De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 15 november pagina 14

15 november 1930 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

'4 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 15 NOVEMBER 1930 No. 2789 Het afzweren van koning Philips door G. A. Klaasse DE koersdaling welke in de jongste maand de aandeelen Philips heeft getroffen is ongetwqfeld belangrijk genoeg om daaraan een bijzon dere beteekenis te hechten, en haar niet slechts te beschouwen als een onderdeeltje van het algemeene depressie-beeld. In enkele weken tijds verloren deze aandeelen ongeveer 30 pCt. van hun reëele waarde nadat sedert het hoogtepunt van het haussejaar 1929 al een reductie met ongeveer 65 pOt. had plaats gevonden. Wat mag wel de oorzaak zijn van de jongste aanvallen op het Philips-bolwerk. en is er wellicht aanleiding om zich voor het toekomstige verloop nog ongerust te maken? De lezer die mocht ver wachten op n van beide vragen een positief antwoord te krijgen moet ik reeds bij voorbaat teleurstellen. De factoren die een markt van aan deelen als Philips beïnvloeden zijn van zoo uiteenloopenden aard, dat het, ook voor insiders, onmo gelijk is een juist inzicht te krijgen in de beweeg redenen van koopers en verkoopers in een periode van zoo verwarde gevoelens als de huidige. Maar misschien is het toch wel mogelijk langs hypothetischen weg tot een althans aannemelijke oplossing te komen. Een feit is in elk geval dat in de laatste maanden voortdurend vrij omvangrijke posten aandeelen Philips aan de markt waren. En die verkoopers moeten dus een motief gehad hebben. Dat motief kan velerlei zijn geweest: in de eerste plaats kunnen de verkoopers van meening zijn geweest dat in verband met de afzet mogelijkheden in de toekomst een aanmerkelijke daling van de winst moet worden verwacht. En op dien grond kunnen zij hun bezit tegen de volgens hun opinie nog te hoog gewaardeerde koersen te gelde gemaakt hebben. Voor beleggers die niet in nauw contact met de vennootschap stonden is dit al zeer onwaarschijnlijk. Omdat tot voor kort over het algemeen met een sterke daling van de winst geen rekening werd gehouden, althans niet in die mate dat men op de reeds ge vierendeelde prijzen tot verkoop zou zijn over gegaan. Rest dus deinsideis. Philips zelf blijkens zijn eigen mededeeling niet, en wanneer men in Eindhovensche kringen het oor te luisteren legt dan krijgt men allerminst de indruk dat de stemming daar voor verkoop is. Integendeel; ieder voelt daar de polsslag van het bedrijf, en die is zoo opgewekt dat men de reactie in de aandeelen als een typische beursdwaasheid beschouwt. Wat natuurlijk niet wegneemt dat er insiders kunnen zijn die meer weten dan dat er hard, heel hard, gewerkt wordt. Omzet alleen houdt een bedrijf niet op pooten, er moet verdiend worden. En zij die inzicht hebben in de resultaten, en in de ver houding tusschen kosten en opbrengst, kunnen misschien hun conclusies getrokken hebben, dat een goede polsslag alleen niet voldoende is. * * * En hier komen wij tevens tot een volgend punt. Zij die met de positie van het bedrijf geheel op de hoogte zijn. kennen behalve de rendabiliteit ook de financieele status. Het is zeer wel mogelijk dat men een aandeel op grond van de toekomstige rendementsbasis zeer hoog aanslaat, maar dat men desondanks het papier een riskant bezit acht, omdat het de vraag is of de houder van dat mooie rendement zal profiteeren. In een depressietijd zijn er altijd twee gevaren: dat de winstmogelijk heid erbij inschiet, en dat. . . . gemaakte fouten in de financiering zich wreken, omdat juist in een tijdvak van malaise gebrek aan liquiditeit funest kan zijn. En daaraan kan men weer een volgende suppositie vastknoopen. Wanneer inderdaad Philips ver zuimd zou hebben tijdig te zorgen dat de tot nu toe plaats gevonden uitbreidingen betaald konden worden, dan KOU het mogelijk zijn dat een con current, die steeds gewacht heeft op dit strategische voordeel, dit zwakke punt in de constellatie van het concern aangrijpt om zich een machtspositie te creëeren. Men kent het typisch Amerikaansche voorbeeld van de raffinaderij en de ruwoliemaatschappij die een strijd op leven en dood voerden. De raffinaderij sloot met de ruwolie-maatschappij een contract waarbij laatstgenoemde zich ver plichtte tot levering van bepaalde kvvanta. Toen de producente met de pijpleidingmaatschappij voor het transport wilde contracteeren, bleek dat deze gecontroleerd werd door de raffinaderij en wei gerde het transport op zich te nemen. De ruwolieproducent kon zijn verplichtingen niet nakomen en viel in handen van de raffinaderij. Zulk een macht strijd is overthere ook meermalen gestreden via de financiering. Men trachtte van een zwak punt in de financieele positie gebruik te maken om een con current te overweldigen. In dit verband denkt men bij L'hüips natuurlijk aan de (jieneral Electric. De in de laatste maand hier verkochte aandeelen waren voor vrij omvangrijke .posten volgnummers. Conclusie: het moet een groote houder zijn, die spuit. Tweede stap: zou het de (Jeneral Electric zijn? Zou deze misschien willen trachten door verkoopen de markt omlaag te forceeren. eii aldus de kapitaalmarkt voor Philips zoo grondig mogelijk te bederven. Typisch was in dat verband ook dat men ter beurze de indruk had dat op 250 p('t. (de koers waartegen l'hilips in de laatste jaren emit teerde en waarvoor dus ook de (Jeneral Klectric een belangrijk deel van haar aandeelenbe/.it heeft gekregen) de ..groote verkooper" niet meer in de markt was. l leeft men dus het spelletje alleen maar willen doorvoeren totdat de kostprijs was bereikt. zoo dus, dat er geen verliezen door werden geleden? liet blijft hier alles bij gissingen. De e;-nige aan wijzing die men heeft dat ecu groot:' houder ver kocht moet hebbon. is gelegen in h ot bovengenoemd o volgnummer-symptoom. Maai- er is geen enkel bewijs dat het werkelijk de (Jeneral Ele;;tiïc was. T)<' nummers zelf zouden er eerde/ op wij/en. dat men te doen had m;>t stukken uit de Londenschu emissie. Ma:ir daavuit kan men toch nog niet concludeeren betreffende de identiteit van den opdrachtgever. Indien de General Electric dus werkelijk de verkooper was dan behoeft dat nog geenszins te beteekenen dat deze maatschappij verkoopt óf omdat zij geen vertrouwen meer in l'hilips heeft of omdat zij tracht aldus de tinancieele kracht van het bedrijf te breken. Ook daar heeft men wellicht behoefte aan geldmiddelen, en hoe kan men zich die beter verschaffen, dan door een bezit te spuien dat min of meer buiten de direi te belangensfeer staat, en dat men nog boven de kostprijs kwijt kan. Om nog eens terug te komen op de geldbehoefte van Philips; men weet daarvan eigenlijk heel weinig. Het staat allerminst vast dat na de reeds opgenomen 30 millioen er nog meer geld noodig is. Dat geld gaat wellicht teiuleele naar de bankiers die \oorschotten gegeven hadden, hoewel men uit het prospectus zou afleiden dat het niet i'i de eerste plaats consolidatie van vlottende schuld betrof, maar versterking van de kaspositie voor toekom stige transacties. En tenslotte staan de aandeelen toch nog altijd boven de 200 p('t. Dat men op dit peil geen aandeelen heeft uitgegeven is heel be grijpelijk en waarschijnlijk in het belang der aan deelhouders. Maai' als het noodig zou zijn stond toch nog altijd die weg open. .Men kan dit geval toch niet vergelijken met dat van de A. K. l". welker aandeelen na een aangekondigde emissie aaaaaaeiBaiBiaiiuu^^ I * N.V. Maatschappij voor Hypothecair Wiet in Nederland, gevestigd te 's-Gravenhage, Nassaulaan No. 23, waarin opgenomen de Maastrichtsche Hypotheekbank voo Nederland te Maastricht, St. Servaasklooster 8. BIJKANTOREN: Amsterdam, Westermarkt No. 2, Utrecht, Boothstraat No. 15. Groningen, Turfsingel 9. _. Verkrijgbaar: 4£% pandbrieven tegen beursnoteering, j j aflosbaar door uitloting binnen 25 jaar. ij De Directie, j j hBiaiaaiaaraiaiHTiBii^^ 11 utncltuli UTREC Pandbrieven pLm. f 54.000.000» De Bank stelt beschikbaar t 4'I2 pCt. Pandbrieven a 101 pCt. (BEURSKOERS) in stukken van f 1000.?, f 500?en f 100. De Directiet Mr. A. J. S. VAN LIER Mr. P. R. HOORWEG PROVINCIE ZEELAND. ? UITGIFTE VAN 3.000.000.- 4% Obligatiën in stukken van f 1000.?en ? 500. Ondergeteekenden berichten, dat de inschrijving op bovengenoemde leening is opengesteld op Dinsdag 18 November a.s. van des voormiddag 9 tot des namiddags 4 uur tegen den koers van 98 '/a % te AMSTERDAM ten kantore van ondergeteekenden, te 's-GRAVENHAGE i t» ROTTERDAM ' ten kantore van de BANK-ASSOCIATIK. en te MIDDELBURG \ Prospectus en inschrijvingsbiljetten zijn bij de inschrijvingskantoren verkrijgbaar. BANK-ASSOCIATIE WEKTHEIM & GOMPERTZ 1834 en CREDIETVEREEMGING 1853 N.V. J. FREDERIK BANGERT & Co. JONAS & KRUSEMAN. LEEMBRUGGEN, GUEPIN & MUYSKEN. H. OYENS & ZONEN. AMSTERDAM, 12 November 1930.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl