Historisch Archief 1877-1940
DE fjROENE AMSTERDAMMER VA
OVEMBER 1930
Bij den schepper van Variét
door L. J. Jordaan
MEN kan zich een gelukkiger situatie denken,
dan juist de huidige, waarin het weinig
geslaagde Zwei Weiten" gedraaid wordt om
Dupont te ontmoeten. Maar tenslotte is het niet
*en gevierd meesterlijk" speler, die hier gefêteerd
?wordt, maar de door het puhliek nog veelal bot
?genegeerde regisseur en tenslotte is dit feit
?opzichzelf zoo verheugend, dat ik gaarne van de
gelegenheid gebruik maak, den schepper van
-?Variété" te ontmoeten.
Ik tref hem tusschen het bad, waarin hij het
atof van de reis afspoelde, en de feestelijke lunch,
die hem straks zal worden aangeboden gezegend
met al de hinderlijke en vermoeiende opmerk
zaamheid, welke een filmberoemdheid ten deel
valt.
Het belooft geen succes te worden, zijn lijfelijke
verschijning aanstonds voor een nieuwsgierig
publiek, dat wanneer het geen Beeldschoonheid"
wordt gepresenteerd, volgens de traditie der film
toch op zijn minst een knap" of interessant"
sujet wenscht te zien. Een groote, nog jonge man,
met een allergewoonst gezicht en een zekere
nerveuse tic in den linkerarm. Verder geen fil
mische opzienbarendheden.
A. E. Dupont.
Wij robken sigaretten en monsteren elkaar,
"voor de aanval begint. Ik zal hem niet vermoeien
met bijzonderheden omtrent carrière en levensloop
dat zal in de dagblad-interviews in extenso
gepubliceerd worden. Maar toch branden mij
«enige vragen op het gemoed, welke ik den
merkwaardigen man, die den leeuw Jannings wist te
temmen en uit het meest afgezaagde en
allerbanaalste circusthema nog een kunstwerk van den
eersten rang kon scheppen, wil stellen.
Wij leven in een crisistijd" begin ik voor
zichtig een tijd, waarin de groote vraag: wie
praematuur is, de regisseur of de acteur, buitengewoon
Smalfilm-Amateur-Kinematografie
onder Kino-technische
leiding van Joris Ivens
Vraagt brochures
en demonstraties
CAPI
115 KALVERSTRAAT
Amsterdam C.
BC CAPI ? kkundlga raad «n voorlichting.
dringend en actueel is. Mag ik hieromtrent uw
meening vernemen?"
Praematuur is naar mijn meening hoe zou
het anders kunnen? de regisseur. Hij is per slot
van rekening het intellectueele centrum, van waar
uit de film ontstaat en de vraag, wat hij van zijn
sujetten weet te maken beslist over het artistieke
'ot van de film."
Levert dat niet dikwijls moeilijkheden op met
beroepsacteurs en speciaal met spelers van
naam?"
Ongetwijfeld. Het is vaak een kwestie van tact
en doorzicht.... dikwijls ook van wil. Een eerste
vereischte is de persoonlijke ijdelheid der spelers
de vraag of zij veel en belangrijk werk te doen
krijgen of zij genoeg op den voorgrond treden
e.d. vooraf den kop in te drukken. Veel hangt
daarbij af van de intelligentie der sujetten en hun
geestdrift om tot een artistiek geheel mee te werken.
Overigens deel ik het standpunt der Russen, dat
ruw materiaal" oftewel niet-beroepsacteurs de
voorkeur verdienen geenszins. Voor hun speciale
werkwijze en in hun omstandigheden gaat dat
zeker op maar wij westerlingen, zijn
voorloopig nog op den professional aangewezen, om duizend
redenen en ik aarzel niet te zeggen, dat het van
ons afhangt, wat wij met de spelers bereiken."
Is het onjuist gezien, dat Jannings in uw werk
Variété" onder een bijzonder strenge discipline
stond veel meer, dan bijv. in de daaropvolgende
film Faust" van Murnau het geval was? En heb
ik het mis, wanneer ik van de veronderstelling uitga
dat hij in dit werk zijn grootste hoogte bereikte,
omdat hij door u gegeven werd in een karakter,
dat het meest met zijn eigen aard en wezen strook
te?"
Toch niet u heeft gelijk; ik heb Jannings
tot veel moeten bewegen, waarin hij weinig zin had
en waartegen hij zich ook wel heftig verzette
al moet ik er aanstonds bijvoegen, dat Murnau
in zooverre in een veel ongunstiger conditie ver
keerde, waar Jannings door zijn groot succes in
Variété" er niet juist handelbaarder op was
geworden. Verder klopt het, wanneer u zegt, dat
ik uit Jannings zooveel mogelijk den mensch-zelf
te voorschijn heb trachten te halen."
Een andere vraag: Stond u, die als journalist
uit zulk een geheel ander millieu kwam, aanvan
kelijk niet zeer vreemd tegenover het filmbedrijf?"
Misschien niet zoo vreemd als u denkt. Ik had
een belangrijke carrière als scenario-schrijver achter
den rug en het is mijn overtuiging, dat dit dikwijls
onderschatte onderdeel der filmische conceptie,
een belangrijken grondslag legt voor den regisseurs
loopbaan. In den tijd, dat ik mijn eerste detective
films maakte met Max Landa als ,,Joe Deebs",
kwam mij die ervaring als scenarist wonderwel te
stade. Niet alleen om de prestaties, welke in dien
ouden tijd gevergd werden (ik maakte toen zes
films per winter, waarvoor ik 's zomers de manu
scripten schreef !) maar ook wel degelijk vanwege
den kijk, die het scenarioschrijven op den bouw en
mogelijkheden van de film geeft. Als ik dien kijk op
de beteekenis van het scenario niet had. zou ik
nooit Variété" hebben durven doordrijven tegen
den wil van velen in speciaal tegen dien van
Jannings, die vreesde, dat hij met zijn gezette,
bonhomme figuur als de acrobaat Bosz een dave
rende en ridicule mislukking zou worden."
Nog n vraag: Wat denkt gij van Amerika en
de klankfilm?"
Men zoekt, waarde heer. men zoekt ! Uit tien
mislukkingen wordt wellicht n geval van blijvende
waarde geboren wij moeten geduld hebben. Kn
wat Amerika betreft ik zou een scherpe scheiding
willen maken tusschen het moderne Hollywood en
dat uit de voorbije perioden. In den tijd, dien ik in
Amerika doorbracht, kon ik mij met den daar
heerschenden geest absoluut niet vereenigen.
Gegeven het feit,"dat een eerste film in het bedrijf
altijd een mislukking mag zijn en het ook veelal is,
zag ik toch al heel spoedig in, dat ik voor de
Amerikaansche werkwijze en opvattingen niet geschikt
was. D.w.z. voor de opvattingen van dien tijd.
Wrant het moet mij van het hart, dat sindsdien de
Amerikaansche film een merkwaardige metamor
fose ten goede heeft doorgemaakt hetgeen ik
voor geen gering deel toeschrijf aan het innige
SIGAREN
voor "HEM"?
Koopt dan
WANT
hij zou die zelf
ook koopen
contact der laatste jaren tusschen Hollywood en
Neu-Babelsberg. Overigens geloof ik absoluut in de
toekomst der klankfilm, zooals u trouwens duidelijk
kan zijn, uit mijn jongste films. Heeft u mijn laatste
werken gezien?"
Ik voel de fatale vraag naderen en zeg ont
wijkend: Atlantic beviel mij buitengewoon en van
uw nieuwste film Menschen im Kafig" hoor ik
zeer veel goeds."
,.Ja maar Zwei Weiten"?"
Ik kan er niet meer omheen. En ik zeg zoo voor
zichtig mogelijk, hoezeer mij dit laatste werk een
teleurstelling was. Dupont lacht royaal. Misschien
staan we er te dicht op en kan een definitieve waar
debepaling eerst over eenige jaren gegeven worden.
Ik voor mij, zou er nog geen oordeel over durven
vellen maar ziet u, ik ben cenigszins partij in
dezen !"
Men komt Dupont waarschuwen hij moet zich
gereed maken voor de plechtige lunch en de
radiospeech en de huldiging in het theater en al de
zaligheden die het métier van beroemdheid aan
kleven. Met een lichten zucht staat hij op en ik
verbeeld mij, dat hij een weemoedigen blik werpt
op de blocnotes, die ik in mijn zak steek. . . . het
symbool van zijn oude, vrije beroep .'
Ik wensch hem sterkte en hij ziet mij een
oogenblik nadenkend aan. alvorens den weg te gaan der
Janningsen, der Torn Mix'en en der Dagover's.
Dan wendt hij zich met een ruk om: ,,Also
los !"
Nieuwe uitgaven
,,De ticee Visschers ran de rijj Sluizen^
door Charles Jïr i enen, geïllustreerd door
J. G. Kesler. Uitgave Gebr. Kluitman
Alkmaar.
Het verhaal speelt om twee jongens, waarvan
n soms wat al te braaf aandoet eti daardoor
onnatuurlijk is. We leeren er een onderwijzer in
kennen, die ook al een uitzondering is en een
guitigen veldwachter, die eigenlijk niets lijkt op den
dorpsveldwachter, zooals men dien gemeenlijk
aantreft.
Ken jongen van tien jaar zal zich wel goed amu
seeren met dit boek. voor een van veertien is het
te weinig spannend en t" braaf.
KMMY B.?B.
J. B, BENNER 6 ZOON |
P'
I t l A.W (Jrl AJN IJClLl HÖFLJiVEBANCIEKS B
DEN HAAG 97 NOORDEINDE l
GEVESTIGD 1SS1