De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 22 november pagina 10

22 november 1930 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

«V i l ^ Patriarchen !| ? Ikoontentoons telling DE Heer van Meurs is erin geslaagd, in zijn nieuwe kunstzaal een aantal uitnemende, deels uit emigranten collectie's, deels uit Rusland zelf afkomstige ikonen samen te brengen. Behalve eenige stukken die voorheen in Rotterdam en den Haag waren tentoongesteld geweest, ziet men hier eenige nieuwe stukken, die ook in het oude Rusland aan eene tentoonstelling alle eer zouden hebben aangedaan. Een schildering van monumentale afmetingen en groote schoonheid is een 10e eeuwsche voor stelling van het Jongste Oordeel. Men ziet hier een merkwaardig volledig beeld van de eschatolo gische voorstellingen der Russische kerk, die gelijk men weet, in talrijke punten afwijken van die der Westersche kerken. Uit de visie's der Apocalyps van Johannes op den meedoogenloozen wereldbrand, die het tijdelijke tot asch zal ver teren, heeft de schilder alleen de apotheose over gehouden. Het gansche heelal is van een onbe schrijfelijk licht vervuld. Hemel, aarde en Hades liggen voor alle blikken open. In het centrum zijn in een opstijgende kolom van Christusvoorstellingen de opvolgende verbeeldingen van den Godmensch tot een eeuwig drama aaneengereid. Eerst de ledige Troon der verwachting met de attributen van het lijden, dan de Christusgedaante in een van hemelsche krachten vervulden nimbus, vervolgens de Drieënheidszetel waarop Christus' plaats tijdens zijn aardsch verblijf ledig gebleven is, en eindelijk de Drieëenheid zelve naar Roomsche verbeelding, den Vader als grijsaard en den II. Geest als duif. Dit is de eenige nieuwigheid uit het Westen. Talrijke voorstellingen stammen uit de bijzondere zielkunde en zondeleer van het Oosten. De leer ontrent de langiurige losmaking der ziel van het lichaam," de verwachting dat de hel eens zal worden opgeheven, en de met deze verwachtingovereenstemmende duivelsvoorstellingeii en hon derd merkwaardige verbeeldingen waarin de OostChristelijke phantasie in diepe ernst en tecderheid met dogma en schrift heeft gespeeld. Aan de verschrikkingen der hel is slechts een kleine plaats toegekend. Satan zelf. als een vorst gezeten in een rossen gloed, is naar uiterlijk beeld ds gevallen engel gebleven, en de Hades die hij regeert, sihijnt bijna onwerkelijk beneden het geweldige vizioen van licht en glorie. In het Oostersche Christendom zijn trouwens de betrek kingen tusschen het aardsche en het bovenzinne lijk heelal kosmisch gedacht; de handelingen der menschen verdwijnen in de oneindige gedaante der wereld als vluchtige schaduwen en rimpelingen. Onze ikoon is vooral een speculum coeli. een spiegel des hemels, en serafijnen, cherubijnen. aartsenge len en engelen, apostelen en profeten, martelaren en bekenners, de heilige vrouwen en de apostelgelijke koningen, de monniken na hun tweeden doop, de gelukzaligen, zijn allen geschaard in stoeten en ceremonieën, en verheerlijken de eeuwige blijheid. Een merkwaardig stuk is verder een ikoon uit de eerste helft der 15e eeuw uit de vroege school van Vovgorod, voorstellende den propheet Za charias en den propheta minor Bileam. Op de schriftrollen welke beiden dragen, zijn in oudslavisch schrift de teksten gegrift waarin zij naar UDE EN MODERN] Tentoonstelling v ai Wandschildering van oud-Christelijke uitlegging Christus' komst hebben aangekondigd. Bilearn is in de Oostersche ikonographie niet de leugenpropheet naar Nieuwtesta mentische beoordeeling, hij is de god.sman. die door de nevelen der oude wereld de ster gezien heeft, welke de vernieuwing der geesten aankon digt. (Num. 24. 17). De teekening is hellenistisch. Want wel vatte het kerkelijk onderricht de persoonsafbeelding der heiligen op als portretteering, maar de door de ikonographie vastgestelde heiligenportretten zijn ontstaan in de helleniseerende verbeelding van de Byzantijnsche kerk, en de Grieksche kunstver beelding hervormde elke menschengedaante tot een menschentype. Deze ikoon is een merkwaardig specimen uit den overgangstijd der Byzantijnsche naar de Russische kunstopvatting. Zij is sterk decoratief en bijna vlak decoratief gedacht, maar aan den schilder zweeft een realistische voorstelling voor den geest, waarschijnlijk een Byzantijnsch voorbeeld uit de 14de eeuw. De teekening op Zacharias' voorhoofd is Byzantijnsche traditie, eveneens de houding van Bileam, die op den rug gezien wordt, het hoofd in vol profiel, en de rechterarm uitge strekt naar de Ster. Ook in de plooien ziet men een merkwaardige vervlakking naar een realistische afbeelding. Verder treedt hier op het dubbele procedee: de gewaadsplooien aan te duiden door donkere lijnen in de schaduwen en witglanzende penseelstreken op de bolten van het kleed. Vorder vestig ik de opmerkzaamheid op twee uiterst zeldzame stukken, die nooit in een Hussische collectie vertegenwoordigd geweest zijn. Men vindt er geen voorbeelden van in de catalogi der beroemde collectie's van Ostrooechof. in de albums van Kondakof. Lichatcbef. etc. Het zijn twee dubbelbladen van een oud- Hussis'.'he kalender. liet zou interessant zijn. te vernemen, uit welke vorstelijke ikoonkapel. of uit welk kloosterarchief deze stukken door den beroemden kenner Anissimoi' (die ze naar Europa gezonden heeft) zijn opgediept. Twee, slechts enkele millimeters dikke plankjes zijn aan beide zijder) beschilderd. De vier iknnen zijn van prachtige factuur, vrooliik en plechtig van kleur, zeer goed werk uit de school van Novgorod in den aanvang der 15de eeuw. d.i. uit het bloeitijdperk der oud-Russische schilderkunst. Het hierneven afgebeelde paneeltje stelt eenige patriarchen voor; degenen, die uit het Oude Verbond stammen zijn met kleine Syrische doekdeksels afgebeeld. Eindelijk nog een zeer zeldzaam stuk uit de sohool van Roeblev, eveneens uit den aanvang Dr. L. H. Grondijs e der 15de eeuw, fraai van hoofdhouding en klassiek van lijn. De overige stukken der tentoonstelling, o.a. een prachtig ge tinte Voorspraak van Maria, een Christus ,,met de strenge oogen", en andere nummers van minder beteekenis, zijn alle van een zeer behoor lijk gehalte. Dr. L. H. GROXDIJS Muurschildering van Heiiri van «Ie Velde Kootwijk leeft, al bleef het. tot vreug de van vacantiegangers en natuurmin naars zijn landelijk, Veluwsch karakter trouw. onder den gunst der goden van den modernen tijd ! Zij. deze goden, vertoonen er reeds geruimen tijd hun nieuwste draadlooze wonderen en onlangs kregen zij er nu ook gelegenheid om van hun streven op kunstzinnig terrein te getuigen. Dit streven gaat, naar men weet. voor een niet gering deel in de richting van de mmirsohildeiing. de herboren fresco-kunst, het ideaal van zoovele jonge schilders, die aan het bestaar.si-echt (n de toekomstmogeli.'klx d< n van het ..vrije schilderij". de ..kunst aan touwtjes" ! min of meer zijn gaan twijfelen. Enkele jaren geleden bouwde ,Mr. lilaupot te:' Cate een oudKootwijksch boerderijtje tot landelijk hotel om. waarbij hij er voor waakte, dat het landelijk karakter niet verloren ging. maai1 be houden bleet' en harmonisch opgenomen werd in de moderne. ..artistieke" inrichting, .,'t lulletje", de doopnaam van deze landelijke pleisterplaats. kwam in trek en dit jaar kreeg liet een grooteren broer, in den vorm van een nabijgelegen oude pastorie die met een/elfden goeden smaak tot hotel verbouwd werd. In de eetzaal van dit tweede ..lulletje" kreeg Ilenri van de Velde gelegenheid een muurschildering aan te brengen. Het werd: Ikoon uit de schi Wandschildering van Henri van de Velde in ,,'t Hilletje" te Kootwijk

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl