnige om het trieste geval, maar smoort zijn macabere vroolijkheidterstond inde ijzige stilte der zaal, wanneer de omzittenden met stomme ver bazing naar den delinquent omkijken. Dan zet liet mannetje zijn epileptischen tocht naar het begeerde artikel voort ten aanschouwe van een verveeld en geïrriteerd publiek, dat straks ter ?vergelijking een magistrale teekenfilm van MaxPleischer voorgezet krijgt. Dat is^ de gangbare Nederlandsche filmreclame. «BJMBBAAL A«BNTBN VOOS AHATEUK FOTO-SCHAAP & Co. ? PUI 8 AH8TBBDAM Het is teekenend voor het angstige conservatisme van de meeste onzer zakenmenschen, dat de prach tige en intense reclame-propaganda, waartoe de film in staat is tot dergelijk kinderachtig gepruts wordt misbruikt. Handelsfirma's van naam en importantie, die zij het schoorvoetend en na veel tegenstribbelen toch geleerd hebben, dat een artistiek ontworpen en uitgevoerd affiche de standing en het debiet hunner producten slechts ten goede komt hebben blijkbaar ten aanzien van de film als reclamemiddel nog alles te leeren. It pays to advertise ongetwijfeld, maar vooral: It pays to advertise well! Ziedaar een levensleer, die cinegrafisch gesproken nog met voeten getreden wordt. Met verbazing constateert men, hoe firma's, die een reputatie te verliezen hebben, hun reclame aan het geestelooze en dillettantische gedoe dier zgn. reclamefilms verbinden en men vraagt zich af in welke wereld in welken tijd deze lieden in vredesnaam leven ! Intusschen begint het bij enkele stoutmoedige pionniers te dagen. Het Algemeen Handelsblad bond de kat de bel aan en liet een reclamefilm vervaardigen voor haar bedrijf door een jong kunste naar de helaas te vroeg gestorven Aafjes van de Polygoon". Het resultaat was een eclatant succes voor den maker, zoowel als voor de op drachtgeefster. Een grandioze daad volgde van de zijde der vakbeweging, die het doorzicht van onze commercieele kopstukken beschaamd maakte, In de propagandafilm Wij bouwen" van Joris Ivens, grootsch van opzet en conceptie, werd een machtig stuk reclame" van de hoogste en beste soort vastgelegd. Meerderen schijnen te willen volgen: voor de Philipsfabrieken maakt Ivens een forsche bedrijfsfilm, terwijl zijn assistent en mede werker, W. Bon, de laatste hand legt aan een jubileumsfilm voor den Nederlandschen Uitge versbond. Zoo begint langzamerhand het idee veld te winnen, dat de cinegrafische reclame nog andere middelen ter harer beschikking heeft dan kinderkrabbeltjes-met-vallende-ziekte. Het laatste verheugende voorbeeld is de Bijen korf-film van J. de Haas. In een boeiend en technisch uitmuntend ver zorgd filmwerk, liet de Bijenkorf" den bouw van haar Rotterdamsch handelspaleis door den Polygoon"-cineast J. de Haas registreeren. Van het leggen der eerste betonbeddingen af, tot de voltooiing van den monumentalen kap toe, is de schepping van Dudok's werk op den voet gevolgd. De wijze, waarop deze veelszins hachelijke opdracht werd gerealiseerd verdient groote bewondering. De voortgang van den bouwarbeid, die eenerzijds een enorm gegeven omspant anderzijds op een gevaarlijke monotonie dreigt te stranden, is met een zorgvuldige keuze der belangrijke momenten en een vloeiende, concieze compositie vastgelegd. Scherpziende oogen hebben reeds analogieën ge constateerd met Ivens, hetgeen gegeven de volkomen gelijksoortigheid in opdracht en mate riaal met diens Wij bouwen !" inderdaad sensatio neel mag worden genoemd. Niettemin wil het mij voorkomen, dat de Haas met zijn Bijenkorffilm een vrij persoonlijke creatie het aanzien heeft gegeven, waarbij ter geruststelling der gemoederen kan worden verklaard, dat het fameuse hijschblok van onderen opgenomen, chronologisch eerder viel, dan het beroemde pendant in Ivens' Heien." Wat misschien wel het eerst frappeert in deze film is de voortreffelijke fotografie. Klaar, scherp en duidelijk verkondigt zij na zoovele groezelige, min of meer artistiek-aangedane probeersels, de eenvoudige maar cardinale waarheid, dat de cinegrafie als iedere andere kunst een vak is, dat gekend en gekund wil zijn. Haar uitdrukkings middel haar taal, is de fotografie en een eerste eisch is, dat die taal beheerscht worde ons geen raadseltjes opgeeft, noch zich eigenschappen assommeert, welke met het wezen der camera in strijd zijn. De compositie is doelmatig en eenvoudig inzooverre gaat de overeenkomst met Ivens op. Beide cineasten toch hebben het doel van hun schepping: de registratie van een architectonisch proces, vast in het oog gehouden, zonder zich te laten verleiden tot picturale of dramatische zij sprongen. Evenals de ontwerper van het artistieke affiche zich vrijwillig schikt naar een (strengen. doelmatigen en niet den aard van zijn arbeid strookenden stijl zoo heeft de Haas zich, evenals Ivens vóór hem, onafgebroken voorge houden, dat zij n werk in een gebonden klare vorm geving moest worden uitgevoerd. In tegenstelling met bijv. Ruttmann's Berlin", de schepping van een vrij kunstenaar, geeft deze film een volkomen zakelijke weergave van het belangwekkende feit, dat haar opgedragen werd in beeld te brengen. Een affiche, dat Slaolie" annonceert, behoort als eerste totaalindruk ook slaolie" aan den be schouwer te suggereeren. De reclamekunstenaar, die dezen eisch terwille van artistieke bijkomstigheden verwaarloost, heeft zijn doel gemist. Zoo geeft deze film vóór alles een klaar, duidelijk beeld van den bouw der ,,Bijenkorf-dependance. In een voortreffelijke montage, waarbij de lengte en duur der beeldstrooken zorgvuldig en met gelukkige intuïtie werd afgewogen, glijdt het bouw proces aan onze oogen voorbij. Met goed inzicht werden enkele motieven (het betongieten) vast gehouden, als simpele schakels in den keten der verschillende architectonische phasen. De conti nuïteit der beeldopvolging is gemakkelijk en vloeiend, mede dank zij een technisch perfect dissolving (misschien iets te veel toegepast?) en de groei van het bouwwerk werd voortdurend geregistreerd door hoogte- en diepteopnamen. Tevens verliest de cineast nergens zijn taak uit liet oog, ook de architectonische eigenschappen te demonstreeren. Tal van vernuftig gevonden opnamen, die door telkens wisselende nieuwe instelling het oog vasthouden, laten die bouwkunstige elementen alle recht wedervaren. Aldus rijst voor de blikken van den toeschouwer het bouwwerk omhoog in een statig, ongebroken rythme, dat door de contrapuntische bewegelijk heid der arbeiders niets van zijn vastheid verliest. En de toeschouwer volgt het proces met onver zwakte belangstelling, zonder door geforceerde bijzaken van artistieke opzettelijkheid te worden afgeleid en daarmede is aan den strengen, zwaren eisch der opdracht volkomen voldaan. Misschien mag ik wel opmerken, dat naar mijn smaak, het eind niet op hetzelfde niveau staat als het overige werk. De verwarrende en uitvoerige panorama's maken het slot te gerekt en de film daardoor topzwaar. Ook is het mij onbegrijpelijk, dat de cineast het beeld boven op de kap, niet als dankbaar en logisch Slotvignet" heef t aangewend. Maar behalve deze overwegingen, heb ik voor deze knappe, doelmatige reclamefilm slechts waar deering. En avant kinderkrabbeltjes-adveit?erders ! Wie volgt ? ^jw'SStf ft®V^®{\& *\^®- ffffflë? i '? %*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl