Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i NOVEMBER 1930
No. 2785:
De Landbouw op het slappe koord
door G. F. Roosenschoon
i
Alleen op de wereld.
REEDS meer dan 10 jaar geleden is een
departementeele formule Landbouw, Handel en
Jï$jverheid" vervangen door Arbeid, Handel en
Nijverheid", Ia dit geschied om redenen van hooge
Tekeer kunst, van ambtenarea-gymnastiek, of wel
uu simpel opportunisme om het ni?uw goschapen
departement van Arbeid een royaal onderdak te
geven?
Hoe dajï. QQk» Landbouw we:-d geadopteerd
door Binnenlaudsche Zaken en kwam daarmee
in dood water; toen de Directeur-Generaal van
Landbouw aftrad, werd er geen opvolger benoemd,
maar begon de Edelman behalve voor het Volk
ook voor de Boeren te werken. Het resultaat was,
dat de leiding verslapte, het departement werd
ont-?hoofd", Landbouw was ont-?mand". Er kwam
een eind aan de krachtige regeeringszorg voor
landbouwzaken, die zoo sterk den opbloei van den
Nederlandschen Landbouw na de crisis van 1880
!-'94 beïnvloed had. Gouverner is niet langer
prévoir, maar laisser-aller. De landbouw voelt zich
stuurloos en van zijn vrienden verlaten. Dr.
Deckers, de voorzitter van den B.K.-boerenbond,
ia Minister van Defensie in het huidige Kabinet
en Ruys beheert Landbouw. D.w.z. Landbouw
ia Alleen op de Wereld."
Als de regeering minder apathisch, minder
dadealoos was, als de boeren wisten, dat de
TOgeering alle krachten inspande om den
landbouw uit den put te helpen, dan zou, ongeacht het
resultaat dier bemoeiingen, de stemming onder de
boeren misschien wel pessimistisch, maar niet
-?Verbitterd zijn.
Want verbitterd zijn de boeren. Men behoeft
Töaar den stroom van ingezonden stukken in de
bsndbouwbladen te lezen om te weten te komen,
welke krasse duigen er onder de boeren gezegd
Wórden, dingen, die men tien jaar geleden voor vol
strekt onmogelijk had gehouden. Er is een groeiend
Verzet tegen de drukkende belastingen en andere
sociale lasten, die op den landbouw liggen; tegen
de; passiviteit van de regeering, tegen de volgzaam
heid van de officieelen
landbouwyertegeuwoordigers, die zich steeds weer met een kluitje in het
riet laten sturen. Eigenaardig geaoeg neemt dit
verzet, onmiddellijk enkele uiterlijke vormen over
van de arbeidersbeweging. Ingezonden stukken
richten zich tot de Kameraden," men spreekt
er van strijdleuzen en gebalde vuisten, terwijl
telkens weer een vergelijking met de arbeidersbe
weging wordt gemaakt om aan te toonen wat een
«traffe organisatie vermag.
Daarbij wordt steeds over het hoofd gezien, dat
de maatschappelijke positie der arbeiders geheel
Anders is dan die der boeren. De arbeidersklasse
: bevocht haar maatschappelijke opkomst op de
honderdduizenden kleine froatjes door den klas
senstrijd veroorzaakt in ieder bedrijf afzonderlijk,
maar die gezamenlijk een offensief vormden op de
maatschappelijke orde. Wat den strijd, of liever de
propaganda voor dea strijd der arbeiders zoo
gemakkelijk maakte, is het principe van den
klassenstrijd geweest. Daardoor werd in ieder
bedryf de patroon de tegeastander ia het
dagelijksch loonconflict, maar bovendien de vertegen
woordiger van de uitbuitende klasse. De strijd om
hooger loon werd een strijd om een betere, maat
schappelijke orde. De strijd voor het socialisme
Het zich, dus populair vertalen door zooveel ceat
per uur meer, waardoor de beweging den steun
won van de massa der gewone menschen, wier
idealen niet verder gaan daa tot een net
burgerbestaan,naast het enthousiasme van hen wier
rechtsgevoel tegen de bestaande maatschappe
lijke verhoudingen in opstaad kwam. De geheele
arbeidersbeweging is een woaderlijk mengsel van
materieele en ideëele verlangens, en ik maak mij
sterk, dat de knapste theoreticus niet kan zeggen
waar het n begint en het aader ophoudt.
Ten opzichte van de boeren is de toestand geheel
anders. Niet alleen mankeert hier een drijvende,
de massa meesleepende ideëele kracht, maar ook
?de directa tegenstander. Als de markt-prijzen van
«Ie, landbouwproducten dalen onder de
productietosten, dan is er geen uitbuitende klasse" aan te
wijzen, waarop men zich verhalen kan. En dit is
toch het eerste, waarop men zint als het bestaan
moeilijk wordt. Het is een zeer menschelijke
eigenschap, om als men in den put zit, allereerst
naar hulp van buiten af uit te zien, want de mensch
is een van natuur vreesachtig wezen en als het
noodlot hem achtervolgt, roept hij liefst: Neem
dengene, die na mij komt. Op eigen krachten
wordt weinig vertrouwd, van het nemen van ini
tiatief hebben de meeste mcuschen een hart
grondige afkeer. Voor de arbeiders was de strijd
betrekkelijk gemakkelijk, omdat de tegenstander
v.ijn economisch-naaste betrekking was. Voor de
boeren geldt dit niet. Zij werken niet voor een on
dernemer a zooveel cent per uur, maar voor de
even capricieuze als onaantastbare wereldmarkt,
waarvan men altijd nog niet weet of haar grillen
natuuilijk zijn, of opgewekt worden door duistere
speculanten.
Hoe dan ook, zooals de zaken er op het
oogenblik voor staan, kunnen déboeren niets aan het
geldende prijsniveau veranderen. Of de regeering
iets kan doen in dit opzicht, is minstens genomen
zeer twijfelachtig, maar dat de regeering de plicht
heeft, het initiatief, althans de leiding te nemen,
bij de verjongingskuur, die de Nederlandsche
landbouw zal moeten doormaken, staat als een
paal boven water.
De toestand is ernstig. De tarwe, die twee jaar
geleden nog f 12.50 waard was, wordt nu verkocht
voor den halven prijs. Met de suikerbieten is het
dezelfde misère. De geheele akkerbouw is failliet.
Voor hoelang? Niemand kan er iets van zeggen.
Was de phenomenale prijsdaling het gevolg van
dumping, dan behoefde men de toekomst niet zoo
donker in te zien. Dumping immers voor-onderstelt
het op de markt gooien van geweldige voorraden
tegen geforceerd lage prijzen. De markt mag
daardoor een geweldige klap krijgen, het is een
verschijnsel van voorbijgaanden aard. Maar de
tarweprijs van het oogenblik laat nog een loonende
cultuur toe in sommige Noord-Amerikaansche
gebieden, die meer en meer in productie komen.
De voortschrijdende technische ontwikkeling, de
aanhoudende verbetering van de landbouwmachi
nes verlagen eenerzijds de productiekosten in de
streken met extensief groeibedrijf aanmerkelijk,
terwijl aan den anderen kant deze nieuwe machines
en methoden (bijv. de maaidorschmachine en het
bezaaien van groote oppervlakten land uit een
vliegmachine, waarmee een proef in Canada is
genomen) groote nieuwe gebieden voor de graan
cultuur openen, die tot nu toe wegens gebrek aan
arbeidskrachten ongebruikt bleven liggen. Deze
streken kunnen zoo goedkoop produceeren, omdat
het land vrijwel niets kost (in Nederland varieert
de huurprijs per H.A.land van 70?210 gulden), ten
tweede omdat op deze machinale bedrijven maar
weinig arbeiders per H.A. noodig zijn en ten derde
omdat er roofbouw wordt gepleegd. Eenige syste
matische landbouw wordt in deze streken niet
uitgeoefend, de cultuur berust geheel op den in den
bodem aanwezige voorraad plantenvoedsel. Van
bemesting is geen sprake, men teert op de kracht
van den grond, totdat de oogsten zooveel minder
worden dat de bebouwing van het land niet meer
loont. De akkers worden dan eenvoudig verlaten
en nieuwe in gebruik genomen.
De suikerbietenteelt staat er al niet beter voor
dan de graancultuur. De tropische suikerproductie
is van dien aard, dat de suikerbietenteelt in Hol
land niet meer rendeeren kan. Alleen de
veeprijzen handhaven zich nog voor zoolang als
het duurt. Want als de veeprijzen hoog blijven
bij goedkoope akkerbouwproducten, dan gaat
iedereen zich op veeteelt toeleggen. Ik neem zelfs
aan dat de hooge veeprijzen veroorzaakt worden
doordenslechten toestand in den akkerbouw. Immers
bijna iedere landbouwer zit met vrijwel onverkoop
bare voorraden aardappelen, bieten, granen, hooi
en stroo, terwijl de suikerbietenpulp gratis weer
door de suikerfabrieken wordt teruggegeven.
Iedereen koopt dus vee om daaraan zijn voorraden
op te voederen en op die manier om te zetten in
beter verkoopbare producten. Alle
landbouwbladen voorspellen dan ook uitbreiding van het
gemengde bedrijf (half veeteelt, half landbouw),
Maar het onvermijdelijke gevolg hiervan zal zijn
L E l D S C H E
WOLLEN
DEKENS
1.50x2.00
METER
1.70x2.25
METER
150
Idealisme en Imperialisme
(Slot van pag. i)
En toch. Het Zionisme voelt zich terecht be
drogen; het is bedrogen, niet in 1930, maar iit
1917 en het heeft het alleen 13 jaar te laat bemerkt.
Het bedrog" schuilt niet in het ,.Blue-Book" en
ook niet in het White Paper", maar in de Ver
klaring van Balfour. De Engelsche regeering heeft
toen beschikt over land, dat haar niet toekwam
en over een volk, dat het hare niet was, en zij heeft.
haar eigen aarzeling achter het voorbehoud"
verborgen. En zij heeft over Palestina beschikt,
zoogenaamd ten bate van het Nationaal Tehuis",,
maar in werkelijkheid, omdat zij hoopte, dat de
Joden het cement zouden zijn om ook dezen steen
voor eeuwig in het trotsch gebouw van het Em
pire" te voegen: Palestina, dat haar voor de ver
binding met het Oosten immers steeds
noodigerwerd, naarmate Egypte onzekerder werd. Reeds in
1903 heeft Kolonel Oonder, de Palestina-reiziger,
op het belang van dit land voor het Britsche Rijk
gewezen 4). En reeds in dienzelfden tijd was Jozef
Chamberlain bezig met plannen voor een Natio
naal Tehuis" in Oeganda 5). De Arabieren zijn
even onschuldig aan wat er nu gebeurt als de
Joodsche kolonisten. Met de leiders van die laatste
staat het, dunkt ons, anders: zij hadden kunnen en
moeten weten, dat een kind uit het huwelijk van
idealisme en imperialisme slechts een
gedrochtkan zijn.
Zoo'n gedrocht is de Palestijnsche kwestie.
l) De verklaring i-s o.a. gedrukt bij Nahum.
Sokolow, History of Zionism f 1600?1918; VoL
II (1919) U. 83.
2; Palestine. Report on Immigralion, Land
Seltlement and Development by Sir John Hope
Simpson, 1930, blz. 64.
3; J. H. Kann, Some Observaiions on the Policy
of the Mandatory Government of Palestine enz. bl. 58
en The Jewish Chronicle, 24 O et. '30 bl. 25, Is/e
kolom; in dit nummer is ook dan volledigen ttkst
van het White paper" te vinden, blz. 22?26.
4 J Sokolow, a.w. Ayp. LXXXVI. Vol. II bl. 392.
5) Voorrede van Balfour bij Sokolow's boek.
een belangrijke vermeerdering van den veestapel,
overproductie en een chute verticale" van
deprijzen. Blijven gedurende enkele jaren nog
groote voorraden goedkoope granen aan de markt
komen, dan zijn de gevolgen niet te overzien,
omdat dan de koersen van het vee on vermij delijk.
zullen instorten.
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER Co.
?« ?« ?« DEN HAAG *??**«
AMSTERDAM ~ ARNHEM
Verz, van Tentoonstellinggoederen