De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 8 november pagina 12

8 november 1930 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 NOVEMBER 1930 No. 2788 D. G. SANTEE LANDWEER KUNSTHANDEL Heerengracht 396, AMSTERDAM C. PEKMATÏEXTE VAM SCHILDERIJEN E1V PRE5JTE1V Geopend, alle werkdagen van 10-12 en l'Jü-5 uur BIOSCOPY door L. J. Jordaan UMWERTUNG Dr. Wiene: ,,De Andere" - Tuschinsky LAAT mij alvorens moeizaam aan bet theoretiseeren te slaan gewagen van het mees terwerk van dezen avond van dezen avond interessante en boeiende cinematografie. Laat mij u nogmaals vertellen, hoezeer ik het verrukkelijke chef-d'-oeuvre van Max Fleischer bewonder, dat j ons in zijn laatste talkartoon biedt. Hoe ik mij verbaasd heb, over de onuitputtelijke vinding rijkheid van dezen meester over zijn intense <choregrafische !) muzikaliteit over zijn fameus teekenaarschap over zijn feillooze intuïtie voor <le combinatie van klank en beeld. Maar vooral laat mij verklaren, hoezeer ik genoten heb van deze heerlijke, luchtige, pretentielooze geestigheid genoten, zonder bijgedachte, zonder voorbeioud ! Dit is klankfilmkunst zonder problemen," aonder geforceerde muzikale einlagen, zonder speel.,,titanen," voor wier disqualificatie men u naar het leven staat. Dit is simpel, onweerlegbaar, wel dadig als een lentezonnetje. als de lach van een kind. Welk een blijde gratie in al da bewegingen ?dier tallooze fantastische wezentjes welk een feest van veerend, juichend rythme, zonder iets van d 3 hysterische stuiptrekkingen der levende jazz-musici. Denk eens aan die kleine opperlieden, welke op duizelingwekkende hoogte van de eene zwevende ijzeren balk op de and?re overstappen clsnk eens aan die ibis-achtige gedrochtjes. welke in zuigende glissandi met hun snavels fantastische bouten in absurde stalen platen drijven. . . . ! Ik zag deze film twee maal en beide koeren kreeg zij een spontaan applaus ik had voor ditmaal het Tuschinsky-publiek aan mijn dorre recensentenhart kunnen drukken! Wanneer morgen Fleischer ons land bezoekt en aan ademloos luisterende verslaggevers meedeelt dat hij Gloria Swanson de grootste actrice en ..Potemkin" een genialer Wurf" vind, zal ik met eerbied naar deze diviene nonsens luisteren. Wanneer hij een boek laat uitgeven, waarin hij .gefotografeerd is met zijn nieuwen t'hrysler, met zijn keukenmeid en met zijn buitengoed in de Alpen, zal ik het koopen. Omdat het Max Fleischer is een weldoener ?der menschheid ! Er is geen ontkomen aan: wij staan met de Jclankfilm voor een Umwertung aller Werte. . . . ook wat onze criteria betreft. Wij zagen in de zwijgende film een schoon. onafhankelijk taaleigen groeien, dat redeloos en moedwillig werd vernield en prijsgegeven. Wij .zagen in de klankfilm een monstrum geboren worden een zinnelooze imitatie der werkelijk heid, waarin al de hoopvolle verwachtingen om trent een nieuwen autonomen uitingsvorm ten ?onder gingen. Wij legden dezen tastenden probeer sels den strengen maatstaf aan, dien de zwijgende film ons had nagelaten en onze critiek geleek beur telings een massacre en een abattoir. Was dit: vooroordeel, uit spijt over hetgeen verloren ging? Ik geloof het niet. Wij hadden, meen ik, het volste recht aan den indringer te vragen: Wat geeft gij, die zooveel beter toegerust denkt te zijn, in de plaats van hetgeen wij moeten missen om uwentwille? \Vaar is de ontroering AOENTBN VOO* FOTO-SCHAAP & Co. ? PCI 8 AMSTERDAM waar is de bezonkenheid waar is de schoonheid, die uw voorganger ons in zijn beste oogenblikken schonk? En het was niet alleen ons recht het was onze plicht, al de desperate leelijkheid, al de banale leegte, die de klankfilm ons in den aanvang bracht, te signaleeren en af te wijzen al ware het alleen uit billijkheid jegens een expressievorm, die ons lief was gewoiden. Nog steeds mogen en moeten wij dien norm stellen de onverbiddelijk»; vraag: Wat brengt gij ons? blijft onverminderd van kracht. Alleen met de kwestie: Hoe brengt gij ons dit? moeten wij voorzichtig zijn. Het gevaar, dat wij de waarden, welke de klankfilm kan bevatten, uit traditie blijven toetsen aan de criteria, waaraan wij door de zwijgende film zijn gewend geraakt, is ganschelijk niet denkbeeldig. Zeker het zou dwaasheid zijn en er is hier meermalen op gewezen, de klank film als botte mechanische tooneelimitatie te accepteeren. Al raken de machtige eigenschappen der camera de poëtische werkingen der belich ting de kunstzinnige ordening der montage. tijdelijk op den achtergrond, zoo zal toch geen redelijke zienswijze aan een voetstoots verwerpen dezer expressiemiddelen kunnen gelooven. Waarom ook? Zou men ooit den zanger, omdat hij zingt, willen aanmoedigen tot het opzettelijk verwaarloozen van articulatie, dictie en phraseering? Maar wij dienen ons te hoeden, voor een een zijdige critiek volgens normen, die niet meer uitsluitend mogen gelden. Wij dienen er ons reken schap van te geven, dat zich voor onze oogen een geheimzinnig proces afspeelt even belangrijk, even grootsch als voor tien jaar met de zwijgende film het geval was: de geboorte eener nieuwe mogelijkheid van kunstzinnige viiting ! K n. wij dienen ons wel zeer bewust te zijn van het feit, dat nieuwe wetten, nieuwe principes de oude kunnen vervangen. Dat tenslotte, Umwertung" geen verlies beteekent. mits het slechts. . . . ,.Werte" geldt ! De Andere" van Kobert Wiene er bestaat namelijk behalve de altijd vermelde tooneelspelers ook nog een cineast heeft n primaire eigenschap: het werk boeit! Dit sta voorop, als eerste, allesbebeerschemle waarheid. Wij weten: het betreft hier een gegeven van uiterst aanvecht bare waarde een pathologisch uitzonderings geval als wankele basis voor een algemeene con clusie. Wij weten ook. dat de realisatie aan een gevaarlijke theoretische tweeslachtigheid lijdt: de individueele uitbeelding door groote acteurs en daarnaast do creatieve bedrijvigheid van den t'ilmdichter. Wij weten tenslotte, dat de interpretatie der sprekende schad'.iweri alt jd zal overtroffen worden d;>or de levende persoonlijkheid der tooneelspelers. zoogoed als de dienende en transigeerende taak van den klankfilmregisseur, dooi- de onafhankelijke, scheppende kracht van den cine ast. Maar ondanks dit alles wolden wij dooi' het werk vastgehouden, worden wij opgenomen in een nieuwe realiteit, in een andere wereld, welke noch die van het tooneel noch die van de film is. De eigenaardige holle loudspeakerklanken. die meer de essentie van een emotie geven, dan haar genuanceerde verklaring, schijnen een nieuwe. geheimzinnige beteekenis te krijgen in dit mysterieuse spel van beeld en geluid een beteekenis. die vaak de empirische valeur der woorden te boven gaat. Het sissende gefluister van den inbroker in het halfdonker -?- de metaalachtige klaroenstooten van de stem van den onzichtbaren officier van justitie. . . . het zijn nieuwe suggesties. die wij nog niet vermogen te analyseeren, maar die hun onmiskenbare werking in een wordende schepping aankondigen. Zoo vreemd zoo onwennig staan wij tegenover deze komende verbeelding van gevoelens en con flicten, dat het onraadzaam lijkt te analyseeren en te critiseeren. Immers het goedkoope en makke lijke vaststellen van Kortner's fraai spel" ware een miskenning van liet feit. dat dit spel" ge transponeerd is in een geheel andere functie in een waarde, die wij niet kunnen scheiden van den leidendon, moduleerenden invloed van den cineast. Wij staan hier voor een worstelend zoeken naar eenheid een onbewust streven naar klaar heid en synthese, waarvan wij de impulsen jiog niet vermogen te onderscheiden. Maar waarvan wij clcn invloed reeds dermale ondergaan, dat aan onze critiek en onze analyse het zwijgen wordt opgelegd. U'acliten wij dan op de periode, die al (leze zich in vaagheid aankondigende vormen zal verscherpen tot tastbare, vergelijkATTENTIE. Een gezellig bitteruurtje vindt U in Het Gouden Hoofd' REMBRANDTPLEIN 37?39. RESTAURANT Ie ETAGE. bare waarden en begroeten wij in ..De Andere" van Hobert Wiene de onbestemde klanken eener groeiende, naderende melodie. llaiins Schwarz: ..Iiievelins der Goden" Itembraudt Scbwarz is de fijnzinnige, intelligente director van ,,I)ie Lüge der Nina Petrowna". Heeft bij er rekening mee gehouden, dat Jannings alles binnen zijn bereik kapot speelt? Het heeft er allen schijn van de film ..Lieveling der Goden" is tenminste dermate grof en conventioneel, dat geen blind paard en zelfs niet de histrionische mammouth Ernil, welke men te kwader ure den regisseurs cadeau doet, er schade kan aanrichten. De humor is er daverend en zwaarlijvig en be weegt zich op het niveau van bier met worst en klappen op de billen. De tragiek kan tegen een stootje en is ons met haar sinartelijken clown, dierbaar en vertrouwd als het Wien-NeerlandschBloed". Overigens is men, na Al Jolsori en Tauber, op den origineelen en opzienbarenden inval ge komen een klankfilm te maken met een zanger als held. liet klopt alles als een bus. gelijk men ziet en de provocatie tot hero-worship is opdringerig, als het gebaar va.n een lastigeri handelsreiziger. In de heele film komt n moment voor. dat in zijn plotselinge aangrijpende waarachtigheid bijna grotesk aandoet, temidden dier schmiere-met-geld. Als de trein op het punt staat den tenor Winckelmann naar het zuiden te voeren, geeft Frau Winckel mann haar voornemen te kennen, den eeuwigen flirt vau baar aangebeden echtgenoot moede, zich van hem te laten scheiden. Zie eens met aandacht naarden .Janning.s, die zich dan openbaart zonder den traditumeelen bibbereriden hanglip en de smartelijke sctielvisehoogen. 7ie naar dit zware. massieve gezicht, dat voor een oogenblik alle tooneelmatige spiergynmastiek schijnt te ver geten en verstart in de aandoenlijke, hulpelooze ontzetting van een kind. Het is de Jannirigs uit Variété", groot in zijn eenvoud aangrijpend in zijn soberheid. Dan glijdt de trein weg en voert den grooten auteur mee naar de schmink en het tooneelgerochel en de clowrispakken en het succes. Is hij niet de Lieveling der (loden? Dien zij immers met blindheid slaan of met populariteit. . . . N.V. KUNSTHANDEL W. H. HOFSTEE DEELMAN Vondelstraat 10 Amsterdam ADRIAANLUBBERS TOT 21 NOVEMBER Boekverkooping Burgersdijk & Niermans. Leiden, houden op ] 7?2(i November a.s. een verkooping van boeken uit de bibliotheken van wijlen Dr. A. Kutgers v. d. Loeft', Mr. H. Meinesz, Dr. L. X. Xathans v. Loen. Mr. Dr. .lacob Israël de Haan. Dr. ,). (1. de Man en Dr. K. J. Hamburger. Verder eene belangrijke Historische Bibliotheek en eene verzameling over klassieke Taal- en Letterkunde. Paviljoen Vondelpark" Tel. 80190-82595 Oroote en kleine Zalen voor Déjeuners. Diners, Soupers, Bals en Recepties Huize ZOMERDIJK BUSSINK.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl