Historisch Archief 1877-1940
No. 2790
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 NOVEMBER 1930
DE RONDE TAFEL"-CONFERENTIE
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
MacDonald: Wat zegt de geest?'
Au .... to . . . . no
mie!
OVER VAN LOOY
Van Jaapje naar Jakob
VOOR mij is de waarachtigste van Looy die
van Zebedeus, de man die in Holland sche
spraakzaamheid en gezelligheid dingen zegt van
«en verbijsterend exotisme, dingen die de wijdste
vergezichten openen, die gelijk staan aan wat van
TJeyssei in zijn meest vizioenaire oogenblikken
verzon, en dit nog overtreffen, omdat ze zooveel
eenvoudiger, uit een veel minder uitzonderlijke
standpunt gezegd worden. Zeker, Zebedeus is een
echte Hollander, onmiskenbaar, maar een van die
goddelijke dwazen die, juist als die
zeventiende?eeuwsche Zeeuwsche advocaat die op zijn ouden
dag Australiëging ontdekken, zoolang tusschen
?de dijken en duinen verloren loopt, tot hij ergens
in de breuk van twee wolken, achter een Juli'sche
?zonnescheut om, de doortocht vindt in een nieuw
land. Hollandsche mystiek die Zebedeus, of hij
-kerksch was of niet, verwant maakt met l
uusbroec en met de deugdzame zusteren van
Diepeii~veen; met den dichter va,n de Warande der dieren
«n de auteurs van Abraham Blankaart. In bijna
ieder van onze grootere schrijvers, uit welke eeuw
ook, leeft iets van deze zwerversoort, en wie even
zeer a's Zebedeus de tale der alleenspraak schrijft,
doet de bekentenis van even goddelijke dwaas
heden.
Wat echter bij anderen toevallig en kortstondig
"was, moet bij van Looy een langdurige een vaak
terugkeerende zielestaat geweest zijn. Zebedevis
met al zijn Bijlagen en Nieuwe Bijlagen is een
product van reflexie op de lange termijn, en
«r zijn ook in het ander werk van deze schrijver
tal van bladzijden aan te wijzen, waarin niet
Jakob of .Tacobus, maar Zebedeus, hun oer-vader
aan het woord is. In ,,(lekken" is dit dikwijls zoo,
in ,,Proza" en Reizen" minder vaak.
En in de trilogie Jaapje-Jaap-Jakob? Meer dan
?elders is daar feitelijk de schilder van Looy aan
het woord. De man wiens schilderijen men in
Academie en Museum voorbijgaat met de gedachte:
-dat het de zwakheid van vele grooten is, twee
zijdig (men noemt dit eufemistisch: veelzijdig)
te zijn. Diepenbrock is waarschijnlijk van minder
beteekenis voor Nederland geweest, maar ver
toonde die breuk niet tusschen zijn classicistisch
schrijverschap en zijn modernistisch
muzikantendom.
Hoe een dergelijke tweezijdigheid bij Jac. van
Looy mogelijk was, doet hier niet ter zake, en valt
waarschijnlijk ook niet na te gaan. Maar de vast
stelling van deze tweespalt, die in zekere zin zelfs
«en anthitese was, is belangrijk voor de juiste rang
schikking en waardecring van zijn werk. De spe
ciale instelling van een schrijver bij
strikt-autobiografisch werk. heeft gemaakt dp,t van Looy
bij het schrijven daarvan geen ander kon zijn dan
de schilder die hij in het dagelijksch leven was:
de vervaardiger van. doeken waarin men niet n
element ontdekt van. dat wat aan Proza en Gekken
en Zebedeus zooveel beeldende kracht geeft. Hoe
paradoxaal het ook klinke: in Jaapje en Jaap en
Jakob assimileerde van Looy zich aan zich/.olf.
De wandelaar tusschen gesternten ..aangedaan
van wit", betrad de vlakke aarde en werd aardsch;
niet zonder beminnelijkheid, niet zonder iets be
waard te hebben van de wijsheid der goddelijke
kinderen die wet< n te spelen met al de schatten
en dieren van den Zodiak. maar toch met de
alledaagsche gestalte van iemand die niet meer
weet te verbazen.
De auteur van Zehedcus is in zijn
verre-gaandheid. in zijn vermogen om met llaarlcmsclie
kleeren. aan het verste Australiëder faiüasie te
ontdekken, een unicum in onze litteratuur. De
auteur van Jaapje en Jakob staat niet alleen: hij
heeft geest- en bloedverwanten, schrijvers die hem
evenaren., eti die hem mogelijk zelfs overtieffen.
De eereplaats die van Looy in onze litteratuur
geschiedenis verdient, dankt hij niet ar,n. deze
laatste boeken.
Afgezien van deze psychologische taxatie kan
men nog vele opmerkingen maken naar aanleiding
van het gedeeltelijk posthume werk ...Jakob".
Vooraf een aante'.'kening die meer den uitgever
dan wel het oeuvre raakt, indien van Looy <vn
afgerond, persklaar boek had nagela,ten. zou een
uitgave als deze, voldoende geweest zijn. Waar dit
klaarblijkelijk niet het geval is. en een willekeurig
aantal fragmenten en verhalen. gedeeltelijk
reeds elders verschenen, -?hier bijeengebracht
werden, had de uitgever zich in het boek moeten
verantwoorden. Ongetwijfeld zal van Looy het
plan gehad hebben voor een vervolgdeel op Jaapje
en Jaap; ongetwijfeld zouden verschillende stukken
uit deze nieuwe editie daarvan deel hebben uit
gemaakt. Maar er is niet de geringste zekerheid
dat de ware ..Jakob" ook maar in de verste verte
zóó zou zijn samengesteld. Kr bestaat zelfs gegron
de reden dit te betwijfelen. Daarvoor zijn sommige
stukken tézelfstandig en afgerond, andere zooals
het gedicht ,.De Visehvrouw" teveel buiten een
dergelijk kader gedacht.
Het is dan, ook onjuist ..Jakob" anders te be
schouwen dan als een willekeurige verzameling
van fragmenten, welke dienst hadden kunnen
doen bij de opbouw van een afgerond boek of de
samenstelling vaii een definitieven bundel. De
deugdelijke compositie van ..Jaap" en vooral van
Jaapje" geven, van Looy het recht om niet naar
deze uitgave beoordeeld te worden.
Van. de afzonderlijke stukken, vertoont het
meeremleel toch wc] een nauwe verwantschap met
..Jaapje" en ..Jaap". Kr wordt c.vcr oude bekenden
gesproken, de gevoelstoon is dev.elfde. en Jakob
is feitelijk niet het minst a;;n de situatii s van J'aap
ontgroeid. Overal \in.dt men. dezelfde zuivere
stemmige beschrijving, vlak gelijk een schil
derij en zonder dramatische spanning, of het
zou moeten zijn aan het slot van ..(iesprekketi",
waar Koos zich even laat gaan in het bekennen
van haar behoefte aan een man. O Zebedeus,
hoe goed zoudt ge dat begrepen hebben !
.Merkwaardig is het. dp.l in deze meer
alledaagsche sfeer de uitzonderlijke t aalwcndingen die
van Looy zich als goed Tachtiger veroorloofde
(maar als schilder stond hij duizend jaar van het
cubisme ai i) van geringer effect en grootere over
bodigheid zijn dan elders. Waar hij de syntaxis
geweld aandoet, is altijd reeds een stremming in de
directe inspiratie opgetreden, waaruit ook van
Looy zich dan volgens een beproefde methode
met de ..litteraire" wending trachtte te redden.
Maar op de best" bladzijden, vinden wij toch weer
dat zuivere, eerlijke Nederlandsch. di't weldoor
dachte, hartelijke zeggen van de diiigc-ii, zóó als
ze zijn. met alle liefde die wij ze toedragen: een
echte schildersliefde om hun vorm en kleur en
zijn, veelmeer dan om hun functie en beteekenis.
liet détail in van Looy's beschrijving is steeds
versiering, doch slechts zelden, overbodig of hin
derlijk.
In ..De \ ischvrouw", het gedicht, kwamen er
herinneringen aan ,.1>eAr". en ook de gedachte
bij ons op. dat van. Looy ons een dichter heeft
onthouden die precies datgene had kunnen geven
wat hij met zijn schilderijen beoogde, maar wat
daarin altijd ontbroken heeft. Krg is bet niet; ze
behooren beide, schilderijen en gedichten, tot de
mindere helft van zijn tweezijdigheid. De betere
kant, die van het verdwaasde, extatische proza,
zal zijn naam doen behooren tot die der drie, vier
Tachtigers, over wie een latere generatie nog
eerbiedig spreekt.
ALBKRT IL KLMAN
BOOTMOTOREN
P A R S O N S
FAY & BOWEN
Prijsc. Gratis en Franco opaanvr.
BINGHAM & LUGT
Pand NIEUWEHAYEN 136 hoek Koestraat 1 - ROTTERDAM.