De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 8 november pagina 2

8 november 1930 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 NOVEMBER 1930 No. 2788 LANDBOUW Productie en Consumptie door G. F. Roosenschoon Verstoring van net lïvcnwlclit i LANDBOUW is wel het minst van alle takken van bedrijvigheid veiliggesteld" voorde weers invloeden. In de steden herinnert men zich niet meer, ooit aan het weer een overwegende betee kenis te hebben toegekend en ook de Zeevaart heeft zich er vrijwel onafhankelijk van gemaakt, door toepassing van ijzer, stoom en radio. Welis waar nemen ook voor den landbouw de weersin vloeden steeds in beteekenis af, terwijl de econo mische factoren voortdurend belangrijker worden, maar nog steeds heeft de boer rekening te houden met de grillen der natuur. Het aartsvaderlijke boerenbedrijf is echter bezig zich snel te ontwikkelen tot een moderne industrie. Bevinden groote streken in het bui tenland zich nog slechts aan den drempel van den nieuwen tijd, in ons land is deze richting sinds de voorlaatste landbouwcrisis van 1880 tot 1896 welbewust en onder leiding van de regeering inge slagen. Het belangrijkste gevolg van deze cultuurrichting is de groote stabiliteit van de opbrengst. Door goed geregelde afwatering der landerijen en eventueel bevloeiing, door een juist gebruik van kunstmest, doorhet veredelen der gewassen en veeslagen, dóór de aanhoudende zorg voor planten en dieren tijdens den groei, door gebruik van moderne machines en de toepassing van de laatste wetenschappelijke ontdekkingen (bijv. zaaizaadontsmetting, onderzoek van den bodem op kalktoestand, inenting van vee, e.t.q.) wordt de pro ductie van den bodem steeds verder opgevoerd. Vooral van belang is, dat de gemiddelde opbrengst regelmatig blijft stijgen, want het is van meer beteekenis voor een bedrijf een hoog en steeds stijgend gemiddelde over een reeks van jaren te hebben, dan eens een enkele keer eene recordopbrengst te halen. Ook heeft het weinig waarde als een of enkele bedrijven een zeer hoog gemiddelde hebben, het gaat erom een constante opbrengst met een regelmatige ontwikkeling over het geheele land te krijgen. In dit opzicht zijn wij in Holland een heel eind gekomen, en worden in uniformiteit van ontwikkeling slechts overtroffen door Denemarken. Op ieder ander terrein van landbouw en veeteelt is de productie in dezelfde mate toegenomen, terwijl bovendien de oppervlakte bebouwbare grond belangrijk grooter is geworden. Malthus heeft dus geen gelijk gekregen in de anderhalve eeuw, die sinds de publicatie van zijn theorie zijn verloopen. De productie blijkt steeds sneller uit gebreid te kunnen worden dan de bevolking aan groeit. Of juister: het consumptief vermogen der inenschheid wordt overtroffen door de productie capaciteit. Dit wil allerminst zeggen, dat alle inenschen iederen dag verzadigd gaan slapen; het lijkt er niet naar! Hongersnood in China, Indiëen Rusland, 20 millioen werkeloozen in de industrieele landen; als zij allen hun deel konden krijgen was er gén overproductie meer l Wij be vinden ons in een impasse: de burgeroorlog in China, de boycot in Indië, de dumping van Rusland ver oorzaken werkeloosheid in onze streken. De over vloedige graan- en suikerproductie van overeeesche landen beteekenen den ondergang van onze boeren. De toestand van de wereld is als van een mensch overdekt met brandwonden. Alle organen zijn intact, maar doordat een gedeelte van de huid niet meer werkt, wordt langzaamaan het geheele gestel vergiftigd. Een mensch sterft wellicht» maar MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 6O« Laxeer-Tabletten. 6OC' Zenuw-Tabletten . 75 rt Staal-Tabletten.. 9O ct Maag-Tabletten 75c' Bij Apoth. en Drogisten de maatschappij sterft niet en kan niet sterven. Uit iedere crisis komen weer nieuwe toestanden voort. Oude vormen sterven af, nieuwe ontwikkelen zich, de maatschappij gaat overstag en volgt een tijdlang een nieuwe koers totdat wederom de wal het schip keert. Na den Napoleontischen Tijd heeft onze landbouw een crisis doorgemaakt, die vrijwel identiek was aan de tegenwoordige. Tot 1817 bloeide de landbouw door de hooge graanprijzen, waartoe het Continentaal Stelsel niet weinig had bijgedragen. In 1817 beginnen de prijzen te dalen, om in 1823 een laagterecord te halen met ? 3.05 per H.L. tarwe. Deze daling werd veroorzaakt door een samenloop van omstandigheden. In Nederland zelf heerschte een algemeene malaise. Men was dus op uitvoer aangewezen. Een reeks van overvloedige oogstjaren veroorzaakte echter een groot surplus in alle omringende landen. Daarbij kwam dat Rusland havens aanlegde aan do Zwarte Zee en langs dien weg belangrijke voorraden tarwe op de Europeesche markt bracht. Frankrijk en Engeland namen hun toevlucht tot hooge beschermende rechten om hun landbouw staande te houden. De veeteelt kon zich vrij goed handhaven, ook al doordat het voedergraan zoo goedkoop was. (Let op de analogie met den tegenwoordigen toestand). Ook in Nederland ging men over tot het heffen van invoerrechten, die verhoogd en verlaagd werden, al naar de economische en politieke situatie. De algemeene toestand bleef echter slecht, en eerst tegen 1850 begon men uit de misère te komen. Tegen dien tijd begon de stoomvaart zich meer en meer te ontwikkelen, terwijl de industrie in EngeSchema van de Tarweprijzen in Nederland van 1750 tot 1930. (Groningsche Baurs, prijzen in Guldens per H.L.) , land zich op een wonderbaarlijke manier ontplooide. Onder den invloed daarvan en de noodzaak om voor de arbeidersbevolking de kosten van het leven laag te houden werden de invoertarieven geleidelijk verlaagd, en tenslotte geheel afgeschaft, zeer ten bate van onze export op Engeland. Onze groote buurman werd dan ook onze voornaamste afnemer en van 1850 begint een ware Gouden Tijd voor de Nederlandsche boeren. Deze duurt tot 1877 en al is deze tijd buitengewoon goed geweest voor den welstand van de boeren, de ontwikkeling van het platteland is er niet op vooruit gegaan. De boeren werden slapende rijk, zoodat noch zij, noch de regeering zich interesseerden voor moderniseering van het bedrijf en toepassing van de eerste resul taten der zoo juist ontwakende landbouwweten schap. Deze nonchalance heeft zich in de daarop volgende crisis gewroken. Land- en pachtprijzen stegen snel en toen tegen 1880 de prijzen der producten snel begonnen te dalen, zaten de boeren op te hooge lasten, die slechts na verloop van jaren verminderden. Iets dergelijks ziet men op het oogenblik ook. De crisis van 1880 werd in hoofd zaak veroorzaakt door het ontsluiten van de Anierikaansche prairiegebieden t. g. v. den aanleg van spoorwegen. Duizenden en duizenden land verhuizers vestigden zich op het goedkoope land, dat de directies der spoorwegen aan de kolonisten gaven, teneinde zoo snel mogelijk voldoende ver keer op de nieuwe spoorlijnen te hebben. Het resultaat van deze politiek was, dat al spoedig de Europeesche markt overstroomd werd met NI KUNSTHANDEL W. H. HOFSTEE DEELMAN Vondelstraat 10 Amsterdam CHARLES KVAPIL TOT 21 NOVEMBER goedkoop graan. En dan begint een tijdperk van groote beproeving voor do boeren in Europa. De toestand in Nederland wordt alarmeerend. Ten einde een overzicht te krijgen van den landbouw in het algemeen en het peil van den onze te verge lijken met dat van het buitenland, wordt in 1884 te Amsterdam een internationale landbouwtentoonstelling gehouden, waarbij overduidelijk deachterlijkheid van Nederland op landbouwgebied blijkt. Als gevolg daarvan wordt in 1886 een staats commissie ingesteld tot onderzoek en voorlichting. Deze staatscommissie .heeft gewerkt tot. 1892 en buitengewoon nuttig werk verricht. Zij bracht rapporten uit naarmate de werkzaamheden vor derden en deze adviezen werden door de re geering opgevolgd. Het is het werk van de com missie geweest een vaste basis te leggen, waarop de regeeringszorg voor den landbouw is opgebouwd. Tot onmiddellijke verlichting van den crisis heeft de commissie echter niets kunnen doen; in tegen deel, de prijzen zakten nog meer, doordat omstreeks 1889 Argentiniëeen belangrijk tarwe-uitvoerland werd. In 1894 daalt de tarwe in Amsterdam zelfs tot ?4.?per H.L. (Op het oogenblik / 4.65). Bij deze prijs kunnen zelfs de Anierikaanscheboeren niet concurreeren. De uitzaai in de V.H. wordt belangrijk beperkt, met tot gevolg, dat de Anierikaansche oogst in 1896 50 millioen bushei minder is dan het jaar daarvoor. Tegelijkertijd mislukt de oogst in Britsch-Indië, terwijl in Ar gentiniëeen bancrisis uitbreekt. Onmiddellijk stijgen de prijzen. In 1897 een bijna algemeene misoogst in Europa en in Britsch-Indië. De prijzen blijven langzaam stijgen en voor Nederland is het leed geleden. Tegen dezen tijd begint de moderne richting in den landbouw veld te winnen. Suikerbieten worden een zeer belangrijk gewasHet kunstmest-gebruik neemt hand over hand toe.. Aan het zaaizaad wordt steeds meer zorg besteed. De boeren beginnen zich te organiseeren, coöpera tieve fabrieken, banken en bedrijfsvereenigingen ontstaan allerwegen. In 1897 wordt er een aparte departementale afdeeling Landbouw" opgericht, die onder leiding komt van een Directeur-Generaal. Wederom breekt een goede tijd aan voor de Hollandsche boeren; alle prijzen blijven langzaam stijgen tot het uitbreken van den oorlog, vervolgens vrij snel tot eind 1915, om dan tot een ongekende hoogte op te loopen. Het maximum wordt bereikt in 1919/20, om daarna weer even snel in te storten. Van 1921 tot 1925 schommelen de prijzen wat op en neer en brokkelen dan verder af, totdat de campagne 1929/30 een fenomenale daling te ziea geeft. De prijzen zijn nu lager dan tijdens de diepste depressie in 1894. Groot is de verslagenheid in boerenkringen. Met heel de moderniseering van den landbouw zijn wij tenslotte niets opgeschoten. Ik hoorde laatst een oude boer vertellen, dat hij nu drie maal zooveel aardappelen van een H.A. haalde, dan in 1890, maar terwijl hij er toen nog iets op verdiende, blijft er nu, na aftrek van pacht, kunstmest en pootgoed vrijwel niets over. Oogenschijnlijk staan wij voor het bankroet van den modernen landbouw. Men zegt: in ons land is het landbouwbedrijf te zeer geperfectionneerd om nog belangrijk verbeterd te kunnen worden. Waarop de regeering tevreden zegt: Amen". In het volgende artikel zullen wij trachten uit te visschen waar de schoen wringt. There is something rotten. . .." GARDE-MEUBLES DEN HAAG BATENBURG & FOLMER HU IJ OENSPARK 22, TEL. 11030 Billijke T«rl«y«n.V«riorg Ing Garantie

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl