Historisch Archief 1877-1940
No. 2788
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 NOVEMBER 1930
Israès wezen en willen
DE SLAG
door Prof. Dr. D. Gohen
HET Palestina-Witboek van de Bngelsche
Regeering heeft het Joodsche VoTk een slag
toegebracht, die het diepst van zijn gevoel en zijn
trots heeft getroffen. Dr. Jan Romein heeft aan
den inhoud van het document in het vorig nummer
een beschouwing gewijd, die den geest van het
Witboek kenmerkt. Want evenals dit, laat hij
sterk den nadruk vallen op de belangen der Ara
bieren, die bedreigd worden, en hij heeft, zonder
het te willen of te weten, op deze wijze de zwenking
der Engelsche politiek sinds 1917 nagevolgd.
De Balfour-verklaring valt inderdaad in twee
stukken uiteen; aan den eenen kant belooft
Engeland zijn best te doen om de vestiging van
een Joodsch-nationaal tehuis te vergemakkelijken,
aan den anderen kant stelt het vast, dat de
burgerlijke en godsdienstige rechten van
nietJoodsche gemeenschappen in Palestina niet mogen
worden aangetast. In de eerste tijden is daarbij
het eerste deel sterk naar voren gebracht; in het
laatste jaar heeft de mandaatsmogendheid, om de
Mohamedanen voor zich te winnen, vooral op de
beperkingsclausule den nadruk gelegd. Zij heeft
bovendien in Art. 6 van het Mandaat, waarin be
paald wordt dat ,,de rechten en de positie van
andere bevolkingsgroepen niet mogen worden be
nadeeld," de economische positie sterk naar voren
gebracht een bedoeling, die daaraan in oor
sprong niet ten grondslag lag.
En juist dit standpunt der Engelsche regeering
Is, volgens Joodsch inzicht, in de uitwerking van
het Witboek niet te verdedigen. Want de Joodsche
kolonisatie heeft belangen van Arabieren slechts
in zooverre geschaad, dat de Arabische grootgrond
bezitters, die hun land verkochten, enkele pachters
"werkeloos maakten; voor het overige hebben de
Arabieren door den verkoop hunner producten
natuurlijk ook ten zeerste van de Joodsche immi
gratie geprofiteerd. Maar bovendien is de armoede
"van deze en andere Arabieren naast de crisis te
wijten aan hun eigen verouderde
landbouwmetho<ien. .Het land is, gelijk de Joden hebben bewezen,
voor een deel vruchtbaar genoeg om een vrij groote
bevolking te onderhouden. Maar de Arabische
boeren zijn altijd arm geweest, omdat zij den
grond niet wisten te bebouwen. Ook nu valt ieder
.bezoeker de schraalheid van den Arabischen akker
tegenover den welstand van den Joodschen op.
De Engelsche regeering wil nu plotseling de
Arabieren, die eeuwen lang met hun bestaan
tevreden zijn geweest en geenszins om deze reden
tot onlusten zijn overgegaan, tot den landbouw
opvoeden, hoewel dit hun nimmer beloofd, noch
?ook ooit door hen verlangd is, en verbreekt daarom
«en, door het mandaat bevestigde, belofte aan het
Joodsche volk, wien het aankoop van land verbiedt.
Natuurlijk heeft Dr. Romein gelijk, wanneer hij
«dit op rekening der Engelsche politiek stelt. Maai
den Joden kan van hun vertrouwen op een belofte
toch moeilijk een verwijt worden gemaakt, te
minder; omdat hun leiders behalve de bewoordingen
ook den geest dezer belofte kenden. En dat zij
althans dezen goed hebben geïnterpreteerd, wordt
toewezen door de omstandigheid, dat leden van
liet Kabinet, dat de Balfour-verklaring goedkeurde,
**\
r%e*
.e**'
De dubbelzinnige verklaring van Albarda
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
Tegen de regeeringen, die den oorlog ontketenen, zullen wij desnoods
met onwettige middelen optreden.
De S.D.A.P.: Zeg, Albarda, en nu haring of kuit!
Lloyd George en Smuts, Winston Churchill, die
de verklaring interpreteerde, en staatslieden als
Chamberlain, Baldwin, Amery zich allen aan de
zijde van den Zionistischen leider en de zijnen
hebben geschaard.
Wat den Joden den slag heeft toegebracht is
juist, dat in het Witboek de belangen der Ara
bieren worden behartigd, de hunne ter zijde
geschoven. Wel hebben zij het vertrouwen, dat
hun rechten in de toekomst zullen worden erkend:
zij hebben machtige voorspraak in Engeland zelf,
zij hebben vrij groote reserves aan grond, die zij
nog kunnen bebouwen, zij hebben belangrijke
reserves aan krachten die zij zullen gebruiken
voor de uitbreiding van oude en de vestiging van
nieuwe kolonies. In Palestina zelf heerscht dan
ook vertrouwen, te meer omdat de Engelsche
regeering zal moeten inzien, dat zij met haar
politieken zet bij beide partijen misnoegen heeft
gewekt.
Dit alles neemt niet weg, dat het Witboek groote
moeilijkheden voor de eerstvolgende jaren heeft
geschapen, rooter droefheid nog heerscht echter
over den moreelen slag. dien het heeft toegebracht.
Want de Balfour-verklaring was voor de Joden
niet alleen een belofte voor een nationale woon
plaats in Palestina. Zij was tevens een troost, een
bemoediging, een reden tot trots: een erkenning
van de verdiensten, die het Joodsche volk voor de
menschheid heeft gehad en van de rechten, die
het daaraan ontleent. Het heeft meer dan vijftien
eeuwen lang geleden onder een druk, die in lang
durigheid en zwaarte zijn gelijke in de wereld
geschiedenis moeilijk vindt. Zijn kracht, eenmaal
zelfs door Romeinsche keizers geducht, is in den
loop der tijden gebroken, liet heeft zich onder de
vernedering gebogen tot een schuwheid en een
angst, die het opnieuw tot een voorwerp maakten
van spot. Maar het wonder is het ook in die latere
eeuwen niet onthouden. Onder het gevoel van
knechtschap diep verborgen, bleef die oude trots
leven, en daarmede het verlangen, ja liet ver
trouwen in een glorierijke toekomst. Eens zou het
terugkeeren en het verleden herstellen. De gemin
achte zou geëerd, de verstootene verheven worden.
De steen, dien de bouwlieden hadden veracht, zou
worden tot hoeksteen van liet nieuwe gebouw, dat
de menschheid zou optrekken op de puinhoopen
der wereld.
In Palestina heeft het deze belofte vervuld.
Toen het door de Balfourverklaring de gelegenheid
had gekregen, beeft het de wereld getoond, wat het
kon. Vorsten van deti geest had liet den landen der
ballingschap geschonken. De kolonisten, die het
nieuwe land bebouwden, waren vorsten van de
oerkracht der oude Joodsche koningen en pro
feten. Zij zelf en hun kinderen in hun jonge lichaams
kracht waren het nieuwe Jodendom, dat zich op
n lijn kon stellen met de besten van hen, die in
de Oudheid het volk van den bijbel hadden ge
vormd. In weinige jaren hadden zij de eeuwen
overwonnen. De gebogen Cihetto-gestalte was ge
worden tot den rechten vrijen Jood; de schat, die
in hun hart diep was verborgen, was aan het licht
gekomen en de eeuwen waren weggevaagd. Met
dezen rijkdom, den schoonsten dien zij bezaten,
hebben de Joden de Balfour-verklaring vergolden.
liet land scheen door hen een nieuwe toekomst
tegemoet te gaan, het land dat door de wereld aan
Engeland als een heilig mandaat was toevertrouwd.
De Arabieren hadden het verwaarloosd en het tot
een woestenij laten verwilderen. Zonder twijfel
hadden zij recht, maar niet op meer dan zij be
zaten.
Nu wordt den Arabieren geschonken, wat den
Joden is beloofd. Dit is meer dan een verbreking
van een belofte, het is een hoon tegenover de ver
diensten van den Jood. Het buigt den trots, waar
toe hij zich had opgericht.
Zal hij zijn rug weer buigen onder het juk der
eeuwen-1 liet is onmogelijk, nu hij de vrijheid heeft
geproefd.
Wellicht zal de wereld, die hem thans kent,
hem ter zijde staan. Hij zelf heft nu, in alle moeilijk
heden, hoog zijn trots, zijn hoop, zijn vertrouwen
en zijn kracht.
DEN HAAG
AMSTERDAM
ROTTERDAM
AXMINSTER
KARPETTEN
135 x ZOO
200 x 300
22.50
43.50
55.