De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 8 november pagina 10

8 november 1930 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Kor Postma De Vrouw van Lot (Kunstzaal De Boer te Amsterdam) f. Koe h, K. Pos t m n en H. Wil link bij P. de Koer, Heeren gracht 474. Amsterdam Kr was een tijd, dat iedere schilder meende, dat zijn werk niet volledig was, wanneer niet een courant deel van zijn stilleven uitmaakte; zijn wij nu in de duivenperiode? En Koch en Postma en Willink schilderden toch minstens n duif. Koch schilderde een tortel in een kooitje; Postma schilderde een duif met een vredestakje? Willink schilderde eenige dui ven in een bergachtig landschap. Zullen wij dus binnenkort van de periode der duiven-jongelingen moeten spreken? Wij zullen dit moeten af wachten; er bestaan ook serieën schilderijen met schelpen, met cactus sen, met oesters en met citroenen, waarvan een deel van den schil naar beneden hangt; we hebben er zelfs met kentauren en dergelijke idee figuren"? Al deze dingen bewijzen de volgzaamheid der schilders; n ont dekt een nieuw voorwerp, en onmiddelijk ontdekken de anderen het mé. Welke geheimzinnige gelijkheid ont staat soms door een enkel ding, door een verminkt beeld, door een schelp, door een cactus! Tot welke psycholo gische zwerftocht kan zoo iets geen aanleiding geven, als wij het probleem te zwaarwichtig stellen; tot welke geleerdheden ernaast; tot welke vondsten, die alleen spitsvondig zijn en een aangenaam vertier voor den vinder maar voor den lezer P. Koch (Kunstzaa1 De Boer te Amsterdam) Poppenkast SCHILDERS EN Tentoonstelling in Kunstza KRONIEK DOOR * niets dan een tijdverspilling;? Wij zullen de duiven daarom verdei' bij de ze schilders laten, al of niet gekooid, en wij zullen zien, wat er schuilt in hun werk, of', beter, wat openbaar werd door hun werk. Wanneer wij ze ten eerste te samen nemen, dan zien wij bij alle drie on getwijfeld een aantal onnatuurlijkheden; een aantal schilderijen hangen hier, die of nabootsingen zijn (en dit is vooral bij Postma het geval) of wij zien in andere schil derijen een gemak kelijk mee-gaan met een formule, een der vele formule's, gedachte-procédés, van den laatstentijd. Dat is niet het ergste, zóó het niet te lang duurt. Haast ieder een begint met een gedeeltelijke naboot sing van iets be staands (en de ver klaring daarvan is eenvoudig genoeg). Maar daar-uit moet zich sterk en als on willekeurig de eigen persoonlijkheid op beuren, die eens, volgroeid, opnieuw aanleiding zal zijn tot nabootsing. Zul ke nabootsing kwam in vroeger eeuw mee met het leeren van het vak tegen woordig is dat alles geestelijker? Wij zien in twee van de drie schil ders, bij Koch en Willink, de neiginghet handwerk, het vak. meester te wor den in dien zin dat zij zich met al hun kracht geven aan een nauwkeurige uit drukking van de stof, van de ma terie, waaruit de dingen bestaan; bij Postma gaat een niet cii/en surrealisme te keer en hij zal daardoor het meeste nog moeten leeren en afleeren van deze drie. /ij zullen dat alle drie moeten doen. maar zij werken en beginnen te werken in een tijdsbestek, dat watvermoeid van vele proefnemingen zich wel spoedig af zal keeren. niet van het persoonlijke, maar van het moedwillige. Twee zij n voor zoover het is te zien. K och schildert toch nog zeer kort. geen aanstaande groote schilders maar twee hebben toch mogelijkheden een ..afzonderlijkheid" te worden. voor zoovel' dat te propheteeren is uit het hier aanwezige. Den meesten kans geef ik /'. Kacli. Er is in het laatste werk een aantal verbeteringen waar te nemen, die wat vertrouwen geven. Kn tot deze werken reken ik ..de poppekast" met de groep volk er om heen. en het por tret van Mevrouw Mercedes (en dan nog de naam van een Spaansche stad er achter).* Kr is in die beide dingen genoeg stof-uitdrukking en, dat is meer. een lust tot psychologie. Kr is een neiging tot een psychisch realisme. en de kleur is niet storend zooals ze bij Willink kan zijn. Kr zijn natuurlijk nog dingen genoeg in die groep volk rond de poppekast, die later vermeden moeten worden. Bij Koch zijn niet als bij den lateren Van der Leek alle koppen eender, maar toch zijn er bepaalde vormen, die niet moedwilA. C. Willink (Kunstzaal De Boe lig allicht, maar zonder kritischen zin zeker, te vee] worden herhaald. Omdat i Koch een realist hier is. heeft h;j "uk . niet het schematische van Van Ilell; h'j heeft evenmin de neiging tot het vlak. noch tot de compositie in zig-zag- i lijn. Kr zijn. om op eendétail te wijzen. ,bij Koch. een groot getal neuzen van i de Heden, die het gehoor etc. uitmaken. i die te weinig, naar den vorm. werden * geschakeerd. Kn dat kan niet bij zulk i realisme: daarvoor is liet in andere j opzichten te ..nauwkeurig" zie bijv. i den kop van de vrouw (met het i blauwe schort om). In dien k<ip is i Koch op zijn bent; er is daar een soott 't psychologische levendigheid ! 'IV be- " treuren is dat de vorm van den neus ( van die vrouw onmiddellijk wordt i herhaald (ongeveer) in den nei.-vorm j. van den vent. dichtei' bij de poppekast i en vlak liij haar. (üj vindt in dit werk \. zooals dikwijls bij deze soort nieuwe l realisten een afwezigheid van atmos- t pheer. maar dit stoort hier niet zoo- c /eer. daar alles van dichtbij ..gen. niien" i blijkt. Kr is echter in dit schilderij l niets moedw illigs. en dat is wat I

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl