De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 15 november pagina 2

15 november 1930 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 15 NOVEMBER 1930 No. 2789 LANDBOUW Het Maal- en Menggebod door Jan Schilthuys TOT degenen, die te lijden hebben van de heerschende malaise, behooren wel in de eerste plaats de landbouwers in vrijwel alle landen der aarde. Zeer weinig akkerbouwproducten zijn er aan te wijzen, waarvan niet tengevolge van een productie, welke de tegenwoordige behoefte over.treft, de prijzen gedaald zijn tot een peil, dat den producent geen bedrijfswinst meer oplevert. Dit geldt dus ook voor ons land en de akkerbouwers, die zich voor de noodzakelijkheid zien geplaatst om hun producten tot die zeer lage prijzen te verkoopen, klagen dan ook geducht. Zij kloppen by de regeering aan om steun en de eerste directe steunmaatregel te hunnen behoeve is het suiker wetje geweest. In overeenstemming met de voor spellingen, indertijd door de tegenstanders van dezen maatregel uitgesproken, beklagen de bietenverbouwers zich trouwens reeds, da t het suiker wetje hun geen voordeel brengt. Na de suiker Bal nu de tarwe ter hand worden genomen. D« regeering heeft namelijk een wetsontwerp ? ingediend, dat? haar in staat stelt tot het uit vaardigen van een maal- en mengverbod, en waarmee zij zich opdrijving van den prijs der Nederlandsche tarwe ten doel stelt. Met ,het maalgebod wordt bedoeld een voor schrift aan de Nederlandsche bloemfabrikanten om in de door hen te vermalen tarwe een zeker minimum percentage inlandsche tarwe te gebruiken. Wegens de prijsstijging, die daarvan Voor de Nederlandsche tarwe het gevolg zal zijn, Zal dus de doorsnee-prijs der verschillende soorten 'tarwe, welke de fabrikanten gebruiken, eenige Verhooging ondergaan. De in Nederland vervaartiigde bloem zal daardoor minder goed dan voorheen kunnen concurreeren met het vooral uit de ?Vereénigde Staten en Canada ingevoerde product «a voor herstel van het evenwicht zal het meng gebod dienen, volgens hetwelk alle in Nederland geïmporteerde bloem niet in den handel mag worden gebracht, vóór zij vermengd is met een zekere hoeveelheid bloem van inlandsche tarwe. ' Talrijk zijn de bezwaren, die van verschillende zijden tegen deze voorschriften worden te berde ?gebracht. Hevige protesten gaan er uit van de importeurs van buitenlandsche tarwebloem, omdat hun bedrijf in hooge mate door het menggebod zal.worden belemmerd. Om verschillende redenen namelijk brengt het mengen veel practische be zwaren met zich. Zoo zijn Amerikaansche en Ne derlandsche bloem van zoo verschillende geaard heid, dat zij zich zeer bezwaarlijk laten mengen. En wanneer dat, dan nog mocht gelukken, zal het zonder zeer speciale machinale inrichtingen, welke hier vooralsnog ontbreken, niet mogelijk zijn om in de dichtgenaaide zakken, waarin de bloem'hier arriveert en die geledigd dienen te worden, weder dezelfde hoeveelheid bloem (nu gemengd) te bren gen, die zij oorspronkelijk hebben bevat. Natuurlijk zijn daarmee ook aanmerkelijke kosten gemoeid. Bovendien zullen de buitenlandsche leveranciers zeker niet toestaan, dat de zakken, waarop hun gedeponeerd fabrieksmerk is aangebracht, ge bruikt worden voor een product, waarvan eerst de kwaliteit is verminderd, althans gewijzigd.: Ook zal de nieuwe inhoud der zakken de bakkers er van weerhouden om de aangeboden merken als vroeger te koopen, omdat zij niet meer de vrijheid zullen hebben om precies die kwaliteit bloem te koopen, die Zij noodig hebben ter verkrijging van goed brood. Ook vragen de meelimporteurs zich af, hoe zij plotseling, indien door het menggebod hun debiet eens niet geheel of grootendeels mocht verdwijnen, moeten komen aan de voor het mengen noodzakelijke ruimten en inrichtingen, afgezien dan van de moeilijkheden, die zullen ontstaan, wanneer de overzeesche fabrikanten zich verzetten f^HAKCL HEILIGEWES 11-17 «AMSTBn DAM Kleermakerij BQ ons verkrijgbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN tegen een manipulatie, die de kwaliteit van hun product aantast. De meelimporteurs en allen, die zich met den handel in buitenlandsche bloem bezighouden, zien zich dus ernstig in hun brood winning bedreigd. Zij vragen, waarom zij het loodje moeten leggen, wanneer de regeering steun aan den Nederlandschen tarweboer wenscht te verleenen. Dat enkele bloemfabrikanten zich ten gunste van een menggebod hebben geuit, is geen wonder. De bemoeilijking van den invoer van buitenland sche bloem immers kan hun slechts voordeel brengen ten koste van den verbruiker. Ook dient men zich ernstig rekenschap te geven van het gevaar, dat de Vereénigde Staten en Canada, die voorzien in verreweg het grootste deel der Nederlandsche behoefte aan buitenlandsche tar webloem, de belemmering van dien handel niet over hun kant zullen laten gaan. In de laatste jaren is herhaaldelijk gebleken, hoe kwetsbaar onze export naar Amerika is en het ligt geheel in de lijn van de handelspolitiek der Vereénigde Staten om een maatregel als het menggebod te beantwoorden met verdere bemoeilijking van den invoer aldaar van Nederlandsche tuinbouw-producten, zeer ten nadeele van den Nederlandschen 'tuinbouw (bloembollen etc.), alsook van de stoomvaartlijnen, die zijn producten vervoeren. Ernstig ongerust over de voor hen nadeelige gevolgen van een maalgebod maken zich ook de fabrikanten van biscuits, beschuit en dergelijke artikelen. De speciale eigenschappen der Neder landsche tarwe maken deze bijzonder geschikt om als grondstof voor déze bedrijven te dienen, in tegenstelling met de meest gangbare overzeesche soorten. Wanneer nu aan de bloemfabrikanten wordt voorgeschreven om een percentage aan inlandsche tarwe te gebruiken (men spreekt van 10 pCt.), dat hoog genoeg is om de prijzen op te drijven, zullen de zooeven genoemde bedrijven zich van die tarwe niet meer in voldoende mate kunnen voorzien. De Nederlandsche tarwe-productie is namelijk niet groot en Nederland verbouwt veel meer rogge en haver dan, tarwe. Behalve voor biscuits, beschuit enz. en tot zekere hoogte ook ?nu reeds vóór de bloemfabrikage (wegens de helder witte kleur der bloem van inlandsche tarwe) vindt de Nederlandsche tarwe ook nog geregeld aftrek als grondstof voor bruinbrood, terwijl in sommige streken (bijvoorbeeld Zeeland) ook witte brood van inlandsche tarwe gaarne wordt gegeten. Een belangrijk gedeelte der inlandsche tarwe -wordt verder gebruikt als bestanddeel van kippenvoer en is dus een der grondstoffen voor den eierexport, die in de laatste jaren een steeds grootere ?beteekenis heeft gekregen -en een winstgevend onderdeel vormt van zeer talrijke landbouw bedrijven. En het zijn niet de slechtste kwali teiten, die daarvoor worden gebruikt. Als gevolg van deze veelzijdige vraag naar de beperkte hoeveelheid tarwe, die in Nederland verbouwd wordt, brengt die tarwe gewoonlijk prijzen op, die zich aanmerkelijk boven die der wereldmarkt verheffen, vooral voorzoover tarwe van goede kwaliteit betreft. Voor slechte inland sche tarwe, die door regen of andere ongunstige weersomstandigheden geleden heeft, geldt dit weliswaar dikwijls niet, maar welke producent kan voor een product, dat met of zonder zijn schuld van onvoldoende kwaliteit is, een hoogen prijs verwachten ! Ook in dit jaar valt op de kwaliteit van veel inlandsche tarwe wegens het slechte zo merweer nog al wat aan te merken, maar ook een maalgebod kan zulke tarwe niet geschikt maken voor bloemfabrikage en het maalgebod is toch geen instelling ter verzekering van den tarweverbouwer tegen ongunstige weersomstandig heden ! Een maalgebod zoowel als een menggebod brengt de noodzakelijkheid met zich van nauw keurige contórle door ambtenaren van alle be drijven, waar tarwebloem wordt vervaardigd en verbruikt (dit laatste om ontduiking van het meng gebod tegen te gaan). Bloemfabrieken. importeurs, bloemhandelaars en bakkerijen dienen dus onder staatstoezicht te worden gebracht. Ook zal men het niet kunnen stellen buiten zulk een toezicht op de landbouw-bedrijven. opdat nipt wegens de op gedreven prijzen de tarweverbouw dadelijk sterk wordt uitgebreid en niet buitenlandsche tarwe. waarvan sommige soorten van de inlandsche, vooral als zij daarmee eenigen tijd vermengd zijn geweest, niet te onderscheiden zijn, aan het eigen product wordt toegevoegd. Dit eenvoudige middel zou bij de boven de wereldmarkt opgedreven prij zen der inlandsche tarwe voor IK m. die zich daaraan schuldig maakt, een aanzienlijk voordeel beteekenen. Men mag verwachten, dat, omdat die controle bij de tallooze landbouwbedrijven welhaast on mogelijk zou zijn, ter wering van deze voor de hand liggende fraude, de tarwe-import al evenzeer onder ambtelijk toezicht zal worden gesteld. En teneinde een al te sterke opdrijving der prijzen van inlandsche tarwe, die zich te sterk in den broodprijs voelbaar zou maken, tegen te gaan en tevens aan de fabrikanten van biscuits, beschuit. bruinbrood en de pluimveehouders een zekere hoeveelheid inlandsche tarwe te verschaffen. is er reeds sprake van, dat de staat alle inland sche tarwe tot een vastgestelden prijs, ver boven de wereldmarkt, zou aankoopen en onder de bloem fabrikanten en andere verbruikers distribueer?. Wie denkt bij dit alles niet met schrik aan de jaren van en kort na don oorlog, toen met zulke staats-inmenging zoo slechte ervaringen zijn op gedaan:1 Toen was daaraan niet te ontkomen, omdat zonder die inmenging de voeding en andere gewichtige belangen der gansene bevolking in gevaar zouden zijn gebracht. Ditmaal echter gaat het slechts om de belangen van diegenen der Nederlandsche tarweverbouwers. die zich niet naast akkerbouw ook met veeteelt (rundvee, varkens, pluimvee) bezig houden. Deze gemengde bedrijven en de vele landbouwers met uitsluitend veeteelt hebben namelijk eerder belang bij lage prijzen van het graan, waarvan zij te weinig of dat zij niet voortbrengen en waarvan zij aan zienlijke hoeveelheden moeten aankoopen als grondstof voor hun export van vleesch- en zuivc.lproducten en eieren. En onder die verbouwers van tarwe, voor wie werkelijk de lage prijzen een gevoelig nadeel beteekenen. bevinden zich juist de meest kapitaalkrachtige Nederlandsche akker bouwers, gevestigd in de provincie Groningen, sommige deelen van Noord-liolland, Zeeland en Westelijk Noord-Brabant, die vele voordeelige jaren hebben meegemaakt en voor wie een enkel verliesjaar geen calamiteit is. Mag nu te hunnen behoeve, terwijl toch ook andere bedrijven na een enkel slecht jaar niet dadelijk regeeringssteun plegen te verkrijgen, een maatregel worden genomen, die voor vele andere ondernemers in Nederland zoo groote gevaren met zich brengt en leiden moet tot de weder-invoering van een zeer uitgebreide staats-inmenging en een inge wikkeld staatstoezicht, waarvan slechts enkele jaren geleden de zeer ernstige bezwaren zoo over tuigend zijn gebleken? Deze vraag dient zeer zeker ontkennend te worden beantwoord. Het derde (slot)artikel van C. T. Rooscnschoon over den Landbouw verschijnt in het volgend nummer. Bed.. Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER 6 Co. «\a cvo sso DEN HAAG «^ <*°<? AMSTERDAM ARNHEM Internationale Transporte*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl