Historisch Archief 1877-1940
No. 2788
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 NOVEMBER 1930
DRAMATISCHE KRONIEK
door Henrik Scholte
Voor en tegen van den stuiversroman
HET merkwaardige geval duet zich voor, dat
in de Plantage op denzelfden avond de eene
schouwburg aan een van de film overgewaaiden
roep om meer ..colportage" gehoor geeft, door het
ten tooneele voeren van een parodie en zich daarbij
artistiek nogal in de vingers snijdt; de andere
schouwburg daarentegen den keizer geeft wat des
keizers is en met een eerlijk volksstuk van melo
dramatische structuur de harten van velerlei soort
publiek wint. Eens te meer is het tooneel de omge
keerde wereld der werkelijkheid: de dooden leven
en de levenden zijn dood.
Als Georg Kaiser voor zijn parodie op den stui
versroman de bestaande gewoonte gevolgd had
om voor n stuiver ook maar n aflevering te
geven en niet de zaak plus alle vervolgen, was hij
misschien belangrijk beter uit geweest. Nu moeten
wij moeite doen om tot het eind toe aandacht te
schenken aan de omstandig verhaalde historie van
,,Het Verwisselde Kind of Twintig Jaar later"
(welke titel het beste van de heele vertaling is),
terwijl de bedoeling was, dat wij steeds grootere
opgen zouden opzetten bij het burleske verloop van
dit stuk, dat klinkt als het hardop lezen van een
meid in de keuken, De aanloop is aardig, maar de
strijd met den draak eindigt al spoedig, faute de
?combattants. Bovendien ontkomt men niet aan
den indruk, dat dit stuk eerst van '21 en voor
hen, die de vertooning, destijds, van het
Hofstadtooneel gemist hadden, geheel nieuw toch al
bijna oud en mat aandoet, onder den voet geloopen
door brillantere soortgenooten, zooiets alsof men
een film uit dat jaar nu voor het eerst
zou vertoorien. Kr hangt om dit stuk,
met zijn forceeren tot een
expressionistischen schaterlach, een sfeer van
perséfurore willen maken, de bluf van
een successchrijver, in wiens werk het
trouwens geenszins de plaats inneemt
van een felle persiflage of van een
schakel, noodig in zijn ontwikkeling,
doch meer die van een onschuldige
tijdpasseering. liet gaat ermee als met
personen, die aardig imiteeren kunnen
of een komisch dialect spreken. Het
verrast alleen in het begin, waar dan
de eigenlijke pointe ligt. De rest is
procédé. En waarom zal men, sinds
men voor drie stuivers een heele opera
kan krijgen, nog een stuiver geven
aan een roman in vervolgen?
Dat het stuk destijds in Duitschland
en ook hier weinig gunstig ontvangen
is, wijt men aan het feit, dat een te
weinig gechargeerde vertooning het
publiek over ja of nee colportage in de
war gebracht heeft. Het is niet duide
lijk hoe men. ook al kende men de geschreven tekst
«n de satyrische op-dracht aan de ,,kinderzorg
en het huidige tooneel" niet, te dien opzichte
een oogenblik in twijfel heeft kunnen staan. Ik
'voor mij had een dergelijke *balfwaarschijnlijke
-vertooning stellig geprefereerd, al zou het stuk
<dat meermalen te bulderend grof is) een dergelijke
fijner-uitgewogen persiflage misschien evenmin
verdragen hebben. Verleden jaar heeft Leopoldine
Konstantin het aan de Berlijnsche Komödie"
nog eens in een zwaar-groteske reprise overgedaan
en van die ensceneering kregen wij thans de
getrouwe echo.
Al moet men dan wellicht ten opzichte van de
?oorspronkelijkheid der opvoering eenig voorbehoud
maken, toch heeft Mevrouw Ranucci-Becknian in
Smalfilm-Amateur-Kinematografie
onder Kino-technische
[leiding van Joris Ivens
Vraagt brochures
en demonstraties
CAPI
|U5 KALVERSTRAAT
Amsterdam C.
BD C*>-i «aKkundlge raad on voorlichting.
den tot monoloog omgewerkten inzet, met knappe
muziek en een geestige ,,lanterne magique" ter be
geleiding in het droeve lijdensverhaal, ons een
groote verrassing bereid, die culmi
neerde in het decor van de eigenlijke
plaats der handeling. Na dezen aan
loop miste de sprong echter. In congru
entie met het stuk liep de voorstelling
soms bijna letterlijk in het honderd,
het werd dik-op en goedkoop en alleen
Jules Verstraete, en soms Minny ten
Hove. wisten door behoorlijk gevormde
typen hun rol uit de vlakke klucht te
redden, terwijl Mevrouw
l'oyaardsSandberg, een verschijning als een
hoofsch schilderij van Menzel. wellicht
juist in die oude, meer dubieuze"
opvatting voldaan zou hebben.
Een avond later, in den altijd wat
spookachtigen Plantage Schouwburg,
was deze Jan Klaassen-opvoering
vergeten. Stuiversromans, voor zoover
ik daar notie van heb, bewegen zich
gemeenlijk tusschen twee maatschap
pelijke contrasten: of hoogadellijke
familieschandalen, of Laura, de
dochter van de dronkeiilap". Het
hangt er maar van af of men bij ro
mantiek of realisme pleegt te zweren.
Beiden echter worden door de keuken
als ongevraagd drukwerk niet terug
gegeven.
En nu is het zonderlinge dit: in
den Plantage Schouwburg «peelde
Bouber een Amsterdamsche
zedenschildering van Johan Elsensohn. on
der den titel ..Annie" (met twee
uitroepteekens). Annie is de dochter van
epf^door den drank bezeten echtpaar,
haar zuster is een prostituee, haar
man eeri eenvoudige kantoorjongen.
en zij zelf sterft aan de tering. ..Annie
is de uitroep, die soms ruw, soms
teeder door dit stuk klinkt".
Colportage? O ja. met zoo'ri gege
ven. Maar over dit echte" volksstuk
ben ik stil geworden, ik heb dit een
voudige mengsel, naar beproefd recept
van tendenz, sentimentaliteit, oplaai
ende ruzies en stille verloedering ge
noten. Ik heb die uitroep door het
heele stuk heen werkelijk gehoord on
ik heb er in geloofd. Kr is eon nauwe
grens tusschon colportage en onont
koombare volkstragiek, tusschon sen
timentaliteit en sentiment, en slechts
eerl vaa^ uit geringe details gekomen
besef van onwaarachtigheid on effect
doet ons de balans ten volle naar de negatieve
richting, lach en parodie, overslaan. Omdat geen
kunst zoo spoedig beleedigd wordt als de een
voudige.
In Klsensolm's stuk mi heb ik geen spoor van die
onwaarachtigheid kunnen ontdekken. Want alle
misère komt hier voort uit een hartstochtelijke be
wogenheid van den schrijver, die een slecht gegeven
tragisch maakte door. onweerlegbaar en begrijpe
lijk, een klein leven temidden van andere kleine
levens uit te schrijven, belangrijk geworden dooi
de natuurlijke en boeiende bestanddeelen van eon
tusschen felle smart en ruigen humor deinenden
dialoog. Hier stond werkelijk een stuk Amsterdam
overeïid, niet fantastisch- verbreed, maar zeld
zaam eerlijk waargenomen, en de vale buurten van
de l'ijp keken door de kleine ramen.
Bouber heeft hiervan een opvoering gegeven.
naar don ouden trant, d.w.z. van HetHuisliouwe"
on Zeemansvrouwen", en er werden van hot begin
tut het (bijna te overgevoelige) «'inde groote on sterke
rollen gespoeld door Hetty Beek. door A af Bonhei
en door Jan I.omairo. Noem b. v., typeerend voor
deze voorstelling, het rolletje van do Annio uit
het voorspel" ( l ?"> jaar \ i'oogor, rolpoi-tago alstu
blieft). gespoeld door oen onbekende, (ioinis aan
vergelijking maakt hot onmogelijk om te
beoordoelori of het hier werkelijk dramatische uitbeelding
dan wel oen gelukkige kcuzo van hot typo dooi' don
regisseur betrof. Maar zooals dit schrijnende stukje
halfwassen loven gegeven, dit doodelijk banale en
hier zoo pijnlijk wreede liedje van Zoo zal ik mijn
moeder eeren" gezongen werd. . . . dat betaalt men
niet at', noch mot oen stuiver noch met een rijks
daalder voor een stallesplaats. Dat blijft tooneel.
Op zulk eeu onverwachte wijze kreeg de moraal
van het verwisselde kind" de trekken thuis.
En <le rest
Ook elders oen rijk-gesofteerd menu. deze week,
ten teeken dat een zelfs in zijn teleurstellingen be
langrijk boeiender begonnen seizoen op vollen
gang is.
Het Schouwtoonoel gaf een ietwat
huiselijke, maar gedegen voorstelling
van Zijn Testament", waarin men
den ouden Thunderbolt" van Pinero
ontdekte, een eerst langzaam uit de
verf komende zedenschildering van
Vleine luyden om eon zoet erfenisje.
Overigens is de eene Pinero al net als
de andere en men mag blij zijn als hij
zich, eenigszins buiten adem, als een
goede tweede" in de straffe race der
Engelsche satyre te klasseeren weet.
De voorstelling gaf Ko van Dijk ge
legenheid om in eon mooie rol vrijwel
alle titels van Molière's hekeldichten
te vereenigen.
De geheimzinnige heer Karsenty, die
ons elk jaar in November een gala
de comédie francaise" cadeau doet,
had dit keer meer succes met het stuk
dan met de vertooriing. L'Knnemie",
van den jongen Antoine, is ondanks
zijn alweer tot clichégeworden
filnivorm een cru en waar stuk over de
van ouds bekende natuurlijke vijan
den", man on vrouw, al dan niet door
den band dos huwelijks verbonden.
Het speelt daarbij, naar do nieuwe
modo, op een kerkhof, mot filmisch"
opdoemende herinneringsbeelden. Antoine Jr.
hooft al moor van dergelijke koele on wrange
analyses gegeven, geen echter, die tegelijk mot
do technische gebreken dor jeugd zooveel rijpheid
on knappe waarneming verraadt, liet zal wol zoo
Minny ten Hove
'-t6n Hot)6
zijn. dat oon stuk als dit in l'jirijs grager ontvan
gen wordt dan hier, waar men zich ten dezen
opzichte Ho ver in twoo contrastoerondo partijen
verdeelt, die beurtelings op do zenuwachtige
haat van Strindberg of do constante
verliefderighoid van (ióraldy bieden on nuances liever
gemakzuchtig ontwijken. De opvoering, hoe
wel in do oorspronkelijke ensceneering van het
Thóatro Antoine. droeg door de titelrol ook niet
veel tot oon juister begrip bij. Mme Sylvie snood
do rol in mootjes. speelde oon kunstige marionet in
do jeugdige scènes on eon zwaar Ich bin von
Kopt bis 'lAiss, vi.s.w." in hot tweede bedrijf, waar
ook Antoine weer bij hot boulevardstuk leentje
buur speelt. Als pièco a cimotièro" was do ensce
neering en hot spel der overigen echter verdienste
lijk, al moeten wij nog wat aan die Eransche voor
keur voor hot nachtelijke! kerkhof, als oon soort
nieuwe eenheid van plaats on tijd, wonnen en al
zijn alsmaar" graftomben zelfs op Allerheiligen
wel een bootje te veel van het kwade.
liet Hotterdamsch-Ilofstad maakte oen leolijke
val mot oon stukje, door oon blijkbaar gelukkiger
h-vond echtpaar geschreven. M. et Mme Acremont's
,.('es Quatre ('hapoaux Verts", oen stichtelijke ge
schiedenis vando vier dames Duvornis. doch inder
daad eon duf vernis van provinciale burgerlijkheid,
eon soort Deftige (Zij-)Straat", dat ook in op
voering aan niemand, behalve aan Louis van
(iastereri als eon schoolmeester, eonige gelegenheid gaf
tot spel. of ook maar tot opporvlakkig-aardigo ty
peering. Het stuk lag oven onbegrijpelijk ver van
ons al' als hot arme San Domingo, tot steun waar
van men zich in rok kon steken om een dansje door
don steeds wufter wordenden Stadsschouwburg te
doen. Erg weldadig was hot niet. als men ook nog
kwam om wat te zien. Doch wie deed dat l
VAM
CTABAK*