De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 1 november pagina 18

1 november 1930 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i NOVEMBER 1930 No. 2787 Croquante Croquetjes door Alida Zevènboom MIJN radio is drie dagen stuk geweest en. nu kon ik pas merken wat een mensch aan al die nieuwe uitvindingen went. Het was <>f het huis was uitgestorven en den heelen dag zonder het opwekkend woord van meneer Weitzel en de ontboezemingen van meneer Vogt die mij altijd regelrecht naar het hart gaan. En wil u wel gelooven dat toen ik mijn toestelletje weer terug had, ik een walsje heb geniaakt op de tonen van de muziek, die er net ?uitkwam? Hoe ouwer hoe gekker, natuurlijk, maar u ziet er uit waar de wereld met al die nieuwe dingen naar toedraait, als iemand van vaste en stevige principes als ik, zoo wordt meegesleept. En je komt maar niet tjot rust, want nu heb ik me weer plat laten drukken om meneer Emile Jannings te zien. En, eerlijk gezegd, voor meneer Louis de Vries of meneer Eduard heb ik nog nooit een voet verzet. Wat toch eigenlijk verkeerd is. En het zijn toch ook groote acteurs. Nu ik meneer Liedtke comedie heb zien spelen, ben ik maar niet naar meneer Jannings toegegaan, want ik was bang opnieuw bekocht te zullen zijn, maar ik lees dat het erg mooi was, maar zou het zoo mooi geweest zijn als ik het van meneer Hubert la Roche heb gezien die ook comedie kon spelen? Ik zie hem nog met Julie Cuypers als mevrouw Lechat voor me en wat kon hij tekeer gaan tegen dat arme mensch, dat hem niet anders had aangedaan dan met hem te trouwen. En wat werd er dien avond op het tooneel met millioenen gegooid. Ik weet wel dat wijlen meneer, die het stuk ook gezien had, tegen me zei, dat hij, als hij zoo zaken deed, binnen een week failliet zou zijn. En dat Zaken zijn zaken", doet me er in eens aan denken dat ik van de week erg geschrokken ben. Er werd gescheld zooals er honderd maal gescheld wordt. Ik kan u verzekeren, dat het een heel gewone schel was. En daar Leent je haar halve dag" had, - wat moet en mensch tegenwoordig al niet doen om zijn personeel in een goede stemming en een paar maanden te houden deed ik zelf open. Het was een heel net heer met een dophoedje op en verder als heer gekleed en hij vroeg met wie hij sprak." Ik geloof dat uwelzien kan, dat ik het derde meisje niet ben, zei ik een tikje geraakt, en waarom wil u weten met wie u spreekt? Ik geloof dat ik eerder het recht heb te vragen met wie ik de eer heb ik zei dat eer" erg hard te spreken." 457 %/. 43286 School of bij hef Wie wnóuaóes. prospectus. RUIZE-RJJMEN Publius Vergilius Maro (,,In het <? van de V(rgUius-herdetik'mg." O.H.C.) Vergilius herdacht ! De wereld in het rf Van het hcrdenkingsfoest. Dit is. bij wijs van spreken, Voor mij de reden, dat ik, in een drukken tijd, Een r'uizo-iïjm aan dezen dooden dichter wijd. -Oeorgica, Bucolica, Meretum, ('opa Neen. Niet deswegen huldigt hem bosc.haa.fd Europa. Amerika incluis, als meester van de kunst. Alleen d'Aeneis is bedauwd door godes gunst. Vergilius herdacht ! Wie in zijn jonge jaren Op school moest dobb'ren op de Vergiljaansche baren, Denkt aan dien tijd terug, met Weemoed of met vreugd, Toen Maro diende ter verkwikking van de jeugd. Maar ach, de leerling, die gehoorzaam en gedwee is, Geniet slechts op gezag de schoonheid der Aeneis, En de verzuchting zweeft niet zelden door njii geest: Was Maartje maar een beetje sterflijker geweest !" Want menig kind beschouwt zijn arbeid als bestraf f ing, De taak van de docenten noemt hij werkve?'schafiing; Zoo Worden wellicht, peins ik, over 1(100 jaar De Ruize-Rijmeii strafwerk voor een kinderschaar. Dien grooten is, Zeus lof ! 't besef gespaard gebleven, Dat zij onsterfelijke kinderboeken schreven. Ja. Vast was elk van hen. al was hij nog zoo groot, Als er geen school bestond, al lang harstikkedood. Wat zou Homerus, nu, met al zijn geld beginnen, Als hij van ieder boek zijn loyalty kon innen? Maar a!s hij leven moest, van wie s>ijn werk verstaan, Dan zou hij ijlings weer terug naar llade's gaan. Wij zijn voor 't meerendi el, al wallen wij 't niet weten, Als wij den gee^t verstaan, 't Latijn weer schoon v» rieten. Als ons gevoelen rijpt, is onze kennis zoek Wie wil een dichter lezen, met een woordenboek 'i Ja, de studenten en de hooggeleerde heeren, Die kunnen ai dat schoons begrijpen en waardeeren, Maar wat is 't d el dier priesters van het Kapitoul ? Latijn en Grieksch te leeren aan de jeugd op school. Wie in zijn jeugd niet met Aeneas rond mocht dolen, Kent slechts wat Vondel voor zijn Gysbregl heeft gestolen. Ik echter ken hem gansch. Ik \ reng hem lof en eer. Maar dit blijft onder ons ik lees hem ook niet meer. CHARIVARIUS GHARIVARIA O, zei hij terug, als u dat zoo graag weten wil, dan heeft u de eer" en nu drukte hij er op te spreken met den deurwaarder want ik heb hier een dwangbevel voor u. Dus ik spreek met....'! Ik had wel door den grond kunnen zinken want of het spel sprak mevrouw van schuins hier over die van de vijf hondjes; het zijn er sinds het najaar zeven geworden kwam natuurlijk net oploopen. Het is of zulke menschen het ruiken en zoo valsch als een vrouw maar zijn kan, zei ze honing-zoet: mevrouw, kan ik het misschien met meneer afmaken" en dan moet je weten dat bij haar de meubelen geregeld staan opgeschreven en zij het doet voorko men of de bewaarder" haar vriend is ! Je moet maar durven ! Is u huisgenoote van de dame met wie ik de eer" heb te spreken? vroeg hij weer. O, zei mevrouw van de tien hondjes, is u de deurwaarder? Net of u dat niet wist ! schreeuw de ik van boven. En als u hot dan weten wil: ik ben vandaag niet thuis. begrepen? Of ze het begrepen had. En weg was ze en meneer vulde het biljet in sprekende met A. Zevenboom." Is het niet erg? En dan geregelde klant te zijn van den Staat der Nederlanden en nooit achter, met geen cent. En dan natuurlijk nog een vergissing van den ontvanger. Maar het mooiste was dat meneer de deurwaarder een klavertje-vier in zijn knoopsgat had waarop gedrukt stond: de zaken gaan goed" en als u mij vraagt, geloof ik dat het ook alleen zijn zaken zijn die goed gaan. Maar dat dat meubel van hier schuins over met haar twaalf honden, waarvoor ze maar n hondpenninge heeft, juist er op aan moest komen, dat vergeef ik minister de Geer nooit. Zaken zijn zaken, maar waarom kan een dwangbevel niet netjes over de post worden gezonden in een gesloten envelop en met vertrouwelijk" er op? Want nu weet de heele straat dat mevrouw Zevenboom den deur waarder over de vloer heeft en straks maken ze er van dat ze mijn boeltje op straat gaan verknopen. Die van de vijftien honden staat voor niets. VERRASSENDE MEDEDEELINGEN Vlug besloten verving ik mijn oor door mijn oog." (Hbl.) Het is een cirkelvormige zaal van zeer groote afmetingen (21 x 15,20 M.)." (Bat. Nbl.) Gelukkig konden de vlammen snel gebltischt worden, zoodat de schade niet gering bleek." (Prof. Ov. en Zw. Ct.) De telling van de reizigers in de treinen, die in de afgeloopen maand niet hebben geloopen zal van 4 tot 8 October worden gehouden." N. R. C.) Spr. memoreerde, dat Multatuli de eerste Nederlander is geweest, die weigerde zich te laten begraven." (N. R. C.) Charivarius is de tweede. Het is moeilijk zelfs op eenvoudige vraag stellingen antwoord te geven." (Hbl.) Ja. Want dat zullen wel geen ant woorden mogen zijn, maar antwoord stellingen moeten zijn. NARIGHEDEN Naar een definitieve oplossing. Naar de ont maskering van Toet-Ank-Amen." (Sum. P.) Naar een spoedige beslissing." (N. Haarl. Ct.) Naar belastingverlaging." (O. H. Ct.) Naar een sobere huishouding." (N. R. C.) OP DE GLIBBERIGE PADEN. Die zich thans een toilet bij Au bon March aanschaft, kleedt zich in het neusje van den zalm." (Bat. Nbl.) HET DERDE GESLACHT Eenige malen per week komen de oudere dames- en heeren-verkoopsters en vetkoopers" DE STAANPLAATS Onder hen neemt Verkade een vooraan staande plaats in." (H. P.) Deze concurrentie komt in goedkoopere prijzen tot uitdrukking." (N. R. C ) De prijs is de in geld uitgedrukte waarde. Is het geld goedkooper, minder waard, dan moet men er meer van geven. Goedkoopere prijzen zijn dus hoogere prijzen, /ei de leeraav in de Staathuishoudkunde, en d<> leeraar had gelijk. CORRESPONDENTIE ( harivarlus' Ruize-Rijm Icarus" heeft lang geen algemeene instemming gevonden. Hij kreeg diie protesten toegestuurd, twee in behoorlijken vorm, en n in poëzie. , Ad'verkerf in Je G roene Dat is een zin dien ge dikwijls leest. Waarom juisf in DE GROENE ? Omdac DE GROENE in hetgehee/e land gelezen wordt door hef besfe publiek door hef pubiek dat iefs fe besteden heeft. De adverteerder behoeft niet te betalen voor een ver spreiding, waarmee hij hon derdduizenden bereikt, die juist niet tot hef koopkrach tige publiek behooren, maar hef betaalt hem om in dit blad fe adverteeren. dat hem direct in contact brengt met hef publiek dat hij zoekt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl