De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 29 november pagina 17

29 november 1930 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

BE GROENE ^AMSTM&AiiiMER VAN 29 NOVEMBER 1930 BOEKBESPEKING door Albert Heiman Boel Houwlnk: Marceline Marceline", het eerste grootere boek van Roei Houwink, is de -roman der geforceerdheid. Niet van een der figuren daaruit, maar van den schrijver zelf. Stel u voor dat iemand die een opzich-zelf niet onaardig kunstje kent, het altijd en overal ten beste geeft; die man wordt in een maand tijds overal versleten voor een maniak, en heeft alleen nog maar succes bij buitenrnenschen die nog niet op de hoogte zijn van wat er te koop is. Zoo heeft Roei Houwink de manie om zijn heldin voortdurend bizondere dingen te laten doen: het gewone dat zij bedrijft als bizonder voor te stellen. Als zij met haar vriendin in de prettigste stemming naar buiten loopt, dan heet biet: Wan kelend stonden zij op het bordes, door het zonlicht verblind". Als zij op een doodgewone middag vóór een wandeling haar papa groet, voelt zij een. stekende pijn in haar borst om zijn eenzaam, heid". Ben meneer die elders met een potloodje speelt, wrong het tusschen zijn vingers". Wij leven in. een tijd van groeiend ongeloof. Een schrijver die zich aan overdrijving schuldig maakt, kan ons nog mér vertellen. Zijn personnages zijn karikaturen geworden voor hij het zelf weet. Beroept hij zich op het recht om zijn creaturen net zoo te laten overdrijven als hij zelf verkiest, dan ontzeg ik hem het recht om te spreken van een cyanen avondhemel". Zoolang wij ademen kunnen is de lucht stellig niet van cyaan. Maar zonder blague: de creaturen van Roei Houwink leven werkelijk in een dergelijke lucht. Het zijn een soort Mars-bewoners, die bij tijd en wijle ernstige pogingen aanwenden om op men schen te gelijken. Des te zonderlinger doet het aan, dat in dit astrale milieu het Duitsche dienstmeisje dat in de eerste helft der historie de eenige sympa thieke rol speelt, ons altijd in het Duitsch toespreekt en maar al te vaak door anderen in haar eigen taal beantwoord wordt. Dit soort van naturalisme kan tot de gekste consequenties leiden, die intusschen niets te maken hebben met het litteraire cosmopolitisme dat sommigen, ikzelf niet uitgezonderd, met recht voorstaan. Een Hollandsche schrijver heeft altijd Hollandsch te schrijven en daarmee basta; het is al erg genoeg dat sommigen niet buiten het goedkoope hulpmiddel van dialect bij hun boerenromans kunnen. De psychologie van Marceline is mij totaal vreemd en onbegrijpelijk. Ik wil wel aannemen dat «r dergelijke wezens zijn, doch dan zijn ze niet alleen zóó, dan schuilt er achter hen nog veel meer, waarover de schrijver niet rept. Marceline is te simplistisch alleen -maar-goed; tezeer geëxalteerd, u weet wel, onder schemerlampen voor schilders dansen en dan als een Vestaalsche naar huis. Roei Houwink die de dominees zoo goed door schijnt te hebben, kon beter weten, en voorzien dat geheel het optreden van zijn heldin een zekere bewijskracht behoefde. Het zou geen overdadige welwillendheid zijn in dit boek een poging van een onzer jongere auteurs te willen zien, om te komen tot de conseptie van een moderne vrouwenfiguur. Maar daarvoor is alles wel wat erg gemakkelijk behandeld en, teveel gespeculeerd met te-groote woorden. Als Mavceline zin krijgt om te gaan dansen heet het Open bloeide de dans in haar". Elke bladzijde hinkt van de zware rhetoriek. Eén figuur uit het boek is, dank zij de haat welke de schrijver hem toedroeg, van de algemeene zweizucht gespaard gebleven. De dominee namelijk, die in. teedere oogenblikken de zoete assistentie van zijn Duitsche dienstbode niet versmaadt, en die haar wegjaagt als de situatie hem te lastig wordt. Hij is zelfs zoo verstandig tijdig te sterven wanneer zijn dochter Marceline zijn delirium en zijn. oedipus-complex met een naaktdans wil bezweren. In dergelijke omstandigheden kan men zich niet beter gedragen. Vreemd is de christelijk-piëtistische wending die deze roman naar het slot toe krijgt. Van Ewers naar het stichtelijk tractaat in vijftig bladzijden. Is Marceline" niet inderdaad de roman der geforceerdheid? Houwink moest het eens of met het een, of met het ander probeeren. VAN DER HELST SIGAREN SOEDI SIGAREI II BEI BESCHAAFDE VERPAKKING NIEUWE VERZEN door A. Defresne Over Jcf last De meeste en sterkste gevoelens van Jef Last zijn ingesteld op het object, de menschen. Figuren, wier gevoelens in deze verhouding werkzaam zijn, kunnen wereldhervormers zijn, die het gedachtenleven van eeuwen beheerschen. Er is echter een zeer klein verschil in innerlijke gesteldheid tusschen een dezer en Jef Last. Yoor den eersten is het object, de menschen, eene eenheid, bij Jef Last is het gesplitst in twee tegengesteldheden van maatschappelijken aard. De eerste heeft zijne gevoelens bijv. ingesteld op de rnenschelijke onmacht ten opzichte der onvermijdelijkheid des levens, op de onherstelbare verdwaasdheid van het menschelijke denken, op de trieste tevergeefsheid van het mensch?lijk voelen, op het bestaan zonder meer als tragedie der menschheid. Het sociale criterium, dat bij Jef Last het object, de menschen, in twee deelen splitst, houdt zijne geheele levensvisie verstikt in de tegenstelling, macht en onmacht, verdrukker en verdrukte, geld en geen geld, op welke laatste tegenstelling het sociale inzicht van den dichter uiteindelijk neer komt. Daarom is de ziel van Jef Last in vergelijking met die van een wereldhervormer, hoewel hij niet zelden in zijne gedichten de allures van den laatsten aanneemt, eene mediocriteit. Ook de aard zijner gevoelens is, parallel aan die objectsplitsing, tweeledig, te weten, voor de geen geld-hebbers liefde, medelijden, droefheid en meer dere gemeenschapsgevoelens en voor de wel-geldhebbers haat, verachting, afgunst, minachting en de variaties dezer. Uit den aard der zaak zal een dergelijk dichter zijne beste verzen maken door de uiting der eerste categorie, omdat, in verband met het benepen bestek van zijne levensvisie, liefde, medelijden, droefheid, e.d., de dichter gerceder dwingen zullen het overeenkomstige deel van zijn object, de men schen, te veralgemeenen, den verdrukten te zien als prototype der geheele menschheid. dan de gevoelens haat, minachting, afgunst e.d. De verzen in zijn bundel ,,Kameraden" zijn dan ook aanmerkelijk beter dan die uit De Wind Speelt op het Galgetouw'M) In deze laatste verzen zijn enkel en alleen gevoelens geuit, die op het tweede deel van zijn object, de menschen, zijn ingesteld, nml. haat, minachting, afgunst, ver achting. Het is den dichter geen enkel oogenblik gelukt zijne levensvisie te verbeteren tot het inzicht, dat ook de verdrukkers het slachtoffer van de onvermijdelijkheid des levens zijn, in de laatste instantie even willoos, even, ja misschien meer medelijden en betreuren waard zijn dan de ver drukten. Daarom zijn deze verzen slecht, zeer slecht, plat-propagandistisch en dat alleen nog maar voor de minst ontwikkelden. . Zij zijn dom en nooit ontroerend, zij getuigen van de geestes gesteldheid van een bedelaar, die op zijne landlooperijen de Max Havelaar op een mestvaalt vond en er niets van begrepen heeft. Beter, veel beter zijn de verzen, waarin Jef Last zijn medelijden, zijne liefde, zijne droefheid uitzingt. Van Zeedijk-propagandist-met-lieesohetoetertje is hij hier dichter geworden. Er zijn verzen in dit bundeltje van ontroerende kracht en beel dend vermogen. In deze verzen treedt tevens een nieuw object voor de gevoelens des dichters op, nml. het ik. De verzen, die dit onderwerp hebben, voegt de dichter in erkenning van hun aard samen onder het hoofd, persoonlijk. Nu zit er een eigenaardig verband tusschen de opeenvolgende objecten en de hoedanigheid der gedichten. De objecten zijn. de verdrukkers, de verdrukten en het eigen ik. De verzen over h»t eerste zijn slecht, die over het tweede reeds beter en die over het eigen ik zijn goed. Men is, gezien dit eigenaardig verband, geneigd die gemeenschapsgevoelens van Jef Last te gaan beschouwen als een al te slecht vermond incVvidualisme. want een dichter maakt toch zijne beste verzen met zijne waarachtigste gevoelens. In deze overweging gaat men de beide deelen van het object, de menschen, opvatten als onbewuste plaatsvervangers van het derde en dus oei'-object, het eigen ik. De droefheid om. het medelijden met, de liefde voor de verdrukten moet men dan transponeeren in dezelfde gevoelens voor zich zelf. Aanstonds dringt zich dan de vraag op. waarom vluchten deze gevoelens van het eigen ik weg naar Bezoekt de tentoonstelling van hand-weef werk in het CarltonHotel op 2, 3 en 4 December. de objecten, de menschen? Is dit eene poging het. eigen ik te vernietigen? Gezien de verzen De Waan",waarin de dichter nadrukkelijk het begeeren uitspreekt eigen ziel en lichaam op te lossen in dat van een ander en Kermis", waarin hij het van anderen uitgesloten zijn in een prachtig vers betreurt, zou men deze vraag met een voor den dichter pijnlijk maar onverbiddelijk ja willen be antwoorden. Waarom dan deze vlucht van eigen ik? Levensangst, zelfkwelling, zelfvernietigingslust? Geen der verzen geeft een schim van ant woord. Deze dichter staat dus nog ver van het wezen zijner ziel af. Het zou mij niet verwonderen als Jef Last bij jaren langer en rijper denken over zich zelf zijne huidige sociale opvatting geheel en al verliet. Hij zal daarna zijne beste verzen maken, waarmede ik niet wil beweren, dat dit innerlijk proces voor de productie van beste verzen voor iederen dichter noodzakelijk zou zijn. Henriette Koland-Holst heeft in ons land het tegenover gestelde bewezen. Maar ik geloof, dat deze innerlijke kanteling voor Jef Last wel vereischt is.... Ik heb de gedichten nog eens gelezen. Ik geloof het zeker. Er schreeuwt een ongeweten eigen ik door die gemeenschapsgevoelens heen, vandaar dat er in die gemeenschapsgevoelens zooveel is, dat waarachtig en onwaarachtig tegelijkertijd is. 1) Kameraden, W. L. & J. Brusse's LTitgevers Mij. Rotterdam 1030. De Wind speelt op Jiet Galgetouw, Storm Rot terdam 1930. Door Jef Last. POL ROGER&Ci LE CHAMPAGNE EN VOGUE JAGER-GERLINGS HAARLEM Nieuwe Uitgaven ,,()/> den Hallenbiiru" door A. J. van der Knati\>, r/cïllusfreerd door J'ol Dom. Uitgave Gebr. Kluitman Alkmaar. Een boek. dat onze jongens zal boeien. Hoe zullen ze de avonturen mee beleven van Frans. Torn en Jonker Walter. De schrijver kent het recept ! Hoe meer avontuur hoe liever en waar in iederen jongen een detective schuilt, doet het heelomaal niet vreemd aan, dat hij deze drie jongens, waarin geen haar kwaad zit, op waarlijk verrassende wijze den dief. den verrader laat opsporen. Een boek, dat in n adem uitgelezen zal worden. Eerste Hulp Om in het gezin aan groot en klein, dadelijk hulp te kunnen verleenen bij Brandwonden en Snijwonden en alle andere Huidverwondingen, is het zoo veilig thuis altijd bij de hand te hebben een doos of tube PUROL

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl