Historisch Archief 1877-1940
Telefoon 37964
Postgiro 72880
Gem. Giro G. 1000
Nederictnd
ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JOTA
Redacteuren i L. J JORDAAN, F. G. SCHBLTBMA EN
M. KANN. Secretaiii der Redactiei C. F. VAN DAM
KEIZERSGRACHT 355, AMSTERDAM C.
OPGERICHT IN 1877
No. 2791
ZATERDAG 29 NOVEMBER 1930
De exploitatie van de
drooggelegde Zuiderzee
DE drooglegging van de Zuiderzee stelt
onze regeering voor een groot aantal
uiterst moeilijke landbouwkundige, finantieele,
economische en sociale vraagstukken. Ditmaal
spreek ik niet over de prealabele vraag, waarover
ik handelde in het nummer van de Groene van
9 Augustus jl.: of de drooglegging van de Zuiderzee
misschien moet worden stopgezet. Ik kwam toen
tot de conclusie, dat dit werk moet worden door
gezet, ook al zou het voor het oogenblik aanne
melijk zijn, dat de kosten de baten met een vrij
aanzienlijk bedrag zullen overtreffen. Aan die
conclusie verbond ik slechts n voorwaarde:
dat het werk op de meest doeltreffende wijze zou
"worden tot stand gebracht.
Het ziet er op het oogenblik naar uit, of aan die
voorwaarde niet geheel zal worden voldaan.
Reeds op 14 Maart 1929 dus ruim anderhalf
jaar geleden schreef de commissie-Vissering, die
aan de regeering van advies heeft te dienen over
de uitgifte van de Zuiderzeegronden. een dringen
den brief aan den Minister van Waterstaat, waarin
werd aanbevolen 7.00 spoedig mogelijk een
nieuwbestuursorgaan in het leven te roepen, genaamd
,,de Wieringermeer." dat belast zou worden met
de taak om de drooggelegde gronden in cultuur
te brengen. De commissie-Vissering was van
oordeel, dat met het in het leven roepen van dat
nieuwe bestuursorgaan waarvoor een wet noodig
is niet kan worden gewacht, totdat haar geheele
rapport gereed zou zijn.
Thans is dat geheele rapport reeds geruimen
tijd gepubliceerd. De Wieringermeerpolder is droog.
Maar nog steeds blijkt uit niets, dat de regeering
van zins is, den raad der commissie-Vissering op
te volgen.
# *
*
Wat heeft de commissie-Vissering aan do re
geering aanbevolen ?
Bij haar brief van 14 Maart 1929 was een wets
ontwerp met memorie van toelichting gevoegd,
dat in overleg met de commissie is opgesteld door
Prof. Mr. F. G. Scheltema en dat beoogt een
nieuw bestuursorgaan, als bedoeld in artikel
194 van de Grondwet in te stellen, dat belast zal
worden met het in cultuur brengen van de droog
gelegde Zuiderzeegronden.
Het ligt voor de hand, dat het niet mogelijk is,
den bodem van de Zuiderzee, zoodra deze boven
water komt, te verkooperi of in pacht of erfpacht
uit te geven. Die bodem moet eerst in cultuur
worden gebracht.
Ik hob dus nog niet op het oog de wijze, waarop
de in cultuur gebrachte grond later tor exploi
tatie aa.ii den inaii zal worden gebracht. Vóórdat
die bodem voor exploitatie rijp is, moet hij geschikt
worden gemaakt voor de uitoefening van landbouw
en voor bewoning. Kri dat in den ruimsten zin
van deze woorden, zoodat ook de zorg voor den
aanleg en het onderhond van land- en waterwegen
en voor water-, licht- en kracht voorziening daarin
is begrepen.
Het is niet gcwenscht, dat Uit werk rechtstreeks
door den staat geschiedt met behulp van de
ambtelijke organen, waarover do. staat reecis
voor andere doeleinden beschikt, maar wel dient
de staat op de algemeeiie leiding een grooten
invloed uit te oefenen.
Het is een zeel' omvangrijk werk, deze 225.000
H.A. bouwrijp te maken. Dat territoir is belang
rijk grooter dan de provincies l'trecht of Zeeland
en zelfs iets grooter dan de provincie Limburg.
Een uitvoering door ambtenaren zou te stroef
werken en meer aandacht van de regeering vergen,
dan van haar gevraagd mag worden. Het bestuurs
orgaan zal bovendien over een groote mate van
zelfstandigheid en vrijheid, ook tegenover de
ministerieele departementen, dienen te beschikken.
De vorm van een naamlooze vennootschap is
niet geschikt, omdat ons Wetboek van Koop
handel aan een dergelijke vennootschap eischen
atelt, die voor dit bijzondere werk niet doeltreffend
zijn. Bovendien zou een naamlooze vennootschap
geen verordenende bevoegdheid krijgen, waarover
het nieuwe orgaan, dat gedeeltelijk de functies van
een waterschap zal moeten vervullen, dient te
beschikken.
Er een waterschap van te maken is niet
gewenscht. omdat de taak van liet nieuwe orgaan
ruimer is. dan die van een waterschap.
Een staatsbedrijf voert geen onafhankelijk
beheer en is geen rechtspersoon. Het zou ook
geen verordenende bevoegdheid hebben.
Het lijkt aangewezen. <te taak. om de droogge
legde Zuiderzeegronden in cultuur te brengen.
op te dragen aan een bijzonder voor dit doel in
gesteld bestuursorgaan, dat overeenkomstig h<-t
nieuwe, in 1922 in de Grondwet gebrachte aitikel
194, met verordenende bevoegdheid kan worden
bekleed.
Het zal de eerste maal zijn. dat dit nieuwe
artikel van de Grondwet toepassing vindt. .Men
heeft datzelfde denkbeeld ook al reeds aanbevolen
voor een havenschap, ter exploitatie va n de havi-n
van Kotterdam. Het is een middel, dat voor tal van
doeleinden bruikbaar is. om meer doeltreffende
uitoefening van de taak van de overheid te be
vorderen.
Het is dus wel do moeite waard enkele beschou
wingen aan dit nieuwe orgaan te wijden.
Het nieuwe bestuursorgaan, dat den naam van
de Wieringermeer zal dragen, wordt belast met
de taak de drooggelegde Zuiderzoegrondon in
cultuur te brengen. Daaronder valt ook de be
hartiging van de waterstaat sbelangen van do
binnen zijn gebied gelegen gronden.
Het bestuur wordt uitgeoefend door een dooi
de Kroon te benoemen Directie, die uit '?'> personen
bestaat en uit een eveneens door de Kroon te
benoemen, uit !) leden bestaanden, Haad van
Toezicht. Ken minister vermoedelijk do. Minister
van Waterstaat, of Financiën -- is voorzitter van
dien. raad.
Do Kaad hoeft verordenende- bevoegdheid en een
groot, aantal 'm do wet genoemde besluiten van de
Directie zijn nan zijn goedkeuring onderworpen.
Besluiten, die betrekking hebben op hot aangaan
van geldleoningon en uitgifte van den grond be
hoeven bovendien nog de goedkeuring van do
Kroon. De Haad stolt jaarlijks zijn begrooting
vast. die eveneens do goedkeuring van do Kroon
behoeft. Do Kroon kan allo. besluiten, dio niet
vooral' aan haar goedkeuring zijn onderworpen,
achteraf vernietigen wegens strijd mot do wet.
met een algoincenen maatregel van bestuur of
met hot algemeen belang.
In hot wetsontwerp zijn natuurlijk regelen
getroffen, voor hot oplossen van geschillen, die
mochten rijzon tnssclien hot nieuwe bestuurs
orgaan on do provinciën en do gemeenten, dio
INHOUD:
1. Mr. A. C. Josephus Jitta, De Zuiderzeeiverken.
2. Dr. A. van Raalte, Vitaminen.
3. Joh. Braakensiek, Politiek kaartspel. Dr. Jan
Romein, Rusland.
4. Melis Stoke, Geschenken, teekeningen Harmsen
van Beek Spreekzaat.
5. L. J. Jordaan, De Jordaan verdwijnt Otto
van Tussenbroek, Toegepaste Kunst.
6?7. J. Dr. P. van Olst, Kleurgevoel bij dieren
Mr. Frans Coenen, Kroniek.
8. Prof. Dr. W. Martin, Boekbespreking.
9. L. J. Jordaan, Bioscopy.
11. Mr. H. Scholte, Dramatische Kroniek.
13. L. J. Jordaan, Dupont.
14?15. A. Plasschaert, Schilderkunst.
l?. Albert Heiman en A. Defresne, Nieuwe Uitgaven
18. Lou Lichtveld De muziek bij Haüelujah".
21. C. A. Klaasse, Permanent Wave?Beursspiegel.
23. Sinterklaasavond Alida Zevenboom, Croquante
Croquetjes.
25. Melchior Steelink, Safe Deposit, teekeningen Is.
van Mens Charivaria.
27. Jontje's Kladschrift Dr. C. F. Haje, Taalschut.
28. Letterraadsel Cel 2, Telefoon.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Sinterklaas KJ.IO.
haar zorgen ook over h ?( territoir van d"
\Vieritigormeor zullen h"bbon uit (<? strekken.
* *
*
Hot komt mij voor. dat deze constructie uit
nemend voldoet aan do oischon dio daaraan, ge
steld moeten worden. Do rogooring < n dus
indirect ook do volksvertegenwoordiging be
houdt overwegend,-n invloed o}} do algomoone
leiding. Do personen, dio ann h--t hoofd van do
nieuwe onde.'neming gestold zuil.n worden, be
schikken desniet t' min over een zeer groot o mate van
zelfstandigheid.
Ik vraag mij zelfs af. waarom do taak Viin liet
nieuwe bestuursorgaan beperkt zou moeten worden
tot het in riilli'iir hrciii/i'ii \ an do /uider/.eegronden.
Nadat dio gronden bouwrijp zuil. n zijn gemaakt,
moeten '/.ij immers in r.ri>li>il<it<;' «'orden gebraebt.
De commissie-Vissering meent, dat /.ij in eeuwig
durende erfpacht /.uilen moeten worden uitgegeven.
Is or niet iiilo roden het nieuwe bestuursorgaan.
duurzaam te maken en h-t (rok te belasten met
hot algomooiio beheer der in erfpacht uitgegeven
en misschien voor een deel voor staatsexploitatie
beschikbaar gestelde gronden;'
Dat zijn intusseheii vragen, dio nog niet on
middellijk beantwoord behoeven te worden.
l'rgeiit zijn echter do vragen, of de rogooring hot
plan dor commissie-V"issering o\'erne"mt on zoo
neen. op «'elke wijze zij zich dan voorstelt do
drooggelegde Zuiderzoogrondoii in cultuur to
brengen.
Hot is ge«'ensoht. dat do regeeruig op die vragen
antwoord geeft. Wanneer dat niet reeds eerder
geschiedt, dan toch in ieder geval bij de behande
ling van do begroot ing van het Departement van
Waterstaat.
A. C. .lOSKl'iirs JITTA