Historisch Archief 1877-1940
Kor Postma
De Vrouw van Lot
(Kunstzaal De Boer te Amsterdam)
f. Koe h, K. Pos t m n en H. Wil
link bij P. de Koer, Heeren
gracht 474. Amsterdam
Kr was een tijd, dat iedere schilder
meende, dat zijn werk niet volledig
was, wanneer niet een courant deel
van zijn stilleven uitmaakte; zijn wij
nu in de duivenperiode? En Koch en
Postma en Willink schilderden toch
minstens n duif. Koch schilderde
een tortel in een kooitje; Postma
schilderde een duif met een
vredestakje? Willink schilderde eenige dui
ven in een bergachtig landschap.
Zullen wij dus binnenkort van de
periode der duiven-jongelingen moeten
spreken? Wij zullen dit moeten af
wachten; er bestaan ook serieën
schilderijen met schelpen, met cactus
sen, met oesters en met citroenen,
waarvan een deel van den schil naar
beneden hangt; we hebben er zelfs
met kentauren en dergelijke idee
figuren"? Al deze dingen bewijzen de
volgzaamheid der schilders; n ont
dekt een nieuw voorwerp, en
onmiddelijk ontdekken de anderen het mé.
Welke geheimzinnige gelijkheid ont
staat soms door een enkel ding, door
een verminkt beeld, door een schelp,
door een cactus! Tot welke psycholo
gische zwerftocht kan zoo iets geen
aanleiding geven, als wij het probleem
te zwaarwichtig stellen; tot welke
geleerdheden ernaast; tot welke
vondsten, die alleen spitsvondig
zijn en een aangenaam vertier voor
den vinder maar voor den lezer
P. Koch
(Kunstzaa1 De Boer te Amsterdam)
Poppenkast
SCHILDERS EN
Tentoonstelling in Kunstza
KRONIEK DOOR *
niets dan een tijdverspilling;? Wij
zullen de duiven daarom verdei' bij de
ze schilders laten, al of niet gekooid,
en wij zullen zien, wat er schuilt in
hun werk, of', beter, wat openbaar
werd door hun werk.
Wanneer wij ze ten eerste te samen
nemen, dan zien wij bij alle drie on
getwijfeld een aantal
onnatuurlijkheden; een aantal schilderijen hangen
hier, die of nabootsingen zijn (en dit
is vooral bij Postma
het geval) of wij
zien in andere schil
derijen een gemak
kelijk mee-gaan met
een formule, een der
vele formule's,
gedachte-procédés, van
den laatstentijd. Dat
is niet het ergste,
zóó het niet te lang
duurt. Haast ieder
een begint met een
gedeeltelijke naboot
sing van iets be
staands (en de ver
klaring daarvan is
eenvoudig genoeg).
Maar daar-uit moet
zich sterk en als on
willekeurig de eigen
persoonlijkheid op
beuren, die eens,
volgroeid, opnieuw
aanleiding zal zijn
tot nabootsing. Zul
ke nabootsing kwam
in vroeger eeuw mee
met het leeren van
het vak tegen
woordig is dat alles
geestelijker?
Wij zien in twee
van de drie schil
ders, bij Koch en
Willink, de
neiginghet handwerk, het
vak. meester te wor
den in dien zin dat
zij zich met al hun
kracht geven aan
een nauwkeurige uit
drukking van de stof, van de ma
terie, waaruit de dingen bestaan;
bij Postma gaat een niet cii/en
surrealisme te keer en hij zal
daardoor het meeste nog moeten
leeren en afleeren van deze drie. /ij
zullen dat alle drie moeten doen.
maar zij werken en beginnen te
werken in een tijdsbestek, dat
watvermoeid van vele proefnemingen
zich wel spoedig af zal keeren. niet
van het persoonlijke, maar van het
moedwillige. Twee zij n voor zoover het
is te zien. K och schildert toch nog zeer
kort. geen aanstaande groote schilders
maar twee hebben toch mogelijkheden
een ..afzonderlijkheid" te worden.
voor zoovel' dat te propheteeren is uit
het hier aanwezige.
Den meesten kans geef ik /'. Kacli.
Er is in het laatste werk een aantal
verbeteringen waar te nemen, die
wat vertrouwen geven. Kn tot deze
werken reken ik ..de poppekast" met
de groep volk er om heen. en het por
tret van Mevrouw Mercedes (en dan
nog de naam van een Spaansche stad
er achter).* Kr is in die beide dingen
genoeg stof-uitdrukking en, dat is
meer. een lust tot psychologie. Kr is
een neiging tot een psychisch realisme.
en de kleur is niet storend zooals ze
bij Willink kan zijn. Kr zijn natuurlijk
nog dingen genoeg in die groep volk
rond de poppekast, die later vermeden
moeten worden. Bij Koch zijn niet
als bij den lateren Van der Leek alle
koppen eender, maar toch zijn er
bepaalde vormen, die niet
moedwilA. C. Willink
(Kunstzaal De Boe
lig allicht, maar zonder kritischen zin
zeker, te vee] worden herhaald. Omdat i
Koch een realist hier is. heeft h;j "uk .
niet het schematische van Van Ilell;
h'j heeft evenmin de neiging tot het
vlak. noch tot de compositie in zig-zag- i
lijn. Kr zijn. om op eendétail te wijzen.
,bij Koch. een groot getal neuzen van i
de Heden, die het gehoor etc. uitmaken. i
die te weinig, naar den vorm. werden *
geschakeerd. Kn dat kan niet bij zulk i
realisme: daarvoor is liet in andere j
opzichten te ..nauwkeurig" zie bijv. i
den kop van de vrouw (met het i
blauwe schort om). In dien k<ip is i
Koch op zijn bent; er is daar een soott 't
psychologische levendigheid ! 'IV be- "
treuren is dat de vorm van den neus (
van die vrouw onmiddellijk wordt i
herhaald (ongeveer) in den nei.-vorm j.
van den vent. dichtei' bij de poppekast i
en vlak liij haar. (üj vindt in dit werk \.
zooals dikwijls bij deze soort nieuwe l
realisten een afwezigheid van atmos- t
pheer. maar dit stoort hier niet zoo- c
/eer. daar alles van dichtbij ..gen. niien" i
blijkt. Kr is echter in dit schilderij l
niets moedw illigs. en dat is wat I