De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 8 november pagina 15

8 november 1930 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

JVb. 2788 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 NOVEMBER 1930 De Imperatief door G. A. Klaasse BEURSSPIEGEL HET zal waarschijnlijk niet zoo heel lang duren of wij hebben ons te onderwerpen aan een geheel nieuw stel: tien geboden. Maar ?dan geboden, die niet op de ethiek zijn geïnspi reerd doch op de economie. Wat intussen en volgens ?de historisch-materialisten toch op hetzelfde neer komt. Op het oogenblik is de economische ethiek in ons land sterk agrarisch georiënteerd. Gij zult. . brood eten met x pCt. inlandsch meel gebakken. Oij zult niet . . . .weigeren een snede broods, waarin Gij 10 pCt. aardappelmeel aantreft. Men fluistert in ingewijde kringen dat het derde gebod thans in de maak is: Gij zult eens per week hutspot ?eten. Want de uien en wortelenteelt maakt een ongekend slechte tijd door, en hoe kan men de .arme boeren beter van orders voorzien, en hoe kan men de prijzen beter op een menschwaardig" peil krijgen, dan door den volke te verplichten dit edele voedsel op gezette tijden tot zich te nemen. Eindelijk dan heeft de moderne Realpolitik" een middel ontdekt dat tegen alle economische kwalen afdoende is. Te veel rubber? Geen nood, elke staatsburger met meer dan / 5000,?inkomen Vordt verplicht een Fordje, eerste- of tweedehandsch, te bezitten. Werkeloosheid? De oplossing ligt voor de hand. Elke familie met meer dan twee kinderen moet een huisknecht houden. Elke in stelling van handel of bedrijf wordt verplicht haar personeel met n op elke tien man te verhoogen. De inwoners der groote steden worden verplicht minstens vier maal per dag en per hoofd van de tram gebruik te maken: te dien einde wordt de rijfrequentie op alle lijnen verdubbeld. Omdat tagelijkertijd nmanswagens moeten worden af geschaft kan aldus een groot deel van het leger werkeloozen door de gemeente in haar diensten worden gebruikt. Te meer waar alle inwoners worden verplicht van des middags twee uur af alle in huis aanwezige lampen te branden, uit sluitend electrisch geroosterd aardappelmeel-boekwijt-haver-tarwebrood téeten. De overheid gaat ongetwijfeld met haar tijd mee: ,,the consumer is king" is immers het motto van deze eeuw ! Indirecte steunverleening noemen wij dat te genwoordig. Is dat adjectief eigenlijk wel juist? Want hoe kan men beter het doel van de met overproductie opgescheepte boer nastreven dan zijn afzet voor hem te forceeren? Er is inderdaad een beter middel, en wat meer zegt er is maar «én logisch juist middel; en dat is niet het scheppen van een heele reeks verbruiksgeboden. Om de eenvoudige reden dat zij niet aan hun doel be antwoorden. De boer is er immers niet bij gebaat dat voor een deel van zijn productie langs kunstmatigen weg een afzetgebied wordt gevonden. Wanneer die maatregel er niet toe leidt dat de prijs van zijn artikelen stijgt heeft hij er niets aan. En dat is dan ook het voornaamste bezwaar tegen al dit wanhopige geknoei van incidenteele bepalin gen en maatregelen: dat zij met al hun schijn van direct op het doel af te gaan dat doel ten eenen male voorbijschieten. De bedoeling is tenslotte de boeren aan een inkomen te helpen. En in plaats van daarvoor nu rondweg uit te komen, tracht men langs allerlei slinksche omwegen die opzet door te drijven. En daardoor alleen reeds is al dat gescharrel veroordeeld; het is in den opzet onlogisch ! Wanneer men den boer aan een grooter inkomen helpen wil ten koste van de overige inwoners (het gaat nu eenmaal niet anders, dat steun aan een zeker deel van de bevolking ten laste van de rest van het volk komt. hetgeen nog zoo erg niet is. mits de maatregelen maar doelbewust de bronnen aangeven waaruit die steun moet geput worden) dan moet dat niet langs indirecten weg gebeuren. Geschiedt dat wel dan opent men de weg voor alle mogelijke risico's. In de eerste plaats bestaat de kans dat de Kunstzaal Rokin 126 van Lier Amsterdam» Oostersche & Europeesche antiquiteiten Oude en Modarne schilderijen en plastieken Negerkunst & Ethnograpnlca steun uitblijft. Wanneer nu eens de tarweoogst van dien aard is, dat ondanks het maalgebod niet alle Hollandsche tarwe hier een afzetgebied vindt, en een restant op de wereldmarkt moet worden geplaatst, dan zal ook het wel onder-dwangvermalen gedeelte geen hooger prijs dan de wereld marktprijs opbrengen. En wanneer het gebods percentage eens zoo hoog wordt vastgesteld dat er te weinig inheemsche tarwe blijkt te zijn, dan kan er een windhandel in onze tarwe ontstaan, en de broodprijs verveelvoudigen. Beide extremen zijn een duidelijk bewijs dat de maatregel er hope loos naast is. Want het hangt van het toeval af, of het daarmee beoogde doel in het geheel niet of in veel sterkere mate dan de opzet was, wordt bereikt. En nu kan men wel zeggen dat, wanneerde prijs van het inheemsche graan te sterk zou stijgen dienovereenkomstig de bepalingen zouden worden gewijzigd. Maar dat neemt niet weg dat de basis van zulk een systeem onjuist en dus onbruik baar is. Indirecte maatregelen op het gebied der welvaartspolitiek zijn altijd onjuist, omdat men er de consequenties niet van overziet. Zelfs wanneer zij het beoogde doel bereiken zijn zij nog onlogisch; omdat behalve het nagestreefde doel ook andere consequenties eraan vast zitten, die niet doel maar meestal ongeweten gevolg zijn. Wanneer men de boeren wil helpen moet men dat openlijk doen. Alleen dan kan die steun tenlaste komen van de eenige bron waaruit gelden voor maatregelen van zoo uitgesproken sociaal karakter mogen worden geput: de schatkist. Gebruikt men het maalgebod voor dat doel, dan is het gevolg dat de steun (indien, wat geenszins vaststaat, de opzet van te steunen althans gelukt) betaald wordt door de toevallige broodgebruikers. Ziehier dus de balans van deze steunregeling: alleen van het toeval hangt het af of het doel niet, wel, of meer dan bereikt wordt. En als het bereikt wordt, zal do steun worden opgebracht door een groep, die niet doelbewust doch bloot toevallig als gevolg van het gekozen steunsysteem daarvoor worden aan gewezen. En hoe lang moet de steun duren? Totdat juist de boer die op eigen land werkt een behoorlijk bestaan heeft. Of moet ook pacht worden verdiend ? Als dit laatste de bedoeling is (en daar ziet het wel naar uit) dan zullen straks de aandeelhouders Philips een request aan de regeering moeten sturen om de radio-industrie dermate te steunen, dat het dividend onveranderd gehandhaafd kan worden. Alweer een duidelijk bewijs dat de heele regeling zonder ook maar een schijn van logische of althans weloverwogen grondslag in elkaar is gezet. Slap en zonder lijn. Dan nog maar liever een invoer recht, waarvoor men in heilige afschuw is teruggeschrikt. Daar kent men tenminste ten aanzien van stapelproducten veelal het sliding-scalestelsel! Ten slotte nog dit. Wanneer nu de tarweverbouwers geholpen zijn. en de suikerboeren, en de aardappelmeelmenschen wat moet er dan met de rogge en de haver? Of verwacht men dat zoodra de tarwe gesteund wordt iedereen tarwe zal gaan bouwen om.... het aanbod daarvan nog te vergrooten? Loopt men niet de kans dat een stuk grond dat het best voor roggebouw geschikt is aan de tarweteelt wordt overgeleverd alleen o:ïi den steun, en dat aldus een oneconomisch productie wijze wordt gestimuleerd. Waarom niet een algemeene steun ingesteld? Straks moet men toch alle boeren helpen. Kr\ moeten nu de uienverbouwers heelemaal afhangen van de voorliefde van de meerderheid der kamerleden: pro of contra hutspot ? Ook hier al weer een onlogische opzet: bij een alge heel landbouwcrisis (zelfs de tuinbouw heeft zich daaraan niet kunnen onttrekken) dient men algemeeiie maatregelen te treffen, geen partieele. Wij hebben eindelijk een staatscommissie die werkt. - Maar hoe ! Nieuwe Uitgaven M. Scheyer, Ciifterni. Blik in het Verleden, vtvtaald door M. P. C. de Gruytvr. verscheen bij .1. M. Meuleuholïte Amsterdam in de serie Iris boeken. Donderdag, 6 November MENEER Philips heeft het op de beurs blijkbaar verbruid. Iedereen spreekt tenminste even verontwaardigd over de inhoud van het prospectus der 5 pCt. obligatieleening, en over de houding van het bestuur op de jongste algemeene vergadering. Ongeveer een half jaar geleden toen al vier maan den van dit boekjaar verloopen waren, werd in het Engelsche prospectus bij de uitgifte van 4 millioen aandeelen nog gewaagd van de verwachting dat het dividend gehandhaafd kon blijven op 21 pCt. Een paar maanden geleden nog heeft Philips den volke kond gedaan dat men over den gang van zaken tevreden was, en nu blijkt dat wellicht het dividend toch verlaagd zal worden. Nu is tevreden heid over den gang van zaken een relatief begrip. Volgens het prospectus zal ondanks de heerschende malaise de omzet nog grooter zijn dan verleden jaar. Als men daarover niet tevreden moet zijn ! Maar de bruto-winsten zullen waarschijnlijk lager zijn. Kenden wij niet allemaal de prijsverlagingen, en weet niet iedereen dat in malaisetijd de verkoopskosten opgevoerd worden om te trachten de omzet op peil te houden. Waarom moet nu juist Philips een uitzondering zijn op den regel dat in de de pressie de resultaten minder mooi zijn dan in een haussejaar, zooals 1929 toch ongetwijfeld was. Dat men in Mei nog niet heeft kunnen overzien hoe de rest van het jaar geboerd zou worden is zoo'n wonder niet. En gegeven de gewoonte van Philips om alle nieuwbouw elk jaar geheel af teschrijven is het dividend een factor, die in the short run" althans nu niet zoo heel veel beteekent. De behoefte aan kasmiddelen zal daarbij trouwens ook wel een woordje meespreken; 5pCt. dividend beteekent ongeveer 3,5 millioen gulden. Het heeft er veel van weg. dat men de heele Philips-geschidenis bovenmate opblaast. Het is in ons land nu eenmaal geen gewoonte, dat tusschentijds vennootschappen mededeelingtn doen omtrent de winsten en te verwachten uitkeeringen. En toen eenige maanden geleden Philips daarvan afweek geschiedde dat in voldoende voorzichtige termen dat men daaruit althans ten aanzien van de dividendverwachting geen aanwijzing kon putten. Het is alleen de vraag of men onder deze omstandigheden niet met de traditioneele afschrijvingspolitiek eenigszins de hand had kunnen lichten. Maar van een principe afstappen, doet men nu eenmaal niet gauw. Kn wanneer nu Philips een paar maanden geleden de mededeeling van de verwachte dividendverlaging had verspreid (gesteld al, dat die plannen toen al be stonden) wat zou de aandeelhouder er dan nog voor baat uit getrokken hebben? Verkoopen; maar dat kan hij nu ook. de koers zou zich anders toen hebben gericht naar de gewijzigde dividendverwachting. En de man die intusschen kocht, kan die Philips er scheef om aankijken? Evenmin, want bij geen enkel ander bedrijf kan hij voor het jaarverslag mededeelingen over de winst verwach ten. Nu is het kruisigt hem" omdat het bedrijf geen uitzondering maakt op de algemeen depressieregel, straks zal het weer ..hosannah" zijn, wanneer de winst stijgt en door de aanhoudend gunstige berichten" de koers weer bij sprongetjes omhoog gaat. En dan zal men al heel gauw het geschokte vertrouwen" in de gestie van de vennootschap vergeten zijn. Intusschen zal uit deze herrie Philips wel de leer trekken, dat het maar verstan diger is heelemaal niets meer te zeggen. Want het schijnt het publiek toch niet aan het verstand te brengen te zijn. dat ook de leiders van een bedrijf de toekomst .liet voorzien kunnen, en dat er elke dag dingen kunnen gebeuren. waardoor de situatie zeer aanmerkelijk verandert. Behalve de uitgifte Phil] s is er nog de uit gifte van het restant de;- Indische J.eening 1930. Voor de voldoening van het toegewezen bedrag, kan in Nederland gebruik worden gemaakt van schatkistpromeswen en schatkistbiljetten tenlaste van het Kijk. vervallende resp. aflosbaar zijnde vóór of o]) 'l December a. s., onder aftrek van een disconto van r'O.OTj per ? 10ÜO per dag. De lecning is afloshaar a pari bij uitloting in ten hoogste 4-0 jaar. te beginnen l November 1931. Versterkte aflossing of conversie kan vóór l . I935 niet plaats hebhen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl