Historisch Archief 1877-1940
«V
i l
^
Patriarchen !| ?
Ikoontentoons telling
DE Heer van Meurs is erin geslaagd, in zijn
nieuwe kunstzaal een aantal uitnemende,
deels uit emigranten collectie's, deels uit Rusland
zelf afkomstige ikonen samen te brengen. Behalve
eenige stukken die voorheen in Rotterdam en
den Haag waren tentoongesteld geweest, ziet men
hier eenige nieuwe stukken, die ook in het oude
Rusland aan eene tentoonstelling alle eer zouden
hebben aangedaan.
Een schildering van monumentale afmetingen
en groote schoonheid is een 10e eeuwsche voor
stelling van het Jongste Oordeel. Men ziet hier
een merkwaardig volledig beeld van de eschatolo
gische voorstellingen der Russische kerk, die
gelijk men weet, in talrijke punten afwijken van
die der Westersche kerken. Uit de visie's der
Apocalyps van Johannes op den meedoogenloozen
wereldbrand, die het tijdelijke tot asch zal ver
teren, heeft de schilder alleen de apotheose over
gehouden. Het gansche heelal is van een onbe
schrijfelijk licht vervuld. Hemel, aarde en Hades
liggen voor alle blikken open. In het centrum zijn
in een opstijgende kolom van Christusvoorstellingen
de opvolgende verbeeldingen van den Godmensch
tot een eeuwig drama aaneengereid. Eerst de
ledige Troon der verwachting met de attributen
van het lijden, dan de Christusgedaante in een van
hemelsche krachten vervulden nimbus, vervolgens
de Drieënheidszetel waarop Christus' plaats
tijdens zijn aardsch verblijf ledig gebleven is,
en eindelijk de Drieëenheid zelve naar Roomsche
verbeelding, den Vader als grijsaard en den II.
Geest als duif.
Dit is de eenige nieuwigheid uit het Westen.
Talrijke voorstellingen stammen uit de bijzondere
zielkunde en zondeleer van het Oosten. De leer
ontrent de langiurige losmaking der ziel van
het lichaam," de verwachting dat de hel eens zal
worden opgeheven, en de met deze
verwachtingovereenstemmende duivelsvoorstellingeii en hon
derd merkwaardige verbeeldingen waarin de
OostChristelijke phantasie in diepe ernst en tecderheid
met dogma en schrift heeft gespeeld.
Aan de verschrikkingen der hel is slechts een
kleine plaats toegekend. Satan zelf. als een vorst
gezeten in een rossen gloed, is naar uiterlijk beeld
ds gevallen engel gebleven, en de Hades die hij
regeert, sihijnt bijna onwerkelijk beneden het
geweldige vizioen van licht en glorie. In het
Oostersche Christendom zijn trouwens de betrek
kingen tusschen het aardsche en het bovenzinne
lijk heelal kosmisch gedacht; de handelingen der
menschen verdwijnen in de oneindige gedaante
der wereld als vluchtige schaduwen en rimpelingen.
Onze ikoon is vooral een speculum coeli. een spiegel
des hemels, en serafijnen, cherubijnen. aartsenge
len en engelen, apostelen en profeten, martelaren
en bekenners, de heilige vrouwen en de
apostelgelijke koningen, de monniken na hun tweeden
doop, de gelukzaligen, zijn allen geschaard in
stoeten en ceremonieën, en verheerlijken de eeuwige
blijheid.
Een merkwaardig stuk is verder een ikoon uit
de eerste helft der 15e eeuw uit de vroege school
van Vovgorod, voorstellende den propheet Za
charias en den propheta minor Bileam. Op de
schriftrollen welke beiden dragen, zijn in
oudslavisch schrift de teksten gegrift waarin zij naar
UDE EN MODERN]
Tentoonstelling v ai
Wandschildering van
oud-Christelijke uitlegging Christus' komst hebben
aangekondigd. Bilearn is in de Oostersche
ikonographie niet de leugenpropheet naar Nieuwtesta
mentische beoordeeling, hij is de god.sman. die
door de nevelen der oude wereld de ster gezien
heeft, welke de vernieuwing der geesten aankon
digt. (Num. 24. 17).
De teekening is hellenistisch. Want wel vatte
het kerkelijk onderricht de persoonsafbeelding der
heiligen op als portretteering, maar de door de
ikonographie vastgestelde heiligenportretten zijn
ontstaan in de helleniseerende verbeelding van
de Byzantijnsche kerk, en de Grieksche kunstver
beelding hervormde elke menschengedaante tot
een menschentype.
Deze ikoon is een merkwaardig specimen uit den
overgangstijd der Byzantijnsche naar de Russische
kunstopvatting. Zij is sterk decoratief en bijna
vlak decoratief gedacht, maar aan den schilder
zweeft een realistische voorstelling voor den geest,
waarschijnlijk een Byzantijnsch voorbeeld uit de
14de eeuw. De teekening op Zacharias' voorhoofd
is Byzantijnsche traditie, eveneens de houding
van Bileam, die op den rug gezien wordt, het
hoofd in vol profiel, en de rechterarm uitge
strekt naar de Ster. Ook in de plooien ziet men een
merkwaardige vervlakking naar een realistische
afbeelding. Verder treedt hier op het dubbele
procedee: de gewaadsplooien aan te duiden door
donkere lijnen in de schaduwen en witglanzende
penseelstreken op de bolten van het kleed.
Vorder vestig ik de opmerkzaamheid op twee
uiterst zeldzame stukken, die nooit in een
Hussische collectie vertegenwoordigd geweest zijn.
Men vindt er geen voorbeelden van in de catalogi
der beroemde collectie's van Ostrooechof. in de
albums van Kondakof. Lichatcbef. etc. Het zijn
twee dubbelbladen van een oud- Hussis'.'he kalender.
liet zou interessant zijn. te vernemen, uit welke
vorstelijke ikoonkapel. of uit welk kloosterarchief
deze stukken door den beroemden kenner Anissimoi'
(die ze naar Europa gezonden heeft) zijn opgediept.
Twee, slechts enkele millimeters dikke plankjes
zijn aan beide zijder) beschilderd. De vier iknnen
zijn van prachtige factuur, vrooliik en plechtig
van kleur, zeer goed werk uit de school van
Novgorod in den aanvang der 15de eeuw. d.i. uit het
bloeitijdperk der oud-Russische schilderkunst.
Het hierneven afgebeelde paneeltje stelt eenige
patriarchen voor; degenen, die uit het Oude
Verbond stammen zijn met kleine Syrische
doekdeksels afgebeeld.
Eindelijk nog een zeer zeldzaam stuk uit de
sohool van Roeblev, eveneens uit den aanvang
Dr. L. H. Grondijs e
der 15de eeuw, fraai
van hoofdhouding en
klassiek van lijn.
De overige stukken
der tentoonstelling,
o.a. een prachtig ge
tinte Voorspraak van
Maria, een Christus
,,met de strenge
oogen", en andere
nummers van minder
beteekenis, zijn alle
van een zeer behoor
lijk gehalte.
Dr. L. H. GROXDIJS
Muurschildering
van Heiiri van «Ie
Velde
Kootwijk leeft,
al bleef het. tot vreug
de van
vacantiegangers en natuurmin
naars zijn landelijk,
Veluwsch karakter
trouw. onder den
gunst der goden van
den modernen tijd !
Zij. deze goden,
vertoonen er reeds
geruimen tijd hun nieuwste
draadlooze wonderen
en onlangs kregen zij
er nu ook gelegenheid om van hun streven op
kunstzinnig terrein te getuigen. Dit streven gaat,
naar men weet. voor een niet gering deel in de
richting van de mmirsohildeiing. de herboren
fresco-kunst, het ideaal van zoovele jonge
schilders, die aan het bestaar.si-echt (n de
toekomstmogeli.'klx d< n van het ..vrije schilderij".
de ..kunst aan touwtjes" ! min of meer zijn
gaan twijfelen.
Enkele jaren geleden bouwde ,Mr. lilaupot te:'
Cate een oudKootwijksch boerderijtje tot landelijk
hotel om. waarbij hij er voor waakte, dat het
landelijk karakter niet verloren ging. maai1 be
houden bleet' en harmonisch opgenomen werd in
de moderne. ..artistieke" inrichting, .,'t lulletje",
de doopnaam van deze landelijke pleisterplaats.
kwam in trek en dit jaar kreeg liet een grooteren
broer, in den vorm van een nabijgelegen oude
pastorie die met een/elfden goeden smaak tot hotel
verbouwd werd. In de eetzaal van dit tweede
..lulletje" kreeg Ilenri van de Velde gelegenheid
een muurschildering aan te brengen. Het werd:
Ikoon uit de schi
Wandschildering van
Henri van de Velde in
,,'t Hilletje" te Kootwijk