De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 22 november pagina 1

22 november 1930 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

roene lad voor- Nederland Telefoon 37964 Postgiro 72880 Gem. Giro G. 1000 ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: L. J. JORDAAN, F. G. SCHELTBMA EN M. KANN. Secretaris der Redactiet C. F. VAN DAM - KEIZERSGRACHT 355, AMSTERDAM C. OPGERICHT IN 1877 No. 2790 ZATERDAG 22 NOVEMBER 1930 Het bosch begint te leven -w-xE verontwaardiging over het beleid der _L/regeering ten aanzien van den radio-omroep groeit met den dag. De tienduizenden in den lande, die op de meeting ?op Houtrust en in de talrijke, druk bezochte protest vergaderingen hun overkropt gemoed hebben :gelucht, vinden dagelijks nieuwe redenen om weder in toorn te ontsteken. De ervaring leert, dat de sectarische omroepen ?den zendtijd, die te hunner beschikking was ge steld, niet geheel gebruiken. De A.V.B.O. daaren tegen komt zendtijd te kort. De preventieve censuur begaat fout op fout, waaruit valt af te leiden, dat zij voor haar taak niet berekend is, of wat waarschijnlijker is ? ?dat zij met een taak belast is, die geen mensch op behoorlijke wijze kan vervullen. In de derde plaats verhindert de regeering, dat er een nieuw zendstation wordt gebouwd. Tenge volge van het optreden van de regeering is de voor treffelijk werkende Phohi-zender voor Indiëstop gezet. Op n van de beide golflengten, waarover Nederland nog slechts de beschikking heeft, zijn . <le storingen somtijds zoo ernstig, dat men de geheele uitzending moet staken. Hoe kan in dien chaos orde worden geschapen? * * * De diepste oorzaak van alle ellende is ongetwij feld het feit, dat de regeering niet begrijpt, welk een hoogst belangrijke nieuwe factor in de cultuur door den radio-omroep is geschapen. Het is een uitvinding, die in verschillende opzichten met die van de boekdrukkunst op n lijn kan worden gesteld. De uitgevers hebben dit jaar voor het eerst een boekendag" ingesteld, ten einde het publiek systematisch van het groote belang van de ver spreiding van goede boeken te doordringen. Zou het niet tijd worden, dat er een radio-dag" werd ingesteld, ten einde de regeering op de hoogte te brengen van de beteekenis. die de radio in het maatschappelijk leven heeft gekregen en van de groote gebreken, die de uitzending in Nederland aankleven, en wel in de eerste plaats door het ?verkeerde beleid der regeering? Reeds eenige maanden geleden heb ik in de Groene betoogd, dat de verdeeling van den zendtijd zoo dient te worden herzien, dat niet langer de vereenigingen, die zich zelf tot taak gesteld hebben uitzendingen van een bepaald politiek of religieus karakter te verzorgen, elk op haar beurt belast met de verzorging van een algemeen programma. Daardoor wordt aan die vereenigingen een taak toebedeeld, waarvoor zij krachtens haar doel en wezen ongeschikt zijn. Het is noodig, dat n algemcene, nationale om roep tot stand komt, die althans over n overigens vrijen zender de beschikking heeft en over ten minste evenveel zendtijd als alle andere speciale zend vereenigingen te zamen. Wanneer de A.V.K.O. naar het oordeel der regeering niet algemeen, niet neutraal en niet nationaal genoeg is, om met die functie te worden belast, dan worden die vereenigingen onder den drang der regeering gereorganiseerd. De A.V.R.O. zelve, die een algemeene, neutrale en nationale vereeniging wenscht te zijn. kan tegen redelijke wenschen der regeering, die dit karakter wenschen te waarborgen, geen bezwaar maken. Het optreden der regeering wettigt de onder stelling, dat zij met opzet de grieven die zij in dit opzicht tegen de A. V. R. O. mag hebben, niet wenscht te preciseeren, ten einde de A.V.H.O. als een spe ciale, liberale omroepvereeniging te kunnen blijven qualificeeren, die met andere sectarische omroepvereenigingen op n lijn behoort te worden ge steld. * * * Het is natuurlijk onvermijdelijk, dat er een waarborg wordt geschapen, dat het algemeene programma inderdaad algemeen zal zijn en dat er gewaakt wordt tegen uitzendingen die in strijd zijn met de goede zeden, de openbare orde en de veiligheid van den staat. Het is echter een raadsel, waarom er, om deze doeleinden te verwezenlijken, een preventieve censuur noodig is. Onze grondwet waarborgt sinds vele jaren naast het recht om zonder voorafgaand verlof door middel van de drukpers gedachten en gevoe lens te openbaren, tevens het recht tot vereeniging en vergadering. Die vrijheid om, zonder vooraf gaand verlof, in het openbaar zijn gedachten en gevoelens te uiten, laat natuurlijk ieders verant woordelijkheid, voor hetgeen hij gezegd heeft, onaangetast. Dit zijn maar niet toevallige, in vergetelheid geraakte artikelen van onze Grondwet. Het is niet minder dan de belichaming van wat men de grondrechten van de burgers pleegt te noemen. De practijk heeft allerminst aangetoond, dat deze vrijheid verderfelijke resultaten heeft op geleverd. Waarom kan op het gebied van den radioomroep niet met een repressieve censuur worden volstaan? Niemand is gedwongen te luisteren naar uitzendingen, die hem onaangenaam aandoen, evenmin als iemand verplicht is boeken te lezen, van vereenigingen lid te worden, of vergaderingen te bezoeken, die hij zelf. of anderen voor hem, minder geschikt achten. Het verkeerd beleid der regeering spreekt niet alleen uit de onbillijke verdeeling van den zendtijd, uit de preventieve censuur, die in strijd is met liet vrijheidsbeginsel. dat den Nederlander sinds vele eeuwen dierbaar is en dat belichaamd is in onze Grondwet, dat verkeerde beleid komt mis schien nog het duidelijkst aan den dag in de be lemmeringen, die van regeeririgswege in den weg worden gelegd aan de A.V.H.O.. die heeft aange boden een eigen zender te bouwen. Ik weet niet of de geruchten juist /.ij n. van gezag hebbende en doorgaans welingelicht c xijde verspreid. dat onze regeringsvertegenwoordigers op inter nationale radio-conferenties? niet met voldoende krachten voor de rechten van ons land /.iji) opge komen en dat de regeering uit zorgeloosheid mede schuld draagt aan de storingen, die sinds verschei dene weken het luisteren naar de uitzendingen op de golf van 298 M., die aan Nederland is toegewezen, maken tot een kwelling, in stede van een genot. Is het niet een paskwil. dat de storingen in den laatsteri tijd zoo ernstig zijn en zoo geregeld terugkeeren, dat liet hoofdbestuur der l'.T.T. zelf maat regelen heeft moeten treffen zoodat het blijkbaar van de onderstelling uitgaat, dat die storingen duurzaam Kullen, blijven om de uitzendingen van Hilversum in Bussum op te vangen en langs den kabel verder te distribueeren? AI et deze ..radiouitzending" langs den kabel worden natuurlijk de luistervinken, die eigen ontvangststations heb ben en dat zijn toch de ware luisterviriken niet geholpen. Ik laat in het midden, of de regeering terecht beschuldigd wordt door haar zorgeloosheid de INHOUD: l. Mr. A. C. Josephus Jitta, Het bosch begint te leven. 2. Dr. Th. A. van de Velde, Volksvoorlichting door de film. 3. Joh. Braakensiek, De ,,rande-tafel"-conferentie. Albert Heiman, Van Jaapje tot Jakob. 4. Melis Stoke, Mijne veroordeeling, teekeningen door Harmsen van Beek. 5. L. J. Jordaan, Spreektijdbeperking. C. F. Roosenschoon, Landbouw. 6. Anthonie Donker, Nieuwe Duitsche boeken. 1. J. Drijver, in de snippenvlucht. Mr. Frans Coenen, Kroniek. 9. Paul Bromberg, Meubelmanie. 10?11. A. Piasschaert en Dr. L. Schilderkunst Jan Greshoff, Boeken over kunst. L. J. Jordaan, Bioscopy. Wessum, Muziek, 14. C. K , Beursspiegel. 15. C. A. Klaasse, Oustric. Mr. H. Scholte, Dramatische Kroniek. 17. Dr. C. F. Haje, Taalschut. Charivarius, KuizeRijm. Crtarivaria. Lou Lichtveid en L. J. van Looi, Radio en Grammofoon. AlidaZevenboom.Crofluanfe Croquetjes. Cel 2, Telefoon Uit het kladschrift van Jantje. Lelterraadsel. Melis Stoke, Rijm. 12. 13. 16. 17. 18. 19. 20. H. Grondijs, Constant van Omslag: Spelprobiemen. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Groeiende radio-verontwaardiging. indirecte oorzaak van deze storingen te zijn. Maar dit feit valt niet te loochenen: dat de regeering tot dusverre weigerachtig is gebleven aan het verzoek van de A. V. H.O. te voldoen om vergunning te verlecnen tot het bouwen van een eigen zend station. De motieven voov dey.e weigering komen onverholen aan den dag in de verklaring van den Minister van Waterstaat, dat. mocht dit derde station worden gebouwd, de daardoor ter beschikking komende zendtijd toch weel'naar het tot dusverre gevolgde recept over alle omroepvereenigingen zal worden verdeeld. Ongetwijfeld zal de tegenwoordige Minister van Waterstaat menigeti slapeloozen nacht op zijn leger stede liggen te peinzen over de in deii lande groei ende verontwaardiging over het beleid der regeei-ing ten ajmy.ieii van den riidio-omrocp. Wan neer hij aan den stillen nacht de oplossing vraagt van de problemen, die hem zijn nachtrust ontrooven. zal het bosch van antennes, dat bij. als ieder onzer, van zijn slaapkamer kan waarnemen, als in Macbeth. voor hem beginnen te leven, zooals Braakensiek op zijn bij dit nummer van de Groene gevoegde plaat, treffend in beeld heeft gebracht. Minister Reijmer en het Nederlandsche volk zullen niet van deze nachtmerrie worden verlost, vóórdat de preventieve censuur op de radio uitzendingen zal zijn afgeschaft, het aantal zend stations niet langer kunstmatig zal beperkt worden tot twee. en de sectarische omroepen tot een be scheiden plaats zullen zijn teruggedrongen, ten behoeve van n algemeenen, nationalen omroep. A. C. JOSEPHUS JITTA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl